ECLI:NL:RBZUT:2010:BM8948

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-950058-10 en 06-850134-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. Gilhuis
  • J. Draisma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting en diefstal via Marktplaats

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 juni 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte A, die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder oplichting en diefstal. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van twee jaren. De feiten vonden plaats tussen oktober en november 2009, waarbij de verdachte samen met medeverdachten via de internetsite Marktplaats oplichting heeft gepleegd. Er zijn meerdere aangiftes gedaan door slachtoffers die geldbedragen hebben overgemaakt voor goederen die nooit zijn geleverd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich herhaaldelijk heeft voorgedaan als verkoper van onder andere televisies en laptops, en hierdoor aanzienlijke schade heeft veroorzaakt aan de slachtoffers.

Naast de oplichtingszaken is de verdachte ook veroordeeld voor diefstal en vernieling. Hij heeft in verschillende periodes inbraken gepleegd en goederen van anderen gestolen, waaronder inboedels van vakantiehuisjes. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verleden en de noodzaak voor behandeling en begeleiding na zijn detentie. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade die hij heeft veroorzaakt.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/950058-10 en 06/850134-10
Uitspraak d.d.: 23 juni 2010
Tegenspraak / dip / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [plaats in 1987],
wonende te Doesburg/Doetinchem.
thans verblijven de in penitentiaire inrichting De Berg, Arnhem.
raadsvrouw: mr. M.J.R. Roethof, advocaat te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 juni 2010.
Voeging meerdere dagvaardingen
Ter terechtzitting heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 06/950058-10 en 06/850134-10 tegen verdachte aangebrachte zaken.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Inzake parketnummer 06/950058-10
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 december 2009 te Putten en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere hierna te noemen personen heeft/hebben bewogen tot de afgifte van de hierna te noemen geldbedragen, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in een advertentie op marktplaats een of meerdere goederen te koop
aangeboden en/of daarbij gebruik gemaakt van een valse naam en/of
hoedanigheid, immers heeft hij verdachte en/of diens mededader(s) (telkens)
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich (daarbij)
voorgedaan als de 2ehands lcd shop waardoor:
- [slachtoffer A] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150,16 euro) en/of
- [slachtoffer B] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (300 euro) en/of
- [slachtoffer C] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (500 euro) en/of
- [slachtoffer D] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (400 euro) en/of
- [slachtoffer E] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150,16 euro)
(aangiftes 1 t/m 5)
en/of
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als Frans Molenaar en/of als F waardoor:
- [slachtoffer F] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95 euro) en/of
- [slachtoffer G] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95 euro) en/of
- [slachtoffer H] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95 euro)
(aangiftes 6 t/m 8)
en/of
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als Van Sant en/of mellowhotmail waardoor:
- [slachtoffer I] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (166,75 euro) en/of
- [slachtoffer J] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (166,75 euro)
en/of
- [slachtoffer K] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal 333,50 euro)
(aangiftes 9 t/m 11)
en/of
- meerdere, althans een laptop(s) heeft aangeboden en/of zich daarbij
voorgedaan als Frans Molenaar waardoor:
- [slachtoffer L] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75 euro) en/of
- [slachtoffer M] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75 euro)
(aangiftes 12 en 13)
en/of
- meerdere, althans een laptop(s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als
Topshop en/of Ilya.Baby waardoor:
- [slachtoffer N] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150 euro) en/of
- [slachtoffer O] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150 euro)
(aangiftes 14 en 15)
en/of
- meerdere, althans een spelcomputer(s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als
Ilya.Baby waardoor:
- [slachtoffer P] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (60 euro)
(aangifte 16);
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 15 oktober 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de gehele inboedel van een zomerhuisje gelegen aan [adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer Q], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(aangifte 17)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 15 oktober 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een zomerhuisje gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een koelkast en/of een inbouwmagnetron, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer Q], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte 17)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks 30 oktober 2009 tot en met 31 oktober 2009 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een recreatiewoning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een lcd-televisie en/of een of meer laptop(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer R], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte 18)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks 15 mei 2009 tot en met 31 juli 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meermalen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een chalet/woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een of meer laptop(s)en/of een of meer mobiele telefoon(s) en/of een verrekijker en/of een dvd-recorder en/of dvd('s) en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer S] en/of aan zijn vriendin, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte 28)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 17 september 2009 te Putten met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Groeneveldstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een ruit/raam van een woning gelegen aan de [adres], welk geweld bestond uit het gooien/werpen van een steen, althans een hard voorwerp en/of slaan met een steen, althans een hard voorwerp, tegen die ruit en/of dat raam;
(aangifte 30)
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht.
Inzake parketnummer 06/850134-10
1.
hij op of omstreeks 15 april 2009 in de gemeente Putten opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 170 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of ongeveer 79 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(incident 1)
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet
2.
hij op of omstreeks 15 april 2009 in de gemeente Putten een wapen van categorie III, te weten een revolver, merk Smith&Wesson, type .357 Magnum, en/of munitie van categorie III, te weten 4 patronen, kaliber .38 SPL en 1 patroon, kaliber .357 Magnum, voorhanden heeft gehad;
(incident 1)
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
3.
hij in of omstreeks de periode van 28 februari tot 3 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisietoestel, een surroundset, een
lcd-scherm, een plant en/of een batterijlader, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer T], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s);
(incident 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 28 februari tot 5 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisietoestel, een laptop, een computermuis, een verrekijker en/of een identifier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer U], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Parketnummer 06/950058-10
1. In de periode van oktober 2009 tot en met november 2009 is er landelijk een groot aantal aangiftes gedaan ter zake van oplichting via de internetsite van Marktplaats. Hierop is een onderzoek gestart, waaruit onder meer verdachte en zijn vriendin als verdachten naar voren zijn gekomen. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat er tevens aangiftes tegen verdachte en medeverdachte(n) zijn gedaan ter zake van vernieling en diefstal.
Parketnummer 06/850134-10
2. Op 15 april 2009 omstreeks 23.25 uur kreeg het politieteam Ermelo-Putten een melding dat een conflict gaande was op de camping Reewold aan de [adres] te Putten. Een man zou op deze camping in de tuin van meldster [medeverdachte B] lopen en vernielingen aanrichten. Vervolgens kwam een tweede melding binnen dat verdachte met een vuurwapen zou lopen. Ter plaatse is verdachte aangehouden.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 06/950058-10
3. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4. Verdachte heeft het aan hem ten laste gelegde onder 1, 2, 3 en 4 primair bekend, zowel bij de politie als ter terechtzitting.
5. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder parketnummer 06/950058-10 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende van bewijsmiddelen.
6. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A]2;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer B]3;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer C]4;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer D]5;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E]6;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer F]7;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G]8;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer H]9;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer I]10;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer J]11;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer K]12
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer L]13;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer M]14;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer N]15;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer O]16;
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer P]17;
- rekeningafschrift privérekening [medeverdachte B] rekeningnummer [nummer], d.d.
14-10-200918;
- rekeningafschrift privérekening [medeverdachte B] rekeningnummer [nummer], d.d.
11-11-200919;
- rekeningafschrift privérekening [medeverdachte B] rekeningnummer [nummer], d.d.
09-12-200920;
- rekeningafschrift privérekening [verdachte A] rekeningnummer [nummer], d.d.
12-01-201021;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte B]22;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C]23;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie24, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
7. Ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde:
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer Q]25;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C] bij de politie26 en bij de
rechter-commissaris27;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte B]28;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie29, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
8. Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer R]30;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C] bij de
rechter-commissaris31;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte B]32;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie33, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
9. De officier van justitie heeft verder geconcludeerd tot bewezenverklaring van de in de zaak met parketnummer 06/950058-10 onder 5 tenlastegelegde inbraak.
10. De raadsvrouw heeft betoogd, dat partiële vrijspraak moet volgen voor het tenlastegelegde "meermalen" plegen, nu verdachte heeft bekend dat hij één maal in het chalet van aangever [slachtoffer S] heeft ingebroken, terwijl aangever heeft verklaard dat er twee maal in één week is ingebroken.
11. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder parketnummer 06/950058-10 onder 5 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende van bewijsmiddelen:
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer S]34;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte D]35;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie36, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
12. Uit deze bewijsmiddelen volgt dat de verdachte tezamen met medeverdachte één maal heeft ingebroken in de woning van aangever [slachtoffer S] en laptops, mobiele telefoons en een portemonnee heeft weggenomen. De rechtbank volgt de raadsvrouw in haar verweer en zij zal verdachte van het meer of anders ten laste gelegde vrijspreken.
13. De officier van justitie heeft voorts geconcludeerd tot bewezenverklaring van de in de zaak met parketnummer 06/950058-10 onder 6 tenlastegelegde openlijke geweldpleging.
14. De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de openlijke geweldpleging in vereniging, nu verdachte de vernieling van de woning alleen heeft gepleegd. Verdachte heeft verklaard dat hij alleen naar de woning is gegaan en een steen door de ruit heeft gegooid. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat wellicht sprake is van vernieling als bedoeld in artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht, maar dat is niet ten laste gelegd.
15. Ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen overweegt de rechtbank als volgt. Uit het dossier blijkt van de volgende feiten en omstandigheden. Op 17 september 2009 heeft [slachtoffer V] namens de Woningstichting Putten te Putten aangifte gedaan van vernieling van zijn woning aan de [adres] te Putten. Er was een raam van zijn woning ingegooid.37 Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met [medeverdachte B] en [medeverdachte C] naar de woning van [slachtoffer V] is gegaan en dat hij de ruit van die woning heeft ingegooid met een steen.38 Medeverdachte [medeverdachte C] heeft verklaard dat hij met verdachte en [medeverdachte B] en hun kind naar de woning van [slachtoffer V] zijn gegaan. Verdachte stapte vervolgens uit de auto en pakte een steen en liep richting de woning van [slachtoffer V]. Niet veel later hoorde [medeverdachte C] een stevige knal en direct daarna hoorde hij glasgerinkel.39 Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat het openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen wettig kan worden bewezen verklaard. Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat er wel sprake is van openlijk in vereniging gepleegd geweld. De rechtbank houdt verdachte, ook al heeft hij ter terechtzitting een andere verklaring afgelegd, aan zijn verklaring bij de politie dat hij met anderen naar de woning is gegaan, nu ook zijn medeverdachte [medeverdachte C] bij de politie heeft verklaard dat hij erbij aanwezig was. De rechtbank acht derhalve het onder 6 ten laste gelegde bewezen.
Ten aanzien van parketnummer 06/850134-1040
16. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
17. Verdachte heeft het aan hem ten laste gelegde onder 1, 2, 3 (met uitzondering van de tenlastegelegde diefstal van een surroundset) en 4 primair bekend, zowel bij de politie als ter terechtzitting.
18. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder parketnummer 06/950058-10 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die blijken uit de volgende bewijsmiddelen.
19. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
- proces-verbaal ambtelijk verslag41;
- proces-verbaal ambtelijk verslag van 16 april 200942;
- processen-verbaal Narcotic Identification Test (hashish)43;
- de verklaring van getuige [medeverdachte C]44;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie45, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
20. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
- proces-verbaal van 5 juni 2009 (beschrijving van het wapen)46;
- kennisgeving van inbeslagneming van 16 november 200947;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie48, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
21. Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer T]49;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C] bij de politie50;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie51, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
22. Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
- proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer U]52;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C] bij de politie53;
- de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie54, welke hij ter terechtzitting
heeft bevestigd.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Inzake parketnummer 06/950058-10
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 december 2009 te Putten en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) met het oogmerk om zich en ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere hierna te noemen personen hebben bewogen tot de afgifte van de hierna te noemen geldbedragen, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in een advertentie op marktplaats een of meerdere goederen te koop aangeboden en/of daarbij
gebruik gemaakt van een valse naam en/of
hoedanigheid, immers heeft hij verdachte en diens mededader(s) (telkens)
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich (daarbij) voorgedaan als de
2ehands lcd shop waardoor:
- [slachtoffer A] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150,16 euro) en
- [slachtoffer B] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (300 euro) en
- [slachtoffer C] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (500 euro) en
- [slachtoffer D] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (400 euro) en
- [slachtoffer E] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150,16 euro)
en
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als Frans Molenaar en/of als F waardoor:
- [slachtoffer F] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95 euro) en
- [slachtoffer G] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95 euro) en
- [slachtoffer H] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95 euro)
en
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als Van
Sant en/of mellowhotmail waardoor:
- [slachtoffer I] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (166,75 euro) en
- [slachtoffer J] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (166,75 euro) en
- [slachtoffer K] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal 333,50 euro)
en
- meerdere, althans een laptop(s) heeft aangeboden en/of zich daarbij
voorgedaan als Frans Molenaar waardoor:
- [slachtoffer L] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75 euro) en
- [slachtoffer M] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75 euro)
en/of
- meerdere, althans een laptop(s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als
Topshop en/of Ilya.Baby waardoor:
- [slachtoffer N] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150 euro) en
- [slachtoffer O] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150 euro)
en
- meerdere, althans een spelcomputer(s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als
Ilya.Baby waardoor:
- [slachtoffer P] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (60 euro).
2.
hij op 15 oktober 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk de gehele inboedel van een zomerhuisje gelegen aan [adres], toebehorende aan [slachtoffer Q], heeft vernield, beschadigd en onbruikbaar gemaakt.
3.
hij op 15 oktober 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een zomerhuisje gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een koelkast en een inbouwmagnetron.
4.
hij omstreeks 30 oktober 2009 tot en met 31 oktober 2009 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een recreatiewoning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een lcd-televisie en een laptop, toebehorende aan [slachtoffer R], waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
5.
hij omstreeks 15 mei 2009 tot en met 31 juli 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een chalet/woning gelegen aan de [adres]8-79 heeft weggenomen laptops en mobiele telefoons en een portemonnee (met inhoud), toebehorende aan [slachtoffer S] en/of aan zijn vriendin, waarbij verdachte en zijn mededader zich de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
6.
hij op of omstreeks 17 september 2009 te Putten met anderen, op of aan de openbare weg, de Groeneveltstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een ruit/raam van een woning gelegen aan de [adres], welk geweld bestond uit het gooien/werpen van een steen tegen die ruit en/of dat raam.
Inzake parketnummer 06/850134-10
1.
hij omstreeks 15 april 2009 in de gemeente Putten opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 170 gram een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en ongeveer 79 gram hennep, zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 15 april 2009 in de gemeente Putten een wapen van categorie III, te weten een revolver, merk Smith&Wesson, type .357 Magnum, en munitie van categorie III, te weten 4 patronen, kaliber .38 SPL en 1 patroon, kaliber .357 Magnum, voorhanden heeft gehad;
3.
hij in de periode van 28 februari tot 3 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisietoestel, een lcd-scherm, een plant en een batterijlader, toebehorende aan [slachtoffer T].
4.
hij in de periode van 28 februari tot 5 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisietoestel, een laptop, een computermuis, een verrekijker en een identifier, toebehorende aan [slachtoffer U].
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Parketnummer 06/950058-10
Feit 1: Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 2: Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een
ander toebehoort, vernielen;
Feit 3: Diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 4: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 5: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
Feit 6: Openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
Parketnummer 06/850134-10
Feit 1: Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C, van de Opiumwet;
Feit 2: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (munitie);
Feit 3 en
Feit 4: Telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Ad informandum gevoegde zaken
23. De rechtbank heeft bij de straftoemeting tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder de parketnummers 06/950058-10, volgnummers 1 tot en met 8 en
06/850134-10, volgnummers 1, 2, 4, 5, 6 en 8, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
24. Het gaat daarbij om de navolgende zaken:
Inzake parketnummer 06/950058-10
Pleegdatum/periode
Pleegplaats
Omschrijving feit
1
28 juni 2009
Putten, Gem. Putten
inbraak chalet/woning [adres] 61 aangiftes 19 en 20
2
1 juli 2009
Putten, Gem. Putten
inbraak chalet Husselsesteeg
aangifte 21
3
5 juli 2009 tot en met 6 juli 2009
Putten, Gem. Putten
inbraak recreatiewoning in vereniging [adres] aangifte 22
4
28 juli 2009
Putten, Gem. Putten
inbraak snackbar in vereniging
aangifte 23
5
2 augustus 2009 tot en met 13 augustus 2009
Putten, Gem. Putten
poging inbraak woning/chalet in vereniging aangifte 24
6
19 juli 2009 tot en met 23 juli 2009
Putten, Gem. Putten
inbraak kerk in vereniging aangifte 25
7
3 juli 2009 tot en met
4 juli 2009
Uddel, Gem. Putten
Diefstal potjes met bloemen in vereniging aangifte 26
8
04 september 2009
Putten, Gem. Putten
Poging inbraak stacaravan in vereniging [adres] 141 aangifte 27.
Inzake parketnummer 06/850134-10
Pleegdatum/periode
Pleegplaats
Omschrijving feit
1
2 maart tot en 5 maart 2009
Ermelo, Gem. Ermelo
diefstal in vereniging incident 4, aangever [aangever A]
2
2 maart tot en 5 maart 2009
Ermelo, Gem. Ermelo
diefstal in vereniging incident 5, aangever [aangever B]
4
27 februari tot 14 maart 2009
Ermelo, Gem. Ermelo
diefstal in vereniging incident 6, aangever [aangever C ]
5
8 januari 2009
Garderen, Gem. Barneveld
diefstal in vereniging incident 8, aangever [aangever D]
6
31 januari 2009
Bennekom, Gem. Ede
diefstal in vereniging, incident 9, aangever [aangever E]
8
14 februari 2009 tot 1 april 2009
Ermelo, Gem. Ermelo
Diefstal in vereniging incident 12, aangever [aangever F].
Strafbaarheid van de verdachte
25. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
26. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met de bijzondere voorwaarde van een verplicht reclasseringstoezicht ook als dit inhoudt dat hij een intensieve behandeling dient te volgen. Daarnaast dient verdachte de volgende trainingen te volgen, een arbeidsvaardighedentraining, een budgetteringstraining, een leefstijltraining en een Covatraining.
27. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie te hoog is. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de rechtbank Zutphen in een vergelijkbare zaak een andere straf heeft opgelegd. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat verdachte thans bereid is hulp te aanvaarden en daartoe zeer gemotiveerd is. Nu er concreet hulp voor hem is zou hij hiermee eerder aan de slag kunnen. Het is volgens de raadsvrouw onduidelijk hoe gemotiveerd verdachte na een aantal jaren detentie zal zijn.
28. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
29. Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft, samen met zijn mededaders, in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 december 2009 vele personen via Marktplaats opgelicht. Hij heeft hen bewogen tot afgifte van geld door zich telkens voor te doen als verkoper van televisies en laptops. Verdachte heeft hierdoor de personen die een televisie of een laptop hebben besteld en hiervoor geld hebben overgemaakt op een rekening van medeverdachte [medeverdachte B] financieel benadeeld en voorts schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het economische verkeer moet kunnen worden gesteld in de wijze waarop goederen worden aangeboden, en in het bijzonder op het internet, waarvan heden ten dage ruim gebruik van wordt gemaakt door aanbieders en afnemers.
30. Verdachte heeft zijn eigen geldelijk gewin boven alles gesteld en niet nagedacht over de gevolgen van zijn handelen voor de door hem gedupeerden.
31. Bovendien heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte meerdere inbraken en vernielingen heeft gepleegd. Hiermee heeft hij weinig respect getoond voor andermans eigendommen. Daarbij valt ook op dat verdachte er niet voor heeft teruggedeinsd om ook bij bekenden en in de nabijheid van het vakantiehuisje dat hij bewoonde in te breken. In sommige gevallen heeft de verdachte niet alleen zijn vriendin maar ook zijn tweejarige dochter meegenomen op inbrekerspad. Door zijn handelen veroorzaakt de verdachte veel overlast in de samenleving. Het spreekt vanzelf dat het beangstigend is, als de ruit van je woning opeens wordt vernield door een onbekende of wanneer er in je woning wordt ingebroken. Mensen ondervinden hier in de regel hinder van en voelen zich veelal niet meer veilig in hun huis. De vernieling van de inboedel van het vakantiehuisje van de heer [slachtoffer Q] spant daarbij de kroon. De wijze waarop de verdachte de gehele inboedel kort en klein heeft geslagen is ronduit asociaal en heeft tot grote schade geleid bij de heer [slachtoffer Q].
32. De rechtbank houdt ten nadele van verdachte rekening met het de verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie van 8 februari 2010, waaruit blijkt dat hij reeds meermalen is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder ook oplichting en diefstal.
33. De rechtbank heeft verder bij de strafoplegging rekening gehouden met het advies van de reclassering van 3 juni 2010, waaruit blijkt dat verdachte een man is die getraumatiseerd is door seksueel misbruik maar daar nooit iets mee heeft gedaan. Verdachte was behept met een moeder met psychiatrische problematiek en drankzucht, die hem niet de baas kon en hem geen stabiel en gestructureerd opvoedingsklimaat heeft kunnen bieden. Bekend is dat hij iemand is die in het verleden afspraken niet of niet genoeg is nagekomen en die de delicten zegt te hebben gepleegd uit geldgebrek, problemen op de camping en zijn beïnvloedbaarheid. Op bijna alle criminogene factoren scoort hij hoog en er zal nog een lang traject nodig zijn wil deze man zijn leven weer op orde krijgen. Tijdens de gesprekken komt hij echter wel daadkrachtig over en lijkt een betere vader voor zijn kinderen te willen zijn, waarbij hij ervan overtuigd is dat het tijd is voor huisje, boompje beestje, aldus het reclasseringsadvies. Het recidiverisico wordt hoog ingeschat.
Geadviseerd wordt een (gedeeltelijke) voorwaardelijke (gevangenis)straf op te leggen. Hierbij wordt een aantal na te melden bijzondere voorwaarden geadviseerd. Op grond van het recidiverisico, de criminogene factoren en de interventies in het verleden is volgens reclasseringswerker Heutinck een toezicht op bijzondere voorwaarden met (gedrags)interventie(s), en/of behandeling(en) geïndiceerd. Verdachte heeft aangegeven zich in een toezicht onder behandeling te zullen stellen van een forensische deeltijdpolikliniek gericht op trauma's en delictgedrag. Daarnaast is hij bereid de nodige trainingen te ondergaan (eventueel te volgen in detentie mocht hem een TR traject worden aangeboden). Volgens het advies zijn er vijf belangrijke items die aandacht moeten krijgen. Vier trainingen die door de reclassering zelf gegegeven worden. Het betreft een arbeidsvaardighedentraining, een budgetteringstraining, een leefstijltraining, een Covatraining. Daarnaast wordt hij verplicht om zich te laten behandelen in een
een ambulante forensische psychiatrische deeltijdkliniek.
34. De rechtbank merkt hierbij nog op dat verdachte de motivatie voor het plan van aanpak ter terechtzitting heeft uitgesproken.
35. Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf van 40 maanden gevangenisstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk op zijn plaats is. Als reactie op de reeks van gewelds- en vermogensdelicten die verdachte heeft gepleegd is een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Gelet op de rapportage en adviezen van de reclassering en op de persoonlijke omstandigheden zoals die ter terechtzitting zijn gebleken, concludeert de rechtbank dat het met het oog op voorkomen van herhaling noodzakelijk is dat verdachte aansluitend aan zijn detentie door de reclassering zal worden begeleid om allerlei leefgebieden, onder meer door het volgen van trainingen en een ambulante behandeling. Om die reden zal de rechtbank 10 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. De rechtbank beseft dat het plan van aanpak van de reclassering ambitieus is en veel van verdachte zal vergen. Alleen al het volgen van de genoemde trainingen is zeer (ook tijds-)intensief. Niettemin acht de rechtbank het van belang dat verdachte deze trainingen en behandeling zal volgen, omdat het recidiverisico, zonder deze interventies, hoog is. De rechtbank geeft verdachte in overweging om tijdens zijn detentie waar mogelijk alvast een begin te maken met het volgen van een of meer hierna te noemen trainingen, zodat het programma voor hem na afloop van zijn onvoorwaardelijke detentie niet te zwaar wordt.
36. Alles afwegende zal de rechtbank verdachte tot een gevangenisstraf conform de eis van de officier van justitie veroordelen, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die door verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, met een proeftijd van 2 jaren.
37. De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Daarbij legt de rechtbank de bijzondere voorwaarden op zoals geformuleerd in voormeld reclasseringsrapport onder de kopjes 'plan van aanpak' en 'advies voor Rechtszitting'.
In beslag genomen voorwerpen
38. De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen computer, diploma, verrekijker, rijbewijs, scooter, retour zullen worden gegeven aan de rechthebbenden.
39. Nu zich in het dossier geen beslaglijst bevindt, zal de rechtbank geen oordeel geven ten aanzien van de in beslag genomen goederen. De rechtbank merkt hierbij nog wel op dat het de officier van justitie vrij staat om zonder de tussenkomst van de rechtbank in beslag genomen voorwerpen terug te geven aan de rechthebbenden.
Vordering tot schadevergoeding
40. De hierna te melden benadeelde partijen hebben zich met een vordering tot schadevergoeding tot een bedrag als hierna vermeld, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder het parketnummer 06/950058-10 onder 1 ten laste gelegde.
1. [slachtoffer A] € 166,00
2. [slachtoffer B] € 300,00
3. [slachtoffer E] € 166,00
4. [slachtoffer F] € 106,75
5. [slachtoffer G] € 106,75
6. [slachtoffer H] € 106,75, vermeerderd met de wettelijk rente vanaf
het moment van het ontstaan van de schade.
7. [slachtoffer I] € 166,75
8. [slachtoffer J] € 166,75
9. [slachtoffer K] € 333,50.
10. [slachtoffer L] € 156,75
11. [slachtoffer M] € 156,75
12. [slachtoffer N] € 150,00
13. [slachtoffer O] € 150,00
14. [slachtoffer P] € 60,00.
41. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vorderingen onder de nummers 1 tot en met 14 tot het gevraagde bedrag, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
42. De raadsvrouw heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat zij kan vinden in het voorstel van de officier van justitie met betrekking tot de nummers 1 tot en met 14, met dien verstande dat zij verzoekt niet de schadevergoeding op te leggen.
43. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen [slachtoffer A], [slachtoffer B], [slachtoffer E], [slachtoffer F], [slachtoffer G], [slachtoffer H], [slachtoffer I], [slachtoffer J], [slachtoffer K], [slachtoffer L], [slachtoffer M], [slachtoffer N], [slachtoffer O], [slachtoffer P] (nummers 1 tot en met 14) als gevolg van het onder parketnummer 06/950058-10 onder 1 ten laste gelegde bewezen verklaarde handelen schade hebben. De vorderingen worden voor het geheel toegewezen. Verdachte is naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
44. De benadeelde partij [slachtoffer Q] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 15.759,98 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/950058-10 onder 2 en 3 ten laste gelegde.
45. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van een bedrag van
€ 15.028,51, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. Hiertoe heeft zij verwezen naar de zich in het dossier bevindende offerte van het bouwbedrijf van 8 december 200955.
46. De raadsvrouw heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat de vordering te hoog is en onvoldoende is onderbouwd.
47. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer Q] (nummer 15) als gevolg van het onder parketnummer 06/950058-10 onder 2 ten laste gelegde bewezen verklaarde handelen schade heeft. De benadeelde partij heeft een bedrag van € 15.028,51 zodanig onderbouwd dat de vordering tot dit bedrag voor toewijzing in aanmerking komt, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk is. De wijze waarop verdachte de boel kort en klein heeft geslagen maakt dat het de rechtbank redelijk voorkomt dat deze kosten van herstel noodzakelijk waren, waarbij het de rechtbank anders dan de verdediging voor de hand liggend voorkomt dat in deze situatie het gehele plafond en de keuken vervangen moeten worden. De vordering zal tot dit bedrag te worden toegewezen. Voor zover de benadeelde partij meer of anders vordert, dient zij niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
48. De benadeelde partij [slachtoffer R] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.138,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/950058-10 onder 4 ten laste gelegde.
49. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van € 1.762,35. Hierbij heeft zij rekening gehouden met de gebruikelijke afschrijving van de televisie en de laptop.
50. De raadsvrouw heeft zich terechtzitting op het standpunt gesteld dat zij zich kan vinden in het voorstel van de officier van justitie.
51. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer R] als gevolg van het onder parketnummer 06/950058-10 onder 4 ten laste gelegde bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot een bedrag van € 1.762,35 (€ 2138,00 minus afschrijving van de televisie en de laptop), waarvoor verdachte naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk is. Voor zover de benadeelde partij meer of anders vordert, dient zij niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
52. De rechtbank zal voormelde vorderingen hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat indien en voorzover de mededader(s) heeft/hebben betaald, verdachte zal zijn bevrijd.
53. De benadeelde partij [slachtoffer S] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.768,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/950058-10 onder 5 ten laste gelegde.
54. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in haar vordering, nu deze niet is onderbouwd en de raadsvrouw heeft zich op hetzelfde standpunt gesteld.
55. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer S] is de rechtbank van oordeel dat zij niet-ontvankelijk in haar vordering dient te worden verklaard, nu er geen veroordeling is gevolgd voor het feit waarop de vordering betrekking heeft.
56. Ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel overweegt de rechtbank als volgt.
57. De officier van justitie heeft in alle gevallen gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De raadsvrouw heeft verzocht oplegging van de schadevergoedingsmaatregel achterwege te laten, omdat verdachte de vorderingen niet binnen afzienbare tijd zal kunnen voldoen.
58. De rechtbank acht geen termen aanwezig voor oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. Daartoe is van belang dat gelet op de financiële positie van verdachte niet te verwachten is dat het verschuldigde binnen afzienbare termijn zal zijn voldaan. Tegen deze achtergrond bestaat het risico dat de vervangende hechtenis in feite zal neerkomen op een extra vrijheidsstraf waarbij de inlossing van de schuld voor een aanzienlijke periode zal stagneren.
Weliswaar gaat het bij sommige gedupeerden om relatief geringe bedragen, maar al die bedragen vormen tezamen voor de verdachte een enorme schuldenlast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 47, 57, 91, 141, 310, 311, 326 en 350 van het Wetboek van
Strafrecht;
- 3, 11 en 13 van de Opiumwet;
- 26, 55 en 56 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het
- onder parketnummer 06/950058-10 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde en
- onder parketnummer 06/850134-10 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde
heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
Parketnummer 06/950058-10
Feit 1: Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 2: Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan
een ander toebehoort, vernielen;
Feit 3: Diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 4: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 5: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
Feit 6: Openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
Parketnummer 06/850134-10
Feit 1: Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C, van de
Opiumwet;
Feit 2: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en
munitie, en terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen
van categorie III, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de
Wet wapens en munitie (munitie);
Feit 3 en
Feit 4: Telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 (veertig) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 10 (tien) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden zoals omschreven in het adviesrapport van de reclassering van 3 juni 2010 :
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en
voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de
reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt;
- een meldingsgebod;
- het deelnemen aan een arbeidsvaardighedentraining;
- het deelnemen aan een budgetteringstraining;
- het deelnemen aan een leefstijltraining;
- het deelnemen aan een Covatraining;
- een behandelverplichting bij een ambulante forensische psychiatrische deeltijdkliniek;
- een drugs- of alcoholverbod.
- geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
- beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij Bedrag
Parketnummer 06/950058-10
1. [slachtoffer A] (Feit 1, incident 1)
[adres].
Gironummer [nummer] € 166,00.
2. [slachtoffer B] (Feit 1, incident 2)
[slachtoffer P][adres].
Bankrekeningnummer [nummer] € 300,00.
3. [slachtoffer E] (Feit 1, incident 5)
[adres]
Bankrekeningnummer [nummer] € 166,00.
Benadeelde partij Bedrag
4. [slachtoffer F] (Feit 1, incident 6)
[adres]
Bankrekeningnummer [nummer]. € 106,75.
5. [slachtoffer G] (Feit 1, incident 7)
[adres]
Bankrekeningnummer [ nummer] € 106,75.
6. [slachtoffer H] (Feit 1, incident 8)
[adres].
Bankrekeningnummer [nummer] € 106,75, vermeerderd met
de wettelijke rente vanaf de
datum van het
schadeveroorzakend feit.
7. [slachtoffer I] (Feit 1, incident 9)
[adres].
Bankrekeningnummer [nummer] € 166,75.
8. [slachtoffer J] (Feit 1, incident 10)
[adres].
Gironummer [nummer] € 166,75.
9. [slachtoffer K] (Feit 1, incident 11)
[adres]
Bankrekeningnummer [nummer] € 333,50.
10. [slachtoffer L] (Feit 1, incident 12)
Brem 54
7421 CH Deventer.
Bankrekeningnummer [nummer] € 156,75.
11. [slachtoffer M] (Feit 1, incident 13)
Vogelpad 4
6915 TV Lobith.
Bankrekeningnummer [nummer] € 156,75.
12. [slachtoffer N] (Feit 1, incident 14)
[adres].
Bankrekeningnummer [nummer] € 150,00.
Benadeelde partij Bedrag
13. [slachtoffer O] (Feit 1, incident 15)
[adres].
Bankrekeningnummer [nummer] € 150,00.
14. [slachtoffer P] (Feit 1, incident 16)
[adres].
Bankrekeningnummer [nummer] € 60,00.
15. [slachtoffer Q] (Feiten 2 en 3)
[adres]
Bankrekeningnummer [nummer] € 15.028,51.
16. [slachtoffer R] (Feit 4)
[adres]
Bankrekeningnummer [nummer] € 1.762,35.
- verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
- verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer Q] en [slachtoffer R] voor het overige
niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer S] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Gilhuis en Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Buitenhuis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 juni 2010.
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2010041477-71, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Noordwest Veluwe, team
Ermelo-Putten, gesloten en ondertekend op 7 april 2010.
2 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A], p. 238-249.
3 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer B], p. 284-293
4 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer C], p. 329-341.
5 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer D], p. 375-384
6 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E], p. 420-427.
7 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer F], p. 462-472.
8 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G], p. 504-527.
9 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer H], p. 558-572.
10 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer I], p. 609-617.
11 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer J], p. 648-661
12 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer K], p. 692-704.
13 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer L], p. 735-744.
14 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer M], p. 775-780.
15 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer N], p. 811-820.
16 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer O], p. 855-872.
17 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer P], p. 903-912.
18 Rekeningafschrift privérekening [medeverdachte B] rekeningnummer [nummer], d.d. 14-10-2009, p. 251, 295, 343, 429, 782, .
19 Rekeningafschrift privérekening [medeverdachte B] rekeningnummer [nummer], d.d. 11-11-2009, p. 386, 475, 529, 580, 746, 822.
20 Rekeningafschrift privérekening [medeverdachte B] rekeningnummer [nummer], d.d. 09-12-2009, p. 619, 663, 706, 746, 874
21Rekeningafschrift privérekening [verdachte A] rekeningnummer [nummer], d.d. 12-01-2010, p. 663.
22 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B], p. 266-268.
23 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], p. 270, 271, 275, 277 en 278.
24 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 252-254, 257, 260, 261 en 263-265.
25 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer Q], p. 940-
26 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], p. 985, 988 en 989.
27 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C] op 5 februari 2010.
28 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B], p. 1016.
29 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 252-254, 257, 260, 261 en 263-265.
30 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer R], p. 992-996.
31 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C] bij de rechter-commissaris op
5 februari 2010.
32 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B], p. 1016.
33 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 252-254, 257, 260, 261 en 263-265.
34 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer S], p. 1239-1243.
35 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p. 1268 en 1272.
36 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 1253 en 1254.
37 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer V], p. 1300-1304.
38 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 1310 en 1311.
39 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], p. 1322-1323.
40 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0611/09205260, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Noord-West Veluwe, team
Ermelo-Putten, gesloten en ondertekend op 10 december 2009.
41 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p. 85-86.
42 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p. 92-93.
43 Processen-verbaal Narcotic Identification Test (hashish), p. 99-116.
44 Proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte C], p. 74 en 76.
45 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 59 en 61.
46 Proces-verbaal van 5 juni 2009 (beschrijving wapen), p. 94 en 95.
47 Kennisgeving van inbeslagneming van 16 november 2009, p. 194-197
48 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 61.
49 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer T], p. 133-135.
50 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], p. 79.
51 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 68.
52 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer T], p. 133-135.
53 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], p. 79.
54 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 68.
55 Offerte, p. 970-974 van het stamproces-verbaal vermeldt onder noot 1.