RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/920009-09
Uitspraak d.d.: 16 maart 2010
Tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [plaats in 1957],
wonende te [adres] te [plaats],
raadsman: mr. N.G. Cornelissen, advocaat te Groenlo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
2 maart 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
A. Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 3 juli 2003
tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of
met een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens)
opzettelijk een of meer geldbedragen (tot een totaal van ongeveer EURO
1.145.000,00), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Woningstichting Dinxperlo, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van
zijn persoonlijke dienstbetrekking of beroep als hoofd van de Financieel en
Economische dienst (per 1 januari 2004 manager Financieel Economische Zaken)
bij Woningstichting Dinxperlo, in elk geval anders dan door misdrijf onder
zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
artikel 322 Wetboek van Strafrecht
B. Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 3 juli 2003
tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of
met een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens)
opzettelijk een of meer geldbedragen (tot een totaal van ongeveer EURO
165.617,00), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de
Vereniging van Eigenaren Residance Ruimzicht, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren)
verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of zijn beroep als
hoofd van de Financieel en Economische dienst (per 1 januari 2004 manager
Financieel Economische Zaken) bij Woningstichting Dinxperlo, in elk geval
anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
artikel 322 Wetboek van Strafrecht
C. Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 30 mei 2006
tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of Winterswijk
en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans
alleen, (telkens) opzettelijk een of meer geldbedragen (tot een totaal van
ongeveer EURO 20.938,00), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de Vereniging van Eigenaren de Plantage, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren)
verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of zijn beroep als
hoofd van de Financieel en Economische dienst (per 1 januari 2004 manager
Financieel Economische Zaken) bij Woningstichting Dinxperlo, in elk geval
anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
artikel 322 Wetboek van Strafrecht
D. Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 december
2003 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of
(elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans
alleen, (telkens) opzettelijk een of meer geldbedragen (tot een totaal van
ongeveer EURO 117.379,00), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de Vereniging van Eigenaren de Kwikkel, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren)
verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of zijn beroep als
hoofd van de Financieel en Economische dienst (per 1 januari 2004 manager
Financieel Economische Zaken) bij Woningstichting Dinxperlo, in elk geval
anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 3 juli 2003
tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of Elst en/of
Winterswijk en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of
meer rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en),
althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar krachtens
die gewoonte, (telkens) van een of meer geldbedragen (tot een totaal van
ongeveer EURO 1.522.525,00), althans enig voorwerp, de werkelijke aard en/of
de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing
verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n)
was/waren op die/dat voorwerp(en) en/of verborgen en/of verhuld wie die/dat
geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte en zijn
mededader(s) wist(en) dat die/dat geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk
- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
die/dat geldbedrag(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen
en/of omgezet of van genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl
verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die geldbedrag(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode 3 juli 2003 tot
en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of
met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen,
A.Een formulier getiteld 'Autorisatie enkelvoudig', gedateerd 20 september
2007, behorende bij rekeningafschrift 162-001, inhoudende - zakelijk
weergegeven - een betalingsopdracht ondertekend door [naam1] en [verdachte] voor het overboeken van EURO 30.000,00 aan V.O.F. Klaassen
Bouwmaatschappij Dinxperlo B.V. / Project- en Ontwikkelingsgroep;
(Vindplaats: Bijlage 5, p. 100072)
en/of
B.Een formulier getiteld 'Autorisatie enkelvoudig', gedateerd 1 oktober 2008,
behorende bij rekeningafschrift 166-001, inhoudende - zakelijk weergegeven -
een autorisatie ondertekend door [naam1] en [verdachte] voor het
overboeken van EURO 30.000,00 aan V.O.F. Klaassen Bouwmaatschappij Dinxperlo
B.V. / Project- en Ontwikkelingsgroep Dinxperlo;
(Vindplaats: Bijlage 15, p. 100091)
en/of
C.Het Jaarverslag 2004 van de Vereniging van Eigenaren Residance Ruimzicht,
inhoudende - zakelijk weergegeven - dat het saldo van de spaarbelegrekening
per 31 december 2004 EURO 14.960,00 bedroeg;
(Vindplaats: Bijlage 36, p. 100181)
en/of
D.Het jaarverslag 2006 van de Vereniging van Eigenaren de Plantage,
inhoudende - zakelijk weergegeven - dat het saldo van de spaar/deposito
rekening per 31 december 2006 EURO 5.251,00 bedroeg;
(Vindplaats: Bijlage 40, p. 100210)
en/of
E.Het jaarverslag 2007 van de Vereniging van Eigenaren de Kwikkel, inhoudende
- zakelijk weergegeven - dat het saldo van de spaarbelegrekening per 31
december 2007 EURO 27.730,00 bedroeg;
(Vindplaats: Bijlage 47, p. 100254)
zijnde elk (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of
heeft/hebben vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen of laten opmaken
en/of vervalsen, met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat
valselijk opmaken en/of vervalsen hierin bestaan, dat
A.Op het formulier als bestemming was vermeld het project Leerinkhof Aalten,
terwijl in werkelijkheid de bestemming een andere was;
en/of
B.Op het formulier als bestemming was vermeld een vennootbijdrage aan V.O.F.
DEECOM, terwijl in werkelijkheid de bestemming een andere was;
en/of
C.In het jaarverslag een spaarbelegrekening was opgevoerd, terwijl in
werkelijkheid de spaarbelegrekening niet bestond;
en/of
D.In het jaarverslag een spaar/deposito rekening was opgevoerd, terwijl in
werkelijkheid de spaar/deposito rekening niet bestond;
en/of
E.In het jaarverslag een spaarbelegrekening was opgevoerd, terwijl in
werkelijkheid de spaarbelegrekening niet bestond.
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode 3 juli 2003 tot
en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of (elders) in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of
met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen,
A.(Een deel van) De administratie van de Vereniging van Eigenaren Residance
Ruimzicht, over het/de jaar/jaren 2003 en/of 2004 en/of 2005 en/of 2006 en/of
2007 en/of 2008;
en/of
B.(Een deel van) De administratie van de Vereniging van Eigenaren de Plantage,
over het/de jaar/jaren 2003 en/of 2004 en/of 2005 en/of 2006 en/of 2007 en/of
2008;
en/of
C.(Een deel van) De administratie van de Vereniging van Eigenaren de Kwikkel,
over het/de jaar/jaren 2003 en/of 2004 en/of 2005 en/of 2006 en/of 2007 en/of
2008;
zijnde (elk) een samenstel van geschriften welke in onderlinge samenhang
bestemd was om te dienen tot bewijs van een overzicht van inkomsten en
uitgaven, althans een of meer geschrift(en) bestemd om tot bewijs van enig
feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben
vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen of laten opmaken en/of vervalsen,
met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken en/of
vervalsen hierin bestaan, dat
A.In die administratie(s) een of meerdere overboeking(en) en/of
pinbetaling(en) en/of contante opname(n) was/waren geadministreerd als een
overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een vordering in rekening
courant op Woningstichting Dinxperlo, terwijl in werkelijkheid een of meerdere
overboeking(en) hadden plaatsgevonden naar de privé bankrekening van [verdachte] EO [echtgenote] (te weten [nr1] en/of [nr2] en/of
[nr3]) en/of een of meerdere pinbetaling(en) was/waren verricht voor
privé doeleinden van [verdachte] en/of contant geld was opgenomen voor privé
doeleinden van [verdachte], althans de bestemming van een of meerdere
overboeking(en) en/of pinbetaling(en) en/of contante opname(n) een andere was
dan een overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een vordering in
rekening courant op Woningstichting Dinxperlo;
en/of
B.In die administratie(s) een of meerdere overboeking(en) en/of
pinbetaling(en) en/of contante opname(n) was/waren geadministreerd als een
overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een vordering in rekening
courant op Woningstichting Dinxperlo, terwijl in werkelijkheid een of meerdere
overboekingen had(den) plaatsgevonden naar de privé bankrekening van [verdachte] EO [echtgenote] (te weten [nr1] en/of [nr2] en/of
[nr3]) en/of naar de bankrekening van eenmanszaak Wifico (te weten
[nr4]) en/of een of meerdere pinbetaling(en) was/waren verricht voor
privé doeleinden van verdachte en/of contant geld was opgenomen voor privé
doeleinden van verdachte, althans de bestemming van een of meerdere
overboeking(en) en/of pinbetaling(en) en/of contante opname(n) een andere was
dan een overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een vordering in
rekening courant op Woningstichting Dinxperlo;
en/of
C.In die administratie(s) een of meerdere overboeking(en) was/waren
geadministreerd als een overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een
vordering in rekening courant op Woningstichting Dinxperlo, terwijl in
werkelijkheid een of meerdere overboeking(en) had(den) plaatsgevonden naar de
privé bankrekening van [verdachte] EO [echtgenote] (te weten [nr1]
en/of [nr2] en/of [nr3]), althans de bestemming van een of
meerdere overboekingen een andere was dan een overboeking naar een
spaarbelegrekening en/of een vordering in rekening courant op Woningstichting
Dinxperlo;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Namens verdachte is aangevoerd dat de officier van justitie ter zake van het onder 3, sub C, D en E of het onder 4 ten laste gelegde niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Hiertoe is aangevoerd dat onder feit 3, sub C, D en E en feit 4 dezelfde feiten ten laste worden gelegd. Het jaarverslag, zoals onder 4 ten laste gelegd, is immers onderdeel van de administratie, hetgeen reeds onder feit 3, sub C, D en E ten laste is gelegd. Nu deze onderdelen dezelfde zijn dient de officier van justitie op grond van het 'ne bis in idem' beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Standpunt van het openbaar ministerie
Door de officier van justitie is aangevoerd dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging van het onder 3, sub C, D en E en het onder 4 ten laste gelegde. Door de officier van justitie is hiertoe aangevoerd dat het jaarverslag, zoals onder 4 ten laste gelegd, geen deel uitmaakt van de administratie, zoals onder 3 ten laste gelegd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging van het onder 3, sub C, D en E en het onder 4 ten laste gelegde. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Hoewel het jaarverslag, gebruikelijk bestaande uit de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting, gebaseerd dient te worden op de administratie, maakt het hiervan geen deel uit.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Standpunt van het openbaar ministerie
Door de officier van justitie is aangevoerd dat alle ten laste gelegde feiten, met uitzondering van het onder 3, sub D, ten laste gelegde, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Hiertoe heeft de officier van justitie onder meer aangevoerd dat verdachte bekennende verklaringen heeft afgelegd.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de officier van justitie het volgende aangevoerd. Verdachte heeft van de Woningstichting Dinxperlo € 1.145.000,-- verduisterd, hetgeen wettig en overtuigend bewezen kan worden op grond van het proces-verbaal en een Excel-bestand. Tevens heeft verdachte, zoals blijkt uit het onderzoek van Deloitte, geld van de Verenigingen van Eigenaren verduisterd. De gelden, van zowel de woningstichting als de Verenigingen van Eigenaren, had verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich, hetgeen blijkt uit zijn functieomschrijving.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte de verduisterde bedragen heeft gebruikt ten behoeve van privé-uitgaven. Aangezien verdachte de gelden zelf verduisterd heeft, heeft hij geweten dat de gelden afkomstig waren uit enig misdrijf.
Ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte de jaarverslagen en administraties valselijk heeft opgemaakt om de verduistering van de gelden te verbergen. Verdachte heeft door het valselijk opmaken daarvan de daadwerkelijke bestemming van de gelden verborgen. In de valselijk opgemaakte administraties werden overboekingen en andere uitgaven geadministreerd als een overboeking naar een spaarbelegrekening en een vordering in rekening-courant op de Woningstichting Dinxperlo. De spaarbelegrekeningen en vorderingen werden door verdachte eveneens in de jaarverslagen verwerkt.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door verdachte is ter terechtzitting ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten, met uitzondering van het onder 3, sub D, ten laste gelegde, een bekennende verklaring afgelegd.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde is namens verdachte onder meer het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft de gelden van de Woningstichting Dinxperlo niet onder zich gehad. De gelden werden nimmer aan hem toevertrouwd en evenmin bestond er enige rechtsverhouding waaruit dient te volgen dat verdachte de goederen onder zich had. Ten aanzien van de Verenigingen van Eigenaren is aangevoerd dat verdachte de gelden niet uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich had, immers werd verdachte ingehuurd door de Verenigingen van Eigenaren en had hij derhalve het geld niet onder zich uit hoofde van zijn functie bij Woningstichting Dinxperlo.
Ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde is namens verdachte onder meer het volgende aangevoerd. Verdachte kan, gelet op de uitgebreide jurisprudentie, aangemerkt worden als ambtenaar in de zin van artikel 84 van het Wetboek van Strafrecht. De Woningstichting Dinxperlo heeft immers als woningcorporatie onder andere verantwoording af te leggen aan het ministerie van VROM en valt derhalve onder diens toezicht en/of verantwoordelijkheid. Tevens kan het openbaar karakter niet aan de functie van de woningstichting en derhalve ook niet aan de functie van diens medewerkers, worden ontzegd. Verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken, voorzover de tenlastelegging is gebaseerd op artikel 322 van het Wetboek van Strafrecht.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht voor het bewijs van het ten laste gelegde voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- proces-verbaal onderzoek zaak 1: VvE Residence Ruimzicht;2
- proces-verbaal onderzoek zaak 2: VvE De Kwikkel;3
- proces-verbaal onderzoek zaak 3: VvE De Plantage;4
- relaas proces-verbaal onderzoek zaak 4: VvE VOF Klaassen Groep/ POGD - WSD;5
- het rapport betreffende de financiële onregelmatigheden bij Woningstichting Dinxperlo in relatie tot de heer [verdachte].6
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de functie van verdachte als manager Financieel Economische Zaken bij de Woningstichting Dinxperlo (hierna ook: de woningstichting), wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het geld uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking bij de woningstichting onder zich had. Verdachte kon en mocht vanwege zijn functie immers beschikken over de financiën van de woningstichting. Dat verdachte daadwerkelijk kon beschikken over de gelden blijkt onder meer uit het feit dat verdachte, al dan niet met behulp van een derde, overboekingen van gelden kon effectueren. Het verweer, dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het geld van Woningstichting Dinxperlo onder zich had, wordt door de rechtbank dan ook verworpen.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte eveneens vanuit zijn functie als manager Financieel Economische Zaken de gelden van de Verenigingen van Eigenaren (hierna ook: VvE's) onder zich had. Immers blijkt uit diens functieomschrijving dat verdachte vanuit zijn functie als manager Financieel Economische Zaken eveneens bestuurder was van de Verenigingen van Eigenaren en verantwoordelijk was voor de administratie en financiële verslaglegging. In die rol beschikte verdachte ook over bevoegdheden en middelen om te beschikken over gelden van de VvE's, bijvoorbeeld de bevoegdheid om middels telebankieren gelden over te maken van de bankrekening van de VvE's, of de mogelijkheid om geld op te nemen dan wel te betalen middels een pinpas. Het door de verdediging gevoerde verweer dat verdachte de gelden van de VvE's niet uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich had, wordt door de rechtbank dan ook verworpen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan verdachte niet worden aangemerkt als een ambtenaar in de zin van artikel 84 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte is door de Woningstichting Dinxperlo aangesteld als manager Financieel Economische Zaken en heeft zijn werkzaamheden voor de VvE's vervuld uit hoofde van deze functie. De woningstichting is geen publiekrechtelijke rechtspersoon en voert geen (deel van de) taken van de Staat of zijn organen uit. Verdachte is evenmin aangesteld onder toezicht en verantwoordelijkheid van de overheid. Het feit dat volkshuisvesting een bijzonder aandachtsgebied is van de overheid met daarbij behorende geldstromen van de overheid naar bijvoorbeeld een woningstichting alsmede een vorm van verantwoording aan diezelfde overheid maakt dit niet anders. Het verweer van de verdediging dat verdachte als ambtenaar kan worden aangemerkt, wordt door de rechtbank dan ook verworpen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
A. Hij, op tijdstippen, in de periode van 3 juli 2003 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde, telkens opzettelijk geldbedragen tot een totaal van ongeveer EURO 1.145.000,00, toebehorende aan Woningstichting Dinxperlo, welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als hoofd van de Financieel en Economische dienst (per 1 januari 2004 manager Financieel Economische Zaken) bij Woningstichting Dinxperlo onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
B. Hij, op tijdstippen, in de periode van 3 juli 2003 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk geldbedragen tot een totaal van ongeveer EURO 165.617,00, toebehorende aan de Vereniging van Eigenaren Residance Ruimzicht, welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als hoofd van de Financieel en Economische dienst (per 1 januari 2004 manager Financieel Economische Zaken) bij Woningstichting Dinxperlo onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
C. Hij, op tijdstippen, in de periode van 30 mei 2006 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of Winterswijk en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk geldbedragen tot een totaal van ongeveer EURO 20.938,00, toebehorende aan de Vereniging van Eigenaren de Plantage, welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als hoofd van de Financieel en Economische dienst (per 1 januari 2004 manager Financieel Economische Zaken) bij Woningstichting Dinxperlo, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
D. Hij, op tijdstippen, in de periode van 1 december 2003 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde, telkens opzettelijk geldbedragen tot een totaal van ongeveer EURO 117.379,00, toebehorende aan de Vereniging van Eigenaren de Kwikkel, welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als
hoofd van de Financieel en Economische dienst (per 1 januari 2004 manager Financieel Economische Zaken) bij Woningstichting Dinxperlo, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Hij, op tijdstippen, in de periode van 3 juli 2003 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of Elst en/of Winterswijk en/of elders in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte toen en daar krachtens
die gewoonte, telkens van geldbedragen tot een totaal van ongeveer EURO 1.522.525,00, de werkelijke aard en de herkomst verborgen en verhuld en verborgen en verhuld wie de rechthebbenden waren op die voorwerpen, terwijl hij, verdachte wist dat die geldbedragen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
die geldbedragen verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of van genoemde geldbedragen gebruik gemaakt, terwijl verdachte wist dat die geldbedragen -
onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Hij, op tijdstippen, in de periode 3 juli 2003 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of elders in Nederland,
A. Een formulier getiteld 'Autorisatie enkelvoudig', gedateerd 20 september 2007, behorende bij rekeningafschrift 162-001, inhoudende - zakelijk weergegeven - een betalingsopdracht ondertekend door [naam1] en [verdachte] voor het overboeken van EURO 30.000,00 aan V.O.F. Klaassen Bouwmaatschappij Dinxperlo B.V. / Project- en Ontwikkelingsgroep;
en
B. Een formulier getiteld 'Autorisatie enkelvoudig', gedateerd 1 oktober 2008, behorende bij rekeningafschrift 166-001, inhoudende - zakelijk weergegeven - een autorisatie ondertekend door [naam1] en [verdachte] voor het overboeken van EURO 30.000,00 aan V.O.F. Klaassen Bouwmaatschappij Dinxperlo B.V. / Project- en Ontwikkelingsgroep Dinxperlo;
en
C. Het Jaarverslag 2004 van de Vereniging van Eigenaren Residance Ruimzicht, inhoudende - zakelijk weergegeven - dat het saldo van de spaarbelegrekening per 31 december 2004 EURO 14.960,00 bedroeg;
en
E. Het jaarverslag 2007 van de Vereniging van Eigenaren de Kwikkel, inhoudende - zakelijk weergegeven - dat het saldo van de spaarbelegrekening per 31 december 2007 EURO 27.730,00 bedroeg;
zijnde elk een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken hierin bestaan, dat
A. Op het formulier als bestemming was vermeld het project Leerinkhof Aalten, terwijl in werkelijkheid de bestemming een andere was;
en
B. Op het formulier als bestemming was vermeld een vennootbijdrage aan V.O.F. DEECOM, terwijl in werkelijkheid de bestemming een andere was;
en
C. In het jaarverslag een spaarbelegrekening was opgevoerd, terwijl in werkelijkheid de spaarbelegrekening niet bestond;
en
E. In het jaarverslag een spaarbelegrekening was opgevoerd, terwijl in werkelijkheid de spaarbelegrekening niet bestond.
Hij, op tijdstippen, in de periode 3 juli 2003 tot en met 24 oktober 2008, te Dinxperlo en/of Lichtenvoorde en/of elders in Nederland,
A. Een deel van de administratie van de Vereniging van Eigenaren Residance Ruimzicht, over de jaren 2003 en 2004 en 2005 en 2006 en 2007 en 2008;
en
B. Een deel van de administratie van de Vereniging van Eigenaren de Plantage, over de jaren 2006 en 2007 en 2008;
en
C. Een deel van de administratie van de Vereniging van Eigenaren de Kwikkel, over de jaren 2003 en 2004 en 2005 en 2006 en 2007 en 2008;
zijnde elk een samenstel van geschriften welke in onderlinge samenhang bestemd was om te dienen tot bewijs van een overzicht van inkomsten en uitgaven, telkens valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken hierin bestaan, dat
A. In die administraties overboekingen en/of pinbetalingen en/of contante opnamen waren geadministreerd als een overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een vordering in rekening-courant op Woningstichting Dinxperlo, terwijl in werkelijkheid overboekingen hadden plaatsgevonden naar de privé bankrekening van [verdachte] EO [echtgenote] (te weten [nr1] en/of [nr2] en/of [nr3]) en/of pinbetalingen waren verricht voor privé doeleinden van [verdachte] en/of contant geld was opgenomen voor privé doeleinden van [verdachte];
en
B. In die administraties overboekingen en/of pinbetalingen en/of contante opnamen waren geadministreerd als een overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een vordering in rekening-courant op Woningstichting Dinxperlo, terwijl in werkelijkheid overboekingen hadden plaatsgevonden naar de privé bankrekening van [verdachte] EO [echtgenote] (te weten [nr1] en/of [nr2] en/of [nr3]) en/of naar de bankrekening van eenmanszaak Wifico (te weten [nr4]) en/of pinbetalingen waren verricht voor privé doeleinden van verdachte en/of contant geld was opgenomen voor privé doeleinden van verdachte;
en
C. In die administraties overboekingen waren geadministreerd als een overboeking naar een spaarbelegrekening en/of een vordering in rekening-courant op Woningstichting Dinxperlo, terwijl in werkelijkheid overboekingen hadden plaatsgevonden naar de privé bankrekening van [verdachte] EO [echtgenote] (te weten [nr1] en/of [nr2] en/of [nr3]);
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
feit 1: verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
feit 2: van het plegen van witwassen een gewoonte maken, meermalen gepleegd;
feit 3: valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd;
feit 4: valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur achttien maanden. Hiertoe heeft de officier van justitie onder meer het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft zich gedurende meerdere jaren schuldig gemaakt aan de verduistering van een uiteindelijk zeer groot geldbedrag. Hierbij heeft verdachte misbruik gemaakt van zijn positie en heeft hij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat hij genoot van zijn collega's en de Verenigingen van Eigenaren. De impact op en schade voor de woningstichting en Verenigingen van Eigenaren is heel groot.
Verdachte heeft in totaal meer dan € 1,5 miljoen verduisterd. Dit geld was bestemd voor huisvesting, een van de basisbehoeften van de samenleving. Verdachte heeft dit geld onder meer gebruikt voor de aanschaf van luxe goederen en het voorzien in een levensstandaard die hij met zijn normale salaris niet kon bekostigen. Verdachte heeft niets ondernomen om zijn kwalijke gedrag te beëindigen.
Namens de verdachte is aangevoerd dat bij de oplegging van de straf rekening dient te worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is als gevolg van de ten laste gelegde feiten gescheiden van zijn vrouw en zijn baan kwijt geraakt. Tevens heeft hij door het gebeuren reputatieschade opgelopen en zal hij zijn leven lang met de gevolgen van zijn handelen worden geconfronteerd.
Verdachte heeft alle goederen die hij heeft gekocht met het geld afkomstig van de fraude afgestaan om de schade van de Woningstichting te beperken. Verdachte wil proberen om de schade de komende jaren zoveel als mogelijk ongedaan te maken.
De voormelde omstandigheden, verdachtes blanco strafblad en de door de reclassering als laag ingeschatte kans op herhaling dienen te leiden tot een lagere straf dan geëist. Door de raadsman is aangevoerd dat, gelet op het vooroverwogene, volstaan kan worden met een forse werkstraf met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en eventueel een klein onvoorwaardelijk deel.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende ruim vijf jaar lang een groot aantal frauduleuze handelingen gepleegd. Hij heeft in zijn functie als manager Financieel Economische Zaken bij de Woningstichting Dinxperlo en drie daaraan gelieerde Verenigingen van Eigenaren, ruim anderhalf miljoen euro verduisterd. Verdachte heeft, teneinde dit bedrag te kunnen verduisteren, misbruik gemaakt van zijn functie, het ontbreken van deugdelijk toezicht bij de woningstichting en het in hem gestelde vertrouwen. Verdachte heeft met zijn handelwijze de Woningstichting Dinxperlo en de Verenigingen van Eigenaren ernstig gedupeerd.
Het geld dat verdachte heeft verduisterd was bedoeld om invulling te geven aan de taak van de woningstichting, namelijk huisvesting, een van de basisbehoeften van de samenleving. Verdachte heeft op geen enkel moment laten blijken dat het gegeven dat hij gebruik maakte van semi-publieke gelden hem op enigerlei wijze hinderde of belemmerde. Dat rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Verdachte heeft grote sommen geld besteed aan luxe goederen voor zichzelf en zijn naasten en het handhaven van een, normaal gesproken voor hem, te hoge levensstandaard. Verdachte heeft bovendien tegen al zijn naasten gelogen teneinde de ware herkomst van het geld te verbergen.
Verdachte heeft evenmin blijk gegeven van enig inzicht in de aard en ernst van het feit. Verdachte heeft de verduistering van gelden slechts gestaakt en moeten staken omdat de fraude aan het licht is gekomen. Uit niets is gebleken dat verdachte uit zichzelf zou zijn gestopt met het verduisteren van geld van de woningstichting en de VvE's.
Verdachte heeft bij de woningstichting en de VvE's in totaal een bedrag van zo'n 1,5 miljoen euro verduisterd. Het is dan ook niet meer dan logisch dat het handelen van verdachte tot publieke verontwaardiging heeft geleid. Door zijn handelwijze heeft verdachte niet enkel de reputatie van Woningstichting Dinxperlo geschaad maar tevens de reputaties van woningbouwcorporaties in het algemeen.
Het uitkomen van de fraude heeft voor verdachte zelf gevolgen gehad. Volgens de rechtbank is het evident dat verdachte de consequenties van zijn handelen in maatschappelijke zin al heeft ervaren, zowel in financiële als in relationele zin. Ook weegt de rechtbank bij de bepaling van de straf mee dat verdachte volledig heeft meegewerkt aan het (strafrechtelijke) onderzoek en hierbij inzicht heeft gegeven in zijn handelwijze. Tot slot merkt de rechtbank op dat verdachte een blanco strafblad heeft.
Feit is dat het hier gaat om bijzonder ernstige strafbare feiten, waarbij verdachte jarenlang keer op keer misbruik heeft gemaakt van zijn positie en het (daardoor) in hem gestelde vertrouwen. Het voorgaande afwegend, acht de rechtbank de straf zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden. Dat betekent dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden. De aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten, zoals hiervoor overwogen, rechtvaardigen deze onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij Woningstichting Dinxperlo heeft zich ten aanzien van het ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding, betreffende materiële schade ten bedrage van € 1.590.716,56, gevoegd in het strafproces.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering zorgvuldig is onderbouwd en van zodanig eenvoudige aard is dat deze kan worden toegewezen in het strafproces. Er dient echter wel rekening gehouden te worden met de verkoop van goederen, zoals deze al zijn verkocht en/of nog verkocht zullen worden. Gelet op het feit dat deze opbrengst onduidelijk is kan slechts een (substantieel) deel, te weten € 1.000.000,-- worden toegewezen. De vordering dient voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu de schade, mede vanwege de omvang, niet eenvoudig is vast te stellen. Ook heeft de Woningstichting Dinxperlo de verschillende posten die zijn afgetrokken van het totaal bedrag, onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Tevens kan het bedrag betreffende de kosten van het onderzoek naar de fraude, van meer dan € 250.000,-- niet worden toegewezen, omdat deze schade niet rechtstreeks voortvloeit uit het ten laste gelegde. Ook de kosten die worden geclaimd namens de Verenigingen van Eigenaren kunnen niet worden toegewezen, omdat deze schade niet rechtstreeks aan de Woningstichting Dinxperlo zelf is toegebracht.
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden. Verdachte is daarvoor naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het hiervoor bewezenverklaarde vaststaat dat verdachte € 1.145.000,-- heeft verduisterd van de Woningstichting Dinxperlo.
Uit de onderbouwing van de vordering en hetgeen ter terechtzitting is gebleken, is vast komen te staan dat een bedrag van ruim € 200.000,-- van de schade is vergoed uit de opbrengsten van de verkoop van de goederen van verdachte. De verwachting is dat in de toekomst nog een deel van de schade uit de opbrengst van nog te verkopen goederen kan worden vergoed.
Gelet op het vooroverwogene is de rechtbank van oordeel dat Woningstichting Dinxperlo thans in elk geval voor een bedrag van € 800.000,-- rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde. De rechtbank zal de vordering dan ook voor dit bedrag toewijzen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het meer gevorderde, waaronder de gevorderde schade geleden terzake de Verenigingen van Eigenaren en de onderzoekskosten, niet-ontvankelijk verklaren, nu de rechtbank van oordeel is dat dit deel van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat het zich leent voor afdoening in het strafgeding. De benadeelde partij kan derhalve deze vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 57, 225, 321, 322, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of ander is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
feit 1: verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
feit 2: van het plegen van witwassen een gewoonte maken, meermalen gepleegd;
feit 3: valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd;
feit 4: valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) maanden;
* veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Woningstichting Dinxperlo ([adres en banknummer]) van een bedrag van € 800.000,--, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mr. Van de Wetering, voorzitter, mrs. Heenk en Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 maart 2010.
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het algemeen relaas proces-verbaal, nummer 20090501, VROM Inlichtingen- en Opsporingsdienst, gesloten en ondertekend door [naam2] op 31 augustus 2009.
2 Proces-verbaal onderzoek zaak 1: VvE Residence Ruimzicht, dossierpagina's 217 t/m 242
3 Proces-verbaal onderzoek zaak 2: VvE De Kwikkel, dossierpagina's 243 t/m 265
4 Proces-verbaal onderzoek zaak 3: VvE De Plantage, dossierpagina's 266 t/m 287
5 Proces-verbaal onderzoek zaak 4: VvE VOF Klaassen Groep/ POGD - WSD, dossierpagina's 288 t/m 241
6 Rapport betreffende de financiële onregelmatigheden bij Woningstichting Dinxperlo in relatie tot de heer [verdachte] d.d. 3 februari 2009, opgemaakt door [naam3], Deloitte Forensic & Dispute Services,
bijlage 2, schriftelijk bescheid, dossierpagina's 100020 t/m 100051