ECLI:NL:RBZUT:2010:BN6255

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
8 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580375-07 (terbeschikkingstelling)
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Gilhuis
  • M. van Valderen
  • J. Heenk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing inzake verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden en dwangverpleging

Op 8 september 2010 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenbeslissing genomen in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde, die op 23 december 2008 was veroordeeld voor verkrachting en onderworpen was aan TBS met voorwaarden. De rechtbank heeft meer informatie gevraagd over de behandeling en de voorwaarden van de veroordeelde, die op dat moment verbleef in het huis van bewaring Karelskamp te Almelo. De officier van justitie had op 9 februari 2010 een vordering ingediend tot dwangverpleging en wijziging van de voorwaarden van de TBS. Tijdens de zitting heeft de raadsman van de veroordeelde betoogd dat de vordering tot dwangverpleging afgewezen moet worden, tenzij er een multidisciplinair onderzoek plaatsvindt dat aantoont dat dwangverpleging noodzakelijk is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de intakecommissie van Hoeve Boschoord onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de veroordeelde niet in het kader van TBS met voorwaarden behandeld kan worden. De rechtbank heeft vragen over de procedure bij de intakecommissie en de motivering van hun beslissing. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en de officier van justitie op te dragen dat de intakefunctionaris van Hoeve Boschoord rapporteert over de heroverweging van de intake van de veroordeelde. Tevens is Reclassering Nederland opgedragen te rapporteren over de mogelijke plaatsing van de veroordeelde bij Hoeve Boschoord en de wijziging van de voorwaarden. De rechtbank heeft het verdere onderzoek geschorst tot 27 oktober 2010 en de oproeping van de betrokkenen bevolen voor een nader te bepalen zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Parketnummer: 06/580375-07 (terbeschikkingstelling)
Raadsman: mr. J.A.B.H.M. Willemse, advocaat te Ulft
Op 9 februari 2010 is ter griffie van deze rechtbank ingediend een vordering
d.d. 9 februari 2010 van de officier van justitie in dit arrondissement, strekkende tot het alsnog van overheidswege verplegen van de terbeschikkinggestelde en een vordering van de officier van justitie van dezelfde datum strekkende tot wijziging van de voorwaarden van de terbeschikkingstelling met voorwaarden betreffende:
[veroordeelde],
geboren te [plaats, 1989],
thans verblijvende in het huis van bewaring Karelskamp te Almelo,
hierna te noemen: betrokkene.
De vorderingen zijn behandeld tijdens het openbaar gehouden onderzoek door de raadkamer van deze rechtbank op 25 augustus 2010. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
Heropening onderzoek
1. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat betrokkene niet bij Hoeve Boschoord behandeld kan worden en dat er geen alternatieve klinieken/instellingen zijn in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden waarin betrokkene kan worden behandeld. De vordering tot dwangverpleging dient dan ook te worden toegewezen en tegelijkertijd dient de vordering tot wijziging van de voorwaarden van de terbeschikkingstelling met voorwaarden te worden afgewezen.
2. Ter terechtzitting heeft de raadsman gesteld dat de vordering tot dwangverpleging dient te worden afgewezen. Indien de rechtbank anders van oordeel is, dient een multidisciplinair onderzoek plaats te vinden, waaruit dient te blijken dat dwangverpleging inderdaad het noodzakelijke kader is voor betrokkene.
Ten aanzien van de vordering tot wijziging van de voorwaarden heeft de raadsman gesteld, dat door Hoeve Boschoord een heroverweging dient plaats te vinden, waarbij uitdrukkelijk gekeken dient te worden naar de eerdere voortgangsrapporten en de omstandigheid dat betrokkene reeds enige tijd gedetineerd zit.
3. Ter terechtzitting heeft de heer Mulder (IFZ) gesteld dat ‘t Mastler een gemiddeld niveau van beveiliging heeft en Hoeve Boschoord -een blijkbaar gewenst- hoger beveiligingsniveau heeft, als enige instelling in de regio. De Jong (intakecoördinator Hoeve Boschoord) heeft een intakegesprek met betrokkene gehad, waarvan de resultaten bij de intakecommissie zijn besproken. De intakecommissie heeft zich met name gebaseerd op het rapport van Van Glabbeek van ’t Mastler. De Jong voorziet dat betrokkene weer snel in een soortgelijke situatie als op ’t Mastler terecht zal komen en hij ziet geen mogelijkheden om betrokkene in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden te behandelen bij Hoeve Boschoord. Mogelijk kan betrokkene in het kader van de dwangverpleging wel bij Hoeve Boschoord geplaatst worden.
Ter terechtzitting heeft de heer De Jong voorts naar voren gebracht dat betrokkene gemotiveerd is om bij Hoeve Boschoord behandeld te worden.
De heer Otten van de reclassering heeft gesteld dat alles in een stroomversnelling is verlopen en mogelijk eindigt met een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De reclassering ziet niet in waarom dwangverpleging noodzakelijk is. In het kader van de voorwaarden kunnen goede afspraken worden gemaakt met betrokkene en daarbij zal de dwangverpleging als stok achter de deur functioneren.
4. De rechtbank overweegt als volgt
Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
De rechtbank stelt vast dat bij vonnis van deze rechtbank van 23 december 2008 terbeschikkingstelling met voorwaarden is opgelegd. Uit het toen opgemaakte multidisciplinair onderzoek is gebleken dat een terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet wenselijk was.
De rechtbank is van oordeel dat De Jong onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom betrokkene niet in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden behandeld zou kunnen worden bij Hoeve Boschoord. Niet gebleken is dat de intakecommissie de overwegingen in het vonnis van 23 december 2008 en de daaraan ten grondslag liggende onderzoeken heeft meegewogen bij haar oordeel. Daarnaast heeft De Jong ter terechtzitting verklaard dat de intakecommissie veel waarde heeft gehecht aan het rapport van Van Glabbeek, welk rapport noch bij de rechtbank noch bij de raadsman van betrokkene bekend is. Voorts is gebleken dat door de intakecommissie de voortgangsrapporten van de reclassering niet c.q. onvoldoende zijn meegewogen. Het oordeel van de intakecommissie is immers ook gebaseerd op de vooronderstelling, zoals De Jong zelf heeft toegegeven ter terechtzitting, dat betrokkene niet behandeld kan worden in het kader van terbeschikkingstelling met voorwaarden. Dit terwijl onduidelijk is gebleven waarom de dreiging van dwangverpleging onvoldoende stok achter de deur zou zijn voor betrokkene om zich te conformeren aan zijn behandeling bij Hoeve Boschoord. Daarnaast heeft De Jong ter terechtzitting aangegeven dat betrokkene erg gemotiveerd is om bij Hoeve Boschoord behandeld te worden.
Het verhandelde ter zitting heeft bij de rechtbank vragen doen rijzen omtrent de procedure bij de intakecommissie en de motivering van de beslissing van de intakecommissie. Er dient dan ook een heroverweging plaats te vinden, met dien verstande dat ook alle rapporten van de reclassering, het multidisciplinaire onderzoek uit 2008, het vonnis van 23 december 2008, alsmede de motivatie van betrokkene voor een behandeling bij Hoeve Boschoord en het feit hoe betrokkene de afgelopen maanden heeft ervaren wat de gevolgen kunnen zijn van eventuele overtreding van voorwaarden worden betrokken bij de beoordeling. Uit het door de heer De Jong op te maken rapport dient te blijken hoe de intakecommissie dit alles heeft gewogen en gewaardeerd en waarom zij tot het oordeel is gekomen, waartoe zij na heroverweging is gekomen.
De rechtbank overweegt in dit verband in het bijzonder dat het voor betrokkene van belang is dat Reclassering Nederland in samenspraak met Hoeve Boschoord (nadat de heroverweging van de intakecommissie heeft plaatsgevonden) rapporteert omtrent de mogelijke plaatsing van betrokkene bij Hoeve Boschoord en de mogelijke wijziging van de voorwaarden en acht het in het belang van betrokkene thans niet te beslissen op de onderhavige vorderingen van de officier van justitie.
De rechtbank beslist daarom als volgt.
Beslissing
De rechtbank:
- heropent het onderzoek en draagt de officier van justitie op er voor zorg te dragen dat de heer De Jong (intakefunctionaris bij Hoeve Boschoord) rapporteert naar aanleiding van de heroverweging van de intake van betrokkene;
- draagt Reclassering Nederland op naar aanleiding van de heroverweging van Hoeve Boschoord te rapporteren omtrent de vraag of, en zo ja onder welke voorwaarden en op welke termijn betrokkene zou kunnen worden opgenomen in Hoeve Boschoord te Boschoord in het kader van TBS met voorwaarden;
- schorst te dien einde het verdere onderzoek tijd tot 27 oktober 2010 om 13.45 uur;
- stelt de stukken in handen van de officier van justitie ter fine als voormeld;
- beveelt de oproeping van betrokkene en zijn raadsman tegen de nader te bepalen terechtzitting;
- beveelt de oproeping van deskundige De Jong (intakefunctionaris bij Hoeve Boschoord) en de heer Otten van de reclassering tegen de nader te bepalen terechtzitting;
Deze beslissing is gegeven door mr. Gilhuis, voorzitter, mrs. Van Valderen en Heenk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 september 2010.