RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Politierechter
Parketnummer: 06/580252-09
Uitspraak d.d. 1 maart 2010
Verstek/ dnip
[verdachte],
geboren te [plaats, 1969] (Roemenië),
wonende te [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van de politierechter van 15 februari 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 30 oktober 2008 tot en met 25 maart 2009,
te Ermelo en/of te Oestgeest, meermalen, in elk geval eenmaal, (telkens) met
het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te
noemen goederen en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, en wel :
- op 30 oktober 2008, in/uit een winkel, gelegen aan de [adres]
te Ermelo, een aantal scheermesjes (Gilette), in elk geval enig(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan het [bedrijf] (incident 1) en/of
- op 5 februari 2009, in/uit een winkel, gelegen aan de [adres]
te Ermelo, een aantal scheermesjes (Gilette), in elk geval enig(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan het [bedrijf] (incident 2) en/of
- op 15 januari 2009, in/uit een winkel, gelegen aan de [adres]
te Ermelo, een aantal scheermesjes (Gilette), in elk geval enig(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan het [bedrijf] (incident 3) en/of
- op 25 maart 2009, in/uit een winkel, gelegen aan de [adres] te
Oegstgeest, een aantal scheermesjes (Gilette Fusion en/of Power Fushion), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan het [bedrijf]
(incident 4);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Vaststaande feiten/aanleiding onderzoek
Aanleiding van het onderzoek was het gegeven dat op 30 oktober 2008, 15 januari 2009 en 5 februari 2009 diefstallen met eenzelfde modus operandi waren gepleegd bij het [bedrijf]filiaal aan de [adres] in Ermelo. Deze diefstallen waren gepleegd door een man. Nadat de man in het [bedrijf] was geweest bleek het schap van de scheermesjes meermalen leeg te zijn.2
B. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
De officier van justitie baseert zijn standpunt op de verschillende aangiften, de deels bekennende, bij de politie afgelegde, verklaring van verdachte, de onduidelijkheden van hetgeen verdachte nog meer heeft verklaard bij de politie, de camerabeelden op de plaats van het begane feit en het feit dat er telkens na aanwezigheid van verdachte goederen, te weten scheermesjes, zijn verdwenen.
C. Beoordeling door de rechtbank
Op 30 oktober 2008 is er aangifte van diefstal gedaan, gepleegd in het [bedrijf] gelegen aan de [adres] te Ermelo. Die dag had een diefstal plaatsgevonden door een onbekende man.3
De camerabeelden vertonen de onbekende man in de reeds genoemde [bedrijf]. Het schap met scheermesjes was voor een deel leeg nadat de onbekende man zich daar had opgehouden.4 De man had een tas bij zich en heeft niets afgerekend. De man wordt herkend als [verdachte].5
Verdachte verklaart dat hij op de eerder genoemde datum in het [bedrijf] gelegen aan de [adres] te Ermelo aanwezig was.6 Hij bevestigt dat hij de man is die op de bovengenoemde camerabeelden voorkomt.
Op 15 januari 2009 is er aangifte van diefstal gedaan, gepleegd in het [bedrijf] gelegen aan de [adres] te Ermelo.7
De camerabeelden vertonen dat een man de winkel betreedt.8
Vervolgens vertonen de camerabeelden dat de man met een tas in de richting van het schap met de scheermesjes loopt.9 De man rekent niets af en verlaat de winkel. De man wordt herkend als [verdachte].10
Verdachte verklaart dat hij op 15 januari in het [bedrijf] aan de [adres] te Ermelo aanwezig was.11 Hij bevestigt dat hij de man is die op de bovengenoemde camerabeelden voorkomt.
Op 5 februari 2009 is er aangifte van diefstal gedaan, gepleegd in het [bedrijf] gelegen aan de [adres] te Ermelo.12
De camerabeelden tonen aan dat het om dezelfde man gaat als op 30 oktober 2008 en 15 januari 2009, namelijk [verdachte].13
Op de camerabeelden is te zien dat de man zich geruime tijd voor het schap van de scheermesjes had opgehouden.14 De man had een tas bij zich en heeft niets afgerekend.
Verdachte verklaart dat hij op 5 februari 2009 aanwezig was in deze winkel.15 Hij bevestigt dat hij de man is die op de bovengenoemde camerabeelden voorkomt. 16
Incident 25 maart 2009
Op 25 maart 2009 is er aangifte van diefstal gedaan, gepleegd in het [bedrijf] gelegen aan de [adres] te Oestgeest.
Een medewerkster zag dat een Oost-Europees uitziende man iets in zijn tas stopte. Aangeefster heeft de bewakingsbeelden bekeken en zag dat de man iets uit het schap pakte en in zijn tas stopte.17 De man verlaat de winkel zonder iets af te rekenen.
Verdachte bekent zes pakken scheermesjes in het [bedrijf] gelegen aan de [adres] te Oestgeest te hebben gestolen.18 Hij bevestigt dat hij de man is die op de bovengenoemde camerabeelden voorkomt.
Ten aanzien van het bewijs overweegt de politierechter het volgende. Verdachte is op alle in de telastelegging genoemde data gezien in de betreffende filialen van het [bedrijf]. Na zijn verschijning blijken er steeds aanzienlijke aantallen scheermesjes te zijn verdwenen. Hiermee geconfronteerd verklaart verdachte tegenover de politie dat hij wel vaker steelt bij het [bedrijf] en dat hij op bovengenoemde data telkens de winkels binnenging met het oogmerk om scheermesjes te stelen. Hoewel het feitelijk wegnemen nimmer wordt geconstateerd kan het naar het oordeel van de politierechter gelet op het bovenstaande en de modus operandi, die steeds dezelfde is, niet anders zijn dan dat verdachte degene was die de scheermesjes heeft weggenomen. Zijn ontkenning met betrekking tot de eerste drie tenlastegelegde feiten acht de politierechter dan ook niet geloofwaardig.
Naar het oordeel van de politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in de periode van 30 oktober 2008 tot en met 25 maart 2009, te Ermelo en te Oestgeest, meermalen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, geheel toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, en wel :
- op 30 oktober 2008, uit een winkel, gelegen aan de [adres]
te Ermelo, een aantal scheermesjes (Gilette) toebehorende aan het [bedrijf]
- op 5 februari 2009 uit een winkel, gelegen aan de [adres]
te Ermelo, een aantal scheermesjes, toebehorende aan het [bedrijf]
- op 15 januari 2009, uit een winkel, gelegen aan de [adres]
te Ermelo, een aantal scheermesjes, toebehorende aan het [bedrijf]
- op 25 maart 2009, uit een winkel, gelegen aan de [adres] te
Oegstgeest, een aantal scheermesjes, toebehorende aan het [bedrijf].
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
- diefstal, meermalen gepleegd
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken. Hierbij heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Tevens heeft de officier van justitie rekening gehouden met het strafblad van verdachte.
De politierechter heeft bij de bepaling van de op te leggen straf mede gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan. De politierechter acht het gedrag van verdachte ernstig. Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan diefstal. Dit feit veroorzaakt veel overlast voor de benadeelden.
De politierechter komt tot een hogere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is gevorderd. Verdachte is vele malen eerder met justitie in aanraking gekomen terzake vermogensdelicten. De aan hem opgelegde straffen hebben verdachte er tot op heden niet van kunnen weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan strafbare feiten zoals bewezen verklaard. Verdachte kiest steeds hetzelfde bedrijf uit om te benadelen. De politierechter is gelet hierop van oordeel dat de geëiste straf onvoldoende tegemoetkomt aan de ernst van de feiten. Een gevangenisstraf van na te melden duur is dan ook passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als diefstal, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden;
- beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. Krijger, politierechter, in tegenwoordigheid van Teunissen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 maart 2010.
Eindnoten
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar processen-verbaal, betreft dit het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd pl0611/09-205121, sluitingsdatum 5 september 2009, of de daarbij gevoegde bijlagen.
2 Proces-verbaal van aangifte door [aangever bedrijf Ermelo], pag. 36-37
3 Proces-verbaal van aangifte door [aangever bedrijf Ermelo], pag. 13-14
4 Proces-verbaal van aangifte door [aangever bedrijf Ermelo], pag. 13-14
5 Proces-verbaal van ambtelijk verslag [verbalisant], pag. 23-27
6 Proces-verbaal van verhoor verdachte, pag. 28-34
7 Proces-verbaal van aangifte door [aangever bedrijf Ermelo], pag. 84-85
8 Proces-verbaal van ambtelijk verslag [verbalisant], pag. 92-101
9 Proces-verbaal van ambtelijk verslag [verbalisant], pag. 92-101
10 Proces-verbaal van ambtelijk verslag [verbalisant], pag. 92-101
11 Proces-verbaal van verhoor [verdachte], pag. 102-110
12 Proces-verbaal van aangifte door [aangever bedrijf Ermelo], pag. 36-37
13 Proces-verbaal van ambtelijk verslag [verbalisant], pag 46-58
14 Proces-verbaal van ambtelijk verslag [verbalisant], pag. 48-58
15 Proces-verbaal van verhoor [verdachte], pag. 74-78
16 Proces-verbaal van verhoor [verdachte], pag. 74-78
17 Proces-verbaal van aangifte [aangever bedrijf Oegstgeest], pag. 122-123
18 Proces-verbaal van verhoor [verdachte], pag. 111-121