RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/460440-09, 06/801130-09, 06/850126-10, 06/460299-08 (TUL) en 06/850708-07 (TUL)
Uitspraak d.d.: 2 juni 2010
tegenspraak / oip
[verdachte],
geboren te [plaats in 1989],
wonende te Apeldoorn
thans gedetineerd in PI Vught, Nieuw Vosseveld 2 LAA te Vught.
Raadsvrouwe: Mr. G.C. Oussoren, advocate te Nijkerk.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 16 maart 2010 en 19 mei 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 06/460440-09
hij op of omstreeks 04 december 2009 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Mercedes type E320 met kenteken [kenteken1]) en/of een contactsleutel (behorende bij een Mercedes met kenteken [kenteken2]) en/of meerdere bankpassen en/of creditcard en/of ID kaart op naam van [naam1], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam1] en/of Leaseplan Nederland N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 04 december 2009 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een auto (Mercedes type E320 met kenteken [kenteken1]) en/of een contactsleutel (behorende bij een Mercedes met kenteken [kenteken2]) en/of meerdere bankpassen en/of creditcard en/of ID kaart op naam van [naam1], heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto en/of die contactsleutels en/of die bankpassen en/of creditcard en/of ID kaart wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 30 november 2009 tot en met 4 december 2009 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een rijbewijs en/of een creditcard (Visa Card) en/of een ABNAmro pas op naam [naam2], heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat rijbewijs en/of die creditcard en/of die ABNamro pas, wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 417bis lid 1/ahf ond a Wetboek van Strafrecht /
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 19 november 2009 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, - met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen (onder andere) een televisie, een spelcomputer en/of een autosleutel (behorend bij een aubergine rode Toyota Avensis), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam3] en/of [naam4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of
- (vervolgens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (een aubergine rode Toyota Avensis, kenteken [kenteken3]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam3] en/of [naam4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 19 november 2009 tot en met 4 december 2009 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een personenauto (een aubergine rode Toyota Avensis met kenteken [kenteken3]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 417bis lid 1/ ahf ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2009 tot en met 29 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een personenauto (Toyota Avensis) heeft weggenomen een of meer kentekenpla(a)t(en) ([kenteken4]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2009 tot en met 4 december 2009 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een of meer kentekenpla(a)t(en) ([kenteken4]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die kentekenpla(a)t(en) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 417bis lid 1/ ahf ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 december 2009 tot en met 3 december 2009 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen een autosleutel (behorend bij een witte BMW) en/of een of meer andere sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam6] en/of Arhlon Car Lease Nederland BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of
- (vervolgens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (een witte BMW, kenteken [kenteken5]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam6] en/of Arhlon Car Lease Nederland BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 2 december 2009 tot en met 4 december 2009 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een autosleutel (behorend bij een witte BMW) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van die autosleutel wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 417bis lid 1/ahf ond a Wetboek van Strafrecht /
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
parketnummer 06/801130-09
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2009 tot en met 15 mei 2009 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid kledingstukken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Transit Fashion en/of NZA, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 mei 2009 tot en met 17 mei 2009 in de gemeente Apeldoorn (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid frisdrank en/of drie, althans een hoeveelheid koolzuurfles(sen), in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Brasserie Court 1 BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 2 juni 2009 tot en met 3 juni 2009 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een hotel heeft weggenomen een beamer (merk Sony) en/of een koffer en/of een hoeveelheid kabels en/of een beamertas en/of reinigsvloeistof en/of een (laptop)speakerset, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kepner-Tregoe Netherlands, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
parketnummer 06/850126-10
hij in of omstreeks de periode van 29 december 2009 tot en met 30 december
2009 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter voorbereiding van het/de misdrijf/misdrijven gijzeling (artikel 282a Wetboek van Strafrecht) en/of opzettelijke vrijheidsberoving (artikel 282 Wetboek van Strafrecht), met een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk meerdere, althans (een) (geïmproviseerde) wapen(s), te weten
- een steekvoorwerp bestaande uit een tandenborstel waarin meerdere, althans
(een) scheermesje(s) is/zijn gesmolten en/of
- meerdere, althans (een) wurgtouw(en), bestaande uit geknoopte
elektriciteitsdra(a)d(en) en/of
- een steek- en/of slagvoorwerp, bestaande uit een kapotte fles,
bestemd tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, heeft verworven en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of
voorhanden heeft gehad.
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
parketnummer 06/460440-09
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Naar aanleiding van een aangifte op 4 december 2009 van de heer [naam1]2 dat zijn autosleutels en Mercedes die ochtend om 08.15 uur bij zijn woning aan de [adres] in Apeldoorn waren gestolen terwijl hij aan het hardlopen was, is direct onderzoek door de politie verricht. De Mercedes wordt om 10.15 uur getraceerd via het ingebouwde Track &Trace-systeem (GPS). Bij de achtervolging is de bestuurder, verdachte, aangehouden.3 In de auto werden ondermeer aangetroffen de bankpassen, creditcard en ID kaart van genoemde [naam1]. Deze goederen waren die ochtend bij hem uit de woning verdwenen. Daarvan had [naam1] eveneens aangifte gedaan. In de auto zat ook een zekere [naam7]. Deze man heeft verklaard dat hij die ochtend verdachte om 08.45 uur toevallig had ontmoet op de parkeerplaats in de [adres] in Apeldoorn. Zij raakten aan de praat over de mooie auto die verdachte bij zich had. In de loop van het gesprek vroeg [naam7] aan verdachte of hij hem naar Deventer wilde rijden omdat hij nog wat geld naar zijn ex-vriendin wilde brengen voor een Sinterklaascadeau voor hun zoontje. Verdachte is hierop ingegaan. [naam7] zou hem daarvoor een vergoeding van 5 euro geven. In Deventer is verdachte volgens [naam7] bij diverse adressen gestopt. [naam7] had de indruk dat verdachte ergens drugs wilde kopen. Terug nabij Apeldoorn kwam de politie achter ze aan. [naam7] zegt niets met de diefstal van de auto te maken te hebben.4 Uit onderzoek van het GPS-systeem blijkt dat de auto in Deventer was geweest en vervolgens weer getraceerd werd in Apeldoorn.5 Bij de politie en ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven niets te willen verklaren aangaande zijn aanwezigheid in de betreffende Mercedes.6
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt dat op grond van de aangifte en de bevindingen van de politie de tenlastegelegde diefstal bewezen kan worden verklaard. Verdachte wordt kort na de diefstal als bestuurder aangetroffen in de Mercedes, slaat op de vlucht als de Mercedes tot stoppen wordt gedwongen en geeft geen verklaring over zijn aanwezigheid in de Mercedes.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De verdediging voert aan dat er onvoldoende bewijs is voor de diefstal nu verdachte niet in verband kan worden gebracht met de plaats waar de diefstal is begaan.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte de diefstal heeft begaan. Verdachte wordt kort na de diefstal aangetroffen in de Mercedes.7 Hij bestuurt die Mercedes en doet zich, gelet op wat [naam7] daarover heeft verklaard8, als eigenaar voor. De verklaring van [naam7] wordt ondersteund door de gegevens van het GPS-stysteem van de Mercedes. In de auto worden de bankpassen, creditcard en ID kaart van aangever aangetroffen. Verdachte wenst zelf geen enkele uitleg te geven.9 Bij deze stand van zaken kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat het verdachte is geweest die in de woning van aangever de autosleutels, bankpassen, creditcard en ID kaart heeft weggenomen en vervolgens met behulp van de sleutels er met de Mercedes vandoor is gegaan.
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
In de onder feit 1 genoemde Mercedes zijn goederen gevonden10 die op 30 november 2009 of 1 december 2009 gestolen zijn uit een woning aan de [adres] in Apeldoorn11 en door de aangever worden herkend.12 Bij de politie en ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven hierover niets te willen verklaren.13
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt dat op grond van de aangifte en de bevindingen van de politie de tenlastegelegde heling bewezen kan worden verklaard. De goederen zijn aangetroffen bij verdachte.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De verdediging voert aan dat er onvoldoende bewijs is voor de heling nu uit het dossier niet blijkt dat verdachte zou weten of had moeten weten dat de pasjes gestolen waren.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich schuldig gemaakt heeft aan schuldheling van de goederen in kwestie. De goederen worden aangetroffen bij verdachte.14 [naam7] heeft betwist dat de aangetroffen goederen van hem zijn15 en verdachte heeft ze niet aan hem toegeschreven. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de spullen nog nooit heeft gezien. Bij de politie heeft verdachte over de herkomst van de goederen niet willen verklaren.16 De goederen zijn direct na aanhouding van verdachte in de middenconsole van de auto waarin hij als bestuurder reed aangetroffen. Het is dan ook niet aannemelijk dat verdachte ze nooit heeft gezien. De goederen zijn op naam van een derde gesteld. Het is een feit van algemene bekendheid dat een dergelijke tenaamstelling zichtbaar is op de goederen zelf. Bij deze stand van zaken kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen redelijkerwijze had moeten vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren.
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Op 19 november 2009 heeft aangeefster17 ontdekt dat er diverse goederen uit de woning zijn verdwenen, onder andere een TV, radio, spelcomputer en een autosleutel. Ook is haar rode Toyota weg. Deze Toyota wordt op 30 november 2009 aangetroffen bij verdachte aa[adres]es] te Apeldoorn.18 Bij de politie heeft verdachte aangegeven hierover niets te willen verklaren.19 Ter terechtzitting heeft verdachte naar voren gebracht dat hij deze auto van iemand mocht gebruiken en daarover verder niet wil verklaren.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt dat op grond van de aangifte en de bevindingen van de politie de tenlastegelegde diefstal bewezen kan worden verklaard. De Toyota wordt aangetroffen bij verdachte. Hij geeft daar een verklaring voor die niet erg geloofwaardig is en welke niet is na te trekken.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De verdediging voert aan dat er onvoldoende bewijs is voor de diefstal nu verdachte niet in verband kan worden gebracht met de plaats waar de diefstal is begaan.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte de diefstal heeft begaan. De auto wordt aangetroffen bij verdachte. Verdachte geeft hier een verklaring voor die niet bepaald geloofwaardig is en niet is na te trekken. Verdachte verklaart ter zitting op vragen van de officier van justitie dat hij, toen de politie aan de [adres] kwam, ongeveer twee dagen de auto in zijn bezit had en deze had afgedekt met een oranje zeil, tegen de vogelpoep. Buren aan de [adres] hebben verklaard dat er plus minus tien dagen al een auto onder oranje zeil stond. Verdachte heeft ter zitting desgevraagd verklaard geen andere auto's dan de rode Toyota in zijn bezit gehad te hebben. Bij deze stand van zaken kan het niet anders zijn dan dat het verdachte is geweest die de auto heeft gestolen. Voor de overige goederen die diezelfde dag bij aangeefster zijn gestolen en die ten laste van verdachte in de dagvaarding zijn opgenomen zal de rechtbank verdachte vrijspreken nu in het dossier geen aanknopingspunten te vinden zijn dat deze bij verdachte zijn aangetroffen en door aangeefster zijn herkend. Tevens zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de ten laste gelegde braak, verbreking en/of inklimming, nu dit niet bewezen kan worden
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
In de nacht van 28 op 29 november 2009 zijn op de [adres] te Apeldoorn twee kentekenplaten met kentekennummer [kenteken4] van een zwarte Toyota gestolen.20 Op 30 november 2009 wordt door de politie geconstateerd dat deze kentekenplaten zijn bevestigd aan de bij verdachte aangetroffen rode Toyota (zie feit 3). 21 Bij de politie en ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven hierover niets te willen verklaren.22
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt dat op grond van de aangifte en de bevindingen van de politie de tenlastegelegde heling van de kentekenplaten bewezen kan worden verklaard. De kentekenplaten zijn aangebracht op de Toyota die wordt aangetroffen bij verdachte. Hij geeft niet aan op welke wijze hij aan de platen is gekomen. Hieruit valt af te leiden dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de platen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig waren.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De verdediging betwist dat verdachte een redelijk vermoeden kan worden aangerekend.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan schuldheling worden bewezen. Er is aangifte gedaan. 23 De platen zijn bevestigd op de auto die wordt aangetroffen bij verdachte.24 Verdachte is op dat moment de enige gebruiker van de auto. Hij geeft geen verklaring voor het aantreffen van de kentekenplaten op deze auto.25 De kentekenplaten zijn gestolen nadat de Toyota is gezien op de [adres]. De kentekenplaten zijn provisorisch bevestigd op de Toyota, terwijl de originele kentekenplaten van de Toyota zich in de Toyota zelf bevinden. Bij deze stand van zaken kan het niet anders zijn dan dat verdachte bij het voorhanden krijgen van de kentekenplaten had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig waren.
ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Aangeefster meldt dat in de nacht van 2 op 3 december 2009 een ruitje van de achterdeur is ingeslagen en de sleutelbos uit de deur is mee genomen.26 Ook is de witte BMW die buiten stond weg. Na een tip van de verzekeringsmaatschappij wordt deze auto op 6 december 2009 aangetroffen met een lekke achterband aan de [adres] te Apeldoorn bij een pand waar kamers worden verhuurd. Dit is vlak bij de [adres] te Apeldoorn waar verdachte enige tijd onderdak heeft gehad. Een sleutel c.q. afstandsbediening die op 4 december 2009 wordt gevonden in de Mercedes die bij verdachte werd aangetroffen (zie feit 1) blijkt te passen op de BMW.27 Bij de politie en ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven hierover niets te willen verklaren.28
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt dat op grond van de aangifte en de bevindingen van de politie de tenlastegelegde heling van de sleutel bewezen kan worden verklaard. De sleutel wordt aangetroffen bij verdachte. Hij geeft daar geen verklaring voor. Hieruit kan worden afgeleid dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de sleutel redelijkerwijs moest vermoeden dat het om een door misdrijf verkregen goed ging.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De verdediging betwist dat verdachte een redelijk vermoeden kan worden aangerekend.
Beoordeling door de rechtbank
Hoewel de sleutel bij verdachte is aangetroffen en past op de gestolen BMW die in de buurt van de verblijfplaats van verdachte is aangetroffen komt de rechtbank niet toe aan een bewezenverklaring van de diefstal van de sleutel en de BMW door verdachte nu uit het dossier niet naar voren komt dat de sleutel en BMW kort na de diefstal bij verdachte zijn aangetroffen. Verdachte is ook niet kort na de diefstal gezien in de BMW.
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de sleutel. De sleutel wordt aangetroffen bij verdachte. Hij wil hier geen uitleg over geven.29 Bij deze stand van zaken kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de sleutel had moeten weren dat het een van misdrijf afkomstig goed betrof.
parketnummer 06/801130-09
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Op 15 mei 2009 om 6.20 uur ziet de politie in Apeldoorn twee fietsers over het trottoir rijden. Van de bagagedragers vallen kledingstukken. Beide fietsers zijn er vandoor gegaan. Uiteindelijk kan een fietser, genaamd [naam8], worden aangehouden.30 Op het politiebureau verklaart [naam8] dat hij samen met [verdachte] kleding heeft gestolen uit de tentoonstellingsruimte op het voorterrein van paleis Het Loo.31 Verdachte meldt zichzelf bij de politie en hij heeft het feit bij de politie en ter terechtzitting bekend.32 Er is aangifte gedaan.33
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het aan verdachte ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard op basis van de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, de aangifte en de verklaring van [naam8].
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat hij zich met betrekking tot de bewezenverklaring zal refereren aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de aangifte34, de verklaring van [naam8]35 en de bekennende verklaring van verdachte36 komt de rechtbank tot bewezenverklaring van dit feit.
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Volgens [naam8] voornoemd hebben verdachte en hij op 15 mei 2009 ook drank weggenomen vanaf het terrein van de tennisclub De Manege aan de [adres] in Apeldoorn. Na verhoor wordt [naam8] om 12.30 uur heengezonden. Tegen [verdachte] wordt een aanhoudingsbevel uitgevaardigd. Op 15 juni 2009 meldt [verdachte] zich vrijwillig bij de politie. Hij bekent samen met [naam8] kleding bij 't Loo en drank bij de tennisvereniging te hebben gestolen. Tevens bekent hij drie lege koolzuurflessen te hebben gestolen bij de tennisvereniging en daar 120 euro statiegeld per fles voor te hebben ontvangen. Daarvan heeft hij cocaïne gekocht en een hotelovernachting betaald.37 Naar aanleiding van informatie door de politie hierover wordt door de manege aangifte gedaan waarbij men zegt dat de goederen eigendom zijn van Brasserie Court One B.V.38
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het aan verdachte ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard op basis van de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, de aangifte en de verklaring van [naam8].
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat hij zich met betrekking tot de bewezenverklaring zal refereren aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de aangifte39, de verklaring van [naam8]40 en de bekennende verklaring van verdachte41 komt de rechtbank tot bewezenverklaring van dit feit.
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Op 3 juni 2009 werd aangifte gedaan door Best Western Hotel Het Loo dat iemand had proberen in te breken. Er zijn prints van de beveiligingscamera aan de politie ter beschikking gesteld. Personeelsleden hebben verdachte [verdachte] daarop herkend. Later wordt duidelijk dat er uit één van de zalen een beamer is gestolen. Na zijn aanhouding wordt verdachte over deze zaak gehoord. Hij bekent uit een van de zalen een beamer te hebben gestolen. Deze heeft hij geruild voor cocaïne.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het aan verdachte ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard op basis van de bekennende verklaring van verdachte42 en de aangifte.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat hij zich met betrekking tot de bewezenverklaring zal refereren aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de aangifte43 en de bekennende verklaring van verdachte44 komt de rechtbank tot bewezenverklaring van dit feit.
parketnummer 06/850126-10
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Op 30 december 2009 wordt het personeel van de penitentiaire inrichting door een gedetineerde gewaarschuwd dat zijn celgenoot, verdachte, van plan is te vluchten
door middel van het gijzelen van personeel. Daartoe heeft hij al een kapotte fles, elektriciteitssnoer en twee tandenborstels met scheermesjes in zijn bezit. Verdachte is daarop door het interne bijstandsteam uit zijn cel gehaald. Hij bleek drie lagen kleding over elkaar heen te dragen. Bij een doorzoeking in zijn cel werd bovengenoemd geïmproviseerd wapentuig gevonden. Medegedetineerde [naam9] heeft verklaard dat verdachte hem had gezegd dat hij wilde vluchten, een vrouwelijke bewaker wilde gijzelen, buiten een auto zou pakken en naar Polen zou gaan. Verdachte heeft dit ontkent. Hij verklaart dat [naam9] wilde vluchten en daartoe de voorwerpen had geprepareerd. Verdachte verklaart tevens dat hij het wel een goed idee vond te ontsnappen maar dan zonder een bewaker te pakken.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring. Zij stelt dat [naam9] het personeel van de inrichting heeft gewaarschuwd, hetgeen niet voor de hand ligt indien hij, zoals verdachte aanvoert, degene is die de ontsnapping middels gijzeling aan het voorbereiden is geweest. Daarnaast stelt de officier van justitie dat indien verdachte zoals hij verklaart niet (actief) aan de voorbereiding meedeed maar wel met [naam9] mee wilde ontsnappen hem de voorbereidingshandelingen in de cel mede kunnen worden toegeschreven.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman van verdachte concludeert tot vrijspraak. Het verhaal van [naam9] wordt niet door andere bewijsmiddelen ondersteund, aldus de raadsman.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte voorbereidingshandelingen heeft verricht met betrekking tot een gijzeling of vrijheidsberoving nu er naast de belastende verklaring van [naam9] geen steunbewijs is. Het verhaal van verdachte dat [naam9], die vast zat in verband met verdenking van gewelddadige overvallen, degene was die de gewelddadige ontsnapping aan het voorbereiden was kan niet geheel worden weerlegd. De omstandigheid dat [naam9] het personeel heeft gewaarschuwd lijkt weliswaar een aanwijzing te zijn dat niet hij maar verdachte de gijzeling c.q. vrijheidsberoving aan het voorbereiden was, maar is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om dit met zekerheid te kunnen stellen. Voor dit feit dient verdachte dan ook te worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 06/460440-09
hij op 04 december 2009 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Mercedes type E320 met kenteken [kenteken1]) en een contactsleutel (behorende bij een Mercedes met kenteken [kenteken2]) en meerdere bankpassen en creditcard en ID kaart op naam van [naam1], geheel of ten dele toebehorende aan [naam1] en/of Leaseplan Nederland N.V. waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
hij in de periode van 30 november 2009 tot en met 4 december 2009 te Apeldoorn, een rijbewijs en een creditcard (Visa Card) en een ABN Amro pas op naam [naam2] voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat rijbewijs en die creditcard en die ABN Amro pas redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 19 november 2009 te Apeldoorn alleen, - met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen een autosleutel (behorend bij een aubergine rode Toyota Avensis), geheel of ten dele toebehorende aan [naam3] en/of [naam4] en vervolgens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (een aubergine rode Toyota Avensis, kenteken [kenteken3]), geheel of ten dele toebehorende aan [naam3] en/of [naam4], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
hij in de periode van 28 november 2009 tot en met 29 november 2009 te Apeldoorn kentekenplaten ([kenteken4]) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die kentekenplaten redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
hij in of omstreeks de periode van 2 december 2009 tot en met 4 december 2009 te Apeldoorn, een autosleutel (behorend bij een witte BMW) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die autosleutel redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
parketnummer 06/801130-09
hij in de periode van 14 mei 2009 tot en met 15 mei 2009 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid kledingstukken, geheel of ten dele toebehorende aan
Transit Fashion en/of NZA;
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 14 mei 2009 tot en met 17 mei 2009 in de gemeente Apeldoorn telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid frisdrank en drie koolzuurflessen, geheel of ten dele
toebehorende aan Brasserie Court One BV;
hij in de periode van 2 juni 2009 tot en met 3 juni 2009 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een hotel heeft weggenomen een beamer (merk Sony) en een koffer en een hoeveelheid kabels en een beamertas en reinigsvloeistof en een
(laptop)speakerset, geheel of ten dele toebehorende aan Kepner-Tregoe Netherlands, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen
goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
parketnummer 06/460440-09
feit 1:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
feit 3:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
parketnummer 06/801130-09
feit 1:
Diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2:
Diefstal, meermalen gepleegd;
feit 3:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
Door klinisch psycholoog - psychotherapeut drs. J.H.A.M. Kobussen is een psychologisch onderzoek verricht. Hieruit komt naar voren dat bij verdachte sprake is van ernstige persoonlijkheidsproblematiek en een ADHD stoornis. Verdachte reageert daardoor impulsief, is sensatiezuchtig, heeft een gebrekkige gewetensfunctie en neemt geen verantwoording voor zijn gedrag. De verveling en rusteloosheid maken hem extra gevoelig voor verslaving. Met betrekking tot de toerekenbaarheid concludeert de psycholoog tot "licht verminderde mate". Het advies is om verdachte langere tijd een behandeling te laten ondergaan in een forensische kliniek. Een "terugdring recidive traject" waarbij vanuit detentie opname in een kliniek kan plaatsvinden zou, mits de duur van de gevangenisstraf dit toelaat, daartoe mogelijkheden bieden. Ook de reclassering ziet dit als een passend traject.
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft in dit verband betoogd dat het ernstige feiten zijn waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt, dat verdachte veel ellende heeft bezorgd aan andere mensen en dat hij veel schade heeft aangericht. Er zijn al vele behandelmogelijkheden aan verdachte aangeboden, maar het heeft allemaal niet mogen baten. Dan resteert er maar één mogelijkheid en dat is straffen, aldus de officier van justitie. Zij heeft bij deze vordering rekening gehouden met de licht verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnissen van de kinderrechter van 18 oktober 2007 en de meervoudige strafkamer van 17 september 2008 voorwaardelijk opgelegde straffen, vraagt de officier van justitie deze ten uitvoer te leggen.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest op te leggen. Daarnaast vraagt de raadsman een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met de bijzondere voorwaarde van verplicht reclasseringscontact, waarbij de nadruk komt te liggen op het voorkomen van recidive in het algemeen en het leren 'nee-zeggen' in het bijzonder.
Met betrekking tot de vorderingen tot tenuitvoerlegging verzoekt de raadsman afwijzing.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige feiten waarbij veel overlast en schade is veroorzaakt. De rechtbank heeft kennisgenomen van de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat hij, ondanks zijn jonge leeftijd, al meerdere malen eerder tot gevangenisstraf, werkstraffen en geldboetes is veroordeeld. Bovendien zijn onderhavige feiten gepleegd gedurende twee lopende proeftijden. Deze straffen en de daarin begrepen waarschuwingen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De aard en de ernst van de feiten rechtvaardigen het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank houdt rekening met de "enigszins verminderde toerekenbaarheid" van verdachte, zoals de psycholoog heeft geconcludeerd en welke conclusie de rechtbank overneemt.
Het wordt verdachte aangerekend dat hij bij een aantal feiten waarbij hij betrokken is geweest geen opening van zaken heeft willen geven.
De rechtbank acht een behandeling noodzakelijk en zij gaat er van uit dat verdachte in aanmerking zal komen voor het "terugdringend recidive traject"en beveelt dit ook sterk aan.
Al het voorgaande in aanmerking nemend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden passend en geboden.
In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu de voorwerpen geheel of grotendeels door middel van het bewezen verklaarde zijn verkregen.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij Leaseplan Nederland N.V. heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 11.928,88 gevoegd in het strafproces ten aanzien van parketnummer 06/460440-09 en het daarin onder 1 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen ten aanzien van parketnummer 06/460440-09 onder 1 rechtstreeks tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
De benadeelde partij [naam4] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 774,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van parketnummer 06/460440-09 en het daarin onder 3 ten laste gelegde.
De rechtbank zal [naam4] niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering.
De benadeelde partij Bastion Hotel Groep heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 353,95 gevoegd in het strafproces ten aanzien van parketnummer 06/801130-09 en het daarin onder 3 ten laste gelegde.
De rechtbank zal Bastion Hotel Groep niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu de benodigde machtiging ontbreekt. De benadeelde partij kan desgewenst haar vordering nog aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht telkens de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
Vordering tenuitvoerlegging
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten, dienen de bij vonnissen van de Kinderrechter te Zutphen van 18 oktober 2007 (parketnummer 06/850708-07) en van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Zutphen van 17 september 2008 (parketnummer 06/460299-08) voorwaardelijk opgelegde straffen ten uitvoer gelegd te worden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 33, 33a, 36f, 57, 310, 311, 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 06/850126-10 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder parketnummer 06/460440-09 en parketnummer 06/801130-09 heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
parketnummer 06/460440-09
* Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
* Schuldheling;
* Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
* Schuldheling;
* Schuldheling;
parketnummer 06/801130-09
* Diefstal door twee of meer verenigde personen;
* Diefstal, meermalen gepleegd;
* Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
o Geld, 30 Franse franks (1x briefje van 10, 1x briefje van 20);
o Geld, 6000 Roemeens Leu (3 briefjes van 2.000);
o Mobiele telefoon, Nokia 2330 Classic zwart;
o Telfort Simkaart;
* gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer te Zutphen van 17 september 2008, te weten van:
8 maanden gevangenisstraf;
* gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter te Zutphen van 18 oktober 2007, te weten van:
40 uur werkstraf subsidiair 20 dagen jeugddetentie;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Lease Plan Nederland N.V., 1300 EB Almere-Stad [adres], rekeningnummer [nummer], van een bedrag van € 11.928,88, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
* verklaart de benadeelde partijen [naam4] en Bastion Hotel Groep Stichting in haar vorderingen niet-ontvankelijk en verwijst deze benadeelde partijen in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil;
* Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het benadeelde partij Lease Plan Nederland N.V., een bedrag te betalen van € 11.928,88, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 94 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
* Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Krijger, voorzitter, Heenk en Aufderhaar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Oosting, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 juni 2010.
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2010008720-53, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn Noord-West, gesloten en ondertekend op 2 februari 2010.
2 Proces-verbaal van aangifte van [naam1], p. 212-216
3 Proces-verbaal van bevindingen, p. 116-120
4 Proces-verbaal verhoor verdachte [naam7], p. 189-192
5 Stam proces-verbaal, p. 11
6 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141-142
7 Proces-verbaal van bevindingen, p. 116-120
8 Proces-verbaal verhoor verdachte [naam7], p. 189-192
9 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141-142
10 Proces-verbaal van bevindingen, p. 219-222
11 Proces-verbaal van aangifte, p. 227-231
12 Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 232-233
13 Processen-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141 en p. 149
14 Proces-verbaal van bevindingen, p. 219-222
15 Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam7], p. 195-198
16 Processen-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141 en p. 149
17 Proces-verbaal van aangifte, p. 237-242
18 Proces-verbaal van bevindingen, p. 25-27
19 Processen-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141 en p. 149
20 Proces-verbaal van aangifte, p. 248-250
21 Proces-verbaal van bevindingen, p. 25-27 en p. 43
22 Processen-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141 en p. 149
23 Proces-verbaal van aangifte, p. 248-250
24 Proces-verbaal van bevindingen, p. 25-27 en p. 43
25 Processen-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141 en p. 149
26 Proces-verbaal van aangifte, p. 263-269
27 Proces-verbaal van bevindingen, p. 271
28 Processen-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141 en p. 149
29 Processen-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 141 en p. 149
30 Proces-verbaal van aanhouding, p. 9-10
31 Proces-verbaal van verhoor, p. 21-23
32 Proces-verbaal van verhoor, p. 26-28
33 Proces-verbaal van aangifte, p. 17-18
34 Proces-verbaal van aangifte, p. 17-18
35 Proces-verbaal van verhoor, p. 21-23
36 Proces-verbaal van verhoor, p. 26-28
37 Proces-verbaal van verhoor, p. 26-28
38 Proces-verbaal van aangifte, p. 43-44
39 Proces-verbaal van aangifte, p. 43-44
40 Proces-verbaal van verhoor, p. 21-23
41 Proces-verbaal van verhoor, p. 26-28
42 Proces-verbaal van verhoor, p. 26-28
43 Proces-verbaal van aangifte, p. 33-34
44 Proces-verbaal van verhoor, p. 39-41