ECLI:NL:RBZUT:2010:BM1462

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
16 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/550131-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Buijs
  • A. Kuiken
  • J. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van verkeersongeluk met dodelijke afloop in Doetinchem

In deze zaak, die zich afspeelde in de gemeente Doetinchem, werd de verdachte beschuldigd van roekeloos rijgedrag dat leidde tot een dodelijk verkeersongeluk op 10 oktober 2008. De verdachte, bestuurder van een tractor met aanhangwagen, zou met een te hoge snelheid en onder het negeren van verkeerslichten de kruising van de Liemersweg en de Energieweg zijn opgereden, waarbij hij geen voorrang verleende aan een van rechts komende fietser, een 13-jarige jongen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 april 2010 en op 16 april 2010 uitspraak gedaan.

De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte, die hij tijdens het politieverhoor had afgelegd zonder bijstand van een advocaat, uitgesloten moesten worden van het bewijs. Dit was in strijd met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, dat recht op een eerlijk proces waarborgt. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet in zijn verdediging was geschaad, omdat er voldoende ander bewijs was dat de verklaringen ondersteunde.

De rechtbank kwam tot de conclusie dat er te veel twijfel bestond over de snelheid van de verdachte en of hij daadwerkelijk door rood licht was gereden. De getuigenverklaringen waren niet eenduidig en de omstandigheden rondom het verkeerslicht en de ontruimingstijd van het kruisingsvlak bleven onduidelijk. Gezien deze twijfels sprak de rechtbank de verdachte vrij van de gehele tenlastelegging.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/550131-09
Uitspraak d.d.: 16 april 2010
tegenspraak / dnip / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, woonplaats, adres].
raadsvrouw: Van Veldhuizen advocaat te Apeldoorn
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 april 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 oktober 2008 in de gemeente Doetinchem als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een
tractor met aanhangwagen, daarmede rijdende over de weg, de Liemersweg,
althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te
wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers is hij, verdachte,
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of
onoplettend,
terwijl voor hem, verdachte, bestuurder van een tractor met aanhangwagen, een
maximum snelheid gold van 25 kilometer per uur (gelet op artikel 22 lid 1 ahf
ond c Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990),
de kruising van de Liemersweg en de Energieweg en de Plattenburgstraat
genaderd teneinde rechtdoor voornoemde kruising over te steken, met een hogere
snelheid dan de voor hem, verdachte, wettelijk toegestane snelheid van 25
kilometer per uur en/of met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter
plaatse, en/of
-de kruising van de Liemersweg en de Energieweg en de Plattenburgstraat
opgereden (terwijl) het verkeerslicht voor de voor hem, verdachte, bestemde
rijstrook, rood licht uitstraalde, althans (terwijl) het verkeerslicht voor de
voor hem, verdachte, bestemde rijstrook geel/oranje en (vervolgens) rood licht
uitstraalde toen hij, verdachte, met de door hem bestuurde tractor met
aanhangwagen het verkeerslicht passeerde, en/of
-heeft hij, verdachte, terwijl hij het verkeerslicht passeerde, zijn snelheid
verhoogd, althans gas bijgegeven, en/of
-(vervolgens) in de linkerbuitenspiegel van de door hem, verdachte,
bestuurde tractor gekeken, en/of
-(waarbij) hij, verdachte, geen voorrang heeft verleend aan de voor hem,
verdachte, van rechts komende fietser, zijnde de 13 jarige [jongen], die
vanuit de Energieweg op voornoemde kruising reed,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen het door hem, verdachte, bestuurde tractor met aanhangwagen en (de
door) [jongen] (bestuurde fiets),
waardoor de 13 jarige [jongen] werd gedood;
art 175 lid 2 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994
art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 10 oktober 2008 in de gemeente Doetinchem als bestuurder
van een voertuig (zijnde een tractor met aanhangwagen), daarmee heeft gereden
op de weg, de Liemersweg, althans enige weg,
waarbij hij, verdachte,
terwijl voor hem, verdachte, bestuurder van een tractor met aanhangwagen, een
maximum snelheid gold van 25 kilometer per uur (gelet op artikel 22 lid 1 ahf
ond c Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990),
de kruising van de Liemersweg en de Energieweg en de Plattenburgstraat is
genaderd teneinde rechtdoor voornoemde kruising over te steken met een hogere
snelheid dan de voor hem, verdachte, wettelijk toegestane snelheid van 25
kilometer per uur en/of met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter
plaatse, en/of
-de kruising van de Liemersweg en de Energieweg en de Plattenburgstraat is
opgereden (terwijl) het verkeerslicht voor de voor hem, verdachte, bestemde
rijstrook, rood licht uitstraalde, althans (terwijl) het verkeerslicht voor de
voor hem, verdachte, bestemde rijstrook geel/oranje en (vervolgens) rood licht
uitstraalde toen hij, verdachte, met de door hem bestuurde tractor met
aanhangwagen het verkeerslicht passeerde, en/of
-terwijl hij het verkeerslicht passeerde, zijn snelheid heeft verhoogd,
althans gas heeft bijgegeven, en/of
-(vervolgens) in de linkerbuitenspiegel van de door hem, verdachte,
bestuurde tractor heeft gekeken, en/of
-(waarbij) hij, verdachte, geen voorrang heeft verleend aan de voor hem,
verdachte, van rechts komende fietser, zijnde de 13 jarige [jongen], die
vanuit de Energieweg op voornoemde kruising reed,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen het door hem, verdachte, bestuurde tractor met aanhangwagen en (de
door) [jongen] (bestuurde fiets),
waarbij de 13 jarige [jongen] werd gedood,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
[naam]-verweer
1. Ten aanzien van alle feiten heeft de raadsvrouw een beroep gedaan op de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak [naam] tegen Turkije (EHRM 27 november 2008, nr. 336391/02, LJN: BH0402, NJ 2009, 214). Verdachte heeft verklaringen afgelegd zonder dat hij vooraf een gesprek heeft gehad met een advocaat of dat hij in de gelegenheid is gesteld een advocaat in te schakelen of anderszins te raadplegen. Dat hij die bijstand niet heeft gekregen, is volgens de raadsvrouw in strijd met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (hierna: EVRM), zodat de verklaringen van verdachte bij de behoren te worden uitgesloten van het bewijs.
2. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van schending van artikel 6 van het EVRM. Echter heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (30 juni 2009, LJN: BJ1238) geoordeeld dat indien de door de verdachte afgelegde verklaringen in ruime mate worden ondersteund door ander bewijsmateriaal, de verdachte derhalve door het gebruik van zijn verklaring op dit punt niet in zijn verdediging geschaad.
3. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval de door de verdachte bij de politie afgelegde, bekennende verklaringen ten aanzien van het ten laste gelegde, waarop hij ter terechtzitting is teruggekomen, dienen te worden uitgesloten van het bewijs. Immers is hij tijdens die verhoren niet bijgestaan door een advocaat, terwijl ook niet is gebleken dat hem de gelegenheid is geboden voorafgaand aan zijn eerste verhoor een advocaat te raadplegen.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank kan geen bewezenverklaring volgen voor het onder primair en subsidiair ten laste gelegde.
De, door de getuigen geschatte, snelheid van verdachte levert teveel twijfel op, dit geldt tevens voor het al dan niet door rood rijden van de verdachte. Verdachte heeft dan wel in de linkerbuitenspiegel gekeken, maar volgens zijn verklaring ter terechtzitting heeft hij tevens in zijn rechterbuitenspiegel gekeken. Dit wordt niet in de stukken weersproken. Daarbij komt dat het onduidelijk is gebleven of de ontruimingstijd van het kruisingsvlak voldoende was voor een dergelijke combinatie, als waar de verdachte op dat moment mee reed.
Beslissing
De rechtbank spreekt de verdachte van de gehele tenlastelegging vrij.
Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 april 2010.