ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3513

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
10 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/800869-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Borgerhoff Mulder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 20-jarige verdachte wegens openlijk geweld in Brummen

Op 10 februari 2010 heeft de politierechter van de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 20-jarige verdachte, die werd beschuldigd van openlijk geweld tegen een man in Brummen op 21 maart 2009. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechter verwierp het verweer van noodweer en oordeelde dat de verdachte samen met anderen openlijk geweld had gepleegd tegen het slachtoffer. Dit geweld bestond uit het tonen van een houten stok, het slaan en stompen in het gezicht en op het lichaam van het slachtoffer, terwijl deze op de grond lag, en het meermalen schoppen en trappen tegen het slachtoffer. De rechter overwoog dat de aard en ernst van het geweld, evenals de impact op het slachtoffer, zwaar wogen in de straftoemeting. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, wat in zijn voordeel werd meegewogen. De uitspraak volgde na een terechtzitting op 27 januari 2010, waar getuigenverklaringen werden gehoord die de beschuldigingen ondersteunden. De rechter concludeerde dat de verdachte strafbaar was en legde de werkstraf op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de straf niet naar behoren werd uitgevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Politierechter
Parketnummer: 06/800869-09
Uitspraak d.d.: 10 februari 2010
tegenspraak/nip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte C],
geboren te [plaats, 1989],
wonende te [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 januari 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 21 maart 2009 in de gemeente Brummen met een ander of
anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in elk geval op of aan een
openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit
- het tonen en/of boven het hoofd opheffen van een houten stok/biljartkeu,
althans een zwaar en/of stomp voorwerp en/of
- het meerdere malen, althans éénmaal, slaan en/of stompen in/op/tegen het
gezicht en/of de rug en/of het (overig) lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op
de grond lag) en/of
- het meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) (met geschoeide voet)
schoppen en/of trappen in/op/tegen het gezicht en/of de zij en/of het (overig)
lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag) en/of
- het meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) met een houten stok en/of
een ijzeren paal, althans een hard en/of stomp voorwerp, slaan en/of steken
en/of prikken in/op/tegen het been en/of de heup en/of de rug en/of het
(overig) lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag) en/of
- het (over de grond/straat en/of over een trap) (mee)slepen en/of
(mee)sleuren van deze [slachtoffer] en/of
- het geven van een kopstoot in/op/tegen het gezicht en/of de neus, althans
het hoofd en/of
- het meermalen, altans éénmaal, (met kracht) slaan en/of stompen en/of
schoppen en/of trappen op/tegen diverse plekken van het lichaam (terwijl deze
[slachtoffer] werd (mee)gesleurd en/of (mee)gesleept over de grond/straat
en/of trap) en/of
- het zich niet distantiëren van bovenstaand geweld;
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 21 maart 2009 in de gemeente Brummen opzettelijk
mishandelend [slachtoffer]
- meerdere malen, althans éénmaal, (met kracht) met een ijzeren paal en/of een
houten stok, althans een zwaar en/of stomp voorwerp heeft geslagen en/of
gestoken en/of geprikt in/op/tegen het been en/of de heup en/of de rug en/of
het (overig) lichaam (terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag) en/of
- over de grond/straat en/of een trap heeft (mee)gesleurd en/of (mee)gesleept,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmotivering
met betrekking tot de openlijke geweldpleging.
De verklaringen van de getuigen [getuige A] en [getuige B] komen in grote lijnen overeen met de verklaringen van de aangever en getuige [getuige C]. De onafhankelijke getuige [getuige D], een politieagent die een proces-verbaal van bevindingen op heeft gemaakt, verklaart dat de jongen in elkaar werd geslagen door mannen met bedrijfskleding van de pizzeria, die maakten slaande bewegingen. Ook zag hij een ijzeren staaf op en neer gaan. Deze verklaring komt overeen met de verklaring van de getuigen [getuige A], [getuige B] en [getuige C]. Zij verklaren dat [slachtoffer] werd gestoken/geprikt met een ijzeren staaf, dit verklaart het op en neer gaan van de ijzeren staaf. Verder verklaren deze getuigen dat [slachtoffer] werd geslagen door de eigenaar en medewerkers van de Pizzeria. De getuige [getuige C] verklaart dat [verdachte B] met een houten stok in zijn handen naar buiten kwam en een gebaar maakte naar [slachtoffer] van “kom maar op”. Verder verklaart zij dat [slachtoffer] op een gegeven moment op de grond lag en door [verdachte C] werd geslagen in zijn gezicht en op zijn schouder en dat medeverdachte, nadat hij de ijzeren staaf van [slachtoffer] had afgepakt, stekende bewegingen op de rug van [slachtoffer] maakte met de ijzeren staaf. Vervolgens werd [slachtoffer] de Pizzeria ingetrokken en kreeg hij van [verdachte C] nog een kopstoot. Deze verklaring wordt in grote lijnen door de getuigen [getuige E], [getuige F] en [getuige G] bevestigd.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1 primair:
hij op 21 maart 2009 in de gemeente Brummen met anderen, aan de openbare weg, de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit
- het tonen van een houten stok, en
- het meerdere malen, slaan in het gezicht en het overige lichaam terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag en
- het meerdere malen, met een ijzeren paal, prikken tegen het been, de heup en de rug terwijl deze [slachtoffer] op de grond lag en
- het over de grond/straat meesleuren van deze [slachtoffer] en
- het geven van een kopstoot tegen het hoofd.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de politierechter niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
1 primair: Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Gevoerde verweren:
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de politierechter een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Deze taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de reclassering gehanteerde lijst van projectplaatsen. De politierechter heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat naar de ervaring leert, delicten als de onderhavige veelal de oorzaak zijn van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij het directe slachtoffer en bovendien bijdragen aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid.
Anderzijds heeft de politierechter in het bijzonder in aanmerking genomen dat het slachtoffer zich niet onbetuigd heeft gelaten. Hij heeft zich zeer hinderlijk opgesteld tegenover verdachte en zijn mededaders.
Verder heeft de politierechter overwogen dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest terzake soortgelijke feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27 en 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 100 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen.
Bepaalt, dat een gedeelte van de werkstraf, groot 40 uur, subsidiair 20 dagen hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mr. Borgerhoff Mulder, politierechter, in tegenwoordigheid van Heebink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 februari 2010.