ECLI:NL:RBZUT:2010:BM4268
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Feraaune
- Krijger
- Gilhuis
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van groepsverkrachting tijdens feest in Hattem
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen vier verdachten die beschuldigd werden van groepsverkrachting van een 18-jarige vrouw tijdens een feest in Hattem op 4 juni 2008. De rechtbank sprak de verdachten vrij, omdat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te onderbouwen. De aangeefster, [slachtofferA], verklaarde dat zij door de verdachten was gedwongen tot seksuele handelingen, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van zowel de aangeefster als de getuigen niet voldoende betrouwbaar waren om tot een veroordeling te komen. De verklaringen van de verdachten en hun medeverdachten waren tegenstrijdig en er waren significante hiaten in het bewijs. De officier van justitie had gevorderd tot vrijspraak, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachten de ten laste gelegde feiten hadden gepleegd. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangeefster en getuigen niet in overeenstemming waren en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachten te veroordelen voor de ten laste gelegde groepsverkrachting. De benadeelde partij, [slachtofferA], had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen bewezen feit was waaruit schade voortvloeide. De rechtbank besloot de voorlopige hechtenis op te heffen en sprak de verdachten vrij van de ten laste gelegde feiten.