ECLI:NL:RBZUT:2010:BM6796

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
4 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940083-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Davids
  • A. van Valderen
  • F. Feraaune
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere overvallen op eetgelegenheden in Apeldoorn met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte B., die werd beschuldigd van het plegen van meerdere overvallen op eetgelegenheden in Apeldoorn. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte op verschillende data, van 30 oktober 2009 tot en met 28 december 2009, samen met anderen of alleen, geweld heeft gebruikt en bedreigingen heeft geuit om geld en goederen af te persen van slachtoffers. De feiten omvatten onder andere het gebruik van vuurwapens en het dreigen met geweld, wat leidde tot ernstige psychische gevolgen voor de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact. De rechtbank heeft rekening gehouden met de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan een autistische stoornis en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft ook de impact van de overvallen op de slachtoffers en de maatschappij in overweging genomen, en heeft besloten tot een lagere straf dan door de officier van justitie was geëist.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940083-10
Uitspraak d.d.: 4 juni 2010
Tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats op 1989],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Doetinchem.
Raadsman: mr. F. Leemans, advocaat te Apeldoorn.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 21 mei 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 30 oktober 2009 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer A] heeft gedwongen tot de afgifte van 420 Euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer A] en/of [snackbar], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een kous over zijn hoofd en/of een (vuur)wapen, althans een daarop gelijke voorwerp, in zijn, verdachtes, hand(en) in de richting van die [slachtoffer A] is/zijn gelopen en/of daarbij meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer A] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geld" en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] een tas heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [slachtoffer A] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd:"Schiet op" en/of "Geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 04 november 2009 te Apeldoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B] en/of [cafetaria A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer B], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- met een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, hand(en) voornoemd cafetaria heeft/hebben betreden, althans naar binnen is/zijn gegaan en/of
- in de richting van die [slachtoffer B] is/zijn gelopen en/of daarbij die [slachtoffer B] meermalen, althans eenmaal, de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Money, money" en/of
- (vervolgens) meermalen op de knoppen van de kassa heeft gedrukt/geslagen, althans heeft getracht de kassa te openen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 04 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer C] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer C] en/of [cafetaria B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, in zijn, verdachtes, handen in de richting van die [slachtoffer C] is/zijn gelopen en/of
- (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer C] heeft/hebben gericht en/of heeft/hebben gericht gehouden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer C] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Dit is een overval. Geld, geld. Briefjes, briefjes. Snel, snel" en/of
- (vervolgens), terwijl op die [slachtoffer C] een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd gericht, die [slachtoffer C] een geopende tas heeft/hebben voorgehouden;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 07 november 2009 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [cafetaria C] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen van zijn gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E], althans aan (de eigenaren van) [cafetaria C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- naar [cafetaria C] is/zijn gegaan en/of
- (daarbij) een pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben meegenomen en/of
- dit cafetaria heeft/hebben betreden en/of het pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op eerdergenoemde medewerker(s) heeft/hebben gericht en/of
- (daarbij) heeft/hebben geroepen: "geld, geld", althans woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 07 november 2009 te Apeldoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [cafetaria C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met één of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- naar [cafetaria C] is/zijn gegaan en/of
- (daarbij) een pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben meegenomen en/of
- dit cafetaria heeft/hebben betreden en/of het pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op eerdergenoemde medewerker(s) heeft/hebben gericht en/of
- (daarbij) heeft/hebben geroepen: "geld, geld", althans woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 28 december 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer G] en/of [slachtoffer H] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of de inhoud van de kassalade, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [pizzeria], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader(s):
- het gezicht bedekt heeft/hebben met een bivakmuts en/of een panty, althans met soortgelijke voorwerpen en/of
- aan die [slachtoffer H] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "the money, the money" en/of "de kassa, de kassa" en/of "geld, geld, overval", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- daarbij een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp op de borst van die [slachtoffer H] heeft/hebben gezet en/of gericht en/of
- (vervolgens) aan die [slachtoffer H] en/of [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd: " we willen geld", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer G] een geopende vuilniszak heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "ook het muntgeld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- daarbij een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp op duidelijk zichtbare wijze heeft/hebben getoond;
(parketnummer: 460480-09)
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op meerdere, althans één, tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 oktober 2009 tot en met 28 december 2009 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een gaspistool (merk Rohm, type RG96, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet Wapens en Munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
(parketnummer: 460480-09)
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
1. In de periode van 30 oktober 2009 tot en met eind december 2009 vindt er een zestal overvallen dan wel poging tot overvallen plaats op eetgelegenheden in Apeldoorn.
Standpunt van het openbaar ministerie
2. De officier van justitie heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
3. Door en namens verdachte is vrijspraak bepleit voor het onder 2 ten laste gelegde. Daartoe is - kort samengevat - aangevoerd dat bij de overige aan verdachte ten laste gelegde feiten steeds sprake was van afpersing. Onder feit 2 is een poging tot diefstal met geweld dan wel bedreiging met geweld ten laste gelegd, maar het enkele drukken op de kassa kan niet worden aangemerkt als een handeling gericht op het wegnemen van geld.
Ten aanzien van een bewezenverklaring van de feiten 1 en 3 tot en met 6 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank is allereerst van oordeel dat het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, waarbij zij zich baseert op de volgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 1:
- de aangifte van [slachtoffer A] namens [snackbar]2;
- de bekennende verklaring van medeverdachte [medeverdachte A]3; en
- de bekennende verklaring van verdachte 4, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van feit 2:
- de aangifte van [slachtoffer B] namens [cafetaria A]5;
- de bekennende verklaringen van medeverdachten [medeverdachte A]6en [medeverdachte C]7; en
- de bekennende verklaring van verdachte8, welke hij ter terechtzitting van 21 mei 2010
heeft bevestigd.
In aanvulling op voormelde opsomming van de bewijsmiddelen van feit 2 en in reactie op hetgeen de raadsman ten aanzien van dit feit naar voren heeft gebracht, overweegt de rechtbank nog als volgt. Uit de aangifte van [slachtoffer B] blijkt dat één van de overvallers op de kassa begon te slaan toen aangever de kassa niet open kreeg. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een dergelijke handelen naar haar uiterlijke verschijningsvorm gericht is op het wegnemen als bedoeld in artikel 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3:
- de aangifte van [slachtoffer C] namens [cafetaria B]9;
- de bekennende verklaringen van medeverdachten [medeverdachte A]10 en [medeverdachte C]11; en
- de bekennende verklaring van verdachte12, welke hij ter terechtzitting van 21 mei 2010
heeft bevestigd.
Ten aanzien van feit 4 primair:
- de aangifte van [slachtoffer E] namens [cafetaria C]13;
- de verklaring van getuige [slachtoffer D]14;
- de bekennende verklaring van medeverdachte [medeverdachte A]15; en
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie16, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van feit 5:
- de aangifte van [slachtoffer G] namens [pizzeria]17;
- de verklaring van getuige [slachtoffer H]18;
- de verklaring van de benadeelde [naam]19;
- de bekennende verklaringen van medeverdachten [medeverdachte A]20, en [medeverdachte C]21;
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie22, welke hij ter terechtzitting van
21 mei 2010 heeft bevestigd.
5. De rechtbank acht eveneens bewezen dat verdachte het onder 6 ten laste gelegde heeft begaan. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. Na de overval op de [pizzeria] te Apeldoorn, waarbij verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte A] en [medeverdachte C] zijn aangehouden, wordt in de door hen gebruikte personenauto een voorwerp aangetroffen en in beslag genomen.23 Uit onderzoek van de politie blijkt dat het een gaspistool betreft van het merk ROHM, type RG96, kaliber 9 mm P.A.K., en dat het een vuurwapen in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie is.24 Uit de onder 4 aangehaalde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat dit wapen steeds bij de overvallen, dan wel de pogingen daartoe is gebruikt. Voorts stelt de rechtbank vast dat zowel verdachte als zijn medeverdachte(n) op elk gewenst moment de beschikking konden hebben over dit wapen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank dan ook bewezen dat sprake is van medeplegen van het onder 6 ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 30 oktober 2009 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer A] heeft gedwongen tot de afgifte van 420 Euro, toebehorende aan die [slachtoffer A] en/of [snackbar], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een kous over zijn hoofd en een vuurwapen in zijn, verdachtes, hand(en) in de richting van die [slachtoffer A] is/zijn gelopen en daarbij meermalen die [slachtoffer A] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geld" en
- vervolgens die [slachtoffer A] een tas heeft/hebben voorgehouden en daarbij die ` [slachtoffer A] de woorden heeft/hebben toegevoegd:"Schiet op" en "Geld";
2.
hij op 4 november 2009 te Apeldoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [slachtoffer B] en/of [cafetaria A], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer B], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met zijn
mededader(s):
- met een vuurwapen in zijn, verdachtes, hand(en) voornoemd cafetaria heeft/hebben betreden en
- in de richting van die [slachtoffer B] is/zijn gelopen en daarbij die [slachtoffer B] meermalen de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Money, money" en
- vervolgens meermalen op de knoppen van de kassa heeft gedrukt/geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 4 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer C] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan die [slachtoffer C] en/of [cafetaria B], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met een vuurwapen in zijn, verdachtes, handen in de richting van die [slachtoffer C] is/zijn gelopen en
- (vervolgens) een vuurwapen op die [slachtoffer C] heeft/hebben gericht en heeft/hebben gericht gehouden en
- die [slachtoffer C] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Dit is een overval. Geld, geld. Briefjes, briefjes. Snel, snel" en
- vervolgens, terwijl op die [slachtoffer C] een vuurwapen werd gericht, die [slachtoffer C] een geopende tas heeft/hebben voorgehouden;
4. (primair)
hij op 7 november 2009 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [cafetaria C] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan
[slachtoffer D] en/of [slachtoffer E], althans aan (de eigenaren van) [cafetaria C], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader:
- naar [cafetaria C] is/zijn gegaan en
- daarbij een pistool heeft/hebben meegenomen en
- dit cafetaria heeft/hebben betreden en het pistool, op eerdergenoemde medewerkers heeft/hebben gericht en
- daarbij heeft/hebben geroepen: "geld, geld",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op 28 december 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer G] en/of [slachtoffer H] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en de inhoud van de kassalade, toebehorende aan [pizzeria], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij verdachte en/of zijn mededader(s):
- het gezicht bedekt heeft/hebben met een bivakmuts en/of een panty en
- aan die [slachtoffer H] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "the money, the money" en "de kassa, de kassa" en "geld, geld, overval" en
- daarbij een vuurwapen op de borst van die [slachtoffer H] heeft/hebben gezet en gericht en
- vervolgens aan die [slachtoffer H] en [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd: " we willen geld" en
- die [slachtoffer G] een geopende vuilniszak heeft/hebben voorgehouden en daarbij die [slachtoffer G] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "ook het muntgeld", en
- daarbij een vuurwapen op duidelijk zichtbare wijze heeft/hebben getoond;
6.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 30 oktober 2009 tot en met 28 december 2009 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, (telkens) een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een gaspistool (merk Rohm, type RG96, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1, 3, 4 primair
en 5 (telkens) : afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen;
Feit 2 : poging tot diefstal, voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 6 : medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een
wapen van categorie III, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
6. Naar de persoon van verdachte is psychiatrisch en psychologisch onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport van 5 mei 2010, opgemaakt door drs. E.L.G. Heinsman-Carlier (psychiater) en een rapport van 10 mei 2010, opgemaakt door drs. B.Y. van Toorn (GZ-psycholoog). Hierin komt onder meer het volgende naar voren.
Bij verdachte is zowel sprake van een ziekelijke stoornis als van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. De gebrekkige ontwikkeling bestaat uit een stoornis uit het autistische spectrum (PDD-NOS), ADHD en een zwakbegaafd niveau van functioneren. Daarnaast is bij verdachte sprake van antisociale persoonlijkheidstrekken. De ziekelijke stoornis bestaat uit een verslaving aan cannabis, misbruik van andere middelen en een recidiverende depressieve stoornis, differentiaal diagnostisch dysthymie. Dit was ook zo ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde en dit beïnvloedde zijn gedragskeuzes en/of gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde.
De beperkingen in de keuzevrijheid van handelen lijken zich bij verdachte aan de ten laste gelegde feiten voorafgaande stappen te hebben voorgedaan. De pervasieve ontwikkelingstoornis NAO (sociale inschattingsfouten, onvoldoende overzien van situaties, beperkt ontwikkelde gewetensfuncties en beperkt ontwikkelde mate van empathie), ADHD (impulsiviteit en waarschijnlijk novelty seeking), het sociaal-emotioneel functioneren op zwakbegaafd niveau en in het verlengde van PDD-NOS en ADHD voorkomende identiteitsproblematiek hebben verdachte beperkt in zijn keuzevrijheid van handelen.
Geconcludeerd wordt dat verdachte ten aanzien van de ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht.
Met deze conclusie kan de rechtbank zich verenigen en zij neemt deze conclusie over.
7. Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
8. De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaar met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
9. De raadsman heeft ten aanzien van een strafoplegging aangevoerd dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat hij verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met het feit dat verdachte al bezig was met het zoeken van hulp voordat hij in voorlopige hechtenis kwam te zitten. Uit onderzoek is gebleken dat verdachte mogelijk nooit zelfstandig in de maatschappij kan functioneren. Voorts moet in aanmerking worden genomen dat verdachte beperkt detentiegeschikt is. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de over hem opgemaakte rapporten wordt bepleit een deels voorwaardelijke straf aan hem op te leggen met de bijzondere voorwaarde dat hij een behandeling bij FPA De Boog te Warnsveld ondergaat.
10. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
11. De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte betrokken is geweest bij een reeks overvallen die zich in een tijdsbestek van twee maanden in Apeldoorn heeft voltrokken. De delicten hebben diepe indruk gemaakt op onder andere de horeca in Apeldoorn.
Het zijn brute feiten en de rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking het gemak waarmee de overvallen door verdachte en zijn medeverdachte(n) zijn gepleegd. Zij hebben hun eigen financiële motieven telkens voorop laten staan en hebben geen enkel oog gehad voor de ellende die zij bij de slachtoffers aanrichtten. Voor de slachtoffers zijn de overvallen zeer beangstigende ervaringen geweest. Bekend is dat slachtoffers van dergelijke overvallen veelal langdurige en ernstige psychische gevolgen daarvan ondervinden. Dit blijkt ook uit de ter terechtzitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer G]. Deze traumatische ervaring zal, naar de ervaring leert, het leven van de slachtoffers langdurig beïnvloeden. Daarnaast brengen dergelijke overvallen ook maatschappelijke gevoelens van onveiligheid en onrust met zich mee, mede door de hoeveelheid gepleegde overvallen binnen een kort tijdsbestek.
12. De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
13. De rechtbank heeft daarnaast in ogenschouw genomen de over verdachte opgemaakte rapporten van de deskundigen, waarin - in aanvulling op hetgeen reeds onder 6 is weergegeven - onder meer het volgende is vermeld.
Risicodempend is het goede probleembesef van verdachte. Tegelijkertijd heeft hij onvoldoende inzicht in zijn problematiek. Hij herkent wel dat er sprake is van een probleem, maar miskent de ernst hiervan en legt de verantwoordelijkheid voor zijn handelen buiten zichzelf. Hij heeft wel zicht op risicogedrag, maar lijkt vervolgens niet te kunnen komen met alternatieven of ideeën om zijn gedrag aan te kunnen passen. Door zijn neiging om problemen voor zichzelf te houden en zijn weerstand om inzicht te verschaffen, loopt de kans op recidive op. Zorgwekkend is zijn pro-criminogene attitude, die voortvloeit uit zijn problematiek. Door zijn onvermogen om zich te verplaatsen in anderen en zijn daaruit voortvloeiend egocentrisch perspectief ziet verdachte voornamelijk zijn eigen belang. Zijn zeer beperkte zelfredzaamheid en de cognitieve beperking maakt hem kwetsbaar voor misbruik van anderen. Dit wordt nog verergerd door zijn subassertiviteit. Bij oplopende spanningen of druk uit zijn omgeving, beschikt verdachte niet over handelingsalternatieven, waardoor hij zeer beïnvloedbaar is door anderen. Ook de verslavingsproblematiek is een risicofactor.
Het enerzijds ontbreken van een duidelijke antisociale ontwikkeling, de relatief korte leeftijd van gedragsproblemen, de gevoeligheid voor straf en autoriteit vormen prognostisch gunstige factoren voor zowel de kans op recidive als kans van slagen van een behandeling. Anderzijds maken de beperkingen in het sociaal-maatschappelijke functioneren, de sociale beïnvloedbaarheid, de afhankelijkheid van structuur en ondersteuning dat verdachte in zijn huidige woonsituatie verhoogd kwetsbaar voor recidive is.
Zonder behandeling kan de kans op recidive als verhoogd ingeschat worden. De problematiek van verdachte behoeft zowel behandeling als begeleiding. Geadviseerd wordt om een behandel-/begeleidingstraject aan verdachte op te leggen binnen het juridisch kader van een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een verplicht reclasseringscontact. De ASS-groep bij FPA De Boog te Warnsveld lijkt een uitstekende behandelplek. Gezien de aanwezige verslavingsproblematiek wordt tevens een verplicht reclasseringscontact wenselijk geacht.
14. Daarnaast neemt de rechtbank in ogenschouw de over verdachte door de reclassering opgemaakte rapporten. In het rapport van 12 mei 2010 wordt het advies van de deskundigen onderschreven en wordt naast een klinische opname voor de duur van één jaar in FPA De Boog te Warnsveld als bijzondere voorwaarde in het kader van een voorwaardelijk op te leggen straf geadviseerd om als bijzondere voorwaarde een behandelverplichting bij JusTact op te leggen. Op 19 april 2010 heeft verdachte een intakegesprek gehad bij De Boog en hij kan hier klinisch verblijven als er een plek vrij komt op de afdeling Autisme Spectrum Stoornissen (ASS). In aanvulling op het rapport van 12 mei 2010 is nog aangegeven, dat verdachte op 21 juni 2010 kan worden opgenomen op de afdeling ASS. Voorts wordt aangegeven, dat indien verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd krijgt, waarvan het einde ná de opnamedatum ligt, geadviseerd wordt om verdachte tijdens een TR-traject (Terugdringen Recidive-traject binnen de gevangenis, waarbij een plan van aanpak over de terugkeer naar de maatschappij wordt opgesteld) klinisch te laten opnemen in FPA De Boog. Daarnaast wordt geadviseerd aan betrokkene een verplicht reclasserings-contact op te leggen dat na het TR-traject gestart wordt, voor de duur van in ieder geval twee jaar.
15. Het voorgaande in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur rechtvaardigen. In de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zijn blanco strafblad en de over hem opgemaakte rapporten, ziet de rechtbank aanleiding een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie geëist en ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar, waarvan 1 (één) jaar voorwaardelijk passend en geboden. Zij zal aan het voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact koppelen teneinde de noodzakelijk geachte begeleiding en hulp voor verdachte na detentie mogelijk te maken.
In beslag genomen voorwerpen - onttrekking aan het verkeer
16. De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet, te weten:
- wapen ROHM RG96, 9 mm (vuurwapen, kleur zwart);
- zwarte gebreide bivakmuts;
- sweater met capuchon;
- nylon panty.
In beslag genomen voorwerp - teruggave aan verdachte
17. Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van het onder veroordeelde in beslag genomen telefoontoestel (Sony Ericson).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36b, 36c, 45, 47, 57, 91, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1, 3, 4 en
5 (telkens) : afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen;
Feit 2 : poging tot diefstal, voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het
misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of
meer verenigde personen;
Feit 6 : medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de
Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een
wapen van categorie III, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 1 (één) jaar niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- wapen ROHM RG 96, 9 mm (vuurwapen, kleur zwart);
- zwarte gebreide bivakmuts;
- sweater met capuchon;
- nylon panty;
* gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten: telefoontoestel (Sony Ericson).
Aldus gewezen door mrs. Davids, voorzitter, Van Valderen en Feraaune, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 juni 2010.
Mr. Van Valderen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4 en 6 verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0660 2009082193-62, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, divisie Recherche, regionale recherche, gesloten en ondertekend op 19 april 2010 te Lochem. Wanneer hierna ten aanzien van feit 5 verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009113049-61, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, divisie recherche, regionale recherche, gesloten en ondertekend op 11 februari 2010 te Lochem.
2 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (p.283-286)
3 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] d.d. 8 maart 2010 (p.480) en d.d. 10 maart 2010 (p.525-532)
4 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 3 maart 2010 (p.380-381) en d.d. 16 maart 2010 (p.430-439)
5 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer B] (p.655-657)
6 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] d.d. 9 maart 2010 (p.850-854)
7 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C] d.d. 10 maart 2010 (p.951-955)
8 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 4 maart 2010 (p.733-736) en d.d. 16 maart 2010 (p.793)
9 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer C] namens [cafetaria B]t (p.999-1002)
10 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] d.d. 8 maart 2010 (p.1185) en d.d. 9 maart 2010 (p.1198-1203)
11 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C] d.d. 9 maart 2010 (p.1292) en
d.d. 10 maart 2010 (p.1299-1304)
12 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 2 maart 2010 (p.1068), d.d. 3 maart 2010 (p.1077-1079) en d.d. 16 maart 2010 (p.1138)
13 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E] namens [cafetaria C] (p.1342-1343)
14 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer D] (p.1345)
15 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] d.d. 10 maart 2010 (p.1511 en 1517)
16 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 3 maart 2010 (p.1384-1385) en d.d. 4 maart 2010 (p.1434)
17 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G] namens [pizzeria] (p.22-23)
18 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer H] (p.18-19)
19 Proces-verbaal van verhoor van de benadeelde [naam] (p.29)
20 Procesen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] d.d. 29 december 2009 (p.90-92), d.d. 30 december 2009 (p.95-97) en d.d. 5 januari 2010 (p.101-102)
21 Processen-verbaal van verhoor van [medeverdachte C] d.d. 30 december 2009 (p.61-63) en d.d. 7 januari 2010 (p.68)
22 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 29 december 2009 (p.122-128) en
d.d. 5 januari 2010 (p.130 en 134)
23 Relaasproces-verbaal (p.9)
24 Proces-verbaal bevindingen (p.546-547)