ECLI:NL:RBZUT:2010:BN4457

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940173-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. van Valderen
  • P. van der Mei
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing in de strafzaak tegen verdachte B met betrekking tot verzoeken van de verdediging

In deze tussenbeslissing heeft de Rechtbank Zutphen op 18 augustus 2010 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte B, die samen met twee medeverdachten wordt verdacht van betrokkenheid bij een fatale vechtpartij op 9 mei 2010 in Zutphen. De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging behandeld die tijdens de pro-formazitting op 4 augustus 2010 zijn ingediend. De raadsvrouw van verdachte B heeft verschillende verzoeken gedaan, waaronder het horen van getuigen, het verkrijgen van ontbrekende processtukken en het uitvoeren van aanvullend onderzoek. De rechtbank heeft de verzoeken van de raadsvrouw beoordeeld en in sommige gevallen toegewezen, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende verdedigingsbelang was bij het horen van bepaalde getuigen, maar wees verzoeken af die niet voldoende onderbouwd waren of waarvan de noodzaak niet was aangetoond. De rechtbank heeft ook besloten dat de resultaten van het NFI-onderzoek moeten worden afgewacht voordat verdere stappen worden ondernomen. De beslissing om het onderzoek voor onbepaalde tijd te schorsen werd genomen, omdat de NFI-rapportage niet binnen de gebruikelijke termijn gereed zou zijn. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om aanvullende rapportages op te stellen over specifieke vragen die tijdens de zitting zijn opgeworpen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer 06/940173-10
Uitspraak d.d. 18 augustus 2010
Tegenspraak / dip
TUSSENBESLISSING
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats, 1991],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring 'De Kruisberg' te Doetinchem.
Raadsvrouw mr. K.D.M. Schepers, advocaat te Venlo.
Onderzoek van de zaak
Deze beslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 4 augustus 2010. Deze (regie)zitting was gepland om de procesdeelnemers in de gelegenheid te stellen mogelijke onderzoekswensen en eventuele andere verzoeken aan de orde te stellen.
Onderzoeksvragen
De raadsvrouw heeft een aantal (onderzoeks)wensen voorgelegd.
Horen getuigen [getuige F], [getuige H], [getuige A], [verdachte A] (medeverdachte) en [verdachte C] (medeverdachte)
De rechtbank wijst toe het verzoek van de raadsvrouw om [getuige F], [getuige H], [getuige A], [verdachte A] (medeverdachte) en [verdachte C] (medeverdachte) door de rechter-commissaris te horen als getuige. Het horen van deze getuigen, waartegen de officier van justitie zich niet heeft verzet, kan namelijk relevant zijn voor enige in deze strafzaak door de rechtbank te nemen beslissing.
Het verstrekken van de bijlagen 5.2 en 5.5 van "Deelanalyse Onderzoek Sansa" en overige nog aan het dossier toe te voegen stukken (technisch onderzoek aanrijding VOA en definitief sectierapport
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de bij de "Deelanalyse" behorende bijlagen 5.2 en 5.5 ontbreken en dat zij wil beschikken over het proces-verbaal van het technisch onderzoek en het definitieve sectierapport zodra dit voorhanden is.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting toegezegd daarvoor (alsnog) zorg te zullen dragen, zodat op dit verzoek thans niet meer hoeft te worden beslist.
Horen getuige [verbalisant A]
Door de raadsvrouw is verzocht om [verbalisant A] als getuige te doen horen in verband met het door hem opgemaakte rapport 'Deelanalyse Onderzoek Sansa' terzake zijn conclusie dat de door de "groep [verdachte A]" gereden route afwijkt van de normale route die in het algemeen wordt genomen vanaf de IJsselkade te Zutphen naar Baak.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat deze analyse is gefundeerd op de in het dossier aanwezige verklaringen en daardoor ook toetsbaar is, zodat een nader rapport niet in de rede ligt.
De rechtbank is van oordeel dat in de deelanalyse duidelijk is aangegeven waarop de conclusie van de 'afwijkende route' is gebaseerd, namelijk op de door betrokkenen afgelegde verklaringen, waarbij de verklaring van de bestuurder van de personenauto - vanwege marginale afwijkingen in de verklaringen - als leidend is gehanteerd. Weliswaar ontbreken op dit moment bij de deelanalyse de bijlagen 5.2 (een geselecteerd overzicht van de contacten tussen [verdachte C] en [slachtoffer]) en 5.5 (plattegrond Zutphen met gereden routes), maar duidelijk is op basis waarvan de analist tot zijn bevindingen is gekomen. De rechtbank zal het verzoek van de raadsvrouw dan ook afwijzen, omdat een redelijk verdedigingsbelang ontbreekt.
Horen getuigen [getuige B], [getuige C] en [getuige D]
De raadsvrouw heeft verzocht [getuige B] nader te horen met betrekking tot onder meer de aanrijding en de wijze waarop verdachte de auto heeft bestuurd alvorens hij deze tot stilstand heeft gebracht. De getuigen [getuige C] en [getuige D] dienen nader gehoord te worden over (onder meer) wat zij nu precies hebben gezien, gelet op discrepanties in hun verklaringen, aldus de raadvrouw.
De officier van justitie heeft zich - mede gelet op de jeugdige leeftijd van deze personen - verzet tegen het horen van deze getuigen, te meer nu zij al zijn gehoord en hebben verklaard over wat zij hebben waargenomen. Over wat zij niet hebben gezien, kunnen zij geen verklaring afleggen. Ook over hun doen en laten ten tijde van het feit, zijn zij al gehoord. De rechtbank is van oordeel dat met het horen van deze ooggetuigen een verdedigingsbelang is gediend, aangezien zij ter plaatse aanwezig waren en van nabij waarnemingen hebben kunnen doen. De rechter-commissaris kan ter bescherming van deze minderjarige getuigen voorzorgsmaatregelen treffen voor hun verhoor.
Horen officier van justitie en opsporingsambtenaren
De raadsvrouw wil bovengenoemde functionarissen gehoord zien vanwege opgenomen tapgesprekken van geheimhouders, welke gesprekken te laat zouden zijn gewist. Zij wil weten waarom deze gesprekken te laat zijn gewist en wat met de inhoud daarvan is gedaan voordat tot wissen werd overgegaan De officier van justitie is daarover ingelicht, maar stelt dat de inhoud van de gesprekken niet sturend is geweest voor het onderzoek. Indien de officier van justitie niet van de inhoud van de gesprekken op de hoogte is geweest, kan de officier van justitie die conclusie echter niet trekken, aldus de raadsvrouw. In dat geval dienen de betrokken opsporingsambtenaren in de visie van de raadsvrouw te worden gehoord.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangevoerd dat van een aantal gesprekken niet tijdig is onderkend dat het om gesprekken ging met een geheimhouderskarakter. Zodra dit werd onderkend is daarvan melding gedaan en is aanstonds een opdracht tot vernietiging gegeven. Daarvan is ook verslag opgemaakt door de tapcoördinator. Van de inhoud van deze gesprekken is hij niet op de hoogte en voor zover hem bekend de teamleider van het onderzoeksteam evenmin. Terzake is niets verhuld, gelet op hetgeen in het dossier hierover is opgetekend. De officier van justitie heeft zich verzet tegen het horen van de betreffende opsporingsambtenaren.
De rechtbank is van oordeel dat er voldoende verdedigingsbelang is in het kader van de door de rechtbank te beantwoorden vragen ex artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Daarom zal de rechtbank het verzoek honoreren in die zin dat de betrokken opsporingsambtenaren [verbalisant B] en [verbalisant C] wordt gevraagd aanvullend te rapporteren over de volgende vraagpunten:
- in welke zaak zijn deze tapgesprekken opgenomen?
- wanneer zijn deze gesprekken onderkend als gesprekken met een geheimhouderskarakter?
- op grond waarvan hebben zij op basis van de gesprekstekst geconcludeerd dat de inhoud niet sturend is geweest voor het onderzoek?
Horen getuige [getuige G]
De raadsvrouw acht het van belang de bestuurder van het bij het incident betrokken personenauto te horen op een aantal specifieke punten, zoals de aanrijding, de positie op de weg, de toestand van zijn ogen, etc..
De officier van justitie heeft aangevoerd dat dit verzoek te vroeg is gedaan en dat eerst de resultaten dienen te worden afgewacht van de onderzoeken van het NFI.
De raadsvrouw heeft daarop verzocht de getuige te horen nadat de resultaten van het NFI bekend zijn.
De rechtbank acht voor het horen van de getuige een verdedigingsbelang aanwezig, waarbij de getuige dan tevens kan worden gehoord op het punt welke uitleg hem door de politie tijdens zijn verhoor is gegeven.
Nader onderzoek gemiddelde verkeersintensiteit Den Elterweg
Door de raadsvrouw is gevraagd om een nader onderzoek naar de verkeersintensiteit op de Den Elterweg, omdat het onderzoek dat is verricht niet is gespecificeerd naar de nachtelijke uren. Zodoende kan volgens de raadsvrouw de schijn worden gewekt de Den Elterweg ook
's nachts een drukke weg is. De verkeersintensiteit is volgens de raadsvrouw van belang in het kader van de redelijke toerekening en de voorzienbaarheid van een mogelijke aanrijding.
Door de officier van justitie is aangevoerd dat gevoeglijk mag worden aangenomen dat gedurende de nachtelijke uren de verkeerintensiteit op de Den Elterweg minder is, maar dat dit gegeven als zodanig niet van belang is voor de beoordeling van de onderhavige strafzaak.
De rechtbank wijst het verzoek af. Feit van algemene bekendheid is, dat de Den Elterweg een rondweg(functie) heeft, met in- en uitvalswegen van en naar Zutphen, alsmede dat verkeer op zo'n weg ook in de nachtelijke uren geen uitzondering is, zeker in relatie tot de gebruikelijke uitgaansavonden. Tegen die achtergrond acht de rechtbank het verzoek van de verdediging onvoldoende onderbouwd.
Technisch onderzoek
De raadsvrouw heeft verzocht om een gedetailleerd verslag van alle gemaakte foto's inzake het technisch onderzoek, omdat zij nu enkel de beschikking heeft over een door het onderzoeksteam gemaakte selectie.
Door de officier van justitie is aangevoerd dat dit verzoek prematuur is gedaan en niet in het belang is van de waarheidsvinding, omdat eerst de resultaten dienen te worden afgewacht van het onderzoek door het NFI. Zodra de onderzoeksresultaten van het NFI bekend zijn, zou een moment kunnen worden ingelast teneinde de verdediging in de gelegenheid te stellen nadere onderzoekswensen naar voren te brengen.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat eerst de resultaten dienen te worden afgewacht van het onderzoek door het NFI. De raadsvrouw zal dan in de gelegenheid worden gesteld om afhankelijk van die onderzoeksresultaten, aan te geven dat en waarom zij nog andere dan door het onderzoeksteam geselecteerde foto's toegevoegd wil zien. Het verzoek zal, gelet op de huidige stand van het onderzoek, thans worden afgewezen.
Oorzaak van overlijden / definitief sectierapport
Door de raadsvrouw is verder verzocht om vooruitlopend op het definitieve sectierapport en afhankelijk van de uitkomst daarvan, de patholoog-anatoom te laten rapporteren over de oorzaak van overlijden, nu aan de hand van het voorlopige sectierapport niet is vast te stellen
of geweldshandelingen dan wel een aanrijding oorzaak van overlijden zijn geweest.
Ook hier is door de officier van justitie aangevoerd dat eerst de onderzoeksresultaten van het NFI dienen te worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat eerst de resultaten van het definitieve sectierapport dienen te worden afgewacht voordat kan worden beoordeeld of er aanleiding is de patholoog-anatoom nader te laten rapporteren. Het verzoek wordt, gelet op de huidige stand van het onderzoek, thans dan ook afgewezen.
Verstrekken CD's regionale meldkamer politie en Regionale Meldkamer Ambulance en meldkamer alarmcentrale 112
De raadsvrouw heeft verzocht om toevoeging aan het dossier van de CD's met de telefoon- en mobilofoongesprekken die zijn gevoerd door/met de meldkamer van de regiopolitie, alsmede om alle telefoongesprekken die zijn gevoerd door/met de Regionale Meldkamer Ambulance en de telefoongesprekken die zijn gevoerd door/met de Meldkamer Alarmcentrale 112. De raadsvrouw acht dit materiaal van belang (o.m.) met het oog op eventuele achtergrondgeluiden en de gemoedstoestand van de bellers.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het verstrekken van de CD's betreffende de gesprekken door of met de meldkamers niet relevant is voor de verdediging, nu de letterlijke uitwerking van die gesprekken in het dossier is opgenomen.
De rechtbank is van oordeel dat nu de raadsvrouw beschikt over de uitgewerkte tekst van de door en met de meldkamers gevoerde gesprekken en zij bovendien de gelegenheid heeft om de opnames te gaan beluisteren, het verdedigingsbelang niet is geschaad door dit verzoek niet toe te staan. Dit verzoek wordt dan ook afgewezen.
Verstrekken opnames verhoor verdachte
De raadsvrouw heeft verzocht om verstrekking van de opnames van het verhoor van verdachte, aangezien verdachte heeft aangegeven mogelijkerwijs meer te hebben verklaard dan in het proces-verbaal van verhoor is opgenomen. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat het vanuit praktisch oogpunt voor haar niet mogelijk is om vanuit haar vestigingsplaats Venlo alle verhoren op het politiebureau bij het rechercheteam te gaan bekijken.
Ten aanzien van de opnames van het verhoor van verdachte is de officier van mening dat de raadsvrouw van de gelegenheid gebruik kan maken om de opnames op het politiebureau te bekijken en er als zodanig bezwaren - onder meer vanwege privacybelangen - bestaan tegen het vrijgeven van opnames van verhoren, aangezien dan niet meer controleerbaar is wat er met die opnames gebeurt.
De rechtbank is van oordeel dat raadsvrouw evenals de officier van justitie moet kunnen beschikken over dezelfde opnamen. Daarom zal de rechtbank bepalen dat de officier van justitie de beeldopnamen integraal op DVD aan de raadsvrouw dient te verstrekken. Daarbij stelt de rechtbank de volgende voorwaarden:
- de raadsvrouw mag de opnamen niet vermenigvuldigen en verspreiden;
- de raadsvrouw mag de beelden niet aan anderen dan verdachte laten zien;
- de raadsvrouw dient na het onherroepelijk worden van een eindbeslissing in deze zaak, de beeldopnamen onverwijld te retourneren aan het openbaar ministerie.
Verstrekken opnames verhoor [getuige G]
De raadsvrouw heeft verzocht om haar de opnames te verstrekken van het verhoor van [getuige G], om te bezien of er sprake kan zijn geweest van sturing in het begin van het onderzoek.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat dit verzoek prematuur is gedaan en dat eerst de onderzoeksresultaten van het NFI dienen te worden afgewacht. Het NFI dient onder andere de vraag te beantwoorden of het slachtoffer door de auto van [getuige G] is geraakt. Pas wanneer het NFI-rapport voorhanden is, kan worden beoordeeld of hier sprake is van een verdedigingsbelang.
De rechtbank begrijpt het verzoek zo, dat het met name voortkomt uit het proces-verbaal van verhoor van 14 mei 2010 (doorgenummerde dossierpag. 393), waarin gerelateerd is dat de verhorende verbalisanten uitleg hebben gegegeven op de vraag van [getuige G] dat hij wilde weten of hij schuldig was, zonder dat uit dat proces-verbaal blijkt welke uitleg door de verbalisanten daarbij is gegeven. De rechtbank zal wat die passage in het verhoor betreft de stukken in handen stellen van de officier van justitie ten behoeve het opmaken van een aanvullend proces-verbaal, waarin gerelateerd dient te worden wat er door verbalisanten en verdachte daarbij is gezegd.
Reconstructie
Door de raadsvrouw is gevraagd om een reconstructie te houden om op een aantal punten meer duidelijkheid te krijgen. Daarbij gaat het om langzaam rijden van de gereden route, klemrijden, geluid van (hard)wegrijden, verschillende genoemde stopmomenten, het zicht van de verschillende getuigen, mede in samenhang met het verlaten van de plek delict.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit verzoek eveneens te vroeg is gedaan en dat eerst de resultaten dienen te worden afgewacht van het NFI, omdat op dit moment niet duidelijk wat er precies is gebeurd.
De raadsvrouw heeft daarop aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het houden van een reconstructie nadat de resultaten van het onderzoek door het NFI bekend zijn.
De rechtbank onderschrijft de stellingname van de officier van justitie dat het verzoek van de raadsvrouw als voorbarig moet worden aangemerkt, wat betekent dat het op dit tijdstip moet worden afgewezen.
Reclasseringsrapport over mogelijk elektronisch toezicht
De raadsvrouw heeft verzocht om - zonder vooruit te lopen op een eventueel veroordelend vonnis - de reclassering aanvullend te laten rapporteren over de door haargeopperde mogelijkheid van elektronisch toezicht1. Door de officier van justitie is daartegen geen bezwaar gemaakt.
Ambtshalve beslissing met betrekking tot de getuigenverhoren
Om redenen van een doelmatige procesvoering zal de rechtbank bepalen dat de processen-verbaal van de in de zaak van deze verdachte te houden getuigenverhoren worden gevoegd in de dossiers van de medeverdachten [verdachte A] en [verdachte C]. In de zaken van die medeverdachten wordt bij tussenbeslissing van heden bepaald dat de processen-verbaal van de in die zaken te bevelen getuigenverhoren worden gevoegd in het dossier van verdachte [verdachte C].
Deze beslissing brengt mee dat de rechter-commissaris verzocht wordt te bevorderen dat de raadslieden van de medeverdachten in de gelegenheid worden gesteld de in de zaak van deze verdachte opgedragen verhoren bij te wonen en die getuigen zonodig vragen te stellen, terwijl de raadsvrouw van verdachte in de gelegenheid zal worden gesteld de verhoren in de zaken van die medeverdachten bij te wonen en vragen te stellen.
Beslissing
De rechtbank:
* stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, opdat de navolgende getuigen zullen worden gehoord:
- [verdachte A] (medeverdachte), thans gedetineerd in het JPC 'De Sprengen' te Zutphen;
- [verdachte C] (medeverdachte), wonende te [adres];
- [getuige F], wonende te [adres];
- [getuige H], wonende te [adres];
- [getuige A], wonende te [adres];
- [getuige B], wonende te [adres];
- [getuige C], wonende te [adres];
- [getuige D], wonende te [adres];
- [getuige G], wonende te [adres];
- bepaalt dat de processen-verbaal van deze verhoren worden gevoegd in de dossiers van de medeverdachten;
- bepaalt dat de bij de rechter-commissaris afgelegde (getuigen)verklaringen in de zaken van de medeverdachten worden gevoegd in de onderhavige zaak;
* stelt de stukken in handen van de officier van justitie opdat:
- een ambtsedig proces-verbaal zal worden opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant D] en [verbalisant E] over de uitleg die zij op 14 mei 2010 aan verdachte [getuige G] hebben gegeven naar aanleiding van diens vraag: "Ik zou willen weten wat het letsel is geweest wat door mijn auto veroorzaakt is. Ik wil ook weten of ik schuldig ben";
- een ambtsedig proces-verbaal zal worden opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant B] en [verbalisant C] in het kader van de getraceerde gesprekken met geheimhouders over:
o in welke zaak deze tapgesprekken zijn opgenomen;
o wanneer deze gesprekken zijn onderkend als gesprekken met een geheimhouderskarakter
o wat zij op basis van de gesprekstekst kunnen zeggen over het niet sturend zijn geweest voor het onderzoek;
- door de reclassering nader zal worden gerapporteerd omtrent de mogelijkheden van een elektronisch toezicht;
* bepaalt dat de officier van justitie de opnamen van de verhoren van verdachte bij de politie integraal op DVD aan de raadsvrouw beschikbaar dient te stellen.
Bepaalt dat de raadsvrouw de beeldopnamen:
- niet mag vermenigvuldigen en/of verspreiden;
- niet aan anderen dan verdachte mag laten zien;
- na het onherroepelijk worden van een einduitspraak onverwijld dient te retourneren aan het openbaar ministerie;
* wijst de overige door de raadsvrouw gedane onderzoeksvragen/verzoeken af;
* schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd - dat wil zeggen voor langer dan één maand, maar niet langer dan drie maanden na heden -.
De klemmende redenen dat de schorsing langer dan één maand is, is gelegen in de omstandigheid dat de NFI-rapportage niet binnen die termijn gereed zal zijn, terwijl ook de andere onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen dat tijdsbestek afgerond kunnen zijn;
* beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen (regie)terechtzitting, met kennisgeving daarvan aan zijn raadsvrouw.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Van Valderen en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 augustus 2010.
Mr. Van der Mei voornoemd is buiten staat mede te ondertekenen.
Eindnoot
1 Reclasseringsadvies d.d. 30 juni 2010, opgemaakt door de reclasseringswerker [naam].