ECLI:NL:RBZUT:2010:BN0917

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
12 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460468-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. van de Wetering
  • J. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan poging tot diefstal met geweld en afpersing in de megazaak ‘Zeepkruid’

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 12 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte L., die medeplichtigheid aan een poging tot diefstal met geweld en afpersing ten laste was gelegd. De feiten vonden plaats op 30 november 2009 en 2 december 2009 in de gemeenten Groessen en Zevenaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door informatie te verstrekken over een woning en de aanwezigheid van geld, een essentiële rol had gespeeld in de voorbereiding van de overval. De rechtbank verwierp het verweer van vrijwillige terugtred, omdat de medeverdachten niet daadwerkelijk afstand hadden genomen van hun plan. De verdachte werd veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de rol van de verdachte in de criminele organisatie. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en deelname aan een behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460468-09
Uitspraak d.d.: 12 juli 2010
Tegenspraak / dip/oip/onip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte L],
geboren te [plaats] (Bondsrepubliek Duitsland) op [1991],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. A.A. Dooijeweerd, advocaat te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 maart, 29 april, 21 juni en 28 juni 2010.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 29 april 2010 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij (A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december
2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders
in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ( gelegen
aan de [adres 3 te plaats]) weg te nemen geld en/of (een)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E],
althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) ,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die (familie) [slachtoffer E], althans tegen die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde
woning,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid;
en/of
hij (A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december
2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders
in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld die (familie) [slachtoffer E] , althans die
bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning,
te dwingen tot de afgifte van geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan die (familie) [slachtoffer E] , althans aan die bewo(o)n(st)er(s)
van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid,
of, indien ten aanzien van het/de feit(en) gerelateerd aan het/de onder A en/of B
genoemde tijdstip(pen) geen veroordeling mocht volgen, geldt ten aanzien van
dat/die onder A en/of B genoemde tijdstip(pen) en daaraan gerelateerde
feit(en) dat:
[medeverdachte A] en/of [medeverdachte D] en/of [medeverdachte C] en/of [medeverdachte J] en/of
[medeverdachte K] en/of [medeverdachte B] en/of [medeverdachte I]
(A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december 2009
te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders in
Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door die
[medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte J] en/of die
[medeverdachte K] en/of die [medeverdachte B] en/of die [medeverdachte I]
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ( gelegen
aan de [adres 3 te plaats]) weg te nemen geld en/of (een)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E],
althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan die [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C]
en/of die [medeverdachte J] en/of die [medeverdachte K] en/of die [medeverdachte B] en/of die
[medeverdachte I] en/of verdachte,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die (familie) [slachtoffer E], althans tegen die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde
woning,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
[medeverdachte A] en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven
hij, verdachte, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6
november 2009 tot en met 30 november 2009 en/of in of omstreeks de periode
van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009, in de gemeente(n) Zevenaar
en/of Duiven en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens)
opzettelijk behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk
- inlichtingen te verstrekken met betrekking tot het te overvallen object
(woning, gelegen aan de [adres 3 te plaats], gemeente Duiven)
en/of subject(en) (te weten de bewo(o)n(st)er(s) van die woning) en/of
- een of meer (mondelinge en/of telefonische en/of via SMS en/of MSN)
gesprek(ken) te voeren met een of meer verdachten (te weten die
[medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C]) met betrekking
tot het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd(e) strafbare feit(en)
uitgevoerd kan/kunnen worden en/of
- met en/of vanuit een of meer auto('s) die woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) te observeren en/of aan een of meer
verdachten (te weten die [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C])
die woning aan te wijzen
en/of
[medeverdachte A] en/of [medeverdachte D] en/of [medeverdachte C] en/of [medeverdachte J] en/of
[medeverdachte K] en/of [medeverdachte B] en/of [medeverdachte I]
(A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december 2009
te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders in
Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door die
[medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte J] en/of die
[medeverdachte K] en/of die [medeverdachte B] en/of die [medeverdachte I]
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld die (familie) [slachtoffer E] , althans die
bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning,
te dwingen tot de afgifte van geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan die (familie) [slachtoffer E] , althans aan die bewo(o)n(st)er(s)
van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die
[medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte J] en/of
die [medeverdachte K] en/of die [medeverdachte B] en/of die [medeverdachte I] en/of verdachte
[medeverdachte A] en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven
hij, verdachte, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6
november 2009 tot en met 30 november 2009 en/of in of omstreeks de periode
van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009, in de gemeente(n) Zevenaar
en/of Duiven en/of elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens)
opzettelijk behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk
- inlichtingen te verstrekken met betrekking tot het te overvallen object
(woning, gelegen aan de [adres 3 te plaats], gemeente Duiven)
en/of subject(en) (te weten de bewo(o)n(st)er(s) van die woning) en/of
- een of meer (mondelinge en/of telefonische en/of via SMS en/of MSN)
gesprek(ken) te voeren met een of meer verdachten (te weten die
[medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C]) met betrekking
tot het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd(e) strafbare feit(en)
uitgevoerd kan/kunnen worden en/of
- met en/of vanuit een of meer auto('s) die woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) te observeren en/of aan een of meer
verdachten (te weten die [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C])
die woning aan te wijzen
en/of, indien ten aanzien van het/de feit(en) gerelateerd aan het/de onder A
en/of B genoemde tijdstip(pen) geen veroordeling mocht volgen, geldt ten
aanzien van dat/die onder A en/of B genoemde tijdstip(pen) en daaraan
gerelateerde feit(en) dat:
hij (op één of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 6 november
2009 tot en met 30 november 2009 en/of in of omstreeks de periode van 30
november 2009 tot en met 2 december 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of
in de gemeente Zevenaar en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
(telkens) ter voorbereiding van het misdrijf, waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten
diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging
van geld en/of goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie)
[slachtoffer E] ,althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van een woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]),
(telkens) opzettelijk
- (een) bivakmuts(en), althans een voor vermomming geschikt(e) voorwerp(en)
en/of
- tape en/of tie rips en/of
- een of meer (geladen) (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) en/of
- een of meer auto('s) en/of
- een woning (gelegen aan de [adres 4 te plaats]), dienende als
verzamelplek van verdachte en/of zijn mededader(s) en/of als bewaarplaats
voor een of meer bivakmuts(en) en/of tape en/of tie-rips en/of vuurwapen(s)
en/of munitie ,
zijnde voorwerpen, stoffen, (een) vervoermiddel(en) en/of (een) ruimte(n)
bestemd tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, heeft/hebben verworven
en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd
en/of uitgevoerd, en/of
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- inlichtingen heeft/hebben ingewonnen met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject (te weten (de familie) [slachtoffer E]/ de bewo(o)n(st)er(s)
van perceel [adres 3 te plaats]) en/of
- zich die woning (gelegen aan de [adres 3 te plaats]) laten
aanwijzen en/of
- een of meer (mondelinge en/of telefonische en/of via MSN en/of via SMS)
gesprek(ken) heeft/hebben gevoerd met betrekking tot het al of niet
deelnemen van bepaalde perso(o)n(en) aan bovengenoemd(e) strafba(a)r(e)
feit(en) en/of het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd(e) strafbare
feit(en) uitgevoerd zou/zouden worden en/of
- met en/of vanuit een of meer auto('s) en/of lopend een of meer observaties
heeft/hebben gedaan en/of uitgevoerd van die woning ( gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) en/of een of meer (van die) auto('s)
voor dat doel heeft/hebben geleend en/of gebruikt en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafbare feit(en) uitgevoerd zou/zouden worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- een of meer (van voornoemde) (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) heeft/hebben
geladen met (een) patro(o)n(en)/munitie;
of
[medeverdachte A] en/of [medeverdachte D] en/of [medeverdachte C] en/of [medeverdachte J] en/of
[medeverdachte K] en/of [medeverdachte B] en/of [medeverdachte I]
(op één of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 6 november 2009
tot en met 30 november 2009 en/of in of omstreeks de periode van 30 november
2009 tot en met 2 december 2009, te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de
gemeente Zevenaar en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
(telkens) ter voorbereiding van het misdrijf, waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten
diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging
van geld en/of goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie)
[slachtoffer E] ,althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van een woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]),
(telkens) opzettelijk
- (een) bivakmuts(en), althans een voor vermomming geschikt(e) voorwerp(en)
en/of
- tape en/of tie rips en/of
- een of meer (geladen) (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) en/of
- een of meer auto('s) en/of
- een woning (gelegen aan de [adres 4 te plaats]), dienende als
verzamelplek van verdachte en/of zijn mededader(s) en/of als bewaarplaats
voor een of meer bivakmuts(en) en/of tape en/of tie-rips en/of vuurwapen(s)
en/of munitie ,
zijnde voorwerpen, stoffen, (een) vervoermiddel(en) en/of (een) ruimte(n)
bestemd tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, heeft/hebben verworven
en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd
en/of uitgevoerd, en/of
[medeverdachte A] en/of (een of meer van)zijn mededader(s)
- inlichtingen heeft/hebben ingewonnen met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject (te weten (de familie) [slachtoffer E]/ de bewo(o)n(st)er(s)
van perceel [adres 3 te plaats]) en/of
- zich die woning (gelegen aan de [adres 3 te plaats]) laten
aanwijzen en/of
- een of meer (mondelinge en/of telefonische en/of via MSN en/of via SMS)
gesprek(ken) heeft/hebben gevoerd met betrekking tot het al of niet
deelnemen van bepaalde perso(o)n(en) aan bovengenoemd(e) strafba(a)r(e)
feit(en) en/of het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd(e) strafbare
feit(en) uitgevoerd zou/zouden worden en/of
- met en/of vanuit een of meer auto('s) en/of lopend een of meer observaties
heeft/hebben gedaan en/of uitgevoerd van die woning ( gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) en/of een of meer (van die) auto('s)
voor dat doel heeft/hebben geleend en/of gebruikt en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd strafbare feit uitgevoerd zou worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- een of meer (van voornoemde) (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) heeft/hebben
geladen met (een) patro(o)n(en)/munitie
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven
hij, verdachte, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6
november 2009 tot en met 30 november 2009 en/of in of omstreeks 30 november
2009 tot en met 2 december 2009 in de gemeente(n) Zevenaar en/of Duiven en/of
elders in Nederland (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens)
opzettelijk behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk
- inlichtingen te verstrekken met betrekking tot het te overvallen object
(woning, gelegen aan de [adres 3 te plaats], gemeente Duiven)
en/of subject(en) (te weten de bewo(o)n(st)er(s) van die woning) en/of
- een of meer (mondelinge en/of telefonische en/of via SMS en/of MSN)
gesprek(ken) te voeren met een of meer verdachten (te weten die
[medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C]) met betrekking
tot het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd(e) strafbare feit(en)
uitgevoerd kan/kunnen worden en/of
- met en/of vanuit een of meer auto('s) die woning (gelegen aan de
[adres 3 te plaats]) te observeren en/of aan een of meer
verdachten (te weten die [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C])
die woning aan te wijzen
art 317 Wetboek van Strafrecht
art 312 Wetboek van Strafrecht
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub1 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 21 december 2009 in de gemeente Zevenaar een wapen van
categorie I onder 7°, te weten een balletjespistool, zijnde (een) voorwerp(en)
dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis
vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde
voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 13 lid 1 Wet wapens en munitie
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
1. Aanleiding van het onderzoek
Op 22 september 2009 is gepoogd een overval te plegen op de woning aan de [adres 1 in plaats]. Uit getuigenverklaringen kwam naar voren dat nabij de woning aan de [adres 1 in plaats] een auto met het kenteken [kenteken 1] was gesignaleerd2.
Twee dagen later, op 24 september 2009, werd aangifte gedaan van een gewelddadige overval op de woning aan de [adres 5 in plaats]. Opvallend daarbij was dat uit getuigenverklaringen en meldkamergesprekken naar voren kwam dat ook bij dat voorval een auto was gesignaleerd met het kenteken [kenteken 1]3.
Omdat er ook gewapende overvallen hadden plaatsgevonden in Twello en Rekken werd op 5 oktober 2009 een opsporingsonderzoek gestart onder de naam Zeepkruid.
De Rijksdienst voor het Wegverkeer gaf als informatie dat de meergemelde auto op naam had gestaan van [medeverdachte A], maar dat die auto inmiddels op naam was gezet van [moeder medeverdachte A], zijnde de moeder van [medeverdachte A]4.
Vanaf 9 oktober 2009 heeft de officier van justitie die leiding gaf aan het Zeepkruid-onderzoek bevolen dat een reeks van telefoonnummers werd afgeluisterd.
Mede uit de inhoud van die afgeluisterde gesprekken kwam naar voren dat [medeverdachte A] vanaf 5 november 2009 als verdachte van zowel de poging tot overval in Duiven als de overval in Apeldoorn kon worden aangemerkt.
Op 1 december 2009 meldde zich bij de politie mevrouw [getuige A], die vertelde5 dat zij, verblijvend in haar (boven-)woning aan de [adres 5 in plaats] een gesprek had opgevangen van vier of vijf mannen die spraken over een oprit, een sensor en een M16. [getuige A] hoorde dat de jongens afspraken de volgende dag, dus 1 december 2009, om 18.00 uur weer bij elkaar te komen. Ze had het gevoel dat de jongeren iets van plan waren. Toen enkele van die mannen in een auto waren weggereden hoorde [getuige A] dat haar benedenbuurvrouw [medeverdachte I] met een man sprak.
De politie had inmiddels in diverse telefoongesprekken de naam van [medeverdachte I] horen noemen en uit die taps kwam het vermoeden naar voren dat de woning van [medeverdachte I], [adres4 in plaats], als safehouse werd gebruikt.
Uit de mededelingen van [getuige A] en de verdere onderzoeksgegevens (telefoontaps, zendmastgegevens, maar ook onder meer observaties) kreeg de politie het vermoeden dat [medeverdachte A] met anderen bezig was een overval voor te bereiden. Besloten werd dat die overval moest worden voorkomen en daarom werd vanaf de namiddag van 1 december 2009 extra personeel, waaronder een observatieteam ingezet en werden er met spoed meer telefoons afgeluisterd. Duidelijk werd dat [medeverdachte A] zeer regelmatig en zeer intensief contact had met [medeverdachte B]. Daarenboven kwamen als namen van mogelijke medeverdachten onder meer naar voren die van [medeverdachte D] en [medeverdachte C].
Op 2 december 2009 werd door een observatieteam geconstateerd6 dat een groep mannen in een Peugeot met het kenteken [kenteken 2] vertrok vanaf de [adres4 in plaats] in de richting van Groessen. Gezien werd dat die auto enkele keren door Groessen reed. Nabij de afslag naar Groessen stond in de richting van Groessen een auto met pech, waarbij een opvallende politieauto stond7. De voormelde Peugeot reed rechtdoor. Op basis van de verkregen gegevens werd besloten het eerder die dag door de officier van justitie gegeven aanhoudingsbevel uit te voeren. De auto werd aangehouden en op verdenking van voorbereiding van een ernstig misdrijf werden aangehouden8 de verdachten [medeverdachte A], [medeverdachte D], [medeverdachte C] en [medeverdachte J].
In de auto werden goederen aangetroffen zoals (vermoedelijke) gasalarmpistolen, een knalpatroon, bivakmutsen, tie-rips en tape9.
Uit de verhoren van de medeverdachten [medeverdachte A] en [medeverdachte D] kwam naar voren dat zij met betrekking tot de te plegen overval waren getipt door een glazenwasser. Uit onderzoek kwam naar voren dat daarmee werd gedoeld op verdachte.
Verdachte is op 21 december 2009 aangehouden. Tijdens de aanhouding van de verdachte is op zijn slaapkamer een balletjespistool aangetroffen.
2. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft met betrekking tot feit 1 gerekwireerd tot bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een poging tot diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging, zowel wat betreft 30 november 2009 als 2 december 2009. Volgens haar is de samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten niet zodanig nauw en volledig geweest dat verdachte is aan te merken als medepleger. Ten aanzien van feit 2 acht zij het voorhanden hebben van een wapen bewezen.
3. Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft primair wat betreft het onder 1 ten laste gelegde vrijspraak bepleit. Hij heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs is om te komen tot een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing. Op 30 november 2009 was er sprake van vrijwillige terugtred. De medeverdachten die in de tuin van de woning te Groessen zouden hebben gestaan hebben het voorgenomen misdrijf niet voltooid ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk. Er was sprake van angst om door te zetten. Het in de tuin staan is evenmin gericht op voltooiing van het voorgenomen misdrijf. Er is geen begin van uitvoering en derhalve geen poging. Ook op 2 december 2009 was er geen poging. Uit het proces-verbaal blijkt niet van gedragingen die naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het voorgenomen misdrijf. Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat geen sprake is van medeplegen. Uit het proces-verbaal blijkt niet van voldoende nauwe en bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoering tussen zijn cliënt en de medeverdachten. Meer subsidiair heeft de raadsman betoogd dat er niet meer is geweest dan een poging om deel te nemen, wat niet is strafbaar gesteld.
Wat betreft de ten laste gelegde medeplichtigheid aan poging tot diefstal met geweld en/of afpersing heeft de raadsman primair vrijspraak bepleit. Hij heeft betoogd dat er geen sprake is geweest van een poging en dat er tegen deze achtergrond evenmin sprake is geweest van medeplichtigheid daaraan.
Met betrekking tot de voorbereidingshandelingen heeft de raadsman eveneens vrijspraak bepleit. Hij heeft primair betoogd dat er geen causaal verband is tussen de voorbereidingshandelingen enerzijds en de voorbereidingsmiddelen anderzijds. Het verschaffen van inlichtingen is geen voorbereidingshandeling, maar een bestanddeel van de medeplichtigheid. Subsidiair heeft hij betoogd dat er geen sprake is van medeplegen. Er was geen (opzet op) nauwe en bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoering en/of opzet op een strafbaar feit.
Ook ten aanzien van medeplichtigheid aan de voorbereidingshandelingen heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Er is geen sprake van een voorbereidingshandeling zoals ten laste gelegd. Tegen deze achtergrond kan evenmin sprake zijn van medeplichtigheid daaraan.
De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 2 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4. Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
30 november 2009
4.1 De rechtbank zal eerst ingaan op hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd ten aanzien van 30 november 20009.
4.2 De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van de medeverdachten naar voren komt dat de medeverdachten het voornemen hadden om de woning aan de [adres 3 te plaats] te overvallen. Vooraf is besproken op welke wijze de overval zou plaatsvinden en welke taak ieder had bij de uitvoering van het plan. Ook is gesproken over de verdeling van de buit.
Woning te Groessen
Zo heeft medeverdachte [medeverdachte A] verklaard dat de woning was gelegen over het spoorviaduct aan de weg van Zevenaar naar Groessen10. Op de gevel stond "[naam woning]". Medeverdachte [medeverdachte J] heeft in dit verband verklaard11 dat hij zag dat op de voorgevel van de woning de naam "[naam woning]]" stond. Ook zag hij het straatnaambord [straat]. [medeverdachte J] is verzocht het huis aan te wijzen welke zij voornemens waren te overvallen12. Hij heeft een huis aangewezen gelegen aan de [adres 3 te plaats]. Uit een bij het proces-verbaal gevoegde foto blijkt dat op dit huis "[naam woning]" staat.
Voornemen tot de overval
Medeverdachte [medeverdachte J] heeft verklaard13 dat [slachtoffer K] hem had gevraagd maandag 30 november 2009 mee te gaan naar Zevenaar. Dit wordt bevestigd door medeverdachte [slachtoffer K] die heeft verklaard14 dat hij op maandagavond had afgesproken met [medeverdachte J] om naar Zevenaar te gaan. Volgens [slachtoffer K] zijn ze in Zevenaar een huis binnen gegaan. [medeverdachte C] vertelde wat voor werk hij voor hen had. Ze zouden een woning binnen gaan, de mensen vastbinden en een kluis leegroven. Er is ook besproken dat hij, [slachtoffer K], zou aanbellen bij de woning15 en dat hij en [medeverdachte J] de kluis moesten gaan zoeken. Hij kreeg een zwart metalen wapen, dat niet meer werkte16. [medeverdachte C] en [medeverdachte D] hadden ook een wapen17, [medeverdachte J] kreeg tie-rips van ongeveer 30 cm lang18. Ze zouden met z'n vieren het huis binnengaan. [medeverdachte A] zou bij de auto wachten, aldus [slachtoffer K].
Met betrekking tot de verdeling van de buit heeft [slachtoffer K] verklaard19 dat de vier personen die naar het huis zouden gaan evenveel zouden krijgen. [medeverdachte A] zou ook een deel van de buit krijgen. Ook verdachte heeft verklaard over de verdeling van de buit. Hij heeft verklaard20 dat de tipgever 10% van de buit zou krijgen. Dit wordt bevestigd door de verklaring van [medeverdachte D] die eveneens heeft verklaard21 dat [medeverdachte A] met de tipgever heeft besproken dat hij 10% van de buit zou krijgen.
Verdachte heeft verklaard22 dat hem bij de eerste ontmoeting 10% van de opbrengst is beloofd. Ook is gezegd 30% en ook een paar honderd euro.
Begin van uitvoering
[medeverdachte D] heeft verklaard23 dat ze op 30 november 2009 met z'n vijven zijn gaan rijden in de auto. [slachtoffer K]24 heeft verklaard dat ze twee of drie keer langs het huis zijn gereden en dat ze vervolgens een eind bij de woning vandaan hebben geparkeerd. Voor ze de auto verlieten hebben ze afgesproken25 dat [medeverdachte C] de slachtoffers zou vastbinden. Hij, [slachtoffer K], en [medeverdachte J] zouden op zoek gaan naar de kluis en het geld. Hij is met [medeverdachte D], [medeverdachte C] en [medeverdachte J] in de richting van het huis gelopen26. Ze zijn via de achterzijde naar de woning gegaan. Op de vraag van verbalisanten of ze wapens en bivakmutsen bij zich hadden, heeft [medeverdachte D] bevestigend geantwoord27. Hij, [medeverdachte D], en [medeverdachte C] hadden een pistool bij zich, [medeverdachte J] had tie-rips en plakband en [slachtoffer K] had een (kapot) pistool28.
[medeverdachte J] heeft verklaard29 dat ze vlakbij de woning die ze zouden gaan overvallen parkeerden. In de auto had hij een rol tape gekregen van [medeverdachte C]. [medeverdachte A] zou in de auto blijven. [slachtoffer K] zou aanbellen. [medeverdachte D] en [slachtoffer K] zouden als eerste naar binnen gaan om de mensen onder schot te houden en te laten liggen. Hij, [medeverdachte J], moest de man vastbinden en diens mond tapen. [medeverdachte C] zou hem daarbij helpen. [medeverdachte D] zou naar geld zoeken.
4.3 De rechtbank acht het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 gelet op de genoemde bewijsmiddelen bewezen. De rechtbank overweegt in dit verband dat de medeverdachten op 30 november 2009 zijn begonnen met de uitvoering van hun voornemen om de woning in Groessen te overvallen. Zij zijn daartoe naar Groessen gereden, hebben de woning kennelijk geobserveerd door daar meermalen langs te rijden en zijn vervolgens in de buurt van de woning gestopt. Vier personen zijn uit de auto gestapt en voorzien van tape, tie-rips, bivakmutsen en wapens of daarop lijkende voorwerpen in de richting van de woning gelopen. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dit moet worden gezien als begin van uitvoering van het voornemen.
4.4 Verweer vrijwillige terugtred
De raadsman heeft betoogd dat sprake was van vrijwillige terugtred.
Van vrijwillige terugtred is sprake als het misdrijf niet is voltooid tengevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt dat de medeverdachten hebben verklaard dat, toen zij iemand voor het raam zagen, zij hebben besloten niet verder te gaan en terug te keren naar de auto. Volgens de rechtbank kan dit niet als vrijwillige terugtred worden aangemerkt, te minder nu uit de verklaring van [slachtoffer K] naar voren komt dat bij terugkomst in Zevenaar werd gezegd dat ze de volgende dag de woning wel konden overvallen30. Ook uit de verklaring van [medeverdachte J] komt naar voren dat geen afstand is genomen van het plan tot de overval. Hij heeft met [slachtoffer K], die huisarrest had, afgesproken dat hij in diens plaats mee zou doen31. Er is derhalve veeleer sprake van het uitstellen van de overval tot een later tijdstip.
Geen medeplegen
4.5 Met de raadsman en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte niet kan worden aangemerkt als medepleger. Niet gebleken is van een bewuste en nauwe samenwerking gericht op het plegen van de ten laste gelegde poging tot diefstal met geweld en/of afpersing. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Medeplichtigheid
4.6 Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zich echter wel schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan de poging tot diefstal met geweld en/of afpersing. De rechtbank overweegt dat uit het proces-verbaal naar voren komt dat verdachte een tip heeft gegeven betreffende de aanwezigheid van geld in een woning te Groessen. Verdachte heeft verklaard32 dat hij twee à drie maanden geleden als glazenwasser heeft gewerkt bij een woning in Groessen. Op foto's die verbalisanten hem hebben getoond, heeft hij het huis aan de [adres 3 te plaats] herkend. Toen hij, zijn baas en diens zoon klaar waren met de werkzaamheden, moest de vrouw van het huis € 150,- betalen. Ze betaalde met een briefje van € 200,- en ze zei dat ze nooit geld op de bank zette omdat er dan de kans was dat ze alles kwijt kon raken als gevolg van de crisis. Hij, [verdachte L], kreeg toen het idee dat ze veel geld in huis had. Een maand later vroeg [medeverdachte D] hem of hij wist of er ergens wat te verdienen was. Hij was op zoek naar een tip. Twee dagen later belde [medeverdachte D] op zijn telefoon en vroeg of hij buiten wilde komen. Buiten zag hij een rode Volkswagen waarin twee jongens zaten. Hij, [verdachte L], is in de auto gestapt en ze zijn gaan rijden. Hij heeft uitgelegd waar de woning was. De vrijdag daarna is hij weer gebeld door [medeverdachte D] en is hij met [medeverdachte D] en een man die hij op een hem getoonde foto heeft herkend meegereden naar het huis. Hij heeft de woning aangewezen. Hem is 10% van de opbrengst beloofd. Ook is gesproken over 30% en over een paar honderd euro. De eerste keer dat hij met [medeverdachte D] over de woning heeft gesproken was rond 5 of 10 november 2009.
[medeverdachte A] heeft verklaard33 dat de tip dat er stapels met bankbiljetten in een woning zouden liggen kwam van een maatje van [medeverdachte D], die daar als glazenwasser had gewerkt. Toen er met die glazenwasser moest worden afgerekend kwam er een vrouw aan de deur die een stapel bankbiljetten in haar hand had. De jongen had ook biljetten van 500 euro gezien. De beloning voor de tipgever zou afhangen van het bedrag dat daar zou worden gevonden, afgesproken was 10% van de buit. Besproken werd wat er te halen viel en of hij geïnteresseerd was om mee te doen. Hij, [medeverdachte A], heeft de glazenwasser twee keer gezien. De tweede keer heeft de glazenwasser de woning voor de overval aangewezen. Dat was mogelijk op 27 november 2009. [medeverdachte D] was er toen ook bij. De woning was gelegen direct over het spoorviaduct aan de weg van Zevenaar naar Groessen. Op de gevel stond volgens hem "[naam woning]".
[medeverdachte D] heeft verklaard34 dat hij, [medeverdachte A] en [medeverdachte C] de jongen hebben opgehaald en dat de jongen het adres heeft aangewezen.
Medeverdachte [medeverdachte J] heeft met betrekking tot de woning verklaard35 dat hij zag dat op de voorgevel van de woning de naam " [naam woning]]" stond. Ook zag hij het straatnaambord [straat]. [medeverdachte J] is verzocht het huis aan te wijzen welke zij voornemens waren te overvallen36. Verdachte heeft een huis aangewezen gelegen aan de [adres 3 te plaats]. Uit een bij het proces-verbaal gevoegde foto blijkt dat op dit huis "[naam woning]" staat.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank medeplichtigheid aan de poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 wettig en overtuigend bewezen.
2 december 2009
4.7 De rechtbank overweegt ten aanzien van 2 december 2009 dat vier medeverdachten op 2 december 2009 zijn aangehouden terwijl zij in de auto reden. De medeverdachten hielden zich (nog) niet op in de buurt van de te overvallen woning en zaten allemaal in de auto. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 8 september 1987, NJ 1988, 612, is er naar het oordeel van de rechtbank nog geen sprake van een begin van uitvoering. Reeds daarom dient verdachte te worden vrijgesproken van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 2 december 2009 dan wel van medeplichtigheid daaraan.
4.8 De officier van justitie heeft, voor zover het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 en/of op 2 december 2009 dan wel medeplichtigheid aan deze feiten niet tot een bewezenverklaring mocht leiden, de voorbereidingshandelingen dan wel medeplichtigheid aan voorbereidingshandelingen ten aanzien van die feiten eveneens ten laste gelegd. Nu de rechtbank medeplichtigheid aan een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 bewezen acht, zal zij zich beperken tot een beoordeling van de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen of medeplichtigheid daaraan voor zover deze betrekking hebben op de voorgenomen overval op 2 december 2009.
4.9 Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte niet kan worden aangemerkt als medepleger. Niet gebleken is van een bewuste en nauwe samenwerking gericht op het plegen van de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.10 De rechtbank overweegt ten aanzien van de ten laste gelegde medeplichtigheid aan de voorbereidingshandelingen dat uit de bewijsmiddelen volgt dat zowel in de periode van 6 november 2009 tot en met 30 november 2009 als in de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009 voorbereidingshandelingen zijn verricht voor het plegen van de overval op de woning aan de [adres 3 te plaats] op 2 december 2009. Een deel van de bewijsmiddelen, waaronder de tip van verdachte en de observatie van de woning met verdachte (de tipgever) is echter gebruikt zowel voor de ondernomen poging op 30 november 2009 als onderdeel van de voorbereidingshandelingen voor 2 december 2009. Uit het proces-verbaal is niet gebleken dat verdachte na de poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 nog contact heeft gehad met de medeverdachten. Nu de tip eenmalig is gegeven, met verdachte eenmalig naar de woning is gereden en voor verdachte onbekend was wanneer de overval gepleegd zou worden, ziet de rechtbank aanleiding verdachte vrij te spreken van medeplichtigheid aan de voorbereidingshandelingen.
Feit 2
5. De rechtbank acht dit feit bewezen gelet op de bekennende verklaring van verdachte37, zijn (eveneens bekennende) verklaring ter terechtzitting en gelet op de processen-verbaal van bevindingen38.
6. Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
[medeverdachte A] en [medeverdachte D] en [medeverdachte C] en [medeverdachte J] en [medeverdachte K] op 30 november 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte A] en die [medeverdachte D] en die [medeverdachte C] en die [medeverdachte J] en die [slachtoffer K] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 3 te plaats]) weg te nemen geld en/of goederen, toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E], althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte J] en/of die [slachtoffer K] en/of verdachte,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die (familie) [slachtoffer E], althans tegen die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning,
te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
[medeverdachte A] en/of (een of meer van) zijn mededaders met voormeld oogmerk
- tape en tie-rips en bivakmutsen en (geladen)(vuur)wapens, althans daarop gelijkende
voorwerpen in een auto hebben gelegd en vervoerd en
- een rolverdeling hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd strafbaar feit uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- met een auto in de richting van de woning gelegen aan de Achtergaardsestrat 14 te
Groessen zijn gereden en aldaar zijn uitgestapt en naar de achterzijde van die woning
zijn gelopen met medeneming van tape en tie-rips en bivakmutsen en vuurwapens,
althans daarop gelijkende voorwerpen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op tijdstippen in de periode van 6 november 2009 tot en met 30 november 2009, in de gemeenten Zevenaar
en/of Duiven (telkens) opzettelijk inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens)
opzettelijk behulpzaam is geweest door (telkens) opzettelijk
- inlichtingen te verstrekken met betrekking tot het te overvallen object (woning, gelegen
aan de [adres 3 te plaats], gemeente Duiven) en de bewo(o)n(st)er(s)
van die woning) en
- vanuit een auto die woning gelegen aan de [adres 3 te plaats] aan
verdachten (te weten die [medeverdachte A] en die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C]) aan te wijzen
en
[medeverdachte A] en [medeverdachte D] en [medeverdachte C] en [medeverdachte J] en [medeverdachte K] op 30 november 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar, ter uitvoering van het door die [medeverdachte A] en die [medeverdachte D] en die [medeverdachte C] en die [medeverdachte J] en die [slachtoffer K] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die (familie) [slachtoffer E] , althans die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, toebehorende aan die (familie) [slachtoffer E] , althans aan die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte J] en/of die [slachtoffer K] en/of verdachte
[medeverdachte A] en/of (een of meer van) zijn mededaders met voormeld oogmerk
- tape en tie-rips en bivakmutsen en (geladen)(vuur)wapens, althans daarop gelijkende
voorwerpen in een auto hebben gelegd en vervoerd en
- een rolverdeling hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemde strafbaar feit uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- met een auto in de richting van de woning gelegen aan de Achtergaardsestrat 14 te
Groessen zijn gereden en aldaar zijn uitgestapt en naar de achterzijde van die woning
zijn gelopen met medeneming van tape en tie-rips en bivakmutsen en vuurwapens,
althans daarop gelijkende voorwerpen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op tijdstippen in de periode van 6 november 2009 tot en met 30 november 2009, in de gemeenten Zevenaar en/of Duiven (telkens) opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door (telkens) opzettelijk
- inlichtingen te verstrekken met betrekking tot het te overvallen object (woning, gelegen
aan de [adres 3 te plaats], gemeente Duiven) en de bewo(o)n(st)er(s)
van die woning) en
- vanuit een auto die woning gelegen aan de [adres 3 te plaats] aan
verdachten (te weten die [medeverdachte A] en die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte C]) aan te wijzen;
2.
hij op 21 december 2009 in de gemeente Zevenaar een wapen van categorie I onder 7°, te weten een balletjespistool, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen en/of met een voor ontploffing bestemd voorwerp voorhanden heeft gehad;
7. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
8. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
De feiten onder 1:
Medeplichtigheid aan een poging tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Medeplichtigheid aan een poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 2:
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens van categorie I.
9. Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is op 14 april 2010 een Pro Justitiarapport opgemaakt door J.W. Solinger, GZ-psycholoog. De psycholoog heeft geadviseerd verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar aan te merken. De rechtbank kan zich hiermee verenigen en neemt dit over.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
10. Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 267 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich houdt aan aanwijzingen en voorschriften van de reclassering ook als dat inhoudt een behandeling bij Kairos of een soortgelijke instelling. De officier van justitie heeft verder gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis.
Volgens de raadsman is een geringe straf ten aanzien van feit 2 op zijn plaats. Voor zover het eerste feit tot een veroordeling mocht leiden heeft hij verzocht geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Zijn cliënt is bereid om in een voorwaardelijk kader de aanwijzingen van de reclassering te volgen. De raadsman heeft verder verzocht rekening te houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van zijn cliënt.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt in het bijzonder in aanmerking dat verdachte informatie over een woning en een bewoner van die woning aan anderen heeft gegeven, terwijl hij wist dat die anderen van plan waren een overval op die woning te gaan plegen. Verdachte heeft zich daarmee als medeplichtige schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal met geweld en/of een poging tot afpersing. De rechtbank merkt in dit verband op dat het voornemen tot de overval is blijven steken in een poging. Zij wijst verdachte erop dat het veel erger had kunnen aflopen temeer dat de daders onder meer tie-rips, tape en pistolen bij zich hadden en kennelijk geweld of bedreiging daarmee niet schuwden. Dergelijke feiten brengen, naar de ervaring leert, langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij het directe slachtoffer te weeg. Zij dragen bovendien bij aan in de samenleving levende gevoelens van onrust en onveiligheid. Verdachte -hij werkte als glazenwasser- heeft verder door zijn handelen het vertrouwen dat zijn werkgever en diens klanten in hem hadden ernstig beschaamd.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een op een wapen gelijkend voorwerp.
De rechtbank heeft verder in aanmerking genomen het Pro Justitiarapport van 14 april 2010. Volgens J.W. Solinger, GZ-psycholoog, heeft verdachte een persoonlijkheidsstructuur met een extraverte instelling en narcistische trekken in combinatie met verstoorbaarheid en een hang naar spanning en sensatie, die hem vatbaar maken voor grensoverschrijdend gedrag. Hij heeft een beperkte zelfreflectie en overziet in beperkte mate de gevolgen van zijn gedrag. Zijn identiteit is weinig ontwikkeld en maakt hem vatbaar voor het aannemen van een schijnidentiteit. In diagnostische zin is dat te beschrijven als een gedragsstoornis van matige ernst, vanwege het feit dat verdachte zijn leven redelijk op orde had gebracht met betrekking tot zinvolle dagbesteding, inkomsten en woonsituatie. Verdachte bevond zich ten tijde van het ten laste gelegde in een stabiele situatie. Door het besef dat hij mogelijk in moeilijkheden zou kunnen komen door zijn loslippigheid werd de situatie onoverzichtelijk en werden de narcistische trekken zichtbaar in zijn impulsieve en onhandige acties, aldus Solinger. Een groepstraining lijkt niet geïndiceerd nu die verdachte weer in contact brengt met criminele leeftijdgenoten en hem opnieuw kan stigmatiseren als crimineel. Volgens Solinger lijkt een individuele training meer op zijn plaats.
Uit de reclasseringsrapporten van 26 februari 2010 en 19 april 2010, beiden opgemaakt door L. Hermans, komt naar voren dat het recidiverisico als hooggemiddeld wordt ingeschat. Ingeschat wordt dat er een hoog risico op het onttrekken aan voorwaarden is gezien eerdere ervaringen met hulpverlening. Er is geen risico op letselschade. De reclassering heeft geadviseerd aan verdachte bijzondere voorwaarden op te leggen in die zin de zin van een verplicht reclasseringscontact, waarbij aan verdachte ook een meldingsgebod wordt opgelegd en deelname aan een gedragsinterventie.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte waaruit blijkt dat hij op 22 december 2006 en op 17 december 2007 is veroordeeld ter zake van vermogensdelicten en een geweldsdelict. Deze veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alle omstandigheden in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden passend en geboden is.
De rechtbank zal de gevangenisstraf deels voorwaardelijk opleggen teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal hieraan de bijzondere voorwaarden verbinden dat verdachte zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen welke hem door of namens de reclassering worden gegeven, voor zover en voor zolang dit door de genoemde instelling binnen de proeftijd nodig wordt geacht. Hiertoe dient verdachte zich binnen veertien dagen volgend op vonniswijzing te melden bij de Bureaudienst van de Reclassering Nederland, Nieuwe Oeverstraat 65 te Arnhem, tel. 026-3555333. Verdachte dient verder mee te werken aan begeleiding/behandeling door forensische psychiatrische polikliniek Kairos te Arnhem of een andere nader door de reclassering aan te wijzen instelling, voor zover en voor zolang dit binnen de proeftijd door de reclassering nodig wordt geacht.
De rechtbank merkt ten slotte nog op dat zij komt tot een lagere taakstraf dan door de officier van justitie gevorderd, nu de rechtbank anders dan de officier van justitie niet komt tot een bewezenverklaring met betrekking tot het feit 1 op 2 december 2009 te Groessen.
11. In beslag genomen voorwerpen
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, dient te worden onttrokken aan het verkeer, nu dit bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven werd aangetroffen en dit aan verdachte toebehorende voorwerp kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven, terwijl deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
12. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 36b, 36c, 45, 48, 57, 91, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht;
- 13 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan voor zover dit betreft het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 en 2 december 2009 alsmede de medeplichtigheid aan een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 2 december 2009 en voor zover dit betreft het medeplegen van voorbereidingshandelingen dan wel medeplichtigheid daaraan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde, voor zover dit betreft medeplichtigheid aan een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009, en het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan ;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
De feiten onder 1:
Medeplichtigheid aan een poging tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Medeplichtigheid aan een poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 2:
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens van categorie I;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 (zes) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen welke hem door of namens de reclassering worden gegeven, voor zover en voor zolang dit door de genoemde instelling binnen de proeftijd nodig wordt geacht. Hiertoe dient verdachte zich binnen veertien dagen volgend op vonniswijzing te melden bij de Bureaudienst van de Reclassering Nederland, Nieuwe Oeverstraat 65 te Arnhem, tel. 026-3555333. Verdachte dient verder mee te werken aan begeleiding/behandeling door forensische psychiatrische polikliniek Kairos te Arnhem of een andere nader door de reclassering aan te wijzen instelling, voor zover en voor zolang dit binnen de proeftijd door de reclassering nodig wordt geacht;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 100 (honderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een zwart imitatievuurwapen (balletjespistool);
* heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Van de Wetering en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juli 2010.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009100087-D, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, gesloten en ondertekend op 13 april 2010.
2 Proces-verbaal van verhoor van een anonieme getuige, p.1809
3 Proces-verbaal van bevindingen, p.2328, p.2331/2332
4 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2336
5 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A], p.2808-2811
6 Proces-verbaal observeren, p.2947-2949
7 Proces-verbaal van bevindingen, p.2952
8 Proces-verbaal van aanhouding, p.0261-0263
9 Proces-verbaal van bevindingen, p.2957, p.2959-2962
10 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3222
11 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte J], p.3388
12 Proces-verbaal van bevindingen, p.2990/2991
13 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte J], p.3372/3373
14 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3516/3517
15 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3547-3548
16 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3517
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3527
18 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3517
19 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3527
20 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3222
21 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3298
22 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte L], p.3479
23 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3276
24 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3517/3518
25 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3547
26 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3518
27 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3297
28 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3310
29 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte J], p.3394/3395
30 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3519
31 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte J], p.3395
32 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte L], p.3475-3479
33 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3221-3222
34 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3298
35 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte J], p.3388
36 Proces-verbaal van bevindingen, p.2990/2991
37 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte L], p.4650/4651
38 Processen-verbaal van bevindingen, p.4644, p.4645/4646, p.4649