ECLI:NL:RBZUT:2010:BM3174
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van de Wetering
- A. van der Mei
- J. Draisma
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende verkrachting en ontucht met minderjarige
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van verkrachting en ontucht, heeft de Rechtbank Zutphen op 4 mei 2010 uitspraak gedaan. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide aanklachten, omdat er onvoldoende bewijs was dat de seksuele handelingen tegen de wil van het slachtoffer hebben plaatsgevonden. De zaak was gebaseerd op een incident dat plaatsvond op 28 juni 2009 in Doetinchem, waarbij de verdachte, een jongen van achttien jaar, en het slachtoffer, een vijftienjarig meisje, betrokken waren. Het slachtoffer had aangifte gedaan van verkrachting, waarbij zij stelde dat zij tegen haar wil seks had gehad met de verdachte. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel het slachtoffer als de verdachte zorgvuldig gewogen. De verdachte stelde dat het slachtoffer zich had voorgedaan als zeventienjarige en dat er geen sprake was van onvrijwilligheid. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen, vooral gezien het geringe leeftijdsverschil tussen de betrokkenen. De rechtbank oordeelde dat het ontuchtige karakter van de handelingen ontbrak, omdat de handelingen onder omstandigheden plaatsvonden die niet als strafbaar konden worden gekwalificeerd. De officier van justitie had vrijspraak van de verkrachting en bewezenverklaring van de ontucht geëist, maar de rechtbank volgde dit niet. Uiteindelijk werd de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten, en werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.