ECLI:NL:RBZUT:2010:BN0931

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
12 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580701-09 en 06/470431-08 (tul)
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. van den Wetering
  • J. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van diefstallen, afpersing en verboden wapenbezit in de megazaak ‘Zeepkruid’

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 12 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte A., die betrokken was bij een serie gewapende overvallen en afpersingen in de Achterhoek, Liemers en Apeldoorn in het najaar van 2009. De rechtbank oordeelde dat verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van diefstallen, afpersing en verboden wapenbezit. De feiten waren onderdeel van de megazaak ‘Zeepkruid’, waarin twaalf verdachten terechtstonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte A. samen met medeverdachten een plan had gesmeed om een woning in Groessen te overvallen. Op 30 november 2009 zijn zij naar de woning gereden, maar hebben de overval niet uitgevoerd omdat zij iemand voor het raam zagen. De rechtbank oordeelde dat dit niet als vrijwillige terugtred kon worden aangemerkt, aangezien er geen afstand was genomen van het plan. Verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar, mede omdat hij als leider van de groep werd gezien en geweld niet schuwde. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de daden op de slachtoffers, die zich onveilig voelden in hun eigen huis. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, die schadevergoeding eisten voor de geleden schade door de overvallen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/580701-09 en 06/470431-08 (tul)
Uitspraak d.d.: 12 juli 2010
Tegenspraak/dip/oip/oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [plaats, 1986],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring Ooyerhoekseweg te Zutphen.
Raadsman: mr. C.H. Molenaar, advocaat te Zevenaar.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 maart, 29 april, 14 juni en 28 juni 2010.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 29 april 2010 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij (A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december
2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders
in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ( gelegen
aan de [adres 3] te Groessen) weg te nemen geld en/of (een)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E],
althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) ,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die (familie) [slachtoffer E], althans tegen die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde
woning,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3] te Groessen) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid;
en/of
hij (A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december
2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders
in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld die (familie) [slachtoffer E] , althans die
bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning,
te dwingen tot de afgifte van geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan die (familie) [slachtoffer E] , althans aan die bewo(o)n(st)er(s)
van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn medader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3] te Groessen) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid;
en/of, indien ten aanzien van het/de feit(en) gerelateerd aan het/de onder A
en/of B genoemde tijdstip(pen) geen veroordeling mocht volgen, geldt ten
aanzien van dat/die onder A en of B genoemde tijdstip(pen) en daaraan
gerelateerde feit(en) dat:
hij (op één of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 6 november
2009 tot en met 30 november 2009 en/of in of omstreeks de periode van 30
november 2009 tot en met 2 december 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of
in de gemeente Zevenaar en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
(telkens) ter voorbereiding van het misdrijf, waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten
diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging
van geld en/of goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie)
[slachtoffer E] ,althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van een woning (gelegen aan de
[adres 3] te Groessen),
(telkens) opzettelijk
- (een) bivakmuts(en), althans een voor vermomming geschikt(e) voorwerp(en)
en/of
- tape en/of tie rips en/of
- een of meer (geladen) (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) en/of
- een of meer auto('s) en/of
- een woning (gelegen aan de [adres 4] te Zevenaar), dienende als
verzamelplek van verdachte en/of zijn mededader(s) en/of als bewaarplaats
voor een of meer bivakmuts(en) en/of tape en/of tie-rips en/of vuurwapen(s)
en/of munitie ,
zijnde voorwerpen, stoffen, (een) vervoermiddel(en) en/of (een) ruimte(n)
bestemd tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, heeft/hebben verworven
en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd
en/of uitgevoerd, en/of
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- inlichtingen heeft/hebben ingewonnen met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject (te weten (de familie) [slachtoffer E]/ de bewo(o)n(st)er(s)
van perceel [adres 3] te Groessen) en/of
- zich die woning (gelegen aan de [adres 3] te Groessen) laten
aanwijzen en/of
- een of meer (mondelinge en/of telefonische en/of via MSN en/of via SMS)
gesprek(ken) heeft/hebben gevoerd met betrekking tot het al of niet
deelnemen van bepaalde perso(o)n(en) aan bovengenoemd(e) strafba(a)r(e)
feit(en) en/of het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd(e) strafbare
feit(en) uitgevoerd zou/zouden worden en/of
- met en/of vanuit een of meer auto('s) en/of lopend een of meer observaties
heeft/hebben gedaan en/of uitgevoerd van die woning ( gelegen aan de
[adres 3] te Groessen) en/of een of meer (van die) auto('s)
voor dat doel heeft/hebben geleend en/of gebruikt en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafbare feit(en) uitgevoerd zou/zouden worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- een of meer (van voornoemde) (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) heeft/hebben
geladen met (een) patro(o)n(en)/munitie;
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009
en/of op of omstreeks 3 december 2009 in de gemeente(n) Montferland en/of
Zevenaar en/of Duiven en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met
(een) ander(en) en/of alleen,
twee/een wapen(s) van categorie III (onder 1), te weten
- een gaspistool (merk Voltran, model Ekol Firat Compact, kaliber 9 mm) en/of
- een gaspistool (merk Röhm, model Vektor CP1, kaliber 9 mm) en/of
munitie van categorie III, te weten
(in totaal) 14 , althans een aantal patronen van het kaliber 9 mm P.A.K.,
zijnde voor deze/dit wapen(s) geschikte munitie, voorhanden heeft/hebben gehad
en/of
munitie van categorie III, te weten
11, althans een aantal zogenaamde knalpatronen, voorhanden heeft/hebben gehad
en/of
- een wapen van categorie I, te weten een nabootsing van een pistool (merk: US
Military, nr: [nummer]) die voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende
gelijkenis vertoont met een bestaand vuurwapen, namelijk een pistool van
het merk Beretta, model 96, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
3.
hij op of omstreeks 24 september 2009 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D]
heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud en/of een
mobiele telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan die [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s):
met bivakmuts(en), althans met camouflerende hoofdbedekking op die [slachtoffer C] en/of die [slachtoffer D] is/zijn toegerend/toe gelopen en/of
die [slachtoffer C] en/of die [slachtoffer D]
- (om de nek) heeft/hebben vastgepakt en/of (aan het lichaam) vastgehouden
en/of op de grond gebracht en/of de hand voor de mond gedaan en/of gehouden
en/of (meermalen) op dreigende toon geroepen/gezegd: " Overval, overval"
en/of "Geld, geld" en/of "Sstt" en/of "Kop dicht, ik knal je door je kop"
en/of "Waar is de kluis" , althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
en/of
- een of meermalen heeft/hebben geslagen en/of geschopt en/of getrapt en/of
- een of meermalen heeft/hebben geduwd en/of
- aan het lichaam heeft/hebben meegetrokken en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond
en/of op het hoofd en/of het gezicht en/of het lichaam heeft/hebben gericht;
en/of
hij op of omstreeks 24 september 2009 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een portemonnee met inhoud en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het
bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s):
met bivakmuts(en), althans met camouflerende hoofdbedekking op die [slachtoffer C] en/of die [slachtoffer D] is/zijn toegerend/toe gelopen en/of
die [slachtoffer C] en/of die [slachtoffer D]
- (om de nek) heeft/hebben vastgepakt en/of (aan het lichaam) vastgehouden
en/of op de grond gebracht en/of de hand voor de mond gedaan en/of gehouden
en/of (meermalen) op dreigende toon geroepen/gezegd: " Overval, overval"
en/of "Geld, geld" en/of "Sstt" en/of "Kop dicht, ik knal je door je kop"
en/of "Waar is de kluis" , althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
en/of
- een of meermalen heeft/hebben geslagen en/of geschopt en/of getrapt en/of
- een of meermalen heeft/hebben geduwd en/of
- aan het lichaam heeft/hebben meegetrokken en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond
en/of op het hoofd en/of het gezicht en/of het lichaam heeft/hebben gericht;
art 317 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij
- op of omstreeks 22 september 2009 en/of
- in of omstreeks de periode van 18 oktober 2009 tot en met 19 oktober 2009
en/of
- in of omstreeks de periode van 16 november 2009 tot en met 17 november 2009
te Duiven
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan de [adres 1]) weg te nemen weed en/of geld en/of een of meer andere
goederen , geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij
(al dan niet) de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van
braak, verbreking en/of inklimming,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- op of omstreeks 22 september 2009 over de schutting is/zijn geklommen en/of
(een) ruit(en) heeft/hebben ingeslagen en/of ingegooid en/of
- in of omstreeks de periode van 18 oktober 2009 tot en met 19 oktober 2009
een voordeur en/of schuttingdeur ter hoogte van de deurgreep heeft/hebben
geforceerd/beschadigd,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2009 tot en met 17 november
2009 te Duiven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de tuin van
een woning ([adres 1]) heeft weggenomen een vogelhuisje en/of een webcam ,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
cafetaria/snackbar weg te nemen geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten
dele toebehorende aan een of meer thans (bij naam) nog onbekend gebleven
perso(o)n(en) (te weten de eigenaar(s)/ beheerder(s)/ medewerker(s) van
genoemde cafetaria/snackbar), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen
voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die thans nog onbekend gebleven perso(o)n(en),
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- inlichtingen heeft/hebben verstrekt met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject(en) en/of
- (meermalen) (ter observatie) (met een auto) langs die cafetaria/snackbar
is/zijn gereden en/of gelopen en/of (vervolgens)
- met (een) (bivak)muts(en) en/of (een) (vuur)wapen(s) in de richting van
die cafetaria/snackbar is/zijn gelopen en/of in de naaste omgeving /bij die
cafetaria/snackbar heeft/hebben gewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
en/of
hij op of omstreeks 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld die thans nog onbekend gebleven
perso(o)n(en) te dwingen tot de afgifte van geld en/of (een) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan die thans nog onbekend gebleven
perso(o)n(en) in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- inlichtingen heeft/hebben verstrekt met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject(en) en/of
- (meermalen) (ter observatie) (met een auto) langs die cafetaria/snackbar
is/zijn gereden en/of gelopen en/of (vervolgens)
- met (een) (bivak)muts(en) en/of (een) (vuur)wapen(s) in de richting van
die cafetaria/snackbar is/zijn gelopen en/of in de naaste omgeving /bij die
cafetaria/snackbar heeft/hebben gewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
art 317 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, dat
hij op of omstreeks 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, en/of
elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
ter voorbereiding van het misdrijf , waarop naar de wettelijke omschrijving
een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met
geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging van geld en/of goederen ,
geheel of ten dele toebehorende aan een of meer thans (bij naam) onbekend
gebleven personen (te weten de eigenaar(s)/ beheerder(s)/ medewerker(s) van
een cafetaria/snackbar)
opzettelijk
- (een) bivakmuts(en), althans een voor vermomming geschikt(e) voorwerp(en)
en/of
- een of meer (geladen)(vuur)wapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) en/of
- een of meer auto('s),
zijnde voorwerpen, stoffen en/of (een) vervoermiddel(en) bestemd tot het
begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- een of meer mondelinge gesprek(ken) heeft/hebben gevoerd met betrekking tot
het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd strafbare feit uitgevoerd zal
worden en/of
- inlichtingen heeft/hebben verstrekt met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject(en) en/of
- met en/of vanuit een auto en/of lopend (een) observatie(s) heeft/hebben
gedaan en/of uitgevoerd van een pand (te weten een cafetaria/snackbar van
(een) thans (bij naam) nog onbekend gebleven perso(o)n(en)) en/of die/een
auto voor dat doel geleend en/of gebruikt en/of
- met een of meer (van voornoemde) (bivak)muts(en) en/of een of meer (van
voornoemde) (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) in de richting van dat pand/die
cafetaria/snackbar is/zijn gelopen en/of in de naaste omgeving/bij die
cafetaria/snackbar heeft/hebben gewacht;
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 06 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer G] heeft gedwongen tot
de afgifte van een portemonnee met inhoud , in elk geval van enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer G], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- (geheel/gedeeltelijk ter bedekking van het gezicht) met een (bivak)muts(en)
op die [slachtoffer G] is/zijn toe gerend/gelopen en/of
- die [slachtoffer G] met kracht in diens rugstreek heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer G] heeft/hebben/ geschreeuwd /(op dreigende toon) de woorden
heeft/hebben toegevoegd : "Portemonnee"en/of "Liggen"en/of "Doe niet zo
dom"en/of
- (een) (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en) op die
[slachtoffer G] heeft/hebben gericht en/of
- met dat/die (vuur)wapen(s), althans met die/dat/een daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) (meermalen) een schot (in de lucht) heeft/hebben gelost;
en/of
hij op of omstreeks 06 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
portemonnee met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer G],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer G], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s)
aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- (geheel/gedeeltelijk ter bedekking van het gezicht) met een (bivak)muts(en)
op die [slachtoffer G] is/zijn toe gerend/gelopen en/of
- die [slachtoffer G] met kracht in diens rugstreek heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer G] heeft/hebben/ geschreeuwd /(op dreigende toon) de woorden
heeft/hebben toegevoegd : "Portemonnee"en/of "Liggen"en/of "Doe niet zo
dom"en/of
- (een) (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en) op die
[slachtoffer G] heeft/hebben gericht en/of
- met dat/die (vuur)wapen(s), althans met die/dat/een daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) (meermalen) een schot (in de lucht) heeft/hebben gelost;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
8.
hij op of omstreeks 31 oktober 2009 te Zevenaar tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer F] en/of [slachtoffer H]
heeft gedwongen tot de afgifte van sigaretten en/of een totobriefje en/of
(een) portemonnee(s) met inhoud en/of een hoeveelheid cocaïne,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
die [slachtoffer F] en/of die [slachtoffer H], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- een of meer (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en),
heeft/hebben gericht op die [slachtoffer F] en/of die [slachtoffer H] en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben gezet
op/tegen de nek van die [slachtoffer F] (terwijl deze op de grond lag) en/of
- die [slachtoffer F] (meermalen) (met kracht) in diens gezicht en/of tegen
diens hoofd en/of elders tegen/op diens lichaam heeft/hebben geschopt en/of
geslagen (terwijl deze op de grond lag) en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben gezet
op/tegen het hoofd van die [slachtoffer H] en/of
deze (vervolgens) met dat/een (vuur)wapen, althans met dat/een daarop
gelijkend voorwerp, heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer H] (meermalen) (met kracht) heeft/hebben geschopt en/of geslagen
en/of
- met dat/een (vuur)wapen, althans met dat/een daarop gelijkend voorwerp een
schot heeft/hebben gelost;
en/of
hij op of omstreeks 31 oktober 2009 te Zevenaar tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen
sigaretten en/of een totobriefje en/of (een) portemonnee(s) met inhoud en/of
een hoeveelheid cocaïne,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
die [slachtoffer F] en/of die [slachtoffer H], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer F] en/of die [slachtoffer H],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- een of meer (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en),
heeft/hebben gericht op die [slachtoffer F] en/of die [slachtoffer H] en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben gezet
op/tegen de nek van die [slachtoffer F] (terwijl deze op de grond lag) en/of
- die [slachtoffer F] (meermalen) (met kracht) in diens gezicht en/of tegen
diens hoofd en/of elders tegen/op diens lichaam heeft/hebben geschopt en/of
geslagen (terwijl deze op de grond lag) en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben gezet
op/tegen het hoofd van die [slachtoffer H] en/of
deze (vervolgens) met dat/een (vuur)wapen, althans met dat/een daarop
gelijkend voorwerp, heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer H] (meermalen) (met kracht) heeft/hebben geschopt en/of geslagen
en/of
- met dat/een (vuur)wapen, althans met dat/een daarop gelijkend voorwerp een
schot heeft/hebben gelost;
en/of, indien ten aanzien van het hiervoor omschreven strafbare feit jegens
[slachtoffer H] geen veroordeling mocht volgen, geldt voorts ten aanzien van het aan
[slachtoffer H] gerelateerde feit dat:
hij op of omstreeks 31 oktober 2009 te Zevenaar ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of
cocaïne en/of een of meer ander(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer H],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer H] te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- een of meer (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en),
heeft/hebben gericht op die [slachtoffer H] en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben gezet
op/tegen het hoofd van die [slachtoffer H] en/of deze (vervolgens) met dat
(vuur)wapen, althans met een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben geslagen
en/of
- die [slachtoffer H] (meermalen) (met kracht) heeft/hebben geschopt en/of geslagen en/of
- met dat/een (vuur)wapen, althans met een daarop gelijkend voorwerp een
schot heeft/hebben gelost,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 31 oktober 2009 te Zevenaar ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer H] te dwingen tot de afgifte van geld en/of cocaïne en/of een of meer
andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer H], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- een of meer (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e) voorwerp(en),
heeft/hebben gericht op die [slachtoffer H] en/of
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben gezet
op/tegen het hoofd van die [slachtoffer H] en/of deze (vervolgens) met dat
(vuur)wapen, althans met een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben geslagen
en/of
- die [slachtoffer H] (meermalen) (met kracht) heeft/hebben geschopt en/of geslagen en/of
- met dat/een (vuur)wapen, althans met een daarop gelijkend voorwerp een
schot heeft/hebben gelost,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
9.
hij op of omstreeks 22 september 2009 te Duiven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning heeft
weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 425 Euro en/of een mobiele telefoon
(Nokia N 73) en/of een videorecorder(Samsung) en/of een meetapparaat (voor
diabetici) , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te
maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer B] (met kracht)(toen die [slachtoffer B] de voordeur van zijn woning
opendeed) in diens gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer B] (terug) in die woning heeft/hebben geduwd en/of
- (op korte afstand van die [slachtoffer B]) een (vuur)wapen, althans een op een
(vuur)wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht op het lichaam van die
[slachtoffer B] en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer B] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Zitten,
zitten" (waarop die [slachtoffer B] op een bank plaatsnam) en/of
- (vervolgens) (de loop van ) dit (vuur)wapen, althans dit/een op een
(vuur)wapen gelijkend voorwerp tegen de (linker)slaap, althans tegen het
hoofd van die [slachtoffer B] heeft/hebben geplaatst en/of dit wapen, althans een op
een (vuur)wapen gelijkend voorwerp op korte afstand van het hoofd van die
[slachtoffer B] heeft/hebben gehouden en/of
- (meermalen) op dreigende toon tegen die [slachtoffer B] heeft/hebben geroepen/gezegd:
"Geld, geld";
en/of
hij op of omstreeks 22 september 2009 te Duiven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer B] heeft gedwongen tot de
afgifte van een geldbedrag van (ongeveer) 425 Euro en/of een mobiele telefoon
(Nokia N 73) en/of een videorecorder(Samsung) en/of een meetapparaat (voor
diabetici), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer B], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer B] (met kracht)(toen die [slachtoffer B] de voordeur van zijn woning
opendeed) in diens gezicht heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer B] (terug) in die woning heeft/hebben geduwd en/of
- (op korte afstand van die [slachtoffer B]) een (vuur)wapen, althans een op een
(vuur)wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht op het lichaam van die
[slachtoffer B] en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer B] heeft/hebben geroepen/gezegd: "Zitten,
zitten" (waarop die [slachtoffer B] op een bank plaatsnam) en/of
- (vervolgens) (de loop van ) dit (vuur)wapen, althans dit/een op een
(vuur)wapen gelijkend voorwerp tegen de (linker)slaap, althans tegen het
hoofd van die [slachtoffer B] heeft/hebben geplaatst en/of dit wapen, althans een op
een (vuur)wapen gelijkend voorwerp op korte afstand van het hoofd van die
[slachtoffer B] heeft/hebben gehouden en/of
- (meermalen) op dreigende toon tegen die [slachtoffer B] heeft/hebben geroepen/gezegd:
"Geld, geld";
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Partiële nietigheid van de dagvaarding
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding wat betreft het onder feit 4 ten laste gelegde partieel nietig dient te worden verklaard, nu het met betrekking tot de periode van 16 tot en met 17 november 2009 ten laste gelegde geen duidelijke (feitelijke) omschrijving bevat.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
1. Aanleiding van het onderzoek
Op 22 september 2009 is gepoogd een overval te plegen op de woning aan de [adres 1] in Duiven. Uit getuigenverklaringen kwam naar voren dat nabij de woning aan de [adres 1] in Duiven een auto met het kenteken [kenteken 1] was gesignaleerd2.
Twee dagen later, op 24 september 2009, werd aangifte gedaan van een gewelddadige overval op de woning aan de [adres 2] in Apeldoorn. Opvallend daarbij was dat uit getuigenverklaringen en meldkamergesprekken naar voren kwam dat ook bij dat voorval een auto was gesignaleerd met het kenteken [kenteken 1]3.
Omdat er ook gewapende overvallen hadden plaatsgevonden in Twello en Rekken werd op 5 oktober 2009 een opsporingsonderzoek gestart onder de naam Zeepkruid.
De Rijksdienst voor het Wegverkeer gaf als informatie dat de meergemelde auto op naam had gestaan van [verdachte A], maar dat die auto inmiddels op naam was gezet van [moeder verdachte A], zijnde de moeder van [verdachte A]4.
Vanaf 9 oktober 2009 heeft de officier van justitie die leiding gaf aan het Zeepkruid-onderzoek bevolen dat een reeks van telefoonnummers werd afgeluisterd.
Mede uit de inhoud van die afgeluisterde gesprekken kwam naar voren dat [verdachte A] vanaf 5 november 2009 als verdachte van zowel de poging tot overval in Duiven als de overval in Apeldoorn kon worden aangemerkt.
Op 1 december 2009 meldde zich bij de politie mevrouw [getuige A], die vertelde5 dat zij, verblijvend in haar (boven-)woning aan de [adres 5] in Zevenaar een gesprek had opgevangen van vier of vijf mannen die spraken over een oprit, een sensor en een M16. [getuige A] hoorde dat de jongens afspraken de volgende dag, dus 1 december 2009, om 18.00 uur weer bij elkaar te komen. Ze had het gevoel dat de jongeren iets van plan waren. Toen enkele van die mannen in een auto waren weggereden hoorde [getuige A] dat haar benedenbuurvrouw [verdachte I] met een man sprak.
De politie had inmiddels in diverse telefoongesprekken de naam van [verdachte I] ([verdachte I]) horen noemen en uit die taps kwam het vermoeden naar voren dat de woning van [verdachte I], [adres 4] in Zevenaar, als safehouse werd gebruikt.
Uit de mededelingen van [getuige A] en de verdere onderzoeksgegevens (telefoontaps, zendmastgegevens, maar ook onder meer observaties) kreeg de politie het vermoeden dat [verdachte A] met anderen bezig was een overval voor te bereiden. Besloten werd dat die overval moest worden voorkomen en daarom werd vanaf de namiddag van 1 december 2009 extra personeel, waaronder een observatieteam ingezet en werden er met spoed meer telefoons afgeluisterd. Duidelijk werd dat [verdachte A] zeer regelmatig en zeer intensief contact had met [verdachte B]. Daarenboven kwamen als namen van mogelijke medeverdachten onder meer naar voren die van [verdachte D] en [verdachte C].
Op 2 december 2009 werd door een observatieteam geconstateerd6 dat een groep mannen in een Peugeot met het kenteken [kenteken 2] vertrok vanaf de [adres 4] in Zevenaar in de richting van Groessen. Gezien werd dat die auto enkele keren door Groessen reed. Nabij de afslag naar Groessen stond in de richting van Groessen een auto met pech, waarbij een opvallende politieauto stond7. De voormelde Peugeot reed rechtdoor. Op basis van de verkregen gegevens werd besloten het eerder die dag door de officier van justitie gegeven aanhoudingsbevel uit te voeren. De auto werd aangehouden en op verdenking van voorbereiding van een ernstig misdrijf werden aangehouden8 de verdachten [verdachte A], [verdachte D], [verdachte C] en [verdachte J].
In de auto werden goederen aangetroffen zoals (vermoedelijke) gasalarmpistolen, een knalpatroon, bivakmutsen, tie-rips en tape9.
Omdat aanwijzingen bestonden dat [verdachte B] zich zou bevinden in het perceel [adres 4] in Zevenaar werd daar door de politie op diezelfde avond binnengetreden. [verdachte I] bleek daar aanwezig en even later vervoegde [verdachte B] zich daar ook. Ook zij beiden werden aangehouden. Tijdens een doorzoeking in die woning werden knalpatronen en portemonnees (van ene [slachtoffer F] en van ene [slachtoffer G]) aangetroffen.
2. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft met betrekking tot feit 1 gerekwireerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 en op 2 december 2009. Volgens haar was er geen sprake van vrijwillige terugtred. Bij het tweede ten laste gelegde feit acht zij bewezen het medeplegen van het voorhanden hebben van twee gaspistolen met 14 patronen. Ook acht zij het voorhanden hebben van een nabootsing van een pistool van het merk US Military dat sprekende gelijkenis vertoont met een echte Beretta, met daarbij 11 patronen bewezen. In beide gevallen betreft het de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009.
Wat betreft feit 3 heeft de officier van justitie gerekwireerd tot bewezenverklaring van diefstal met geweld in vereniging. Feit 4 betreft volgens de officier van justitie voor 22 september 2009 poging tot diefstal in vereniging met inklimming. Wat betreft de periode van 18 tot en met 19 oktober 2009 komt zij tot poging tot diefstal in vereniging met braak. Met betrekking tot de periode van 16 tot en met 17 november 2009 gaat het om een poging tot diefstal in vereniging. Bij feit 5 acht de officier van justitie diefstal in vereniging bewezen. Met betrekking tot feit 6 heeft zij gerekwireerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing. Volgens haar was er geen sprake van vrijwillige terugtred. Wat betreft feit 7 acht de officier van justitie het medeplegen van afpersing bewezen, bij feit 8 diefstal met geweld in vereniging en bij feit 9 diefstal in vereniging onder bedreiging met geweld.
3. Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot feit 1 betoogd dat zijn cliënt met de medeverdachten op 30 november 2009 naar Groessen is gereden. Daar zijn personen uitgestapt en vervolgens teruggekomen omdat er iemand voor het raam stond. Het simpele feit dat er een plan was om de woning te overvallen en het feit dat ze naar de woning zijn gereden, leidt ertoe dat de raadsman er niet van overtuigd is dat er sprake is geweest van een poging tot het plegen van een strafbaar feit. Volgens hem was er sprake van vrijwillige terugtred. Met betrekking tot 2 december 2009 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat er geen uitvoeringshandelingen hebben plaatsgevonden. Wel was er sprake van strafbare voorbereidingshandelingen.
De raadsman heeft ten aanzien van feit 6 betoogd dat niet vaststaat of de medeverdachten de camera's hebben kunnen zien. Volgens hem is er sprake van vrijwillige terugtred.
De overige feiten kunnen volgens de raadsman wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Ten aanzien van feit 8 heeft de raadsman betoogd dat hij twijfels heeft over de rol van zijn cliënt. Het gaat dan om de vraag of zijn cliënt een wapen in handen heeft gehad. [slachtoffer F] heeft verklaard dat hij een pistool voelde. Later heeft hij verklaard dat hij een pistool heeft gezien. [slachtoffer H] heeft verklaard dat hij ook een pistool heeft gezien. Volgens de raadsman is de verklaring van [slachtoffer H] echter niet betrouwbaar. [slachtoffer H] heeft verklaard dat hij niets kwijt was. Bij het verhoor van de rechter-commissaris ontstond bij de raadsman de indruk dat [slachtoffer H] boos was omdat zijn cocaïne was afgepakt, terwijl hij er niet voor uit wilde komen dat hij cocaïne bij zich had.
4. Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
4.1 De rechtbank zal eerst ingaan op hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd ten aanzien van 30 november 2009.
30 november 2009
4.2 De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten naar voren komt dat verdachte en de medeverdachten het voornemen hadden om de woning aan de [adres 3] te Groessen te overvallen. Vooraf is besproken op welke wijze de overval zou plaatsvinden en welke taak ieder had bij de uitvoering van het plan. Ook is gesproken over de verdeling van de buit.
Woning te Groessen
Zo heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij met [verdachte K], [verdachte D], [verdachte J] en [verdachte C] naar een woning in Groessen zou gaan omdat daar volgens tipgever [verdachte L] veel geld te halen was. De woning was gelegen over het spoorviaduct aan de weg van Zevenaar naar Groessen10. Op de gevel stond [naam huis]. Medeverdachte [verdachte J] heeft in dit verband verklaard11 dat hij zag dat op de voorgevel van de woning de naam [naam huis] stond. Ook zag hij het straatnaambord [adres 3]. [verdachte J] is verzocht het huis aan te wijzen welke zij voornemens waren te overvallen12. Hij heeft een huis aangewezen gelegen aan de [adres 3] te Groessen. Uit een bij het proces-verbaal gevoegde foto blijkt dat op dit huis [naam huis] staat.
Voornemen tot de overval
Medeverdachte [verdachte J] heeft verklaard13 dat [verdachte K] hem had gevraagd maandag 30 november 2009 mee te gaan naar Zevenaar. Dit wordt bevestigd door medeverdachte [verdachte K] die heeft verklaard14 dat hij op maandagavond had afgesproken met [verdachte J] om naar Zevenaar te gaan. Volgens [verdachte K] zijn ze in Zevenaar een huis binnen gegaan. [verdachte C] vertelde wat voor werk hij voor hen had. Ze zouden een woning binnen gaan, de mensen vastbinden en een kluis leegroven. Er is ook besproken dat hij, [verdachte K], zou aanbellen bij de woning15 en dat hij en [verdachte J] de kluis moesten gaan zoeken. Hij kreeg een zwart metalen wapen, dat niet meer werkte16. [verdachte C] en [verdachte D] hadden ook een wapen17, [verdachte J] kreeg tie-rips van ongeveer 30 cm lang18. Ze zouden met z'n vieren het huis binnengaan. [verdachte A] zou bij de auto wachten, aldus [verdachte K].
Met betrekking tot de verdeling van de buit heeft [verdachte K] verklaard19 dat de vier personen die naar het huis zouden gaan evenveel zouden krijgen. [verdachte A] zou ook een deel van de buit krijgen. Ook verdachte heeft verklaard over de verdeling van de buit. Hij heeft verklaard20 dat de tipgever 10% van de buit zou krijgen. Dit wordt bevestigd door de verklaring van [verdachte D] die eveneens heeft verklaard21 dat [verdachte A] met de tipgever heeft besproken dat hij 10% van de buit zou krijgen.
Begin van uitvoering
[verdachte D] heeft verklaard22 dat ze op 30 november 2009 met z'n vijven zijn gaan rijden in de auto. [verdachte K]23 heeft verklaard dat ze twee of drie keer langs het huis zijn gereden en dat ze vervolgens een eind bij de woning vandaan hebben geparkeerd. Voor ze de auto verlieten hebben ze afgesproken24 dat [verdachte C] de slachtoffers zou vastbinden. Hij, [verdachte K], en [verdachte J] zouden op zoek gaan naar de kluis en het geld. Hij is met [verdachte D], [verdachte C] en [verdachte J] in de richting van het huis gelopen25. Ze zijn via de achterzijde naar de woning gegaan. Op de vraag van verbalisanten of ze wapens en bivakmutsen bij zich hadden, heeft [verdachte D] bevestigend geantwoord26. Hij, [verdachte D], en [verdachte C] hadden een pistool bij zich, [verdachte J] had tie-rips en plakband en [verdachte K] had een (kapot) pistool27.
[verdachte J] heeft verklaard28 dat ze vlakbij de woning die ze zouden gaan overvallen parkeerden. In de auto had hij een rol tape gekregen van [verdachte C]. [verdachte A] zou in de auto blijven. [verdachte K] zou aanbellen. [verdachte D] en [verdachte K] zouden als eerste naar binnen gaan om de mensen onder schot te houden en te laten liggen. Hij, [verdachte J], moest de man vastbinden en diens mond tapen. [verdachte C] zou hem daarbij helpen. [verdachte D] zou naar geld zoeken.
4.3 De rechtbank acht het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 gelet op de genoemde bewijsmiddelen bewezen. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte en de medeverdachten op 30 november 2009 zijn begonnen met de uitvoering van hun voornemen om de woning in Groessen te overvallen. Zij zijn daartoe naar Groessen gereden, hebben de woning kennelijk geobserveerd door daar meermalen langs te rijden en zijn vervolgens in de buurt van de woning gestopt. Vier personen zijn uit de auto gestapt en voorzien van tape, tie-rips, bivakmutsen en wapens of daarop lijkende voorwerpen in de richting van de woning gelopen. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dit moet worden gezien als begin van uitvoering van het voornemen.
4.4 Verweer vrijwillige terugtred
De raadsman heeft betoogd dat er geen strafbaar is gepleegd omdat er sprake was van vrijwillige terugtred.
Van vrijwillige terugtred is sprake als het misdrijf niet is voltooid tengevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt dat de medeverdachten hebben verklaard dat, toen zij iemand voor het raam zagen, zij hebben besloten niet verder te gaan en terug te keren naar de auto. Volgens de rechtbank kan dit niet als vrijwillige terugtred worden aangemerkt, te minder nu uit de verklaring van [verdachte K] naar voren komt dat bij terugkomst in Zevenaar werd gezegd dat ze de volgende dag de woning wel konden overvallen29. Ook uit de verklaring van [verdachte J] komt naar voren dat geen afstand is genomen van het plan tot de overval. Hij heeft met [verdachte K], die huisarrest had, afgesproken dat hij in diens plaats mee zou doen30. Er is derhalve veeleer sprake van het uitstellen van de overval tot een later tijdstip.
2 december 2009
4.5 De rechtbank overweegt ten aanzien van 2 december 2009 dat verdachte en drie medeverdachten op 2 december 2009 zijn aangehouden terwijl zij in de auto reden. Verdachte en de medeverdachten hielden zich (nog) niet op in de buurt van de te overvallen woning en zaten allemaal in de auto. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 8 september 1987, NJ 1988, 612, is er naar het oordeel van de rechtbank nog geen sprake van een begin van uitvoering. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 2 december 2009.
4.6 De officier van justitie heeft, voor zover het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 en/of op 2 december 2009 niet tot een bewezenverklaring mocht leiden, de voorbereidingshandelingen ten aanzien van die feiten eveneens ten laste gelegd. Nu de rechtbank het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 bewezen acht, zal zij zich beperken tot een beoordeling van de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor zover deze betrekking hebben op de voorgenomen overval op 2 december 2009.
4.7 De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten naar voren komt dat verdachte en de medeverdachten een tip hebben gekregen, waarna zij het voornemen hebben opgevat om de woning aan de [adres 3] te Groessen te overvallen.
Tip
Uit het proces-verbaal komt naar voren dat medeverdachte [verdachte L] een tip heeft gegeven betreffende de aanwezigheid van geld in een woning te Groessen. [verdachte L] heeft verklaard31 dat hij twee à drie maanden geleden als glazenwasser heeft gewerkt bij een woning in Groessen. Op foto's die verbalisanten hem hebben getoond, heeft hij het huis aan de [adres 3] te Groessen herkend. Toen hij, zijn baas en diens zoon klaar waren met de werkzaamheden, moest de vrouw van het huis € 150,- betalen. Ze betaalde met een briefje van € 200,- en ze zei dat ze nooit geld op de bank zette omdat er dan de kans was dat ze alles kwijt kon raken als gevolg van de crisis. Hij, [verdachte L], kreeg toen het idee dat ze veel geld in huis had. Een maand later vroeg [verdachte D] hem of hij wist of er ergens wat te verdienen was. Hij was op zoek naar een tip. Twee dagen later belde [verdachte D] op zijn telefoon en vroeg of hij buiten wilde komen. Buiten zag hij een rode Volkswagen waarin twee jongens zaten. Hij, [verdachte L], is in de auto gestapt en ze zijn gaan rijden. Hij heeft uitgelegd waar de woning was. De vrijdag daarna is hij weer gebeld door [verdachte D] en is hij met [verdachte D] en een man die hij op een hem getoonde foto heeft herkend meegereden naar het huis. Hij heeft de woning aangewezen. Hem is 10% van de opbrengst beloofd. Ook is gesproken over 30% en over een paar honderd euro. De eerste keer dat hij met [verdachte D] over de woning heeft gesproken was rond 5 of 10 november 2009.
Verdachte heeft verklaard32 dat de tip dat er stapels met bankbiljetten in een woning zouden liggen kwam van een maatje van [verdachte D], die daar als glazenwasser had gewerkt. Toen er met die glazenwasser moest worden afgerekend kwam er een vrouw aan de deur die een stapel bankbiljetten in haar hand had. De jongen had ook biljetten van 500 euro gezien. De beloning voor de tipgever zou afhangen van het bedrag dat daar zou worden gevonden, afgesproken was 10% van de buit. Besproken werd wat er te halen viel en of hij geïnteresseerd was om mee te doen. Hij, [verdachte A], heeft de glazenwasser twee keer gezien. De tweede keer heeft de glazenwasser de woning voor de overval aangewezen. Dat was mogelijk op 27 november 2009. De woning was gelegen direct over het spoorviaduct aan de weg van Zevenaar naar Groessen. Op de gevel stond volgens hem [naam huis].
Medeverdachte [verdachte J] heeft met betrekking tot de woning verklaard33 dat hij zag dat op de voorgevel van de woning de naam [naam huis] stond. Ook zag hij het straatnaambord [adres 3]. [verdachte J] is verzocht het huis aan te wijzen welke zij voornemens waren te overvallen34. Hij heeft een huis aangewezen gelegen aan de [adres 3] te Groessen. Uit een bij het proces-verbaal gevoegde foto blijkt dat op dit huis [naam huis] staat.
Gesprekken via de telefoon en sms-berichten
Uit diverse getapte gesprekken komt het beeld naar voren dat over de telefoon is gesproken over het voornemen de woning in Groessen te overvallen. Zo is [verdachte A] op 1 december 2009 om 18.07 uur gebeld35 door [verdachte C]. [verdachte A] zegt in dat gesprek dat iedereen om acht uur, half negen paraat is.
Om 19.39 uur is [verdachte A] gebeld36 door het nummer 06-[nummer]. Dit telefoonnummer hoort bij de telefoon die in de Peugeot van [verdachte J] is gevonden en waarover [verdachte J] heeft verklaard dat het toestel van hem is37.
[verdachte A] zegt: "...als je nu weinig tijd hebt, is fucked up. Kijk als je morgen eerder kan, dan wordt de afgesproken tijd van vandaag eigenlijk rond etenstijd..."
De beller ([verdachte J]) zegt: "ja ja heb je gelijk in".
[verdachte A] zegt: "dat is gemakkelijk voor ons en voor jou ook. Dat is boem boem en wegwezen".
De beller ([verdachte J]) zegt: "ja ok, dat is wel fijne tijd. Dan kan ik ook komen, tenzij ze morgen weer bellen voor werk...".
[verdachte A] zegt: dus spreken we nu af voor 100% morgen".
De beller ([verdachte J]) zegt: "ja ja, ik moet wel dan he".
[verdachte A] zegt: "ja? Dan doen we het morgen".
De beller ([verdachte J]) zegt: "als me moeder niet tegen ligt, dan moet alles goed komen. Ik denk het niet. Zo rond etenstijd, dat is normale tijd".
[verdachte A] zegt: "doe maar zes uur, half zeven. Als je gewoon mij om zes uur belt en dan naar Zevenaar komt is goed".
De beller ([verdachte J]) zegt: "ok man, zien we elkaar morgen".
Om 19.42 uur heeft [verdachte A] gebeld naar [verdachte C].
[verdachte A] zegt: "Luister... die boy die kan niet vandaag weet je hij moet snel...snel anders hij is fucked up...".
[verdachte C] zegt: "...je moet niet overhaasten...dus hoe gaan we het doen".
[verdachte A] zegt: "ik heb gezegd... morgen... de tijd van vandaag". ... "so wie so dat ding wat we gisteren wilden doen is echt goed serieus... je weet toch".
Om 20.33 uur wordt [verdachte A] gebeld38 door het nummer 06-[nummer]. Dit telefoonnummer staat op naam van [moeder verdachte D], moeder van medeverdachte [verdachte D]. [verdachte A] zegt tegen de beller dat hij morgen om 6 uur paraat moet zijn bij de super.
Op 2 december 2009 heeft [verdachte A] om 14.58 uur een sms ontvangen39 met de tekst: "... kan ut vanavond? Dan komen we rond 10 oke?"
Om 18.07 uur heeft [verdachte A] een sms ontvangen40 met de tekst: "Oi gaan we vandaag? Dan kan k die andere laten weten...".
Om 18.30 uur is [verdachte A] gebeld41 door het nummer 06-[nummer]. Dit telefoonnummer hoort bij de telefoon die in de Peugeot van [verdachte J] is gevonden en waarover [verdachte J] heeft verklaard dat het toestel van hem is42. De beller zegt dat hij bij station Zevenaar is. [verdachte A] zegt dat hij naar Super de Boer moet rijden.
Om 18.30 uur is [verdachte A] gebeld43 door het nummer 06-[nummer]. De beller zegt dat [verdachte A] [bijnaam verdachte D] (opmerking rechtbank: zo wordt medeverdachte [verdachte D] veelal aangesproken) thuis moet ophalen.
MSN-gesprekken
Ook op MSN is gesproken over de overval van de woning in Groessen. Bij medeverdachte [verdachte D] is een gesprek44 aangetroffen van 1 december 2009, 11.43 uur, waarin hij tegen [verdachte A] zegt: "tonight is on kanniet anders". [verdachte A] antwoordt daarop: "zowiezo". Op dezelfde dag voert [verdachte D] om 20.30 uur een MSN-gesprek45 met medeverdachte [verdachte C] (emailadres [e-mailadres]46), waaruit blijkt dat de 'torrie' niet doorgaat. Op 2 december 2009, 19.16 uur voert [verdachte D] een MSN-gesprek47 met medeverdachte [verdachte L] (emailadres [e-mailadres]48). [verdachte D] zegt in dat gesprek dat hij moet wachten tot 10 uur. [verdachte L] informeert wanneer ze gaan en constateert dat ze dat niet via dinges kunnen zeggen, waarop [verdachte D] zegt: "stel dat iets gebeurt tog".
Verklaringen van verdachte en de medeverdachten
Uit de verklaringen van verdachte en de medeverdachten komt naar voren dat het de bedoeling was dat de overval van de woning te Groessen op 2 december 2009 zou plaatsvinden en dat daarvoor voorbereidingen werden getroffen.
Medeverdachte [verdachte B] heeft in dit verband verklaard49 dat hij van [verdachte A] heeft gehoord dat de overval in Groessen niet is doorgegaan en dat ze het opnieuw zouden proberen op 1 december 2009. Toen dat ook niet doorging, werd een afspraak gemaakt voor 2 december 2009. De jongens zouden zich verzamelen in de woning van [verdachte I]. Ze noemden dat huis "safehouse". [verdachte A] heeft hem, [verdachte B], gevraagd of hij 2 december 2009 's avonds in die woning aanwezig kon zijn, zodat de jongens zich daar konden verzamelen ter voorbereiding op de overval in Groessen. Ook verdachte heeft verklaard50 dat zij altijd verzamelden in de woning van [verdachte I]. [verdachte I] woont blijkens een proces-verbaal van bevindingen51 op het adres [adres 4] te Zevenaar.
De woning van [verdachte I] werd door verdachte en de medeverdachten ook gebruikt als opslagplaats. Zo heeft verdachte verklaard52 dat hij het zilveren pistool van [verdachte B] uit een kast in de woonkamer van [verdachte I] heeft gepakt. [verdachte D] heeft verklaard53 dat hij een van de keren dat hij in het safehouse is geweest pistolen op tafel zag liggen. Een onbekende man liep naar achteren en kwam terug met een zakje waarin patronen zaten.
Bij doorzoeking van de woning54 aan de [adres 4] te Zevenaar zijn onder meer 39 knalpatronen van het merk Y.A.S. aangetroffen.
Volgens verdachte55 was het de bedoeling dat de overval in Groessen op 2 december 2009 zou plaatsvinden. Medeverdachte [verdachte D] heeft daarover verklaard56 dat hij op 2 december 2009 thuis is opgehaald. Ze zijn naar het safehouse gegaan, waar [verdachte A] is uitgestapt. Toen [verdachte A] terugkwam haalde hij een zwart alarmpistool uit zijn zak en gaf dat aan [verdachte C]. Uit een andere zak haalde [verdachte A] een zilverkleurig pistool dat hij aan [verdachte D] gaf. Hij, [verdachte D], heeft het pistool onder de rechtervoorstoel gelegd. Ze hadden ook twee bivakmutsen en tie-rips mee57.
Volgens [verdachte D] was er een taakverdeling gemaakt. Hij heeft verklaard58 dat [verdachte A] in de auto zou blijven. Hij, [verdachte D], zou naar geld zoeken en [verdachte C] en [verdachte J] zouden de mensen vastbinden. [verdachte J] en [verdachte C] zouden als eerste de woning in gaan via de voordeur. Zodra de bewoners de deur zouden openen, zou hij, [verdachte D], vanwege zijn lengte de deur verder opentrappen.
[verdachte J] heeft verklaard59 dat hij op dinsdag een bivakmuts heeft gekregen van [verdachte K]. Die heeft hij in het handschoenenvakje in de auto gelegd. Op woensdag 2 december 2009 was hij om ongeveer 18.30 uur in Zevenaar. Hij heeft [verdachte A] opgepikt en is met hem langs een huis gereden. Achteraf kan worden vastgesteld dat dit het huis was dat overvallen zou worden. Hij had wel het idee dat ze daar in de buurt een huis zouden overvallen, omdat ze daar maandagavond ook al hadden gereden. Daarna hebben ze [verdachte C] en [verdachte D] opgehaald. Onderweg kreeg hij, [verdachte J], tape en tie-rips van [verdachte D] die hij bij zijn voeten heeft neergelegd. Nadat [verdachte D] was ingestapt hebben ze het over het geld gehad dat bij die man te halen was. De helft van de buit zou worden geïnvesteerd in weed, de andere helft zou worden verdeeld. In de auto heeft [verdachte A] gezegd hoe de taakverdeling was. [verdachte C], [verdachte D] en hij, [verdachte J], zouden het huis binnen gaan door gewoon aan te bellen. [verdachte A] zou in de auto blijven. [verdachte A] heeft gezegd dat hij, [verdachte J], de man moest vastbinden met tie-rips. [verdachte C] zei dat hij daarmee zou helpen door de handen van de man vast te houden. [verdachte D] moest zoeken naar geld. [verdachte A] heeft in de auto een pistool achter zijn broekriem vandaan gehaald en dat pistool aan iemand gegeven. [verdachte J] heeft verder verklaard60 dat hij met [verdachte K] had afgesproken dat die een deel van zijn aandeel in de buit zou krijgen.
[verdachte J] heeft verder verklaard61 dat hij een bordeauxrode Peugeot 306 heeft. Uit zijn verklaring valt op te maken dat ze op de avond van 2 december 2009 in zijn auto hebben gereden. [verdachte J] heeft in dit verband verklaard62 dat hij zijn auto, een Peugeot, bestuurde. Later heeft [verdachte A] hem gevraagd of hij mocht rijden. Hij, [verdachte J], vond dat goed en is rechts voorin de auto gestapt.
Na aanhouding van de inzittenden is op 2 december 2009 sporenonderzoek63 verricht in de personenauto van het merk Peugeot met het kenteken [kenteken 2]. Het onderzoek is voortgezet op 3 december 2009. Daarbij is onder andere veiliggesteld ten behoeve van DNA-onderzoek:
- een zilverkleurig gas-alarmpistool van het merk Ekol First compact met nummer [nummer] met in de houder 8 negen millimeter knalpatronen;
- een gas-alarmpistool van het merk Pak Vektor 9 mm, met in de houder 6 negen millimeter knalpatronen;
- 2 zwarte bivakmutsen met drie gaten;
- een rol brede grijze klussentape;
- 10 grote witte tie-rips.
4.8 De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen volgt dat zowel in de periode van 6 november 2009 tot en met 30 november 2009 als in de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009 voorbereidingshandelingen zijn verricht voor het plegen van de overval op de woning aan de [adres 3] te Groessen op 2 december 2009. De rechtbank merkt met betrekking tot de genoemde bewijsmiddelen op dat een deel van de bewijsmiddelen, waaronder de tip van medeverdachte [verdachte L] en de observatie van de woning met de tipgever zowel gebruikt is voor de ondernomen poging op 30 november 2009 als onderdeel is van de voorbereidingshandelingen voor 2 december 2009. De tip is eenmalig gegeven, waarbij onbekend was wanneer de overval gepleegd zou worden. Daarnaast zijn na de bewezenverklaarde poging op 30 november 2009 nieuwe voorbereidingshandelingen verricht die uitsluitend gericht waren op een na die datum te plegen overval op dezelfde woning.
De rechtbank acht derhalve bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen.
Feit 2
5. De rechtbank acht dit feit bewezen gelet op de bekennende verklaring van verdachte64 en zijn verklaring ter terechtzitting en, wat betreft de gaspistolen en de munitie voor deze wapens, gelet op het proces-verbaal sporenonderzoek65 en de processen-verbaal van bevindingen66, en wat betreft de op het woonadres van verdachte aangetroffen munitie en het pistool, gelet op het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming67 en de processen-verbaal van bevindingen68.
Feit 3
6. De rechtbank acht niet bewezen dat [slachtoffer D] en [slachtoffer C] zijn afgeperst, nu uit de bewijsmiddelen naar voren komt dat [slachtoffer D] en [slachtoffer C] de portemonnee en de mobiele telefoon niet hebben afgegeven. De daders hebben de portemonnee en de telefoon zelf gepakt. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het medeplegen van afpersing.
De rechtbank acht wel de diefstal met geweld door twee of meer personen bewezen gelet op de bekennende verklaring van verdachte69, de aangifte en aanvullende verklaring van [slachtoffer C]70 en de verklaring van [slachtoffer D]71.
Feit 4
7. De rechtbank acht de poging tot diefstal met inklimming door twee of meer personen op 22 september 2009 en de poging tot diefstal met braak door twee of meer personen in de periode van 18 tot en met 19 oktober 2009 bewezen gelet op de bekennende verklaringen van verdachte72 en zijn (eveneens bekennende) verklaring ter terechtzitting, de verklaring van medeverdachte [verdachte H]73 en de aangiftes van [slachtoffer A]74.
Feit 5
8. De rechtbank acht diefstal door twee of meer personen bewezen gelet op de bekennende verklaringen van verdachte75 en zijn (eveneens bekennende) verklaring ter terechtzitting en de aangifte van [slachtoffer A]76.
Feit 6
9. Medeverdachte [verdachte J] heeft verklaard77 dat op 30 november 2009 rond 22.00 uur werd gezegd dat [verdachte K] zich moest bewijzen. Er werd gepraat over het overvallen van een cafetaria in Duiven. [verdachte A] heeft de weg gewezen. Verdachte heeft verklaard78 dat de verklaring van [verdachte J] klopt, maar dat het niet in Duiven maar in Didam was. Medeverdachte [verdachte K] heeft verklaard79 dat [verdachte A] zei dat hij, [verdachte K], zich moest bewijzen en dat hij maar een cafetaria moest overvallen. Ze zijn op zoek gegaan naar een cafetaria en hebben er een gevonden in Didam. Ze zijn een keer langs de cafetaria gereden80. Hij zag dat [verdachte D] in de auto een wapen aan de voorzijde in zijn broek stopte. Hij, [verdachte K], kreeg een zwarte bivakmuts, waarin drie gaten zaten. [verdachte D] had ook een bivakmuts. Hij is met [verdachte D] uit de auto gestapt om de cafetaria te overvallen81. Ze hadden allebei een wapen bij zich en zijn twee kaar langs de cafetaria gelopen. Ze zagen dat er klanten in de zaak waren en dat ze nog even moesten wachten. Terwijl ze stonden te wachten zagen ze dat er een camera op hen was gericht. Hij, [verdachte K], heeft toen tegen [verdachte D] gezegd dat hij de cafetaria niet wilde overvallen omdat er een camera op hen gericht was en dat hij niet 5 jaar wilde zitten voor een overval op een cafetaria.
Medeverdachte [verdachte D] heeft vrijwel hetzelfde verklaard als [verdachte K]. Hij heeft verklaard82 dat het klopt dat [verdachte A] vooraf tegen [verdachte K] heeft gezegd dat hij zich moest bewijzen door een cafetaria te overvallen. Hij, [verdachte D], had de Beretta van [verdachte B] bij zich en [verdachte K] had het alarmpistool van [verdachte A] bij zich. Ze zijn in Didam uitgestapt83. Ze hadden bivakmutsen bij zich. Ze zijn twee keer langs de cafetaria gelopen. De overval is niet doorgegaan omdat hij, [verdachte D], zag dat er camera's bij de cafetaria waren84. Ze waren bezig hun bivakmutsen op te zetten en hij had net zijn wapen gepakt toen hij zag dat er een camera hing. Hij heeft [verdachte K] de camera gewezen en gezegd dat ze weg zouden gaan.
10. De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten naar voren komt dat er sprake was van een spontane actie. Er zijn vooraf geen afspraken gemaakt om de cafetaria in Didam te overvallen. Uit de verklaringen van de medeverdachten blijkt dat verdachte vond dat [verdachte K] zich moest bewijzen door een cafetaria te overvallen. In Didam zijn [verdachte K] en [verdachte D] uitgestapt met de bedoeling een door verdachte aangewezen cafetaria te overvallen. Daartoe hadden zij bivakmutsen en wapens bij zich. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een begin van uitvoering. Zij acht het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en het medeplegen van een poging tot afpersing bewezen.
11. De raadsman heeft betoogd dat er sprake was van vrijwillige terugtred.
De rechtbank verwerpt dit verweer gelet op de verklaringen van [verdachte K] en [verdachte D]. Beiden hebben verklaard dat de overval niet is doorgegaan omdat zij camera's zagen bij de cafetaria. Nu het niet doorgaan van de overval niet kan worden aangemerkt als een omstandigheid van de wil van de dader afhankelijk, is van vrijwillige terugtred naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
Feit 7
12. De rechtbank acht het medeplegen van afpersing bewezen gelet op de bekennende verklaring van verdachte85, de verklaring van medeverdachte [verdachte H]86, de verklaring van [getuige B]87 en de aangifte van [slachtoffer G]88.
Feit 8
13. De rechtbank acht niet bewezen dat [slachtoffer F] en [slachtoffer H] zijn afgeperst, nu uit de bewijsmiddelen naar voren komt dat de daders [slachtoffer F] en [slachtoffer H] hebben gefouilleerd en spullen uit de zakken van die [slachtoffer F] en [slachtoffer H] hebben gepakt. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het medeplegen van afpersing.
14. Aangever [slachtoffer F] heeft verklaard89 dat hij op 31 oktober 2009 met zijn vriend [slachtoffer H] naar [naam plek] in Zevenaar is gereden. In een speeltuintje hebben ze een joint gerookt. Hij zag dat bij de prullenbak een jongen stond. Toen hij een sigaret wilde aansteken, hoorde hij geritsel achter zich. Hij keek om en zag dat twee jongens uit het struikgewas kwamen. Hij zag dat de jongen die bij de prullenbak stond op [slachtoffer H] afliep. De jongen had een zwart pistool in zijn hand en gaf [slachtoffer H] daarmee een klap tegen zijn hoofd. [slachtoffer H] viel op de grond. Hij, [slachtoffer F] zag dat de jongen die rechts achter uit de coniferen was gekomen een zwart pistool in zijn hand had. Hij, [slachtoffer F], kreeg een paar klappen tegen zijn hoofd en trappen tegen zijn benen. Hij zag dat [slachtoffer H] klappen kreeg van die andere jongen. Hij, [slachtoffer F], is in het gras gaan liggen en heeft met zijn beide armen zijn hoofd beschermd. Hij voelde dat er van twee kanten iets van staal in zijn nek werd geduwd. Hij vermoedt dat de jongens een pistool in zijn nek drukten. De jongens begonnen zijn zakken te doorzoeken en haalden zijn sigaretten, portemonnee (met als inhoud: geld, ongeveer € 100,-, een identiteitsbewijs, een lot met een waarde van € 35,-, een rijbewijs, een schoolpas, een OV-jaarkaart, een bankpas van ING90) en een totobriefje uit zijn zakken. Terwijl hij op de grond lag hebben ze hem nog een paar keer behoorlijk geschopt. Ook heeft hij een trap in zijn gezicht gekregen. Opeens hoorde hij een harde knal.
Aangever [slachtoffer H] heeft verklaard91 dat hij met [slachtoffer F] naar Zevenaar is gereden. Hij heeft zijn auto bij [naam plek] geparkeerd. Ze zijn om een huizenblok heen gelopen en kwamen uit op een paadje in de richting van een speeltuintje. Hij zag een jongen staan op het midden van het pad waarop ze liepen. Hij hoorde en zag dat er twee jongens achter hen uit de bosjes kwamen. Hij keek weer naar voren en zag en voelde dat de jongen die op het midden van het pad stond, een zilverkleurig pistool tegen zijn hoofd zette. De jongen schreeuwde tegen hem dat hij moest gaan liggen. Hij kreeg een klap in zijn nek en werd geschopt en geslagen door de jongen.
Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij de persoon is geweest die in het speeltuintje stond. Hij heeft verklaard92 dat hij de overval in Zevenaar heeft gepleegd met [verdachte B] en [verdachte H]. [verdachte B] heeft daarbij een zilverkleurig nepwapen gebruikt. Hij heeft daarmee in de lucht geschoten. Hij, [verdachte A], stond in het speeltuintje op de jongens te wachten. Hij had wat coke bij zich en heeft dat de jongens laten zien. Hij vroeg of hij hun coke mocht zien. Op dat moment kwamen [verdachte B] en [verdachte H] uit de struiken. Ze hadden beiden een pistool in hun hand. [verdachte B] riep tegen de jongens dat ze moesten gaan liggen. De jongens gingen gelijk op de grond liggen. Ze hebben de jongens wat geschopt en toen hun coke afgepakt. Ze hebben dat afgepakt van [slachtoffer F]. Ook hebben ze een portemonnee afgepakt. Ze zijn toen weggerend.
Ook medeverdachte [verdachte H] heeft verklaard dat hij betrokken is geweest bij de ripdeal. Hij heeft verklaard93 dat hij die avond met [verdachte A] en [verdachte B] was. [verdachte A] en [verdachte B] hadden allebei vuurwapens bij zich. Hij, [verdachte H], kreeg een plastic vuurwapen in zijn handen gedrukt. Ze zijn met z'n drieën richting [naam plek] gelopen. Met de jongens was afgesproken in een speeltuintje achter de snackbar. [verdachte B] en hij, [verdachte H], moesten een hoek uitkiezen waar ze konden schuilen. Dat idee kwam van [verdachte A]. Toen hij in het speeltuintje kwam, zag hij dat [verdachte A] en [verdachte B] al bezig waren met de ripdeal. Hij zag dat twee jongens op de grond lagen en dat [verdachte A] bezig was met het fouilleren. Hij is er naar toe gelopen. Hij zag dat een van de jongens zich wilde omkeren en hij heeft die jongen met zijn voet weer naar beneden geduwd. [verdachte B] hield ondertussen de jongens onder schot. Ze zijn met z'n drieën weggerend en hoorde dat er nog werd geschoten. Later kwam hij erachter dat [verdachte A] een zak met cocaïne had buitgemaakt.
Gelet op de genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank de diefstal met geweld door twee of meer personen bewezen.
15. De raadsman heeft betoogd dat hij twijfels heeft over de rol van zijn cliënt. Het gaat dan om de vraag of zijn cliënt een wapen in handen heeft gehad. Volgens de raadsman is de verklaring van [slachtoffer H] niet betrouwbaar.
De rechtbank overweegt dienaangaande dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte in het speeltuintje op [slachtoffer F] en [slachtoffer H] heeft gewacht en dat de medeverdachten [verdachte B] en [verdachte H] zich verscholen hebben gehouden en later vanuit de struiken het speeltuintje zijn ingegaan. Uit de bewijsmiddelen kan verder worden afgeleid dat [verdachte B] en [verdachte H] naar [slachtoffer F] zijn gegaan en dat verdachte op [slachtoffer H] is toegelopen. Niet alleen heeft [slachtoffer H] verklaard dat verdachte een vuurwapen had, ook [slachtoffer F] en [verdachte H] hebben dat verklaard. Gelet hierop heeft de rechtbank geen reden te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer H]. Dat [slachtoffer H] bij het verhoor naar de indruk van de raadsman geen volledige openheid van zaken heeft willen geven, doet hieraan niet af, te meer nu [slachtoffer H] zichzelf had kunnen belasten als hij die openheid van zaken wel had gegeven. De rechtbank verwerpt het verweer.
Feit 9
16. De rechtbank acht het medeplegen van diefstal met geweld bewezen gelet op de bekennende verklaring van verdachte94, de verklaringen van de medeverdachten [verdachte H]95 en [verdachte G]96 en de aangifte van [slachtoffer B]97.
17. Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 30 november 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 3] te Groessen weg te nemen geld en/of
goederen, toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E], althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die (familie) [slachtoffer E], althans tegen die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde
woning,
te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met voormeld oogmerk
- tape en tie-rips en bivakmutsen en (geladen) (vuur)wapens, althans daarop gelijkende
voorwerpen in een auto hebben gelegd en vervoerd en
- een rolverdeling hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop bovengenoemd
strafbaar feit uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- met een auto in de richting van de woning gelegen aan de [adres 3] te
Groessen zijn gereden en aldaar zijn uitgestapt en naar de achterzijde van die woning
zijn gelopen met medeneming van tape en tie-rips en bivakmutsen en vuurwapens,
althans daarop gelijkende voorwerpen,
en
hij op 30 november 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die (familie) [slachtoffer E] , althans die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, toebehorende aan die (familie) [slachtoffer E] , althans aan die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn medader(s) met voormeld oogmerk
- tape en tie-rips en bivakmutsen en (geladen) (vuur)wapens, althans daarop gelijkende
voorwerpen in een auto hebben gelegd en vervoerd en
- een rolverdeling hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop bovengenoemd
strafbaar feit uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- met een auto in de richting van de woning gelegen aan de [adres 3] te
Groessen zijn gereden en aldaar zijn uitgestapt of naar de achterzijde van die woning
zijn gelopen met medeneming van tape en tie-rips en bivakmutsen en vuurwapens,
althans daarop gelijkende voorwerpen,
terwijl de uitvoering van die voorgenomen misdrijven (telkens) niet is voltooid;
en
hij op tijdstippen in de periode van 6 november 2009 tot en met 30 november 2009 en in de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen (telkens) ter voorbereiding van het misdrijf, waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld in vereniging en afpersing in vereniging van geld en/of goederen, toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E] ,althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van een woning gelegen aan de [adres 3] te Groessen,
(telkens) opzettelijk
- bivakmutsen, en
- tape en tie-rips en
- geladen vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen en
- een auto en
- een woning gelegen aan de [adres 4] te Zevenaar, dienende als verzamelplek
van verdachte en zijn mededaders en als bewaarplaats voor vuurwapens en munitie,
zijnde voorwerpen, een vervoermiddel en een ruimte bestemd tot het begaan van die misdrijven, heeft voorhanden gehad, en
hij, verdachte, en (een of meer van) zijn mededader(s)
- inlichtingen hebben ingewonnen met betrekking tot het te overvallen object en/of subject
(te weten (de familie) [slachtoffer E]/ de bewo(o)n(st)er(s) van perceel [adres 3]
14 te Groessen) en
- zich die woning gelegen aan de [adres 3] te Groessen laten aanwijzen
en
- mondelinge en telefonische en via MSN en via SMS gesprekken hebben gevoerd met
betrekking tot het al of niet deelnemen van bepaalde perso(o)n(en) aan bovengenoemde
strafbare feiten en het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemde strafbare feiten
uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- voornoemde vuurwapens/voorwerpen hebben geladen met patronen/munitie;
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009 en op
3 december 2009 in de gemeente(n) Montferland en/of Zevenaar en/of Duiven en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen en alleen,
twee wapens van categorie III (onder 1), te weten
- een gaspistool (merk Voltran, model Ekol Firat Compact, kaliber 9 mm) en
- een gaspistool (merk Röhm, model Vektor CP1, kaliber 9 mm) en
munitie van categorie III, te weten in totaal 14 patronen van het kaliber 9 mm P.A.K.,
zijnde voor deze wapens geschikte munitie, voorhanden heeft gehad
en
munitie van categorie III, te weten 11 zogenaamde knalpatronen, voorhanden heeft gehad
en
- een wapen van categorie I, te weten een nabootsing van een pistool (merk: US Military,
nr: [nummer]) die voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont
met een bestaand vuurwapen, namelijk een pistool van het merk Beretta, model 96,
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 24 september 2009 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer C] en [slachtoffer D],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededaders:
met bivakmutsen, althans met camouflerende hoofdbedekking op die [slachtoffer C] zijn toegerend en
die [slachtoffer C] en/of die [slachtoffer D]
- (om de nek) hebben vastgepakt en aan het lichaam vastgehouden en op de grond
gebracht en de hand voor de mond gedaan en/of gehouden en meermalen op dreigende
toon geroepen/gezegd: "Overval, overval" en/of "Geld, geld" en/of "Sstt" en/of "Kop
dicht, ik knal je door je kop" en/of "Waar is de kluis", althans woorden van gelijke aard
en/of strekking, en
- aan het lichaam hebben meegetrokken en
- een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp hebben getoond en op het
lichaam hebben gericht;
4.
- op 22 september 2009 en
- in de periode van 18 oktober 2009 tot en met 19 oktober 2009 te Duiven
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 1] weg te nemen weed en/of geld en/of een of meer andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak en/of inklimming,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- op 22 september 2009 over de schutting zijn geklommen en
- in de periode van 18 oktober 2009 tot en met 19 oktober 2009 een voordeur en
schuttingdeur ter hoogte van de deurgreep hebben beschadigd,
terwijl de uitvoering van die voorgenomen misdrijven telkens niet is voltooid;
5.
hij in de periode van 16 november 2009 tot en met 17 november 2009 te Duiven tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de tuin van een woning [adres 1] heeft weggenomen een vogelhuisje en een webcam, toebehorende aan [slachtoffer A];
6.
op 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een cafetaria/snackbar weg te nemen geld en/of goederen, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen perso(o)n(en),
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
hij, verdachte, en zijn mededaders met voormeld oogmerk
- meermalen ter observatie langs die cafetaria/snackbar zijn gereden en gelopen en
vervolgens
- met bivakmutsen en vuurwapens in de richting van die cafetaria/snackbar zijn gelopen
en in de naaste omgeving/bij die cafetaria/snackbar hebben gewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
en
hij op 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld perso(o)n(en) te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen,
toebehorende aan die perso(o)n(en) in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hij, verdachte, en zijn mededaders met voormeld oogmerk
- meermalen ter observatie langs die cafetaria/snackbar zijn gereden en gelopen en
vervolgens
- met bivakmutsen en vuurwapens in de richting van die cafetaria/snackbar zijn gelopen
en in de naaste omgeving/bij die cafetaria/snackbar hebben gewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij op 6 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer G] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, toebehorende aan die [slachtoffer G],
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededaders
- geheel/gedeeltelijk ter bedekking van het gezicht met een (bivak)mutsen
op die [slachtoffer G] zijn toe gerend en
- die [slachtoffer G] met kracht in diens rugstreek hebben geduwd en
- tegen die [slachtoffer G] hebben geschreeuwd:
"Portemonnee" en/of "Liggen" en/of "Doe niet zo dom" en
- vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen op die [slachtoffer G] hebben gericht en
- met een vuurwapen een schot in de lucht hebben gelost;
8.
hij op 31 oktober 2009 te Zevenaar tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen sigaretten en een totobriefje en een portemonnee met inhoud en een hoeveelheid cocaïne, toebehorende aan die [slachtoffer F] en/of die [slachtoffer H],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer F] en die [slachtoffer H],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders
- vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen, hebben gericht op die [slachtoffer F] en die [slachtoffer H] en
- een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, hebben gezet tegen de nek van
die [slachtoffer F] terwijl deze op de grond lag en
- die [slachtoffer F] meermalen tegen diens hoofd en elders tegen diens lichaam hebben
geschopt en geslagen terwijl deze op de grond lag en
- een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, hebben gezet op/tegen het hoofd
van die [slachtoffer H] en deze vervolgens met een vuurwapen, althans met een daarop gelijkend
voorwerp, hebben geslagen en
- die [slachtoffer H] meermalen hebben geslagen en
- met een vuurwapen een schot hebben gelost;
9.
hij op 22 september 2009 te Duiven tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 425 Euro en een mobiele telefoon (Nokia N 73) en een videorecorder (Samsung), toebehorende aan [slachtoffer B],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders
- die [slachtoffer B] (terug) in die woning hebben geduwd en
- op korte afstand van die [slachtoffer B] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp hebben gericht op het lichaam van die [slachtoffer B] en/of daarbij tegen die [slachtoffer B]
hebben geroepen/gezegd: "Zitten, zitten" waarop die [slachtoffer B] op een bank plaatsnam en
- vervolgens de loop van dit vuurwapen, althans dit op een vuurwapen gelijkend voorwerp
tegen de linkerslaap van die [slachtoffer B] hebben geplaatst en dit wapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp op korte afstand van het hoofd van die [slachtoffer B] hebben
gehouden en
- meermalen op dreigende toon tegen die [slachtoffer B] hebben geroepen/gezegd: "Geld, geld".
18. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
19. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
De feiten onder 1:
Poging tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Voorbereiding tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
De feiten onder 2:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens en munitie van categorie III;
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot munitie van categorie III;
en
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens van categorie I;
Feit 3:
Diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
De feiten onder 4:
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 5:
Diefstal door twee of meer verenigde personen;
De feiten onder 6:
Poging tot diefstal voorafgegaan en/of vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 7:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 8:
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 9:
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen.
20. Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is op 18 maart 2010 een rapport opgemaakt door J.H. Verhoef, psychiater verbonden aan de NIFP Zutphen. Volgens de psychiater kan het ten laste gelegde, indien bewezen, licht verminderd tot geheel aan verdachte worden toegerekend. De rechtbank kan zich hiermee verenigen en neemt dit over.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
21. Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten.
De raadsman heeft betoogd dat de eis van de officier van justitie bovenmatig hoog is en dat een gevangenisstraf van bijvoorbeeld 6 jaar meer recht doet aan de feiten.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich in korte tijd heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstallen en afpersing dan wel pogingen daartoe- en verboden wapenbezit. Hij sleurde daarbij anderen mee in zijn criminele bedoelingen. Verdachte kan gelet op het beeld dat in het proces-verbaal over hem naar voren komt, worden aangemerkt als leider van de groep en als initiator. Hij bepaalde wanneer en waar er iets gebeurde en wie met hem meegingen. Daarbij werd geweld en bedreiging met geweld niet geschuwd. Verdachte en zijn mededaders gebruikten hierbij vuurwapens dan wel hierop gelijkende voorwerpen en hebben schoten gelost. Verdachte en zijn mededaders handelden puur uit financieel gewin. Zij waren daarbij met name uit op geld en drugs, die ze konden verkopen. Ze gingen hierbij uitermate berekenend te werk. Zo vonden zij dat ze personen van wie zij vermoedden dat ze drugs dan wel geld verkregen uit de verkoop van drugs bezaten, konden overvallen omdat deze personen enerzijds zelf crimineel waren en anderzijds verwacht werd dat deze personen geen aangifte zouden doen. Ze vroegen zich op geen enkele moment af wat voor impact hun handelen had op hun slachtoffers. Dat hun handelen veel impact heeft gehad blijkt onder meer uit de verklaring van aangever [slachtoffer A]. Hij heeft tijdelijk elders gewoond omdat hij zich niet fijn meer voelde in zijn eigen huis. Ook aangever [slachtoffer B] heeft zijn huis tijdelijk verlaten omdat hij bang was dat verdachte en zijn mededaders terug zouden komen. Verder komt uit de schriftelijke slachtofferverklaringen van de slachtoffers [slachtoffer D] en [slachtoffer C] naar voren dat zij zich in hun eigen huis niet meer veilig voelen. Ze zijn angstig, hebben slaapproblemen en zijn extra oplettend geworden. Naar de ervaring leert, zijn delicten als de onderhavige veelal de oorzaak van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij het directe slachtoffer. Zij dragen bovendien bij aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid.
De rechtbank heeft verder het rapport naar aanleiding van het trajectconsult van 18 maart 2010 in aanmerking genomen. Volgens J.H. Verhoef, psychiater verbonden aan het NIFP, heeft verdachte een persoonlijkheid met antisociale trekken. Er is sprake van situationele stress door financiële problemen bij een eigen bedrijf. Een psychiatrische stoornis in engere zin en/of een verstandelijke beperking wordt niet aanwezig geacht, aldus Verhoef. Verdachte is niet gemotiveerd voor eventuele begeleiding of behandeling.
Uit het reclasseringsrapport van 10 juni 2010, opgemaakt door M. Rozendaal, komt naar voren dat het recidiverisico als hoog wordt ingeschat. Er is risico op letselschade voor willekeurige slachtoffers. Verder is er een hoog risico op het onttrekken aan voorwaarden.
De rechtbank heeft ook de justitiële documentatie van verdachte in aanmerking genomen. Daaruit komt naar voren dat verdachte op 22 december 2008 is veroordeeld ter zake van mishandeling en vernieling. Deze veroordeling heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, waarbij hij geweld heeft gebruikt.
Alle omstandigheden in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat alleen een lange gevangenisstraf van na te melden duur recht doet aan de ernst van deze veelheid aan door verdachte in korte tijd gepleegde feiten. De door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf van 10 jaar acht de rechtbank passend en geboden.
22. Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder parketnummer 06/580701-09 (zaak 12), nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
23. In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met betrekking tot welke het onder 2 bewezen verklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet. Het betreft het zwarte pistool (US Military [nummer]) en de knalpatronen in het doosje van een Nokia telefoon.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, die tot bet begaan van het bewezen verklaarde zijn vervaardigd of bestemd, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. Het betreft de onderdelen van een vuurwapen, een briefje met tekst en een briefje met overval plan/rolverdeling.
24. Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer D] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.500,- vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde.
De benadeelde partij [slachtoffer C] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.500,- vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde.
De benadeelde partij [slachtoffer G] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.065,35 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 7 ten laste gelegde.
De benadeelde partij [slachtoffer F] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.577,96 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 8 ten laste gelegde.
25. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde bedragen vermeerderd met de wettelijke rente hoofdelijk toewijsbaar zijn, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
26. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Hij heeft verzocht rekening te houden met het feit dat zijn cliënt geen geld heeft en als hij vrij komt niet beschikt over middelen.
27. De rechtbank overweegt dat nu niet is weersproken dat de benadeelde partijen, zoals deze hebben gesteld, als gevolg van het onder respectievelijk 3, 7 en 8 ten laste gelegde bewezen verklaarde handelen schade hebben geleden tot de gevorderde bedragen en de vorderingen de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen, deze vorderingen zullen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente.
De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- hoofdelijk aansprakelijk.
28. Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
29. Vordering tenuitvoerlegging
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 22 december 2008 (parketnummer 06/470431-08) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van een week ten uitvoer gelegd te worden.
30. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14g, 27, 36b, 36c, 36f, 45, 46, 47, 57, 91, 310, 311, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht;
- 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart de dagvaarding nietig voor zover dit betreft de onder feit 4 ten laste gelegde poging tot diefstal in de periode van 16 tot en met 17 november 2009;
* verklaart niet bewezen dat verdachte:
- het onder 1 ten laste gelegde voor zover dit betreft het medeplegen van
een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 2 december 2009;
- het onder 3 eerste onderdeel;
- het onder 8 eerste onderdeel ten laste gelegde
heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 -voor zover verdachte hiervan gelet op het voorgaande niet is vrijgesproken-, 2, 3 tweede onderdeel, 4, 5, 6 primair, 7, 8 tweede onderdeel en 9 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
De feiten onder 1:
Poging tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Voorbereiding tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
De feiten onder 2:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens en munitie van categorie III;
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot munitie van categorie III;
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens van categorie I;
Feit 3:
Diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
De feiten onder 4:
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 5:
Diefstal door twee of meer verenigde personen;
De feiten onder 6:
Poging tot diefstal voorafgegaan en/of vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 7:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 8:
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 9:
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaren;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. een zwart pistool, US Military [nummer];
2. onderdelen van een vuurwapen;
3. een doosje van een Nokia telefoon met 11 knalpatronen;
4. een briefje met tekst;
5. een briefje met overval plan / rolverdeling;
* gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 22 december 2008, te weten van:
een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) week;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer D], [adres 2], [adres] (bankrekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 1.500,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2009, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer C], [adres 2], [adres] (bankrekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 1.500,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2009, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer G], (bankrekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 2.065,35 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2009, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer F], (girorekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 1.577,96 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2009, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij Bedrag Verv. Hechtenis
1. [slachtoffer D] € 1.500,- met wett.rente 25 dagen;
2. [slachtoffer C] € 1.500,- met wett.rente 25 dagen;
3. [slachtoffer G] € 2.065,35 met wett.rente 30 dagen;
4. [slachtoffer F] € 1.577,96 met wett.rente 25 dagen;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Van den Wetering en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juli 2010.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009100087-D, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, gesloten en ondertekend op 13 april 2010.
2 Proces-verbaal van verhoor van een anonieme getuige, p.1809
3 Proces-verbaal van bevindingen, p.2328, p.2331/2332
4 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2336
5 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A], p.2808-2811
6 Proces-verbaal observeren, p.2947-2949
7 Proces-verbaal van bevindingen, p.2952
8 Proces-verbaal van aanhouding, p.0261-0263
9 Proces-verbaal van bevindingen, p.2957, p.2959-2962
10 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3222
11 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3388
12 Proces-verbaal van bevindingen, p.2990/2991
13 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3372/3373
14 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3516/3517
15 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3547-3548
16 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3517
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3527
18 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3517
19 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3527
20 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3222
21 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3298
22 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3276
23 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3517/3518
24 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3547
25 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3518
26 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3297
27 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3310
28 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3394/3395
29 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3519
30 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3395
31 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte L], p.3475-3479
32 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3221-3222
33 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3388
34 Proces-verbaal van bevindingen, p.2990/2991
35 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2912
36 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2912/2913
37 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2820
38 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2915
39 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2919/2920
40 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2923
41 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2926/2927
42 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2820
43 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2932
44 Proces-verbaal van bevindingen, p.3023
45 Proces-verbaal van bevindingen, p.3119
46 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2815
47 Proces-verbaal van bevindingen, p.3137/3138
48 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2815
49 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B], p.3464
50 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3220
51 Proces-verbaal van bevindingen, p.2974
52 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3220, 3243
53 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3279
54 Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p.2971, 2973
55 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3221
56 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3277
57 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3320
58 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3319/3320
59 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3379-3381
60 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3395
61 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.0812
62 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3370
63 Processen-verbaal van bevindingen, p.2955 en p. 2957
64 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3886 en p.4517
65 Proces-verbaal sporenonderzoek, p.3769
66 Processen-verbaal van bevindingen, p.3788, p.3796, p.3804
67 Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p.4507
68 Processen-verbaal van bevindingen, p.4508, p.4511
69 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.2390/2391
70 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer C], p.2271-2274, 2283
71 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer D], p.2288/2289
72 Processen-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.1928, p.1940, p.1963, p.2593
73 Processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte H], p.1981, p.1990/1991, p.2002, p.2029/2030
74 Processen-verbaal van aangifte door [slachtoffer A], p.1730/1731, p.2480/2481
75 Processen-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.2724/2725, p.2729
76 Processen-verbaal van aangifte door [slachtoffer A], p.2657/2658
77 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte J], p.3691
78 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.3633
79 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3700
80 Proces- verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3703/3704
81 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte K], p.3700
82 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3672
83 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3644-3646
84 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte D], p.3672
85 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.4413
86 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte H], p.4474/4475
87 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B], p.4372/4373
88 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer G], p.4359-4361
89 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer F], p.4162/4163
90 Goederenbijlage bij het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer F], p.4165/4166
91 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer H], p.4169/4170
92 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.4228
93 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte H], p.4296/4297
94 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte A], p.2193
95 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte H], p.2209/2210
96 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte G], p.2256, 2234-2236
97 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer B], p.2096/2097, 2101