ECLI:NL:RBZUT:2010:BM1468

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
16 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/550402-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Buijs
  • A. Kuiken
  • J. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met dodelijke afloop door onvoorzichtig rijgedrag

Op 31 maart 2009 vond er een verkeersongeval plaats op de Kapperallee te Eefde, waarbij een fietser, de heer [slachtoffer fietser], werd aangereden door een auto met aanhangwagen, bestuurd door de verdachte. De fietser kwam ten val en werd later opgenomen in het ziekenhuis, waar hij op 7 mei 2009 overleed aan de gevolgen van zijn verwondingen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het veroorzaken van dit ongeval, waarbij de aanzienlijke gevolgen voor zowel het slachtoffer als de verdachte in overweging zijn genomen. De verdachte had contact opgenomen met de familie van het slachtoffer en was niet eerder voor een dergelijk delict veroordeeld. De rechtbank legde een geldboete op van € 500,00 en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend had gedragen, wat leidde tot de fatale aanrijding. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van het ongeval op zijn leven. De uitspraak vond plaats op 16 april 2010.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/550402-09
Uitspraak d.d.: 16 april 2010
tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, plaats, adres],
raadsvrouw: mr. Greven advocaat te Almelo.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 april 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 maart 2009 te Eefde, gemeente Lochem, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een
personenauto met een aanhangwagen, daarmede rijdende over de weg, Kapperallee,
althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te
wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden
immers heeft/is hij, verdachte,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- gereden op de Kapperallee komende uit de richting van Almen en/of gaande in
de richting van Eefde en/of
- voor een tegemoetkomende personenauto uitgeweken naar rechts en/of met zijn,
verdachtes personenauto naar rechts gestuurd en/of
- daarbij zich er niet, althans, onvoldoende van vergewist dat de rijbaan vrij
was van overig verkeer en/of
- daarbij onvoldoende afstand gehouden van een fietser, te weten de heer [slachtoffer fie[slachtoffer fietser], die gezien de rijrichting van hem, verdachte, reed op de Kapperallee
komende uit de richting van Almen en/of gaande in de richting van Eefde,
- waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en/of voornoemde
aanhangwagen en/of de door de heer [slachtoffer fietser] bestuurde fiets,
- waardoor de heer [slachtoffer fietser] werd gedood, althans zwaar lichamelijk letsel,
te weten hersenletsel en/of meerdere, althans een hersenbloeding(en), werd
toegebracht, tengevolge waarvan voornoemde heer [slachtoffer fietser] is overleden (op 7 mei
2009);
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 31 maart 2009 te Eefde, gemeente Lochem, als bestuurder van
een voertuig (een personenauto met een aanhangwagen), daarmee heeft gereden de
op de weg, Kapperallee, althans enige weg,
waarbij, hij verdachte,
- heeft gereden op de Kapperallee komende uit de richting van Almen en/of
gaande in de richting van Eefde en/of
- voor een tegemoetkomende personenauto is uitgeweken naar rechts en/of met
zijn, verdachtes personenauto naar rechts heeft gestuurd en/of
- daarbij zich er niet, althans, onvoldoende van heeft vergewist dat de
rijbaan vrij was van overig verkeer en/of
- daarbij onvoldoende afstand heeft gehouden van een fietser, te weten de heer
[slachtoffer fietser], die gezien de rijrichting van hem, verdachte, reed op de
Kapperallee komende uit de richting van Almen en/of gaande in de richting van
Eefde,
- waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en/of voornoemde
aanhangwagen en/of de door de heer [slachtoffer fietser] bestuurde fiets,
- waarbij de heer [slachtoffer fietser] werd gedood, althans zwaar lichamelijk letsel, te
weten hersenletsel en/of meerdere, althans een hersenbloeding(en), werd
toegebracht, tengevolge waarvan voornoemde heer [slachtoffer fietser] is overleden (op 7 mei
2009)
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [eindnoot 1]
Aanleiding van het onderzoek [eindnoot 2]
Op 31 maart 2009, omstreeks 13.53 uur, kwam er een melding binnen van een verkeersongeval tussen een auto met aanhangwagen en een bejaarde fietser, op de Kapperallee te Eefde.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt het onder primair ten laste gelegde. Het betreft hier geen simpele verkeersfout. De weg was te smal om fietsers in te halen op het moment dat verdachte een tegemoetkomende auto moest ontwijken.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte van het onder primair ten laste gelegde vrijgesproken dient te worden. Van verdachte kan niet worden gezegd dat hij zeer, althans aannemelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend aan het verkeer heeft deelgenomen. De enige fout die de verdachte heeft gemaakt, heeft erin bestaan dat hij de heer [slachtoffer fietser] niet heeft gezien.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden.
Uit de verkeersongevalsanalyse [eindnoot 3] blijkt dat op het moment van het ongeval achter de [type auto] (kenteken [nummers]) een aanhangwagen was gekoppeld. De [type auto] had schade aan de rechterzijde op de rechterbuitenspiegel. Gezien de hoogte van de krassporen op de rechter buitenspiegel, die overeen kwam met de hoogte van de handremhendel aan de linkerzijde van de stuur van de fiets, bleek dat het zeer waarschijnlijk was dat de rechterzijde van de [type auto] de linkerzijde van de fiets had geraakt tijdens een inhaalmanoeuvre. De rechter handremhendel [eindnoot 4] van de fiets was verbogen. Op zowel de handremhendel als het rechter uiteinde van het stuur werden krassporen aangetroffen. Op het trottoir werden krassen aangetroffen, die waarschijnlijk veroorzaakt waren door de rechter handremhendel van de fiets.
Op de linker handremhendel werden krassporen aangetroffen die, gezien de hoogte boven het wegdek van die hendel en de rechter buitenspiegel van de [type auto], mogelijk ontstaan waren tijdens contact van beide met elkaar.
De getuige[eindnoot 5] [naam getuige] heeft verklaard dat zij en haar man (slachtoffer [slachtoffer fietser]) bij de Sluis in Eefde fietsten. Zij fietsten achter elkaar. Zij werden ingehaald door een personenauto met aanhangwagen. Dat die auto met aanhangwagen hen daar inhaalde kon eigenlijk niet, want uit de tegenovergestelde richting nadere een andere personenauto. Volgens haar was er niet genoeg ruimte om hen op de fiets in te halen en om die auto nog te kunnen ontwijken. Bij het inhalen zag zij dat die auto met aanhangwagen weer scherp naar rechts stuurde. Zij zag dat haar man daarbij werd geraakt door de rechter buitenspiegel van die auto. Haar man kwam daardoor aan het slingeren en werd daarna geraakt door de rechter voorhoek van de aanhangwagen. Hierna viel haar man door die aanrijding op straat. Het hoofd van haar man begon te bloeden. Die man van de auto met aanhangwagen is een stukje verderop gestopt en naar hen toegekomen. Hij zei dat hij hen helemaal niet had gezien dat hij een klap achter zijn auto hoorde.
Uit het verslag betreffende een niet natuurlijke dood [eindnoot 6] blijkt dat [slachtoffer fietser] betrokken was bij een aanrijding. Hij is op 31 maart 2009 opgenomen in het ziekenhuis met een hersenbloeding en hersenletsel en op 7 mei 2009 overleden ten gevolge van het hersenletsel en een longontsteking.
Uit het aanvullend proces-verbaal [eindnoot 7] blijkt dat de weg niet breed genoeg was om ook nog een fietser in te halen op het moment dat twee auto’s elkaar passeerden.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij op 31 maart 2009 met zijn auto met aanhangwagen op de Kapperallee te Eefde reed. Hij heeft toen wel fietsers gezien. Hij was net de sluis over toen hij ineens een tegemoetkomende personenauto zag. Hij probeerde zo goed mogelijk te manoeuvreren, maar hij kon geen kant meer uit. Hij hoorde ineens een klap. Als gevolg is die man komen te vallen. Hij ontkent niet dat het mogelijk is dat de man zijn buitenspiegel heeft geraakt.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 31 maart 2009 te Eefde, gemeente Lochem, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een personenauto met een aanhangwagen, daarmede rijdende over de weg, Kapperallee, althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden
immers heeft hij, verdachte,
aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- gereden op de Kapperallee komende uit de richting van Almen en gaande in de richting van Eefde en
- voor een tegemoetkomende personenauto uitgeweken naar rechts en met zijn, verdachtes personenauto naar rechts gestuurd en
- daarbij zich er niet, althans, onvoldoende van vergewist dat de rijbaan vrij was van overig verkeer en
- daarbij onvoldoende afstand gehouden van een fietser, te weten de heer [slachtoffer fietser], die gezien de rijrichting van hem, verdachte, reed op de Kapperallee komende uit de richting van Almen en gaande in de richting van Eefde,
- waardoor een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en voornoemde aanhangwagen en de door de heer [slachtoffer fietser] bestuurde fiets,
- waardoor de heer [slachtoffer fietser] zwaar lichamelijk letsel, te weten hersenletsel en hersenbloedingen, werd toegebracht, tengevolge waarvan voornoemde heer [slachtoffer fie[slachtoffer fietser] is overleden (op 7 mei 2009).
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd het onder primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te achten en verdachte te veroordelen tot een geldboete van € 1.000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 1 jaar.
De verdediging is van oordeel dat vrijspraak voor het primair ten laste gelegde dient te volgen en refereert zich ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder meegenomen de aanzienlijke gevolgen die het door verdachte veroorzaakte ongeval hebben gehad. Een straf in welke vorm dan ook kan niet opwegen tegen het geleden verlies.
De rechtbank heeft in het voordeel van de verdachte meegewogen dat hij contact heeft opgenomen en onderhouden met het slachtoffer en zijn familie en dat hij niet eerder ter zake soortgelijke delicten met justitie in aanraking is gekomen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 23, 24, 24a, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 176, 178 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Beslissing
De rechtbank:
• verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
• verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
• verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar;
• veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 500,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 10 dagen.
• Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 5 maandelijkse termijnen van elk € 100,00.
• veroordeelt verdachte tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden.
Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 april 2010.
Eindnoten
1. Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0633/09-203272 , Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, gesloten en ondertekend op 3 juni 2009.
2. (stam)proces-verbaal nr. PL0633/09-203272, doorgenummerde pag. 3
3. Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 26
4. Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 27
5. Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pag. 43
6. Verslag niet natuurlijke dood, doorgenummerde pag. 14
7. Aanvullend proces-verbaal BPS-nummer 09-250270