ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8250

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940075-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Aufderhaar
  • A. Krijger
  • J. van der Mei
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na brandstichting in psychiatrische instelling

In deze zaak, gewezen door de Rechtbank Zutphen op 18 juni 2010, is de verdachte, geboren in 1990 en verblijvende in een psychiatrische instelling, beschuldigd van brandstichting op 23 februari 2010 in een afdeling van GGNet te Doetinchem. De verdachte heeft opzettelijk een aansteker in contact gebracht met brandbare materialen, wat leidde tot een brand die gemeen gevaar voor goederen veroorzaakte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ernstige geestelijke stoornis, waaronder een borderline persoonlijkheidsstoornis en psychotische episodes, waardoor zij ontoerekeningsvatbaar is. De officier van justitie en de verdediging hebben gepleit voor ontslag van rechtsvervolging, wat de rechtbank heeft toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte voor een periode van één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst, gezien de kans op recidive en de noodzaak voor intensieve behandeling. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 37, 39 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer 06/940075-10
Uitspraak d.d. 18 juni 2010
Tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1990],
thans verblijvende 7231 PA Warnsveld, GG-net, afdeling De Boog.
Raadsvrouw mr. Moll, advocaat te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 juni 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 23 februari 2010 te Doetinchem
opzettelijk brand heeft gesticht op een afdeling van GGNet (Kruisbergseweg 29
aldaar), onderdeel van het Slingeland ziekenhuis, immers heeft verdachte toen
aldaar opzettelijk een (brandende) aansteker, in elk geval opzettelijk (open)
vuur in aanraking gebracht met een dekbed/sprei en/of een matras en/of een
bed, waarover zij, verdachte, een hoeveelheid (nagellak)remover had
gesprenkeld/gegooid, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge
waarvan genoemd(e) goed(eren) (dekbed/sprei en/of matras en/of bed) geheel of
gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor goederen op genoemde afdeling van GGNet en/of voor goederen
op andere afdelingen van genoemd ziekenhuis, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de
zich in genoemd ziekenhuis bevindende personen (werknemers en/of patienten
en/of bezoekers), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, op grond van de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte.
B. Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
C. Beoordeling door de rechtbank
[Naam 1] heeft namens GG-net Deeltijd Jeugd te Doetinchem aangifte2 gedaan wegens brandstichting. De brandstichting zou zijn gepleegd door verdachte op 23 februari 2010 om 12.40 uur, in kamer D205 van de open afdeling GG-net jeugd, groep 3 blok D2. De brand is uiteindelijk geblust door de brandweer, nadat de bedrijfshulpverleners hier niet in slaagden.
Verdachte heeft een bekennende verklaring3 afgelegd. Zij bewoont de bewuste kamer D205. Verdachte heeft verklaard dat zij op 23 februari 2010 zwarte kevers uit de muren zag komen en over haar bed lopen. De kevers zouden haar gaan aanvallen, aldus verdachte. Verdachte wilde de kevers verbranden. Hiertoe sprenkelde ze nagellakremover over haar bed, waarna ze dit met een aansteker in brand stak.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de ten laste gelegde brandstichting wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Uit de omstandigheid dat de brand te groot was om door de bedrijfshulpverleners te kunnen worden geblust en een sterke rookontwikkeling heeft veroorzaakt, leidt de rechtbank af dat de brand van een dermate omvang was dat er sprake was van gemeen gevaar voor goederen. Uit het dossier blijkt dat de brand alleen op de kamer van verdachte heeft gewoed. Uit het dossier blijkt niet of onvoldoende, mede gelet op de verklaring van [naam 2]4, dat sprake is geweest van (sterke) rookontwikkeling op de gang, buiten die kamer. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden dat als gevolg van deze brandstichting levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of andere personen te duchten was.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
zij op 23 februari 2010 te Doetinchem opzettelijk brand heeft gesticht op een afdeling van GGNet (Kruisbergseweg 29 aldaar), onderdeel van het Slingeland ziekenhuis, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een brandende aansteker in aanraking gebracht met een dekbed/sprei en/of een matras en/of een bed, waarover zij, verdachte, een hoeveelheid nagellakremover had gesprenkeld, ten gevolge waarvan genoemde goederen (dekbed/sprei en/of matras en/of bed) geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te duchten was.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een psychologisch onderzoeksrapport uitgebracht door drs. D. Breuker. De psycholoog komt tot de conclusie dat verdachte, indien tot een bewezenverklaring wordt gekomen, volledig ontoerekeningsvatbaar is. Bij verdachte is volgens de psycholoog sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van misbruik van alcohol en misbruik van sedativum, hypnoticum of anxiolyticum. Er is tevens sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens door de aanwezigheid van een ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis met psychotische episodes en dissociatieve verschijnselen. Deze stoornissen waren aanwezig tijdens het plegen van het ten laste gelegde.
Over verdachte is een psychiatrisch onderzoeksrapport uitgebracht door drs. M. Drost. De psychiater komt ook tot de conclusie dat verdachte, indien tot een bewezenverklaring wordt gekomen, volledig ontoerekeningsvatbaar is. Volgens de psychiater is er bij verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een borderline persoonlijkheidsstoornis met psychotische en dissociatieve kenmerken. Deze gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens was ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde aanwezig en heeft een veroorzakende rol gespeeld bij het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het bewezenverklaarde verdachte niet kan worden toegerekend. Volgens hem dient ontslag van alle rechtsvervolging te volgen.
De raadsman heeft zich hierbij aangesloten.
De rechtbank is op grond van de bevindingen van de psychiater en de psycholoog, welke bevindingen en conclusies de rechtbank overneemt, van oordeel dat het bewezen verklaarde feit verdachte, wegens de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van haar geestvermogens, niet kan worden toegerekend. Verdachte is derhalve niet strafbaar en dient ontslagen te worden van alle rechtsvervolging.
Oplegging van straf en/of maatregel
Uit de rapporten van psycholoog Breuker en psychiater Drost volgt dat de kans op recidive zeer groot is en dat regelmatig sprake is van een serieuze suïcidedreiging en ernstig zelfdestructief gedrag. Intensieve behandeling en structurering is nodig, gekoppeld aan een juist medicatiebeleid. Geadviseerd wordt een behandeling op grond van artikel 37 Sr, in een Forensisch Psychiatrische Afdeling.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte op grond van artikel 37 Wetboek van Strafrecht voor de periode van één jaar wordt geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis.
De raadsman heeft zich hierbij aangesloten.
De rechtbank neemt de bevindingen en conclusies van de psycholoog en psychiater over. Nu het bewezen verklaarde strafbare feit verdachte wegens de gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van haar geestvermogens niet kan worden toegerekend en verdachte, indien zij niet opgenomen wordt, een gevaar is voor zichzelf en voor haar omgeving, is de rechtbank van oordeel dat verdachte voor een periode van één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis dient te worden geplaatst. Invoelbaar daarbij is verdachtes wens om - zo mogelijk - in Warnsveld, waar zij nu verblijft, geplaatst te worden met het oog op continuering van de aldaar aangegane behandelrelatie.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze maatregel is gegrond op de artikelen 37, 39 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
* opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
* verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
* gelast dat verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor een termijn van 1 jaar.
Aldus gewezen door mrs. Aufderhaar, voorzitter, Krijger en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Schippers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juni 2010.
Mr. Aufderhaar is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het stamproces-verbaal met het registratienummer 2010026355-10 van de Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, Team Doetinchem, gedateerd 25 februari 2010 (voor zover niet anders is vermeld).
2 Aangifte [Naam 1], dossierpagina's 17 en 18
3 Verklaring verdachte, dossierpagina's 28 tot en met 31
4 Verklaring [naam 2], dossierpagina 24