RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/801294-09
Uitspraak d.d.: 3 juni 2010
tegenspraak / oip
[verdachte A],
geboren te [plaats, 1988],
wonende te [adres],
raadsvrouw: mr. Van Veldhuizen advocaat te Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 mei 2010.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 10 augustus 2009 tot en met 11 augustus
2009 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
heeft weggenomen een geldbedrag (te weten 20 Euro), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen deze [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de
vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader:
- de fiets van die [slachtoffer] op de grond heeft/hebben gegooid en/of
- die [slachtoffer] de weg/gang heeft/hebben versperd door (tezamen) voor hem te gaan staan en/of door hem vast en/of tegen te houden en/of
- die [slachtoffer] tegen een muur heeft/hebben gedrukt/geduwd en/of
- de vuist opgeheven heeft/hebben gehouden ter hoogte van de neus van die [slachtoffer] en/of (hierbij) de volgende (dreigende) woorden heeft/hebben toegevoegd: "wil je er één (1) of twee (2) klappen op hebben?" en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geduwd en/of op/tegen/aan het lichaam en/of kleding heeft/hebben getrokken en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met gebalde vuist) heeft/hebben geslagen en/of gestompt in/op/tegen het gezicht en/of de wang, althans het hoofd en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of de keel en/of de hals heeft/hebben dichtgeknepen en/of
- (met kracht) (met geschoeide voet) die [slachtoffer] heeft/hebben geschopt en/of getrapt op/tegen het (linker) (boven)been, althans het lichaam en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met geschoeide voet) heeft/hebben geschopt en/of getrapt op/tegen de (rechter)heup, althans het lichaam en/of
- aan die [slachtoffer] de volgende (dreigende) woorden heeft/hebben toegevoegd: "Als je naar de politie gaat maak ik je af" en/of "Als je naar het uitzendbureau gaat maak ik je af" en/of
- (met kracht) de hand(en) van die [slachtoffer] uit diens (broek)zak(ken) heeft/hebben gehaald en/of getrokken en/of
- de portemonnee van deze [slachtoffer] uit diens (broek)zak heeft/hebben gepakt en/of gegrist;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 10 augustus 2009 tot en met 11 augustus
2009 in de gemeente Apeldoorn met een ander of anderen, op of aan de openbare
weg, De Voorwaarts, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in
vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit
- het op de grond gooien van de fiets van deze [slachtoffer] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, duwen en/of trekken op/tegen/aan het lichaam
en/of de kleding en/of
- het tegen een muur aan duwen en/of drukken en/of
- het meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met gebalde vuist) slaan en/of
stompen in/op/tegen het gezicht en/of de wang, althans het hoofd en/of
- het (daarbij) vastpakken en/of vasthouden en/of dichtknijpen van de keel
en/of hals en/of
- het (met kracht) (met geschoeide voet) schoppen en/of trappen op/tegen het
(linker) (boven)been, althans het lichaam en/of
- het meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met geschoeide voet) schoppen
en/of trappen op/tegen de (rechter)heup, althans het lichaam;
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 10 augustus 2009
tot en met 11 augustus 2009 in de gemeente Apeldoorn opzettelijk mishandelend
[slachtoffer]
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met gebalde vuist) heeft geslagen
en/of gestompt in/op/tegen het gezicht en/of de wang, althans het hoofd en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (bij) de keel en/of de
hals heeft (vast)gepakt en/of (vast)gegrepen en/of
- (met kracht) de keel en/of de hals heeft dicht geknepen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (met geschoeide voet) heeft
geschopt en/of getrapt op/tegen de (rechter)heup, althans het lichaam,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
De raadsvrouw heeft aangevoerd -met verwijzing naar de Salduz-jurisprudentie- dat de verklaring van verdachte bij de politie moet worden uitgesloten van het bewijs. Verdachte werd verdacht van het overtreden van artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht, een zogenaamd categorie A feit. Dit brengt met zich mee dat de politie contact tussen verdachte en raadsman dwingend tot stand dient te brengen, vanwege de 12-jaarsgrond, en ook dat verdachte geen afstand kan doen van bijstand van een raadsman.
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het door de verdediging gedane verweer, overeenkomstig hetgeen is bepaald in de Salduz-jurisprudentie, dient te worden verworpen. Verdachte is voor aanvang van het eerste verhoor door de politie, op zijn recht op bijstand door een advocaat gewezen. Verdachte heeft uitdrukkelijk afstand gedaan van dit recht.
Nu verdachte uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van zijn recht op bijstand van een advocaat (pag. 19 van het proces-verbaal), het door raadsvrouw aangevoerde categorie A geen wettelijke bepaling is en de verdachte ter zitting in grote lijnen zijn verklaring, zoals bij de politie afgelegd, heeft bevestigd, wordt het verweer van de raadsvrouw verworpen.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde. Het betreft hier een samenloop van de feiten.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde vrijgesproken dient te worden. Verdachte had geen opzet/oogmerk tot het wegnemen van geld of goederen van [slachtoffer], zijn actie was erop gericht om [slachtoffer] enige klappen te verkopen. Tevens was er geen sprake van samenwerking met [verdachte B], noch voorafgaand, noch tijdens het handgemeen. Er is evenmin overleg gevoerd tussen verdachte en [verdachte B] en verdachte heeft geen deel gehad van het geld dat [verdachte B] van [slachtoffer] heeft gekregen. Verdachte erkent dat hij [slachtoffer] een aantal malen in het gezicht heeft geslagen en met de binnenkant van zijn voet een zachte kick tegen het bovenbeen van die [slachtoffer] heeft gegeven.
Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden.
De aangever [slachtoffer]2 heeft verklaard dat hij op 10 augustus 2009 met [getuige A] door de wijk De Maten in Apeldoorn fietste. [verdachte A] en een andere jongen fietsten achter hen. [getuige A] kreeg problemen met zijn ketting en stopte, waarna aangever ook is gestopt. [verdachte A] stopte daarop ook, deed zijn pet af, zijn jas uit en zette zijn bril af. [verdachte A] pakte aangever bij de keel vast en kneep deze dicht. [verdachte A] stompte aangever een keer of 3 tot 5 keer met gebalde vuist op de linker- en rechterwang, terwijl hij aangever bij de keel vasthield. Aangever voelde duidelijk pijn. Hierna liet [verdachte A] hem los. Aangever probeerde weg te komen, maar werd tegengehouden door [verdachte A]. [verdachte A] duwde hem tegen de muur en ging daarna breeduit voor hem staan. Aan de andere kant stond de andere jongen en hierdoor kon aangever geen kant op. Hij vond dit heel bedreigend. Hierna werd hij keihard op zijn linkerbovenbeen geschopt door de andere jongen. [verdachte A] trapte hem keihard net boven zijn rechterheup. Aangever had zijn handen in zijn broekzakken en deze werden door de andere jongen uit zijn broekzakken getrokken. De andere jongen haalde zijn portemonnee uit zijn linkerbroekzak. Uit de portemonnee zijn twee briefjes van 10 euro weggenomen. De andere jongen gooide de portemonnee daarna op de grond. Hierna zijn [verdachte A] en de andere jongen weggegaan.
De getuige [getuige A]3 heeft verklaard dat hij op 10 augustus 2009 met [voornaam slachtoffer] ([slachtoffer]) door de wijk De Maten in Apeldoorn fietste. Het bleek dat er twee jongens achter hen fietsten. [getuige A] en [slachtoffer] stopten, omdat de fietsketting van [getuige A] los zat. De twee andere jongens stopten daarop ook. [getuige A] zag dat [slachtoffer] door die jongens werd aangehouden en dat zij hem de weg blokkeerden. Één van de jongens zei dat [slachtoffer] met zijn ex-vriendin had zitten flirten. Die jongen gaf daarna meerdere vuistslagen op het gezicht van [slachtoffer]. Hij sloeg met kracht en [slachtoffer] schreeuwde het uit van pijn. [slachtoffer] probeerde weg te komen, maar werd door beide jongens tegengehouden. Ze trapten en duwden hem daarbij. [getuige A] probeerde met de jongens te praten en ze te kalmeren, maar hierdoor werden ze alleen maar kwader. [slachtoffer] kreeg nog een paar klappen /vuistslagen in zijn gezicht, beide jongens sloegen hem. Één van de jongens zei tegen [slachtoffer] dat hij zijn geld af moest geven. [slachtoffer] pakte zijn portemonnee uit zijn broekzak, hij haalde geld eruit en gaf dat aan die jongens. Later bleek dat het om 20 euro ging. Ondertussen stonden ook twee andere mensen, waaronder [getuige B], aan de andere kant van de tunnel.
De getuige [getuige B]4 heeft verklaard dat zij op 10 augustus 2010 in Apeldoorn een vechtpartij in een tunneltje zag. Zij zag dat [voornaam slachtoffer] [slachtoffer] klappen kreeg van [verdachte A]. Zij heeft [voornaam slachtoffer] een keer "au" horen zeggen.
De medeverdachte [verdachte B]5 heeft verklaard dat hij op 10 augustus 2009 in Apeldoorn met [verdachte A] achter [voornaam slachtoffer] en een andere jongen aan reed. [verdachte A] was boos omdat [voornaam slachtoffer] met de vriendin van [verdachte A], genaamd [getuige B], had geflirt. Zij reden onder een tunneltje door en [verdachte A] deed zijn jas uit en zijn bril af. [verdachte A] liep op [voornaam slachtoffer] af en plaagde hem met een paar zachte klapjes, dat ging heel lang door. Die andere jongen wilde zich er mee bemoeien en [verdachte B] zei tegen hem dat hij zich er beter niet mee kon bemoeien. [verdachte B] heeft toen tegen [voornaam slachtoffer] gezegd dat hij zijn geld moest afgeven. [voornaam slachtoffer] deed zijn handen in zijn zakken. [verdachte B] zei tegen [verdachte A] dat hij de handen van [voornaam slachtoffer] uit diens zakken moest halen en hij pakte daarna de portemonnee van [voornaam slachtoffer] uit zijn broekzak. Hij pakte er twee biljetten van 10 euro uit en de portemonnee gooide hij daarna naar [voornaam slachtoffer].
De verklaring van de verdachte, ter terechtzitting afgelegd, zakelijk weergegeven:
Ik heb [voornaam slachtoffer] [slachtoffer] op 10 augustus 2009 in Apeldoorn wel een paar tikken verkocht. Ik heb naar mijn idee niet zijn handen uit zijn broekzakken getrokken, maar ik weet dat niet meer helemaal zeker. Ik heb hem ook nog een tik met de binnenkant van mijn voet gegeven, dus geschopt. Ik heb hem ook stevig bij zijn kraag van de kleding vastgepakt. Het zou kunnen dat daardoor zijn keel dicht kwam. Ik heb hem ook tegen de muur geduwd.
Beoordeling door de rechtbank van het bewijsverweer
Uit het dossier is komen vast te staan dat de medeverdachte tegen de aangever zei dat hij zijn geld moest afgeven. De medeverdachte zegt daarna tegen verdachte dat hij de handen van de aangever uit diens broekzakken moet halen en verdachte doet dit ook, waarop de medeverdachte de portemonnee van de aangever uit diens broekzak pakt. Verdachte had derhalve kunnen weten dat de medeverdachte de portemonnee van de aangever zou pakken.
De verdachte en zijn medeverdachte hebben gezamenlijk de aangever tegengehouden. De verdachte heeft de aangever geslagen en geschopt en de medeverdachte heeft zich niet gedistantieerd en heeft de getuige [getuige A] weggehouden.
Het verweer moet derhalve verworpen worden.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in de periode van 10 augustus 2009 tot en met 11 augustus 2009 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag (te weten 20 Euro), toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en gevolgd van geweld met geweld tegen deze [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededader:
- (met kracht) de handen van die [slachtoffer] uit diens broekzakken hebben getrokken en
- de portemonnee van deze [slachtoffer] uit diens broekzak hebben gepakt.
hij in de periode van 10 augustus 2009 tot en met 11 augustus 2009 in de gemeente Apeldoorn met een ander, op of aan de openbare weg, De Voorwaarts, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit
- het meermalen duwen en/of trekken tegen het lichaam en
- het tegen een muur aan duwen en
- het meermalen met kracht (met gebalde vuist) slaan en/of stompen tegen het gezicht en
- het (daarbij) dichtknijpen van de keel en
- het (met kracht) (met geschoeide voet) schoppen tegen het linker bovenbeen en
- het (met kracht) (met geschoeide voet) trappen tegen de rechterheup.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk die diefstal gemakkelijk te maken;
Feit 2 primair:
Openlijk en in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten is, gelet op zijn ADHD en het ten tijde van het plegen van de feiten niet voorhanden zijn van medicatie.
De conclusie van de raadsvrouw wordt niet gestaafd door een psychologisch- of psychiatrisch rapport en in het rapport van de reclassering wordt evenmin gesproken over verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Het verweer wordt verworpen.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis;
- hoofdelijke toewijzing van de schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van € 275,00 en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De raadsvrouw heeft subsidiair namens de verdachte bepleit een geheel voorwaardelijke werkstraf op te leggen, de vordering van de benadeelde partij tot ten hoogste € 50,00 toe te wijzen en de schadevergoedingsmaatregel af te wijzen. Meer subsidiair wordt bepleit een onvoorwaardelijke werkstraf, met daarop in mindering de 50 uren die verdachte al aan therapie heeft besteed, op te leggen met daarnaast een geringe voorwaardelijke straf.
De rechtbank heeft in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte een heel bedreigende situatie voor het slachtoffer heeft doen ontstaan. De verdachte heeft aangegeven dat hij boos was op het slachtoffer, omdat deze met zijn vriendin zou hebben geflirt. Verdachte is bewust achter het slachtoffer aangefietst om het daar op aan te spreken en hem "te pakken". Het slachtoffer was dusdanig angstig na de aanval dat hij in eerste instantie geen aangifte durfde te doen. Het is een feit van algemene bekendheid dat tengevolge van dit soort feiten onrust in de samenleving en vrees bij de slachtoffers ontstaat.
De rechtbank houdt rekening met het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten.
Anderzijds houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte zich heeft aangemeld bij Kairos en daar een agressie beheersingstherapie heeft gevolgd, waarna nog een therapie zal volgen. Verdachte geeft er blijk van oprecht spijt te hebben van zijn daden.
In het met betrekking tot verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies van Reclassering Nederland (M.C. Huisman) d.d. 16 april 2010 staat dat het recidiverisico wordt ingeschat als laag. De reclassering adviseert een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf, zonder bijzondere voorwaarden, en een werkstraf op te leggen.
Rekening houdende met de persoonlijke omstandigheden van verdachte acht de rechtbank een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank acht daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op zijn plaats, teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 275,00 wegens immateriële schade gevoegd in het strafproces ten aanzien van het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tot hoofdelijke toewijzing van de vordering geconcludeerd, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft matiging van de vordering van de benadeelde partij bepleit en afwijzing van de schadevergoedingsmaatregel, nu deze maatregel in strijd is met het ne bis in idem beginsel.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het 2 primair bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar tot een bedrag van € 275,00.
Het door de raadsvrouw gevoerde verweer ne bis in idem wordt verworpen, nu hiervoor geen steun in de wet te vinden is.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 36f, 57, 141, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdacht tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
* bepaalt, dat deze gevangenisstraf, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten: een werkstraf gedurende 200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 (honderd) dagen;
* Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
* veroordeelt verdachte inzake feit 2 primair tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer], [adres] (rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 275,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2009 en vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd, een bedrag te betalen van € 275,00, vermeerderd met de wettelijke rente als boven bedoeld en met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 5 dagen hechtenis zullen kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Van der Hooft en Feraaune, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 juni 2010.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009039414-20, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op 30 augustus 2009.
2 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 35
3 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 43
4 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 47
5 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 31