ECLI:NL:RBZUT:2010:BL1090

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
20 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
99741 / HA ZA 09-88
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.C.M. Boon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere interpretatie van een verklaring in een civiele procedure tussen Syntus B.V. en de Gemeente Zutphen

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, gaat het om een herziening van een eerdere interpretatie van een verklaring van Syntus B.V. tijdens een comparitie. In een eerder vonnis werd een verklaring van Syntus B.V. op een bepaalde manier geïnterpreteerd, maar na bezwaar van Syntus B.V. heeft de rechtbank besloten terug te komen op die interpretatie. De rechtbank oordeelt dat deze wijziging niet kan worden gezien als een terugkomen op een bindende eindbeslissing, waardoor de rechtbank niet gebonden is aan eerdere jurisprudentie over dit onderwerp.

De procedure begon met een tussenvonnis van 14 oktober 2009, waarin Syntus B.V. werd opgedragen te bewijzen dat de bus WA verzekerd was en dat de verzekeringsmaatschappij de schade niet had vergoed. Syntus B.V. overhandigde bewijsstukken, waaronder een polisblad en een brief van een registermakelaar, om aan te tonen dat de schadevergoeding niet was ontvangen. De Gemeente Zutphen refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank en betwistte de interpretatie van de rechtbank over een eerdere erkenning van de reparatiedatum van de bus.

De rechtbank concludeert dat de Gemeente Zutphen niet gebonden is aan de regeling voor stilstandkosten, omdat zij geen partij is bij de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat de schade aan de bus van EUR 47.685,00 voor toewijzing gereed ligt, evenals de vordering met betrekking tot de rente, die ingaat op 29 januari 2008. De rechtbank heeft Syntus B.V. de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren dat de bus van 13 augustus 2007 tot 20 november 2007 niet kon worden gebruikt vanwege reparaties. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor verdere uitlating door Syntus B.V. over het bewijs.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 99741 / HA ZA 09-88
Vonnis van 20 januari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SYNTUS B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
eiseres,
advocaat mr. F.J. van Benthem te Etten-Leur,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ZUTPHEN,
zetelend te Zutphen,
gedaagde,
advocaat mr. K. Teuben te ‘s-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Syntus BV en de gemeente Zutphen genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 oktober 2009
- de akte van de zijde van Syntus BV
- de antwoordakte van de zijde van de gemeente Zutphen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Bij voornoemd vonnis is Syntus BV opgedragen te bewijzen dat de bus WA verzekerd was en dat de verzekeringsmaatschappij daarom de schade niet heeft vergoed.
2.2. Ten behoeve van dat bewijs heeft Syntus BV een polisblad van Motorijtuigverzekering overgelegd, alsmede een brief van [naam] van Willis, registermakelaar in assurantiën, d.d. 15 augustus 2007 en een overzicht rekeningmutaties van de Rabobank Telebankieren Extra en een ‘Betaal specificatie’.
Ten aanzien van de ingangsdatum van de gevorderde rente refereert Syntus BV zich aan het oordeel van de rechtbank.
Voorts stelt Syntus BV dat de verzekeringsmaatschappij Allianz de schade niet aan haar vergoed heeft en dat Syntus BV de vordering daarom niet aan Allianz heeft gecedeerd. Voor het geval de rechtbank nader bewijs wenst van het feit dat Syntus BV geen schadevergoeding heeft ontvangen van Allianz, biedt zij aan om alsnog een afwijzing van Allianz op dit punt in het geding te brengen.
2.3. De Gemeente Zutphen heeft zich ten aanzien van het bewijs dat de bus WA verzekerd was gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Voorts stelt de Gemeente Zutphen dat de rechtbank in haar tussenvonnis van 14 oktober 2009 onder 5.8 ten onrechte heeft overwogen dat de gemeente ter comparitie zou hebben erkend dat de reparatie van de bus pas op 20 november 2007 gereed zou zijn geweest. Zij stelt dat zij dat ter comparitie juist heeft betwist door te wijzen op het door Syntus BV overgelegde rapport van ITEB Schadeservices van 6 december 2007, waarin een reparatieduur van 55 dagen staat vermeld. De Gemeente Zutphen verzoekt de rechtbank op bedoelde overweging terug te komen omdat het niet gaat om een uitdrukkelijke en ondubbelzinnige erkenning en omdat de beslissing van de rechtbank gebaseerd is op een onjuiste feitelijke en/of juridische grondslag.
Tot slot stelt de Gemeente Zutphen dat zij niet gebonden is aan de regeling voor “stilstandkosten” die is overeengekomen tussen het KNV en het verbond van Verzekeraars ad EUR 109,00 per dag, nu de Gemeente Zutphen geen partij is bij die overeenkomst. De Gemeente Zutphen is van mening dat er daarom geen grond bestaat voor de toepassing van die regeling jegens de Gemeente Zutphen.
2.4. Op het door Syntus BV overgelegde polisblad van Motorijtuigverzekering staat dat de dekking van de bus “aansprakelijkheid” betreft en in de brief van de heer Willis d.d.
15 augustus 2007 wordt gesproken over “uitsluitend WA/RB verzekerd”. Op het overgelegde overzicht rekeningmutaties van de Rabobank Telebankieren Extra komt een overboeking voor van een bedrag van EUR 138.911,60. Volgens Syntus BV betreft dit een verzamelpost waarin ook de schade aan de bus is opgenomen. In de door Syntus BV overgelegde ‘Betaal specificatie’ komt een op 21 november 2007 aan Syntus BV gefactureerd bedrag voor van EUR 56.746,16 onder vermelding van “voorschade volgens”, welk bedrag overeenkomt met het in de dagvaarding genoemde schadebedrag inclusief BTW.
Gelet op voornoemde bewijsstukken en het feit dat de Gemeente Zutphen geen verweer meer voert zich op dit punt, acht de rechtbank voldoende vaststaan dat de bus WA verzekerd was en dat de verzekeringsmaatschappij daarom de schade niet heeft vergoed. De schade aan de bus ad EUR 47.685,00 ligt daarom voor toewijzing gereed.
2.5. Nu de overboeking van het bedrag van EUR 138.911,00 - waarvan het schadebedrag onderdeel uitmaakte - volgens het overzicht rekeningmutaties van de Rabobank Telebankieren Extra heeft plaatsgevonden op 28 januari 2008, ligt de vordering met betrekking tot de rente eveneens voor toewijzing gereed met een ingangsdatum van
29 januari 2008.
2.6. Bij de comparitie van partijen in deze zaak is namens de Gemeente Zutphen verklaard: “Betwist wordt dat het reëel is dat er 99 stilstanddagen zijn geweest. Het rapport was al op 6 december 2007 gereed en de reparatie al op 20 november 2007 ”.
Onder 5.8 van voornoemd tussenvonnis heeft de rechtbank daaruit afgeleid dat de Gemeente Zutphen erkende dat de reparatie van de bus op 20 november gereed was en dat zij daarom niet langer betwistte dat er 99 stilstanddagen zijn geweest.
Bij antwoordakte heeft de Gemeente Zutphen deze verklaring verduidelijkt, in die zin dat zij thans stelt dat zij bedoeld heeft de reparatiedatum van 20 november 2007 te betwisten. Zij heeft daarbij willen stellen dat niet valt in te zien dat ten tijde van de totstandkoming van het rapport van ITEB de werkelijke duur van de stilstandperiode nog niet bekend was. Door de rechtbank is in rechtsoverweging 5.8. van het eerdere vonnis geen bindende eindbeslissing op dit punt gegeven, zodat zij niet gebonden is aan de jurisprudentie met betrekking tot het terugkomen op de bindende eindbeslissing. De rechtbank heeft immers slechts de verklaring zijdens de Gemeente Zutphen geïnterpreteerd. Gelet op de nadere verduidelijking bij antwoordakte moet de verklaring van de Gemeente Zutphen thans worden geïnterpreteerd als een betwisting van het aantal door Syntus BV opgegeven stilstanddagen. Om die reden wordt er thans van uitgegaan dat de Gemeente Zutphen haar verweer tegen de stelling van Syntus BV, dat zij de bus tot 20 november 2007, dus 99 dagen, niet heeft kunnen gebruiken door de reparatie, heeft gehandhaafd.
2.7. Ter onderbouwing van dat verweer heeft de Gemeente Zutphen erop gewezen dat op de eerste bladzijde van het door Syntus BV overgelegde rapport van ITEB Schadeservices een reparatieduur van 55 dagen is vermeld. Omdat het rapport dateert van 6 december 2007 valt volgens haar niet in te zien, dat ten tijde van de totstandkoming van het rapport de werkelijke duur van de stilstandperiode nog niet bekend zou zijn geweest. Gelet op het gemotiveerde verweer van de Gemeente Zutphen, ligt het op de weg van Syntus BV om haar stelling op dit punt te bewijzen. Syntus BV heeft daartoe uitsluitend de e-mail d.d. 25 augustus 2007 van Herman de Winkel, medewerker personeel & algemene zaken van Syntus BV overgelegd. Dat is onvoldoende voor het bewijs dat zij de bus van
13 augustus 2007 tot 20 november 2007, dus 99 dagen, niet heeft kunnen gebruiken in verband met de reparatie van de schade door het ongeval op 13 augustus 2007. Daarom zal Syntus BV alsnog in de gelegenheid gesteld worden haar stelling op dit punt te bewijzen.
2.8. De Gemeente Zutphen stelt voorts dat er geen grond bestaat voor toepassing van de regeling voor “stilstandkosten”, die is overeengekomen tussen het KNV en het verbond van Verzekeraars ad EUR 109,00 per dag. Nu de Gemeente Zutphen noch in haar conclusie van antwoord, noch bij de comparitie van partijen bezwaar heeft gemaakt tegen het door Syntus BV gevorderde dagtarief van de “stilstandkosten”, kan zij dat verweer nu niet meer voeren. Dat zou in strijd zijn met een goede procesorde.
2.9. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. draagt Syntus BV op te bewijzen dat zij de bus van 13 augustus 2007 tot 20 november 2007, dus 99 dagen, niet heeft kunnen gebruiken in verband met de reparatie van de schade door het ongeval op 13 augustus 2007,
3.2. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 3 februari 2010 voor uitlating door Syntus BV of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
3.3. bepaalt dat Syntus BV, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
3.4. bepaalt dat Syntus BV, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden maart tot en met mei 2010 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
3.5. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. H.C.M. Boon in het gerechtsgebouw te Zutphen aan de Martinetsingel 2,
3.6. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
3.7. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C.M. Boon en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2010.