ECLI:NL:RBZUT:2010:BL7876
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Vrieze
- J.B. de Groot
- E.G. de Jong
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen rechter mr. H.C.M. Boon
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 9 maart 2010 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoekster, wonende aan de Oranjeweg 51 te Emst, heeft een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. H.C.M. Boon, die als rechter betrokken was bij een civiele procedure waarin verzoekster eiseres was. Het wrakingsverzoek is ingediend op basis van de stelling dat mr. Boon partijdig zou zijn geweest, omdat hij in twee tussenvonnissen van 5 november en 17 december 2008 niet zou zijn ingegaan op de argumenten van verzoekster en op schriftelijke bescheiden die eerder door haar waren ingediend. Verzoekster was van mening dat deze omstandigheden een schijn van partijdigheid opriepen.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank oordeelde dat de door verzoekster aangevoerde bezwaren niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank benadrukte dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zich geen reden is om te veronderstellen dat deze rechter partijdig is. Bovendien werd opgemerkt dat de bezwaren van verzoekster betrekking hadden op procedurele en inhoudelijke beslissingen die niet op zichzelf of in samenhang een vermoeden van partijdigheid rechtvaardigen.
De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die het vermoeden van partijdigheid konden onderbouwen. Het verzoek tot wraking van mr. H.C.M. Boon werd dan ook afgewezen. De procedure in de onderliggende civiele zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het indienen van het wrakingsverzoek.