RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/820789-09
Uitspraak d.d.: 20 april 2010
Tegenspraak / dip
[verdachte A],
geboren te [plaats op 1992],
wonende te [plaats, adres],
raadsvrouw: mr. L.D.H. Lesmeister, advocaat te Almere.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
6 april 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 mei 2009 te Zutphen ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, aan een of meerdere perso(o)n(en) genaamd [politieagent A] (politie-agent) en/of [unitleider] (unitleider "De Sprengen" en/of
[hoofdagente] (hoofdagente/hondengeleidster) en/of [groepsleider] (groepsleider
"De Sprengen"), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat
opzet een of meerdere (grote en/of zware) voorwerpen (grintstenen en/of
voetjes/onderdelen van een bliksemafleidingssysteem) (met kracht) vanaf een
dak van het gebouw van jeugdgevangenis "De Sprengen" naar, althans in de
richting van genoemde perso(o)n(en) heeft/hebben gegooid/geworpen, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 12 mei 2009 te Zutphen, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, [politieagent A] (politie-agent) en/of [unitleider] (unitleider "De Sprengen") en/of [hoofdagente]
(hoofdagent/hondengeleider) en/of [groepsleider] (groepsleider "De Sprengen")
heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met
zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn
mededader(s) opzettelijk dreigend een of meerdere (zware en/of grote)
voorwerpen ((grint)stenen en/of "voetjes"/onderdelen van een
bliksemafleidingssysteem) (met kracht) van een dak van het gebouw van
jeugdgevangenis "De Sprengen" naar, althans in de richting van genoemde
perso(o)n(en) gegooid/geworpen;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 12 mei 2009 te Zutphen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een of
meerdere auto's/voertuigen (een ambulance en/of een of meerdere
politie-auto's (een Opel Vectra met kenteken [kenteken] en/of een Opel Vivaro
met kenteken [kenteken] en/of een VW Touran met kenteken [kenteken]) en/of een
auto van een hondengeleider (kenteken [kenteken]) en/of een auto van "ISS
Cleaning Services NO" (kenteken [kenteken])), en/of in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan respectievelijk Politie Noord- en Oost
Gelderland (auto's met kentekens [kenteken] en/of [kenteken] en/of [kenteken] en/of
[kenteken]) en/of ISS Cleaning Services NO (auto met kenteken [kenteken]), in elk
geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (door
(telkens) een of meerdere (zware en/of grote) voorwerpen (met kracht) vanaf
een dak van het gebouw van jeugdgevangenis "De Sprengen" op/tegen genoemde
auto's/voertuigen te gooien/werpen);
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 12 mei 2009 te Zutphen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk diverse
goederen (dakkoepels en/of een bliksemafleidingssysteem en/of glas en/of
andere goederen) van/aan het gebouw van jeugdgevangenis "De Sprengen", in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan jeugdgevangenis "De
Sprengen", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 16 mei 2009 te Cadier en Keer, gemeente Margraten,
opzettelijk mishandelend [pedagogoisch medewerker] (pedagogisch medewerker) (met kracht
en/of met gebalde vuist) tegen diens hoofd heeft geslagen/gestompt, waardoor
deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(parketnr. 820850/09)
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op 12 mei 2009 vond een opstand in jeugdgevangenis "De Sprengen" plaats. Bij deze opstand waren meerdere jongeren, waaronder verdachte, betrokken. De jongeren zijn op het dak van de jeugdgevangenis geklommen en hebben vanaf het dak diverse objecten naar beneden gegooid.2
Als gevolg van voornoemde opstand is verdachte overgeplaatst naar justitiële jeugdinrichting Het Keerpunt te Cadier en Keer.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Hiertoe heeft zij het volgende aangevoerd.
De officier van justitie heeft gesteld dat het onder 1 primair ten laste gelegde eveneens wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat uit de ambtelijke verslagen van diverse verbalisanten en desbetreffende aangiftes blijkt dat verdachte en de medeverdachten opzettelijk stenen naar beneden hebben gegooid op momenten dat verbalisant [politieagent] en verbalisant [hoofdagente] zich op het binnenterrein ophielden. Verdachte heeft door desondanks te gooien het risico genomen dat voornoemde verbalisanten werden geraakt en hierdoor zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen. Verdachte heeft dan ook op zijn minst voorwaardelijk opzet op het ten laste gelegde delict gehad.
Tevens heeft de officier van justitie gesteld dat de onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte deze feiten ter terechtzitting heeft bekend en dat van deze feiten aangifte is gedaan.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Ter terechtzitting heeft verdachte bekent de onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd.
Door en namens verdachte is aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat hij het onder 1 primair heeft begaan. Uit de foto's kan niet worden afgeleid dat verdachte bewust voorwerpen heeft gegooid naar personen. Tevens heeft verdachte nooit opzet gehad op het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel.
Ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten heeft verdachte zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 12 mei 2009 tezamen met anderen vanaf het dak van jeugdgevangenis De Sprengen diverse voorwerpen, waaronder voetjes van bliksemafleiders en grintstenen, naar beneden heeft gegooid.
Door verbalisant [politieagent] en [hoofdagente] is aangifte gedaan van poging tot zware mishandeling.
Verbalisant [politieagent] heeft verklaard dat hij op de genoemde datum in het kader van zijn werk als officier van dienst bij De Sprengen ter plaatse was. Verbalisant [politieagent] ging samen met het interne bijstandsteam van jeugdgevangenis De Sprengen via de sluis de jeugdgevangenis binnen. Hij droeg hierbij geen beschermende kleding. Vanaf de sluis tot aan de ingang van de jeugdgevangenis moest [politieagent] een afstand van 20 meter overbruggen. Op het moment dat het IBT en [politieagent] de oversteek maakten werd vanaf het dak door verdachte en zijn mededaders met betonnen voorwerpen naar beneden gegooid. [politieagent] raakte hierdoor de aansluiting met het IBT kwijt en kwam vrij en onbeschermd op de binnenplaats te staan. Hij zag dat de vijf mannen doelbewust met de voorwerpen in zijn richting gooiden.3
Verbalisanten [politieagent B], [politieagent C] en [politieagent D] hebben ook gezien dat verdachte en de mededaders met stenen naar het interne bijstandsteam en [politieagent] hebben gegooid. Zij hebben gezien dat [politieagent] meerdere voorwerpen ternauwernood kon ontwijken.4 Eveneens hebben verbalisanten [politieagent E] en [politieagent F] gezien dat verbalisant [politieagent] opzij moest springen voor diverse voorwerpen die vanaf het dak naar beneden werden gegooid.5
Medeverdachte [medeverdachte C] heeft ook verklaard dat hij en de medeverdachten stenen hebben gegooid naar de leden van het interne bijstandsteam.6
Verbalisant [hoofdagente] heeft verklaard dat hij op de genoemde datum in het kader van zijn werk als hondenbegeleider van de politie bij De Sprengen ter plaatse was. Hij heeft zijn dienstvoertuig op de binnenplaats van De Sprengen geparkeerd. Volgens protocol wachtte verbalisant [hoofdagente] op de binnenplaats op het interne bijstandsteam. Verbalisant zag op enig moment dat meerdere personen op het dak van de jeugdgevangenis stenen en voorwerpen, waaronder zware dakhouders voor bliksemafleidingskabels, aan het verzamelen waren. Deze stenen en voorwerpen werden daarna door alle personen op het dak naar beneden gegooid. De personen mikte op de op de binnenplaats geparkeerde voertuigen, waaronder ook de bij verbalisant [hoofdagente] in gebruik zijnde auto, waar ook de diensthond in lag. De groep begon ook verbalisant en de medewerker van de inrichting die naast hem stond, te bekogelen met zware voorwerpen en grote grindstenen. Ook werd de auto met daarin de diensthond meermalen geraakt. Verbalisant moest de stenen ontwijken om niet geraakt te worden. Verbalisant is ook door diverse grindstenen geraakt, waardoor hij pijn heeft ondervonden. De verbalisant kon uiteindelijk wegkomen, omdat de sluisdeur open ging en hij met de auto het binnenterrein kon verlaten.7
Verbalisanten [politieagent E] en [politieagent F] waren tevens bij De Sprengen aanwezig. Zij zagen dat verbalisant [hoofdagente], na het parkeren van zijn dienstvoertuig, nabij de sluisdeuren stond. Verbalisanten zagen vervolgens dat er met grof grind naar onder andere [hoofdagente] werd gegooid.8
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande blijkt dat verdachte en de medeverdachten opzettelijk met diverse voorwerpen hebben gegooid naar verbalisant [politieagent] en [hoofdagente].
Naar objectieve maatstaven moet verdachte hebben geweten dat het gooien van de voorwerpen kon leiden tot zwaar lichamelijk letsel. Deze wetenschap heeft verdachte er echter niet van weerhouden om te gooien, waaruit blijkt dat verdachte bewust het risico op zwaar lichamelijk letsel heeft aanvaard. De rechtbank acht daarom opzet op de poging tot zware mishandeling, zoals onder 1 primair ten laste gelegd, wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank verwerpt, gelet op het vooroverwogene, het door de verdediging hieromtrent gevoerde verweer.
De rechtbank acht voor het bewijs van het onder 2, 3 en 4, ten laste gelegde voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting;
- proces-verbaal aangifte van [unitleider], namens De Sprengen;9
- proces-verbaal aangifte van [naam A], namens Connexion Ambulancezorg;10
- proces-verbaal aangifte van [naam B], namens politie Noord-Oost Gelderland;11
- proces-verbaal aangifte van [naam C], namens politie Noord-Oost Gelderland;12
- proces-verbaal aangifte van [naam D], namens ISS Cleaning Services NO;13
- proces-verbaal aangifte van [pedagogische medewerker];14
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 12 mei 2009 te Zutphen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, aan personen genaamd [politieagent A], politieagent en
[hoofdagente] hoofdagent/hondengeleider, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet een of meerdere grote en/of zware voorwerpen, grintstenen en voetjes/onderdelen van een bliksemafleidingssysteem, met kracht vanaf een dak van het gebouw van jeugdgevangenis "De Sprengen" naar, althans in de richting van genoemde personen hebben gegooid/geworpen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 12 mei 2009 te Zutphen tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk auto's/voertuigen, een ambulance en meerdere
politie-auto's, een Opel Vectra met kenteken [kenteken] en een Opel Vivaro met kenteken [kenteken] en een VW Touran met kenteken [kenteken] en een auto van een hondengeleider kenteken [kenteken] en een auto van "ISS Cleaning Services NO" kenteken [kenteken], toebehorende aan respectievelijk Politie Noord- en Oost Gelderland, auto's met kentekens [kenteken] en [kenteken] en [kenteken] en [kenteken] en ISS Cleaning Services NO, auto met kenteken [kenteken], in elk geval telkens aan een anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders, heeft vernield en beschadigd gemaakt door telkens zware en grote voorwerpen met kracht vanaf een dak van het gebouw van jeugdgevangenis "De Sprengen" op/tegen genoemde auto's/voertuigen te gooien;
hij op 12 mei 2009 te Zutphen tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk diverse goederen, dakkoepels en een bliksemafleidingssysteem en glas en
andere goederen van/aan het gebouw van jeugdgevangenis "De Sprengen", toebehorende aan jeugdgevangenis "De Sprengen", heeft vernield en beschadigd en onbruikbaar gemaakt;
hij op 16 mei 2009 te Cadier en Keer, gemeente Margraten, opzettelijk mishandelend [pedagogoisch medewerker], pedagogisch medewerker, met kracht en met gebalde vuist, tegen diens hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. primair: poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
2. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen, meermalen gepleegd;
3. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen en/of onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;
4. mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is onder meer een psychiatrisch rapport opgemaakt. Uit dit rapport blijkt onder meer het volgende.
Verdachte is lijdend aan een ontwikkelingsstoornis en gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. Er is sprake van een ernstige gedragsstoornis, die naast omgevingsfactoren gedurende zijn leven, ook in verband staat met een ontwikkelingsstoornis in het autisme spectrum. De beschreven stoornis en er aan verbonden ontwikkelingskarakteristieken zijn verweven met de persoon van verdachte, zijn gedragskeuzes en gedragingen, ook ten tijde van het ten laste gelegde en kunnen van daaruit ook verklaard worden. Het advies is verdachte voor het ten laste gelegde verminderd toerekeningsvatbaar te achten.15
De officier van justitie en de raadsvrouw van verdachte hebben de conclusie van de psychiater inzake de mate van toerekeningsvatbaarheid onderschreven en zich op het standpunt gesteld dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden aangemerkt.
Met de conclusie van de psychiater, te weten dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot zes maanden jeugddetentie voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen en voorschriften die hem worden gegeven door of namens de jeugdreclassering, en een werkstraf voor de duur van 24 uren, subsidiair 12 dagen jeugddetentie.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de straf gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is tezamen met anderen in opstand gekomen tegen de leiding van jeugdgevangenis De Sprengen. Zij hebben vanaf het dak van de inrichting diverse zware en grote voorwerpen naar beneden gegooid en hierdoor zeer veel schade, met name aan voertuigen, veroorzaakt en hierbij tevens risico op zwaar lichamelijk letsel van personen op de koop toe genomen. Dat dergelijk zwaar lichamelijk letsel niet is opgetreden is niet aan verdachte te wijten, maar aan het adequaat handelen van de desbetreffende personen zelf. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat de opstand, wat daar verder ook van zij, op dergelijke wijze is verlopen.
Bij de opstand heeft verdachte getoond geen enkel respect te hebben voor de gezagsdragers en hun autoriteit. Verdachte heeft door zijn handelen doelbewust dit gezag ondermijnd. Daarnaast heeft verdachte, na zijn overplaatsing als gevolg van de voornoemde opstand, zeer korte tijd later een medewerker van Het Keerpunt mishandeld. Hieruit blijkt andermaal niet het te mogen verwachten respect voor de autoriteit.
Gelet op het vooroverwogene en het strafblad van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat een jeugddetentie en een werkstraf van na te melden duur passend en geboden is.
Uit de omtrent verdachte opgemaakte rapportages, waaronder het psychiatrisch rapport16 en het psychologisch rapport17, blijkt dat er bij verdachte een verhoogde kans op recidive is. Gelet op de leeftijd van verdachte, zijn ontwikkeling en institutionalisering, zal er geruime tijd professioneel georiënteerde en geëvalueerde aandacht moeten blijven voor een meest effectieve en bij verdachte zelf aansluitend aanbod.
Verdachte wordt thans begeleid door en woont bij justitiële jeugdinrichting De Sprint. Blijkens de voornoemde rapporten en de ter terechtzitting, door de deskundige, gegeven toelichting is gebleken dat verdachte sinds zijn verblijf in deze inrichting een positieve ontwikkeling doormaakt. Verdachte heeft zich gecommitteerd aan de behandeling bij De Sprint. Een doorkruising van het ingezette traject is, naar oordeel van de deskundigen, niet wenselijk en zal op verdachte een negatieve uitwerking hebben, hetgeen zal resulteren in een terugval van zijn ontwikkeling en een verhoogde recidivekans tot gevolg hebben.
Gelet op het belang van de behandeling van verdachte, in het licht van het vooroverwogene, ziet de rechtbank aanleiding om de jeugddetentie geheel voorwaardelijk op te leggen met hierbij verplicht contact met de jeugdreclassering als bijzondere voorwaarde.
De rechtbank acht een voorwaardelijke straf tevens op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [hoofdagente] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding van de immateriële schade, ten bedrage van € 300,--, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
De benadeelde partij Politie Noord- en Oost Gelderland heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 10.336,24 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde.
De benadeelde partij J.P.C. de Sprengen heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 14.571,40 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde.
De benadeelde partij Connexxion Ambulance Service heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 23.132,85 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde.
De benadeelde partij [pedagogische medewerker] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding van de immateriële schade, ten bedrage van € 200,--, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [hoofdagente] en [pedagogische medewerker] in hun geheel, hoofdelijk, moeten worden toegewezen. Ten aanzien van de vordering van Connexxion Ambulance Service heeft zij gesteld dat de vordering, voor zover deze ziet op de reparatieschade, hoofdelijk, dient te worden toegewezen en voor het overige deel niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De vorderingen van J.P.C. de Sprengen en van Politie Noord- en Oost Gelderland dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard nu niet duidelijk is of de gemachtigde daadwerkelijk gerechtigd was om de vorderingen in te dienen.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partijen [hoofdagente] en [pedagogische medewerker], zoals zij hebben gesteld, als gevolg van het onder 1 respectievelijk onder 4 bewezen verklaarde handelen schade hebben geleden tot het gevorderde bedrag en de vorderingen de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zullen deze vorderingen hoofdelijk worden toegewezen. De verdachte is voor deze schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk.
De benadeelde partijen Politie Noord- en Oost Gelderland en J.P.C. de Sprengen zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen, omdat uit de onderbouwing van de vorderingen onvoldoende is gebleken dat de gemachtigden gerechtigd waren om deze vorderingen namens de gestelde benadeelde partij in te dienen.
De benadeelde partij Connexxion Ambulance Service zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Uit de bij de vordering behorende stukken blijkt niet dat de gemachtigde [naam E] namens Connexxion Ambulance Service bevoegd is de vordering in te dienen. Uit de onderbouwing blijkt enkel dat [naam E] bevoegd is namens Connexxion Taxi Services B.V. op te treden.
De benadeelde partijen Politie Noord- en Oost Gelderland, J.P.C. de Sprengen en Connexxion Ambulance Service kunnen derhalve hun vorderingen slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 77i, 77m, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 285, 300, 302 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
1. primair: poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
2. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen, meermalen gepleegd;
3. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen en/of onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;
4. mishandeling;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot jeugddetentie voor de duur van zes maanden;
* bepaalt, dat de jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de jeugdreclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 24 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 12 dagen;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [hoofdagente], [adres, plaats], girorekening [nummer] t.n.v. Politie NOG Apeldoorn, van een bedrag van € 300,--, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [hoofdagente] voornoemd, een bedrag te betalen van € 300,--, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 6 dagen jeugddetentie zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [pedagogische medewerker], [adres, plaats], bankrekening [nummer], van een bedrag van € 200,--, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [pedagogische medewerker] voornoemd, een bedrag te betalen van € 200,--, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 4 dagen jeugddetentie zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* verklaart de benadeelde partij Politie Noord- en Oost Gelderland niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verklaart de benadeelde partij J.P.C. de Sprengen niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verklaart de benadeelde partij Connexxion Ambulance Service niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mr. Feraaune, voorzitter, mrs. Krijger en Morsink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 april 2010.
Mrs. Morsink en Demmers zijn buiten staat mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0631/09-203917, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, gesloten en ondertekend op 25 juni 2009.
2 Stamproces-verbaal, dossierpagina 12
3 Proces-verbaal van aangifte van [politieagent A], dossierpagina's 198 en 199
4 Proces-verbaal ambtelijk verslag, dossierpagina 100
5 Proces-verbaal ambtelijk verslag, dossierpagina 97
6 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 181
7 Proces-verbaal van aangifte van [hoofdagente], dossierpagina's 208 t/m 210
8 Proces-verbaal ambtelijk verslag, dossierpagina 96 en 97
9 Proces-verbaal van aangifte van [unitleider], dossierpagina's 202 en 203
10 Proces-verbaal van aangifte van [naam A], dossierpagina's 88 en 89
11 Proces-verbaal van aangifte van [naam B], dossierpagina's 219 en 220
12 Proces-verbaal van aangifte van [naam C], dossierpagina's 227 en228
13 Proces-verbaal van aangifte van [naam D], dossierpagina's 241 en 242
14 Parketnummer 06/820850-09: proces-verbaal van aangifte van [pedagogische medewerker] d.d. 16 mei 2009, behorende bij het dossier bekend proces-verbaalnummer 2009061737-1, politie regio Limburg Zuid, District Maastricht.
15 Psychiatrisch onderzoek opgesteld door P.H. van Terwisga, kinder- en jeugdpsychiater d.d. 26 januari 2010
16 Psychiatrisch onderzoek opgesteld door P.H. van Terwisga, kinder- en jeugdpsychiater d.d. 26 januari 2010
17 Psychologisch onderzoek opgesteld door M. van Heteren, GZ-psycholoog d.d. 26 januari 2010