ECLI:NL:RBZUT:2010:BN0974

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
12 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460450-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot diefstal met geweld en afpersing in vereniging, voorbereiding van diefstal, en verboden wapenbezit

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 12 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte J., die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot diefstal met geweld en afpersing, alsook aan verboden wapenbezit. De feiten vonden plaats in de periode van 30 november tot en met 2 december 2009, waarbij verdachte en medeverdachten een woning in Groessen wilden overvallen. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een begin van uitvoering van de overval op 30 november 2009, toen verdachte en zijn medeverdachten met tape, tie-rips en wapens naar de woning reden. Het verweer van vrijwillige terugtred werd verworpen, omdat de rechtbank oordeelde dat de medeverdachten niet afstand hadden genomen van hun plan. Op 2 december 2009 werden verdachte en zijn medeverdachten aangehouden in een auto, waarin wapens en andere voorwerpen werden aangetroffen die bestemd waren voor de overval. De rechtbank achtte de voorbereidingshandelingen voor de overval op 2 december 2009 bewezen, evenals het voorhanden hebben van wapens. Verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de verplichting tot reclasseringstoezicht. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van verdachte en zijn enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460450-09
Uitspraak d.d.: 12 juli 2010
tegenspraak / dip/oip/oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte J],
geboren te [plaats, 1991],
wonende te [adres].
Raadsman: mr. A.G. de Jong, advocaat te Oosterbeek.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 19 maart, 29 april, 15 juni en 28 juni 2010.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 29 april 2010 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij (A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december
2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders
in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ( gelegen
aan de [adres 3] te Groessen) weg te nemen geld en/of (een)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E],
althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) ,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die (familie) [slachtoffer E], althans tegen die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde
woning,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3] te Groessen) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid;
en/of
hij (A) op of omstreeks 30 november 2009 en/of (B) op of omstreeks 2 december
2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of in de gemeente Zevenaar en/of elders
in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld die (familie) [slachtoffer E] , althans die
bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning,
te dwingen tot de afgifte van geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten dele
toebehorende aan die (familie) [slachtoffer E] , althans aan die bewo(o)n(st)er(s)
van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn medader(s)
met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en/of tie rips en/of (een) (bivak)muts(en) en/of een of meer
(geladen)(vuur)wapens, althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) in een auto heeft/hebben gelegd en/of vervoerd en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafba(a)r(e) feit(en) uitgevoerd zou(den) worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- met een auto in de richting van/naar de woning (gelegen aan de
[adres 3] te Groessen) is/zijn gereden
en/of aldaar is/zijn uitgestapt en/of naar (de achterzijde van ) die woning
is/zijn gelopen (met medeneming van tape en/of tie-rips en/of
(bivak)muts(en) en/of een of meer vuurwapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en)) en/of
- met een auto in de richting van (die woning in) Groessen is/zijn gereden,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven (telkens)
niet is voltooid;
en/of, indien ten aanzien van het/de feit(en) gerelateerd aan het/de onder A
en/of B genoemde tijdstip(pen) geen veroordeling mocht volgen, geldt ten
aanzien van dat/die onder A en of B genoemde tijdstip(pen) en daaraan
gerelateerde feit(en) dat:
hij (op één of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 6 november
2009 tot en met 30 november 2009 en/of in of omstreeks de periode van 30
november 2009 tot en met 2 december 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en/of
in de gemeente Zevenaar en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
(telkens) ter voorbereiding van het misdrijf, waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten
diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging
van geld en/of goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de familie)
[slachtoffer E] ,althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van een woning (gelegen aan de
[adres 3] te Groessen),
(telkens) opzettelijk
- (een) bivakmuts(en), althans een voor vermomming geschikt(e) voorwerp(en)
en/of
- tape en/of tie rips en/of
- een of meer (geladen) (vuur)wapen(s), althans (een) daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) en/of
- een of meer auto('s) en/of
- een woning (gelegen aan de [adres 4] te Zevenaar), dienende als
verzamelplek van verdachte en/of zijn mededader(s) en/of als bewaarplaats
voor een of meer bivakmuts(en) en/of tape en/of tie-rips en/of vuurwapen(s)
en/of munitie ,
zijnde voorwerpen, stoffen, (een) vervoermiddel(en) en/of (een) ruimte(n)
bestemd tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, heeft/hebben verworven
en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd
en/of uitgevoerd, en/of
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- inlichtingen heeft/hebben ingewonnen met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject (te weten (de familie) [slachtoffer E]/ de bewo(o)n(st)er(s)
van perceel [adres 3] te Groessen) en/of
- zich die woning (gelegen aan de [adres 3] te Groessen) laten
aanwijzen en/of
- een of meer (mondelinge en/of telefonische en/of via MSN en/of via SMS)
gesprek(ken) heeft/hebben gevoerd met betrekking tot het al of niet
deelnemen van bepaalde perso(o)n(en) aan bovengenoemd(e) strafba(a)r(e)
feit(en) en/of het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd(e) strafbare
feit(en) uitgevoerd zou/zouden worden en/of
- met en/of vanuit een of meer auto('s) en/of lopend een of meer observaties
heeft/hebben gedaan en/of uitgevoerd van die woning ( gelegen aan de
[adres 3] te Groessen) en/of een of meer (van die) auto('s)
voor dat doel heeft/hebben geleend en/of gebruikt en/of
- een rolverdeling heeft/hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop
bovengenoemd(e) strafbare feit(en) uitgevoerd zou/zouden worden en/of
- heeft/hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en/of
- een of meer (van voornoemde) (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) heeft/hebben
geladen met (een) patro(o)n(en)/munitie;
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009
in de gemeente(n) Montferland en/of Zevenaar en/of Duiven en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen,
twee/een wapen(s) van categorie III (onder 1), te weten
- een gaspistool (merk Voltran, model Ekol Firat Compact, kaliber 9 mm) en/of
- een gaspistool (merk Röhm, model Vektor CP1, kaliber 9 mm) en/of
munitie van categorie III, te weten
(in totaal) 14 , althans een aantal patronen van het kaliber 9 mm P.A.K.,
zijnde voor deze/dit wapen(s) geschikte munitie, voorhanden heeft/hebben gehad
en/of
munitie van categorie III, te weten
11, althans een aantal zogenaamde knalpatronen, voorhanden heeft/hebben gehad
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
3.
hij op of omstreeks 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
cafetaria/snackbar weg te nemen geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten
dele toebehorende aan een of meer thans (bij naam) nog onbekend gebleven
perso(o)n(en) (te weten de eigenaar(s)/ beheerder(s)/ medewerker(s) van
genoemde cafetaria/snackbar), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen
voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die thans nog onbekend gebleven perso(o)n(en),
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- inlichtingen heeft/hebben verstrekt met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject(en) en/of
- (meermalen) (ter observatie) (met een auto) langs die cafetaria/snackbar
is/zijn gereden en/of gelopen en/of (vervolgens)
- met (een) (bivak)muts(en) en/of (een) (vuur)wapen(s) in de richting van
die cafetaria/snackbar is/zijn gelopen en/of in de naaste omgeving /bij die
cafetaria/snackbar heeft/hebben gewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
en/of
hij op of omstreeks 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld die thans nog onbekend gebleven
perso(o)n(en) te dwingen tot de afgifte van geld en/of (een) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan die thans nog onbekend gebleven
perso(o)n(en) in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
met voormeld oogmerk
- inlichtingen heeft/hebben verstrekt met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject(en) en/of
- (meermalen) (ter observatie) (met een auto) langs die cafetaria/snackbar
is/zijn gereden en/of gelopen en/of (vervolgens)
- met (een) (bivak)muts(en) en/of (een) (vuur)wapen(s) in de richting van
die cafetaria/snackbar is/zijn gelopen en/of in de naaste omgeving /bij die
cafetaria/snackbar heeft/hebben gewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
art 317 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, dat
hij op of omstreeks 30 november 2009 te Didam, gemeente Montferland, en/of
elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
ter voorbereiding van het misdrijf , waarop naar de wettelijke omschrijving
een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met
geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging van geld en/of goederen ,
geheel of ten dele toebehorende aan een of meer thans (bij naam) onbekend
gebleven personen (te weten de eigenaar(s)/ beheerder(s)/ medewerker(s) van
een cafetaria/snackbar)
opzettelijk
- (een) bivakmuts(en), althans een voor vermomming geschikt(e) voorwerp(en)
en/of
- een of meer (geladen)(vuur)wapen(s), althans daarop gelijkend(e)
voorwerp(en) en/of
- een of meer auto('s),
zijnde voorwerpen, stoffen en/of (een) vervoermiddel(en) bestemd tot het
begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- een of meer mondelinge gesprek(ken) heeft/hebben gevoerd met betrekking tot
het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemd strafbare feit uitgevoerd zal
worden en/of
- inlichtingen heeft/hebben verstrekt met betrekking tot het te overvallen
object en/of subject(en) en/of
- met en/of vanuit een auto en/of lopend (een) observatie(s) heeft/hebben
gedaan en/of uitgevoerd van een pand (te weten een cafetaria/snackbar van
(een) thans (bij naam) nog onbekend gebleven perso(o)n(en)) en/of die/een
auto voor dat doel geleend en/of gebruikt en/of
- met een of meer (van voornoemde) (bivak)muts(en) en/of een of meer (van
voornoemde) (vuur)wapen(s)/voorwerp(en) in de richting van dat pand/die
cafetaria/snackbar is/zijn gelopen en/of in de naaste omgeving/bij die
cafetaria/snackbar heeft/hebben gewacht;
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
1. Aanleiding van het onderzoek
Op 22 september 2009 is gepoogd een overval te plegen op de woning aan de [adres 1] in Duiven. Uit getuigenverklaringen kwam naar voren dat nabij de woning aan de [adres 1] in Duiven een auto met het kenteken [kenteken 1] was gesignaleerd2.
Twee dagen later, op 24 september 2009, werd aangifte gedaan van een gewelddadige overval op de woning aan de [adres 2] in Apeldoorn. Opvallend daarbij was dat uit getuigenverklaringen en meldkamergesprekken naar voren kwam dat ook bij dat voorval een auto was gesignaleerd met het kenteken [kenteken 1]3.
Omdat er ook gewapende overvallen hadden plaatsgevonden in Twello en Rekken werd op 5 oktober 2009 een opsporingsonderzoek gestart onder de naam Zeepkruid.
De Rijksdienst voor het Wegverkeer gaf als informatie dat de meergemelde auto op naam had gestaan van [medeverdachte A], maar dat die auto inmiddels op naam was gezet van [moeder medeverdachte A], zijnde de moeder van [medeverdachte A]4.
Vanaf 9 oktober 2009 heeft de officier van justitie die leiding gaf aan het Zeepkruid-onderzoek bevolen dat een reeks van telefoonnummers werd afgeluisterd.
Mede uit de inhoud van die afgeluisterde gesprekken kwam naar voren dat [medeverdachte A] vanaf 5 november 2009 als verdachte van zowel de poging tot overval in Duiven als de overval in Apeldoorn kon worden aangemerkt.
Op 1 december 2009 meldde zich bij de politie mevrouw [getuige A], die vertelde5 dat zij, verblijvend in haar (boven-)woning aan [adres 5] in Zevenaar een gesprek had opgevangen van vier of vijf mannen die spraken over een oprit, een sensor en een M16. [getuige A] hoorde dat de jongens afspraken de volgende dag, dus 1 december 2009, om 18.00 uur weer bij elkaar te komen. Ze had het gevoel dat de jongeren iets van plan waren. Toen enkele van die mannen in een auto waren weggereden hoorde [getuige A] dat haar benedenbuurvrouw [medeverdachte I] met een man sprak.
De politie had inmiddels in diverse telefoongesprekken de naam van [medeverdachte I] ([medeverdachte I]) horen noemen en uit die taps kwam het vermoeden naar voren dat de woning van [medeverdachte I], [adres 4] in Zevenaar, als safehouse werd gebruikt.
Uit de mededelingen van [getuige A] en de verdere onderzoeksgegevens (telefoontaps, zendmastgegevens, maar ook onder meer observaties) kreeg de politie het vermoeden dat [medeverdachte A] met anderen bezig was een overval voor te bereiden. Besloten werd dat die overval moest worden voorkomen en daarom werd vanaf de namiddag van 1 december 2009 extra personeel, waaronder een observatieteam ingezet en werden er met spoed meer telefoons afgeluisterd. Duidelijk werd dat [medeverdachte A] zeer regelmatig en zeer intensief contact had met [medeverdachte B]. Daarenboven kwamen als namen van mogelijke medeverdachten onder meer naar voren die van [medeverdachte D] en [medeverda[medeverdachte C].
Op 2 december 2009 werd door een observatieteam geconstateerd6 dat een groep mannen in een Peugeot met het kenteken [kenteken 2] vertrok vanaf de [adres 4] in Zevenaar in de richting van Groessen. Gezien werd dat die auto enkele keren door Groessen reed. Nabij de afslag naar Groessen stond in de richting van Groessen een auto met pech, waarbij een opvallende politieauto stond7. De voormelde Peugeot reed rechtdoor. Op basis van de verkregen gegevens werd besloten het eerder die dag door de officier van justitie gegeven aanhoudingsbevel uit te voeren. De auto werd aangehouden en op verdenking van voorbereiding van een ernstig misdrijf werden aangehouden8 de verdachten [medeverdachte A], [medeverdachte D], [medeverdachte C] en [verdachte J].
In de auto werden goederen aangetroffen zoals (vermoedelijke) gasalarmpistolen, een knalpatroon, bivakmutsen, tie-rips en tape9.
2. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft met betrekking tot feit 1 gerekwireerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 en op 2 december 2009. Volgens haar was er geen sprake van vrijwillige terugtred. Bij het tweede ten laste gelegde feit acht zij bewezen het medeplegen van het voorhanden hebben van twee gaspistolen met 14 patronen. Voor het voorhanden hebben van 11 knalpatronen acht zij geen bewijs aanwezig, zodat verdachte hiervan vrijgesproken dient te worden, aldus de officier van justitie. Met betrekking tot feit 3 heeft de officier van justitie gerekwireerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing. Volgens haar was er geen sprake van vrijwillige terugtred.
3. Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot de feiten 1 en 3 betoogd dat op 30 november 2009 geen voltooiing van een delict heeft plaatsgevonden als gevolg van omstandigheden van de wil van de daders afhankelijk. Om die reden kunnen deze feiten niet worden bewezen. Voor zover het wel tot een bewezenverklaring komt, dan is er volgens de raadsman sprake van vrijwillige terugtred en dient zijn cliënt te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Met betrekking tot 2 december 2009 (feit 1) heeft de raadsman vrijspraak bepleit. De politie heeft onderweg ingegrepen, terwijl de auto niet op weg was naar de woning in Groessen. De mogelijkheid bestaat derhalve dat er die avond niets zou gebeuren. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman betoogd dat zijn cliënt geen wapens voorhanden heeft gehad. Hij heeft evenmin wapens in zijn handen gehad. Derhalve dient vrijspraak dan wel ontslag van alle rechtsvervolging te volgen.
4. Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
30 november 2009
4.1 De rechtbank zal eerst ingaan op hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd ten aanzien van 30 november 2009.
4.2 De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten naar voren komt dat verdachte en de medeverdachten het voornemen hadden om de woning aan de [adres 3] te Groessen te overvallen. Vooraf is besproken op welke wijze de overval zou plaatsvinden en welke taak ieder had bij de uitvoering van het plan. Ook is gesproken over de verdeling van de buit.
Woning te Groessen
Zo heeft medeverdachte [medeverdachte A] verklaard10 dat de woning was gelegen over het spoorviaduct aan de weg van Zevenaar naar Groessen. Op de gevel stond [naam huis]. Verdachte heeft in dit verband verklaard11 dat hij zag dat op de voorgevel van de woning de naam [naam huis] stond. Ook zag hij het straatnaambord [adres 3]. Verdachte is verzocht het huis aan te wijzen welke zij voornemens waren te overvallen12. Hij heeft een huis aangewezen gelegen aan de [adres 3] te Groessen. Uit een bij het proces-verbaal gevoegde foto blijkt dat op dit huis [naam huis] staat.
Voornemen tot de overval
Verdachte heeft verklaard13 dat [medeverdachte K] hem had gevraagd maandag 30 november 2009 mee te gaan naar Zevenaar. Dit wordt bevestigd door medeverdachte [medeverdachte K] die heeft verklaard14 dat hij op maandagavond had afgesproken met [verdachte J] om naar Zevenaar te gaan. Volgens [medeverdachte K] zijn ze in Zevenaar een huis binnen gegaan. [medeverdachte C] vertelde wat voor werk hij voor hen had. Ze zouden een woning binnen gaan, de mensen vastbinden en een kluis leegroven. Er is ook besproken dat hij, [medeverdachte K], zou aanbellen bij de woning15 en dat hij en [verdachte J] de kluis moesten gaan zoeken. Hij kreeg een zwart metalen wapen, dat niet meer werkte16. [medeverdachte C] en [medeverdachte D] hadden ook een wapen17, [verdachte J] kreeg tie-rips van ongeveer 30 cm lang18. Ze zouden met z'n vieren het huis binnengaan. [medeverdachte A] zou bij de auto wachten, aldus [medeverdachte K].
Met betrekking tot de verdeling van de buit heeft [medeverdachte K] verklaard19 dat de vier personen die naar het huis zouden gaan evenveel zouden krijgen. [medeverdachte A] zou ook een deel van de buit krijgen. Ook [medeverdachte A] heeft verklaard over de verdeling van de buit. Hij heeft verklaard20 dat de tipgever 10% van de buit zou krijgen. Dit wordt bevestigd door de verklaring van [medeverdachte D] die eveneens heeft verklaard21 dat [medeverdachte A] met de tipgever heeft besproken dat hij 10% van de buit zou krijgen.
Begin van uitvoering
[medeverdachte D] heeft verklaard22 dat ze op 30 november 2009 met z'n vijven zijn gaan rijden in de auto. [medeverdachte K]23 heeft verklaard dat ze twee of drie keer langs het huis zijn gereden en dat ze vervolgens een eind bij de woning vandaan hebben geparkeerd. Voor ze de auto verlieten hebben ze afgesproken24 dat [medeverdachte C] de slachtoffers zou vastbinden. Hij, [medeverdachte K], en [verdachte J] zouden op zoek gaan naar de kluis en het geld. Hij is met [medeverdachte D], [medeverdachte C] en [verdachte J] in de richting van het huis gelopen25. Ze zijn via de achterzijde naar de woning gegaan. Op de vraag van verbalisanten of ze wapens en bivakmutsen bij zich hadden, heeft [medeverdachte D] bevestigend geantwoord26. Hij, [medeverdachte D], en [medeverdachte C] hadden een pistool bij zich, [verdachte J] had tie-rips en plakband en [medeverdachte K] had een (kapot) pistool27.
Verdachte heeft verklaard28 dat ze vlakbij de woning die ze zouden gaan overvallen parkeerden. In de auto had hij een rol tape gekregen van [medeverdachte C]. [medeverdachte A] zou in de auto blijven. [medeverdachte K] zou aanbellen. [medeverdachte D] en [medeverdachte K] zouden als eerste naar binnen gaan om de mensen onder schot te houden en te laten liggen. Hij, verdachte, moest de man vastbinden en diens mond tapen. [medeverdachte C] zou hem daarbij helpen. [medeverdachte D] zou naar geld zoeken.
4.3 De rechtbank acht het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 gelet op de genoemde bewijsmiddelen bewezen. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte en de medeverdachten op 30 november 2009 zijn begonnen met de uitvoering van hun voornemen om de woning in Groessen te overvallen. Zij zijn daartoe naar Groessen gereden, hebben de woning kennelijk geobserveerd door daar meermalen langs te rijden en zijn vervolgens in de buurt van de woning gestopt. Vier personen zijn uit de auto gestapt en voorzien van tape, tie-rips, bivakmutsen en wapens of daarop lijkende voorwerpen in de richting van de woning gelopen. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dit moet worden gezien als begin van uitvoering van het voornemen.
4.4 Verweer vrijwillige terugtred
De raadsman heeft betoogd dat sprake was van vrijwillige terugtred.
Van vrijwillige terugtred is sprake als het misdrijf niet is voltooid tengevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt dat de medeverdachten hebben verklaard dat, toen zij iemand voor het raam zagen, zij hebben besloten niet verder te gaan en terug te keren naar de auto. Volgens de rechtbank kan dit niet als vrijwillige terugtred worden aangemerkt, te minder nu uit de verklaring van [medeverdachte K] naar voren komt dat bij terugkomst in Zevenaar werd gezegd dat ze de volgende dag de woning wel konden overvallen29. Ook uit de verklaring van verdachte komt naar voren dat geen afstand is genomen van het plan tot de overval. Hij heeft met [medeverdachte K], die huisarrest had, afgesproken dat hij in diens plaats mee zou doen30. Er is derhalve veeleer sprake van het uitstellen van de overval tot een later tijdstip.
2 december 2009
4.5 De rechtbank overweegt ten aanzien van 2 december 2009 dat verdachte en drie medeverdachten op 2 december 2009 zijn aangehouden terwijl zij in de auto reden. Verdachte en de medeverdachte hielden zich (nog) niet op in de buurt van de te overvallen woning en zaten allemaal in de auto. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 8 september 1987, NJ 1988, 612, is er naar het oordeel van de rechtbank nog geen sprake van een begin van uitvoering. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 2 december 2009.
4.6 De officier van justitie heeft, voor zover het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 en/of op 2 december 2009 niet tot een bewezenverklaring mocht leiden, de voorbereidingshandelingen ten aanzien van die feiten eveneens ten laste gelegd. Nu de rechtbank het medeplegen van een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 30 november 2009 bewezen acht, zal zij zich beperken tot een beoordeling van de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor zover deze betrekking hebben op de voorgenomen overval op 2 december 2009.
4.7 De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten naar voren komt dat verdachte en de medeverdachten een tip hebben gekregen, waarna zij het voornemen hebben opgevat om de woning aan de [adres 3] te Groessen te overvallen.
Tip
Uit het proces-verbaal komt naar voren dat medeverdachte [medeverdachte L] een tip heeft gegeven betreffende de aanwezigheid van geld in een woning te Groessen. [medeverdachte L] heeft verklaard31 dat hij twee à drie maanden geleden als glazenwasser heeft gewerkt bij een woning in Groessen. Op foto's die verbalisanten hem hebben getoond, heeft hij het huis aan de [adres 3] te Groessen herkend. Toen hij, zijn baas en diens zoon klaar waren met de werkzaamheden, moest de vrouw van het huis € 150,- betalen. Ze betaalde met een briefje van € 200,- en ze zei dat ze nooit geld op de bank zette omdat er dan de kans was dat ze alles kwijt kon raken als gevolg van de crisis. Hij, [medeverdachte L], kreeg toen het idee dat ze veel geld in huis had. Een maand later vroeg [medeverdachte D] hem of hij wist of er ergens wat te verdienen was. Hij was op zoek naar een tip. Twee dagen later belde [medeverdachte D] op zijn telefoon en vroeg of hij buiten wilde komen. Buiten zag hij een rode Volkswagen waarin twee jongens zaten. Hij, [medeverdachte L], is in de auto gestapt en ze zijn gaan rijden. Hij heeft uitgelegd waar de woning was. De vrijdag daarna is hij weer gebeld door [medeverdachte D] en is hij met [medeverdachte D] en een man die hij op een hem getoonde foto heeft herkend meegereden naar het huis. Hij heeft de woning aangewezen. Hem is 10% van de opbrengst beloofd. Ook is gesproken over 30% en over een paar honderd euro. De eerste keer dat hij met [medeverdachte D] over de woning heeft gesproken was rond 5 of 10 november 2009.
[medeverdachte A] heeft verklaard32 dat de tip dat er stapels met bankbiljetten in een woning zouden liggen kwam van een maatje van [medeverdachte D], die daar als glazenwasser had gewerkt. Toen er met die glazenwasser moest worden afgerekend kwam er een vrouw aan de deur die een stapel bankbiljetten in haar hand had. De jongen had ook biljetten van 500 euro gezien. De beloning voor de tipgever zou afhangen van het bedrag dat daar zou worden gevonden, afgesproken was 10% van de buit. Besproken werd wat er te halen viel en of hij geïnteresseerd was om mee te doen. Hij, [medeverdachte A], heeft de glazenwasser twee keer gezien. De tweede keer heeft de glazenwasser de woning voor de overval aangewezen. Dat was mogelijk op 27 november 2009. De woning was gelegen direct over het spoorviaduct aan de weg van Zevenaar naar Groessen. Op de gevel stond volgens hem [naam huis].
Verdachte heeft met betrekking tot de woning verklaard33 dat hij zag dat op de voorgevel van de woning de naam [naam huis] stond. Ook zag hij het straatnaambord [adres 3]. Verdachte is verzocht het huis aan te wijzen welke zij voornemens waren te overvallen34. Hij heeft een huis aangewezen gelegen aan de [adres 3] te Groessen. Uit een bij het proces-verbaal gevoegde foto blijkt dat op dit huis [naam huis] staat.
Gesprekken via de telefoon en sms-berichten
Uit diverse getapte gesprekken komt het beeld naar voren dat over de telefoon is gesproken over het voornemen de woning in Groessen te overvallen. Zo is [medeverdachte A] op 1 december 2009 om 18.07 uur gebeld35 door [medeverdachte C]. [medeverdachte A] zegt in dat gesprek dat iedereen om acht uur, half negen paraat is.
Om 19.39 uur is [medeverdachte A] gebeld36 door het nummer 06-[nummer]. Dit telefoonnummer hoort bij de telefoon die in de Peugeot van [verdachte J] is gevonden en waarover [verdachte J] heeft verklaard dat het toestel van hem is37.
[medeverdachte A] zegt: "...als je nu weinig tijd hebt, is fucked up. Kijk als je morgen eerder kan, dan wordt de afgesproken tijd van vandaag eigenlijk rond etenstijd..."
De beller ([verdachte J]) zegt: "ja ja heb je gelijk in".
[medeverdachte A] zegt: "dat is gemakkelijk voor ons en voor jou ook. Dat is boem boem en wegwezen".
De beller ([verdachte J]) zegt: "ja ok, dat is wel fijne tijd. Dan kan ik ook komen, tenzij ze morgen weer bellen voor werk...".
[medeverdachte A] zegt: dus spreken we nu af voor 100% morgen".
De beller ([verdachte J]) zegt: "ja ja, ik moet wel dan he".
[medeverdachte A] zegt: "ja? Dan doen we het morgen".
De beller ([verdachte J]) zegt: "als me moeder niet tegen ligt, dan moet alles goed komen. Ik denk het niet. Zo rond etenstijd, dat is normale tijd".
[medeverdachte A] zegt: "doe maar zes uur, half zeven. Als je gewoon mij om zes uur belt en dan naar Zevenaar komt is goed".
De beller ([verdachte J]) zegt: "ok man, zien we elkaar morgen".
Om 19.42 uur heeft [medeverdachte A] gebeld naar [medeverdachte C].
[medeverdachte A] zegt: "Luister... die boy die kan niet vandaag weet je hij moet snel...snel anders hij is fucked up...".
[medeverdachte C] zegt: "...je moet niet overhaasten...dus hoe gaan we het doen".
[medeverdachte A] zegt: "ik heb gezegd... morgen... de tijd van vandaag". ... "so wie so dat ding wat we gisteren wilden doen is echt goed serieus... je weet toch".
Om 20.33 uur wordt [medeverdachte A] gebeld38 door het nummer 06-[nummer]. Dit telefoonnummer staat op naam van [moeder medeverdachte D], moeder van medeverdachte [medeverdachte D]. [medeverdachte A] zegt tegen de beller dat hij morgen om 6 uur paraat moet zijn bij de super.
Op 2 december 2009 heeft [medeverdachte A] om 14.58 uur een sms ontvangen39 met de tekst: "... kan ut vanavond? Dan komen we rond 10 oke?"
Om 18.07 uur heeft [medeverdachte A] een sms ontvangen40 met de tekst: "Oi gaan we vandaag? Dan kan k die andere laten weten...".
Om 18.30 uur is [medeverdachte A] gebeld41 door het nummer 06-[nummer]. Dit telefoonnummer hoort bij de telefoon die in de Peugeot van [verdachte J] is gevonden en waarover [verdachte J] heeft verklaard dat het toestel van hem is42. De beller zegt dat hij bij station Zevenaar is. [medeverdachte A] zegt dat hij naar Super de Boer moet rijden.
Om 18.30 uur is [medeverdachte A] gebeld43 door het nummer 06-[nummer]. De beller zegt dat [medeverdachte A] [bijnaam medeverdachte D] (opmerking rechtbank: zo wordt medeverdachte [medeverdachte D] veelal aangesproken) thuis moet ophalen.
MSN-gesprekken
Ook op MSN is gesproken over de overval van de woning in Groessen. Bij medeverdachte [medeverdachte D] is een gesprek44 aangetroffen van 1 december 2009, 11.43 uur, waarin hij tegen [medeverdachte A] zegt: "tonight is on kanniet anders". [medeverdachte A] antwoordt daarop: "zowiezo". Op dezelfde dag voert [medeverdachte D] om 20.30 uur een MSN-gesprek45 met medeverdachte [medeverdachte C] (emailadres [e-mailadres]46), waaruit blijkt dat de 'torrie' niet doorgaat. Op 2 december 2009, 19.16 uur voert [medeverdachte D] een MSN-gesprek47 met medeverdachte [medeverdachte L] (emailadres [e-mailadres]48). [medeverdachte D] zegt in dat gesprek dat hij moet wachten tot 10 uur. [medeverdachte L] informeert wanneer ze gaan en constateert dat ze dat niet via dinges kunnen zeggen, waarop [medeverdachte D] zegt: "stel dat iets gebeurt tog".
Verklaringen van verdachte en de medeverdachten
Uit de verklaringen van verdachte en de medeverdachten komt naar voren dat het de bedoeling was dat de overval van de woning te Groessen op 2 december 2009 zou plaatsvinden en dat daarvoor voorbereidingen werden getroffen.
Medeverdachte [medeverdachte B] heeft in dit verband verklaard49 dat hij van [medeverdachte A] heeft gehoord dat de overval in Groessen niet is doorgegaan en dat ze het opnieuw zouden proberen op 1 december 2009. Toen dat ook niet doorging, werd een afspraak gemaakt voor 2 december 2009. De jongens zouden zich verzamelen in de woning van [medeverdachte I]. Ze noemden dat huis "safehouse". [medeverdachte A] heeft hem, [medeverdachte B], gevraagd of hij 2 december 2009 's avonds in die woning aanwezig kon zijn, zodat de jongens zich daar konden verzamelen ter voorbereiding op de overval in Groessen. Ook [medeverdachte A] heeft verklaard50 dat zij altijd verzamelden in de woning van [medeverdachte I]. [medeverdachte I] woont blijkens een proces-verbaal van bevindingen51 op het adres [adres 4] te Zevenaar.
De woning van [medeverdachte I] werd ook gebruikt als opslagplaats. Zo heeft [medeverdachte A] verklaard52 dat hij het zilveren pistool van [medeverdachte B] uit een kast in de woonkamer van [medeverdachte I] heeft gepakt. [medeverdachte D] heeft verklaard53 dat hij een van de keren dat hij in het safehouse is geweest pistolen op tafel zag liggen. Een onbekende man liep naar achteren en kwam terug met een zakje waarin patronen zaten.
Bij doorzoeking van de woning54 aan de [adres 4] te Zevenaar zijn onder meer 39 knalpatronen van het merk Y.A.S. aangetroffen.
Volgens [medeverdachte A]55 was het de bedoeling dat de overval in Groessen op 2 december 2009 zou plaatsvinden. [medeverdachte D] heeft daarover verklaard56 dat hij op 2 december 2009 thuis is opgehaald. Ze zijn naar het safehouse gegaan, waar [medeverdachte A] is uitgestapt. Toen [medeverdachte A] terugkwam haalde hij een zwart alarmpistool uit zijn zak en gaf dat aan [medeverdachte C]. Uit een andere zak haalde [medeverdachte A] een zilverkleurig pistool dat hij aan [medeverdachte D] gaf. Hij, [medeverdachte D], heeft het pistool onder de rechtervoorstoel gelegd. Ze hadden ook twee bivakmutsen en tie-rips mee57.
Volgens [medeverdachte D] was er een taakverdeling gemaakt. Hij heeft verklaard58 dat [medeverdachte A] in de auto zou blijven. Hij, [medeverdachte D], zou naar geld zoeken en [medeverdachte C] en [verdachte J] zouden de mensen vastbinden. [verdachte J] en [medeverdachte C] zouden als eerste de woning in gaan via de voordeur. Zodra de bewoners de deur zouden openen, zou hij, [medeverdachte D], vanwege zijn lengte de deur verder opentrappen.
Verdachte heeft verklaard59 dat hij op dinsdag een bivakmuts heeft gekregen van [medeverdachte K]. Die heeft hij in het handschoenenvakje in de auto gelegd. Op woensdag 2 december 2009 was hij om ongeveer 18.30 uur in Zevenaar. Hij heeft [medeverdachte A] opgepikt en is met hem langs een huis gereden. Achteraf kan worden vastgesteld dat dit het huis was dat overvallen zou worden. Hij had wel het idee dat ze daar in de buurt een huis zouden overvallen, omdat ze daar maandagavond ook al hadden gereden. Daarna hebben ze [medeverdachte C] en van den Bosch opgehaald. Onderweg kreeg hij, verdachte, tape en tie-rips van [medeverdachte D] die hij bij zijn voeten heeft neergelegd. Nadat [medeverdachte D] was ingestapt hebben ze het over het geld gehad dat bij die man te halen was. De helft van de buit zou worden geïnvesteerd in weed, de andere helft zou worden verdeeld. In de auto heeft [medeverdachte A] gezegd hoe de taakverdeling was. [medeverdachte C], [medeverdachte D] en hij, verdachte, zouden het huis binnen gaan door gewoon aan te bellen. [medeverdachte A] zou in de auto blijven. [medeverdachte A] heeft gezegd dat hij, verdachte, de man moest vastbinden met tie-rips. [medeverdachte C] zei dat hij daarmee zou helpen door de handen van de man vast te houden. [medeverdachte D] moest zoeken naar geld. [medeverdachte A] heeft in de auto een pistool achter zijn broekriem vandaan gehaald en dat pistool aan iemand gegeven. Verdachte heeft verder verklaard60 dat hij met [medeverdachte K] had afgesproken dat die een deel van zijn aandeel in de buit zou krijgen.
Verdachte heeft verder verklaard61 dat hij een bordeauxrode Peugeot 306 heeft. Uit zijn verklaring valt op te maken dat ze op de avond van 2 december 2009 in zijn auto hebben gereden. Hij heeft in dit verband verklaard62 dat hij zijn auto, een Peugeot, bestuurde. Later heeft [medeverdachte A] hem gevraagd of hij mocht rijden. Hij, verdachte, vond dat goed en is rechts voorin de auto gestapt.
Na aanhouding van de inzittenden is op 2 december 2009 sporenonderzoek63 verricht in de personenauto van het merk Peugeot met het kenteken [kenteken 2]. Daarbij is onder andere veiliggesteld ten behoeve van DNA-onderzoek:
- een zilverkleurig gas-alarmpistool van het merk Ekol First compact met nummer [nummer] met in de houder 8 negen millimeter knalpatronen;
- een gas-alarmpistool van het merk Pak Vektor 9 mm, met in de houder 6 negen millimeter knalpatronen;
- 2 zwarte bivakmutsen met drie gaten;
- een rol brede grijze klussentape;
- 10 grote witte tie-rips.
4.8 De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen volgt dat zowel in de periode van 6 november 2009 tot en met 30 november 2009 als in de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009 voorbereidingshandelingen zijn verricht voor het plegen van de overval op de woning aan de [adres 3] te Groessen op 2 december 2009. De rechtbank merkt met betrekking tot de genoemde bewijsmiddelen op dat een deel van de bewijsmiddelen, waaronder de tip van medeverdachte [medeverdachte L] en de observatie van de woning met de tipgever zowel gebruikt is voor de ondernomen poging op 30 november 2009 als onderdeel is van de voorbereidingshandelingen voor 2 december 2009. De tip is eenmalig gegeven, waarbij onbekend was wanneer de overval gepleegd zou worden. Daarnaast zijn na de bewezenverklaarde poging op 30 november 2009 nieuwe voorbereidingshandelingen verricht die uitsluitend gericht waren op een na die datum te plegen overval op dezelfde woning.
De rechtbank acht derhalve bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen.
Feit 2
5.1 Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 30 november 2009 in zijn auto met [medeverdachte K] naar Zevenaar is gereden. Ze zijn naar het safehouse gegaan. In de woning lagen pistolen op tafel. Toen ze naar de auto gingen, lagen de pistolen niet meer op tafel. In de auto zijn wapens afgegaan. Op 2 december 2009 heeft hij [medeverdachte A], [medeverdachte C] en [medeverdachte D] opgehaald met zijn auto. Ze zijn gaan rijden.
Dat verdachte wist dat er wapens in zijn auto waren blijkt uit de verklaringen die hij bij de politie heeft afgelegd. In zijn tiende verhoor heeft hij verklaard64 dat ze in de auto zaten en dat hij zag dat [medeverdachte D] aan het prutsen was met een vuurwapen. Opeens hoorde hij een harde knal en zag hij een lichtflits. [medeverdachte C] wilde voordoen wat je moest doen om te voorkomen dat het wapen af zou gaan. Toen hij dat deed schoot [medeverdachte C] per ongeluk. In zijn derde verhoor heeft verdachte verklaard65 dat hij zag dat [medeverdachte A], toen die achter het stuur zat, een zilverkleurig pistool achter zijn broekriem vandaan haalde. Ze kwamen bij een rotonde. Hij wist dat ze rechtsaf moesten om naar de woning in Groessen te gaan. Ze gingen naar links omdat ze een politieauto zagen die bij een andere auto stond. Vervolgens zijn ze aangehouden.
Medeverdachte [medeverdachte A] heeft verklaard66 dat op 30 november 2009 twee pistolen op de tafel lagen in de woning van [medeverdachte I]. Dit waren de pistolen die bij hun aanhouding op 2 december 2009 in de auto zijn aangetroffen.
Verbalisant heeft gerelateerd67 dat op 2 december 2009 sporenonderzoek is verricht in een personenauto van het merk Peugeot met het kenteken [kenteken 2]. Daarbij is onder meer veiliggesteld ten behoeve van DNA-onderzoek: een zilverkleurig gas-alarmpistool van het merk Ekol First compact met nummer [nummer] met in de houder een aantal negen millimeter knalpatronen. Op 3 december 2009 is het sporenonderzoek in de auto voortgezet en is onder meer een gasalarmpistool Pak Vektor 9 mm, houder in wapen, veiliggesteld68. In het gaspistool van het merk Röhm, model Vektor CP1, zijn 6 patronen van het kaliber 9 mm P.A.K. aangetroffen69. In het gaspistool van het merk Voltran, model Ekol Firat Compact, zijn 8 patronen van het kaliber 9 mm P.A.K. aangetroffen70. Verder is gebleken dat verdachte en de medeverdachten geen verlof hadden tot het voorhanden hebben van een vuurwapen71.
5.2 Gelet op het voorgaande acht de rechtbank dit feit bewezen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het voorhanden hebben van 11 knalpatronen, nu deze niet zijn aangetroffen bij verdachte en er geen bewijs is dat hij deze knalpatronen voorhanden heeft gehad.
De rechtbank passeert het verweer van de raadsman dat verdachte geen wapens voorhanden heeft gehad nu uit de genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de wapens in de woning in Zevenaar heeft gezien en wist dat er wapens in zijn auto aanwezig waren. Naar het oordeel van de rechtbank is voor het medeplegen van het voorhanden hebben van wapens niet noodzakelijk dat verdachte deze ook daadwerkelijk in handen heeft gehad.
Feit 3
6. De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachten naar voren komt dat er sprake was van een spontane actie. Er zijn vooraf geen afspraken gemaakt om de cafetaria in Didam te overvallen. De rechtbank is van oordeel dat er geen aanwijzingen zijn dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten met het doel de cafetaria te overvallen. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
7. Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 30 november 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 3] te Groessen weg te nemen geld en/of
goederen, toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E], althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die (familie) [slachtoffer E], althans tegen die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde
woning,
te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met voormeld oogmerk
- tape en tie-rips en bivakmutsen en (geladen) (vuur)wapens, althans daarop gelijkende
voorwerpen in een auto hebben gelegd en vervoerd en
- een rolverdeling hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop bovengenoemd
strafbaar feit uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- met een auto in de richting van de woning gelegen aan de [adres 3] te
Groessen zijn gereden en aldaar zijn uitgestapt en naar de achterzijde van die woning
zijn gelopen met medeneming van tape en tie-rips en bivakmutsen en vuurwapens,
althans daarop gelijkende voorwerpen,
en
hij op 30 november 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar,
(telkens) ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die (familie) [slachtoffer E] , althans die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, toebehorende aan die (familie) [slachtoffer E] , althans aan die bewo(o)n(st)er(s) van voornoemde woning, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn medader(s) met voormeld oogmerk (telkens)
- tape en tie-rips en bivakmutsen en (geladen) (vuur)wapens, althans daarop gelijkende
voorwerpen in een auto hebben gelegd en vervoerd en
- een rolverdeling hebben afgesproken met betrekking tot de wijze waarop bovengenoemd
strafbaar feit uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- met een auto in de richting van de woning gelegen aan de [adres 3] te
Groessen zijn gereden en aldaar zijn uitgestapt of naar de achterzijde van die woning
zijn gelopen met medeneming van tape en tie-rips en bivakmutsen en vuurwapens,
althans daarop gelijkende voorwerpen,
terwijl de uitvoering van die voorgenomen misdrijven (telkens) niet is voltooid;
EN
hij op tijdstippen in de periode van 6 november 2009 tot en met 30 november 2009 en in de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009 te Groessen, gemeente Duiven, en in de gemeente Zevenaar en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen (telkens) ter voorbereiding van het misdrijf, waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld in vereniging en afpersing in vereniging van geld en/of goederen, toebehorende aan (de familie) [slachtoffer E] ,althans aan de bewo(o)n(st)er(s) van een woning gelegen aan de [adres 3] te Groessen,
(telkens) opzettelijk
- bivakmutsen, en
- tape en tie-rips en
- geladen vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen en
- een auto en
- een woning gelegen aan de [adres 4] te Zevenaar, dienende als verzamelplek
van verdachte en zijn mededaders en als bewaarplaats voor vuurwapens en munitie,
zijnde voorwerpen, een vervoermiddel en een ruimte bestemd tot het begaan van die misdrijven, heeft voorhanden gehad, en
hij, verdachte, en (een of meer van) zijn mededader(s)
- inlichtingen hebben ingewonnen met betrekking tot het te overvallen object en/of subject
(te weten (de familie) [slachtoffer E]/ de bewo(o)n(st)er(s) van perceel [adres 3]
14 te Groessen) en
- zich die woning gelegen aan de [adres 3] te Groessen laten aanwijzen
en
- mondelinge en telefonische en via MSN en via SMS gesprekken hebben gevoerd met
betrekking tot het al of niet deelnemen van bepaalde perso(o)n(en) aan bovengenoemde
strafbare feiten en het tijdstip en de wijze waarop bovengenoemde strafbare feiten
uitgevoerd zou worden en
- hebben besproken hoe de buit verdeeld zou (kunnen) worden en
- voornoemde vuurwapens/voorwerpen hebben geladen met patronen/munitie;
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 november 2009 tot en met 2 december 2009 in de gemeente(n) Montferland en/of Zevenaar en/of Duiven en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
twee wapens van categorie III (onder 1), te weten
- een gaspistool (merk Voltran, model Ekol Firat Compact, kaliber 9 mm) en
- een gaspistool (merk Röhm, model Vektor CP1, kaliber 9 mm) en
munitie van categorie III, te weten in totaal 14 patronen van het kaliber 9 mm P.A.K.,
zijnde voor deze wapens geschikte munitie, voorhanden heeft gehad.
8. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
9. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
De feiten onder 1:
Poging tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Voorbereiding tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 2:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens en munitie van categorie III.
10. Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een psychologisch rapport gedateerd 22 april 2010 en opgemaakt door mr.drs. R.A. Sterk, psycholoog. Met de conclusie van dit rapport, te weten dat verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
11. Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft gezeten, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen en voorschriften van de reclassering, ook als dat inhoudt een ambulante behandeling bij Kairos of een soortgelijke instelling.
De raadsman heeft een lagere straf bepleit, rekening houdend met het feit dat zijn cliënt enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht en gelet op het feit dat hij voornemens is per 1 september 2010 met een opleiding te starten. Hij heeft verzocht een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis en daarnaast eventueel een voorwaardelijke straf met voorwaarden.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot diefstal en/of afpersing en verboden wapenbezit. Hij liet zich meesleuren in de criminele bedoelingen van anderen puur uit financieel gewin. Verdachte en zijn mededaders hadden de beschikking over vuurwapens dan wel hierop gelijkende voorwerpen. Ze vroegen zich op geen enkel moment af wat voor impact hun handelen op hun slachtoffers konden hebben. Naar de ervaring leert, zijn delicten als de onderhavige veelal de oorzaak van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij het directe slachtoffer. Zij dragen bovendien bij aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid.
De rechtbank heeft verder in aanmerking genomen het Pro Justitiarapport van 22 april 2010. Volgens mr.drs. R.A. Sterk, psycholoog, is er bij verdachte sprake van een persoonlijkheid met narcistische en ontwijkende trekken, waarbij minderwaardigheidsgevoelens worden afgeweerd door een sociaal wenselijke, vrolijke houding. Deze trekken brengen met zich mee dat verdachte uit is op aandacht en waardering van anderen en hierin erg gedreven wordt door een angst om afgewezen te worden. Van een specifiek spanningsgerichte of criminele interesse is niet gebleken. De geconstateerde psychische problematiek is mild en de dwingende invloed ervan op zijn gedrag is beperkt, aldus Sterk. Hij acht de kans op herhaling dan ook slechts in beperkte mate verhoogd. Behandeling van verdachte is geïndiceerd. Geadviseerd wordt een behandeling bij een instelling Kairos, forensisch psychiatrische polikliniek te Arnhem.
Uit het reclasseringsrapport van 27 januari 2010, opgemaakt door T. de Bie, komt naar voren dat er geen problemen op de leefgebieden zijn geconstateerd. Wel is zorgelijk de beïnvloedbaarheid en naïviteit van verdachte. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat. Om recidive te voorkomen wordt geadviseerd een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt het volgen van een delictpreventietraining bij Kairos Arnhem of een soortgelijke instelling.
De rechtbank komt alle omstandigheden in aanmerking nemend tot een andere strafoplegging dan door de officier van justitie gevorderd. Hoewel verdachte betrokken is geweest bij ernstige feiten die op zich een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur, zoals ook gevorderd door de officier van justitie, rechtvaardigen, ziet de rechtbank aanleiding om tot een andere wijze van strafafdoening te komen. De rechtbank kiest daar met name voor, gelet op de jonge leeftijd van verdachte, zijn blanco strafblad, zijn enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid, en het feit dat een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan de duur van het voorarrest zou doorkruisen dat verdachte weer naar school kan gaan. De rechtbank heeft in dit verband nadrukkelijk ook meegewogen dat zij anders dan de officier van justitie niet tot bewezenverklaring van het derde ten laste gelegde feit is gekomen.
De rechtbank is van oordeel dat een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden passend en geboden is. De rechtbank zal een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen maanden opleggen teneinde verdachte een forse stok achter de deur te geven die hem ervan zal weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal hieraan de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen welke hem door of namens de reclassering worden gegeven, ook als dit inhoudt het volgen van een delictpreventietraining bij Kairos Arnhem of een soortgelijke instelling.
12. In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven werden aangetroffen en deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven, terwijl deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan (bij deze verdachte) in strijd is met het algemeen belang en/of de wet. Dit betreft de volgende voorwerpen:
2. een zilverkleurig gasalarmpistool van het merk Ekol;
3. een zilver- en zwartkleurig gaspistool van het merk PAK Vector 9 mm;
4. een knalpatroon;
6. een zwarte wollen muts;
7. een zwarte wollen muts;
8. een zwarte bivakmuts met twee gaten;
9. een zwarte pet;
10. tie-ribs en tape;
11. een zwarte bivakmuts met drie gaten;
13. een zwarte handschoen;
16. witte tie-ribs;
17. grijs tapeband;
18. witte tie-ribs.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de volgende voorwerpen aan de veroordeelde dan wel rechthebbende:
5. een briefje met adres;
12. een lichtblauwe pet;
14. een zwart- wit gekleurde jas van het merk Nike;
15. een grijs vest;
19. een grijze pet van het merk Nike.
13. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 36b, 36c, 45, 46, 47, 57, 91, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen, dat verdachte:
- het onder 1 ten laste gelegde voor zover dit betreft het medeplegen van
een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing op 2 december 2009;
- het onder 3 ten laste gelegde
heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 -voor zover verdachte hiervan gelet op het voorgaande niet is vrijgesproken- en 2 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
De feiten onder 1:
Poging tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
en
Voorbereiding tot diefstal vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen;
Feit 2:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot wapens en munitie van categorie III;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 9 (negen) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt het volgen van een delictpreventie training bij Kairos te Arnhem of een soortgelijke instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van deze instelling zullen worden gegeven;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 150 (honderdvijftig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 (vijfenzeventig) dagen;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
2. een zilverkleurig gasalarmpistool van het merk Ekol;
3. een zilver- en zwartkleurig gaspistool van het merk PAK Vector 9 mm;
4. een knalpatroon;
6. een zwarte wollen muts;
7. een zwarte wollen muts;
8. een zwarte bivakmuts met twee gaten;
9. een zwarte pet;
10. tie-ribs en tape;
11. een zwarte bivakmuts met drie gaten;
13. een zwarte handschoen;
16. witte tie-ribs;
17. grijs tapeband;
18. witte tie-ribs;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde dan wel de rechthebbende, te weten:
5. een briefje met adres;
12. een lichtblauwe pet;
14. een zwart- wit gekleurde jas van het merk Nike;
15. een grijs vest;
19. een grijze pet van het merk Nike;
* heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Van de Wetering, voorzitter, Kleinrensink en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juli 2010.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009100087-D, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, gesloten en ondertekend op 13 april 2010.
2 Proces-verbaal van verhoor van een anonieme getuige, p.1809
3 Proces-verbaal van bevindingen, p.2328, p.2331/2332
4 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2336
5 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A], p.2808-2811
6 Proces-verbaal observeren, p.2947-2949
7 Proces-verbaal van bevindingen, p.2952
8 Proces-verbaal van aanhouding, p.0261-0263
9 Proces-verbaal van bevindingen, p.2957, p.2959-2962
10 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3222
11 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3388
12 Proces-verbaal van bevindingen, p.2990/2991
13 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3372/3373
14 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3516/3517
15 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3547-3548
16 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3517
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3527
18 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3517
19 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3527
20 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3222
21 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3298
22 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3276
23 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3517/3518
24 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3547
25 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3518
26 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3297
27 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3310
28 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3394/3395
29 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte K], p.3519
30 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3395
31 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte L], p.3475-3479
32 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3221-3222
33 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3388
34 Proces-verbaal van bevindingen, p.2990/2991
35 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2912
36 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2912/2913
37 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2820
38 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2915
39 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2919/2920
40 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2923
41 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2926/2927
42 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2820
43 Document geselecteerde tapgesprekken, p.2932
44 Proces-verbaal van bevindingen, p.3023
45 Proces-verbaal van bevindingen, p.3119
46 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2815
47 Proces-verbaal van bevindingen, p.3137/3138
48 Proces-verbaal ambtelijk verslag, p.2815
49 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B], p.3464
50 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3220
51 Proces-verbaal van bevindingen, p.2974
52 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3220, 3243
53 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3279
54 Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p.2971, 2973
55 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3221
56 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3277
57 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D], p.3320
58 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte D], p.3319/3320
59 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3379-3381
60 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3395
61 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.0812
62 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.3370
63 Proces-verbaal van bevindingen, p.2955 en p. 2957
64 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.4013
65 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte J], p.4009
66 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.3886
67 Proces-verbaal van bevindingen, p.3764
68 Proces-verbaal sporenonderzoek, p.3767/3769
69 Proces-verbaal van bevindingen, p.3787/3788
70 Proces-verbaal van bevindingen, p.3796
71 Proces-verbaal van bevindingen, p.3804