RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer 06/580353-08
Uitspraak d.d. 22 september 2010
[verdachte],
geboren te [plaats op 1979],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman mr. Leemans, advocaat te Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting 8 september 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 mei 2008
tot en met 18 september 2008 Zutphen, in elk geval in Nederland, 532, althans
een groot aantal, afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende
(een) afbeelding(en) (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of
ingevoerd en/of in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een)
seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) bestonden
uit (onder meer)
- het vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis) door een volwassen man
van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft/hebben bereikt (onder meer CD/DVD [xx]jpg e/of CD/DVD [xx]jpg
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en)
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van
kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in
beeld gebracht worden (onder meer harde schijf, [xx]jpg en/of harde schijf
[xx]jpg en/of harde schijf [xx]jpg en/of harde schijf, trp2([xx]),jpg en/of DC/DBD
[xx]jpg en/of DC/DVD [xx]jpg en/of CD/DVD [xx]jpg en/of DC/DVD [xx]jpg)
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Op 29 mei 2008 verscheen op het politiebureau Segbroek te 's-Gravenhage een vrouw genaamd [naam].2 [Naam] gaf aan dat een man, die zij op internet had ontmoet, via MSN had aangegeven dat hij pedoseksueel was en dat hij meisjes van 5, 7 en 9 jaar seksueel had misbruikt.3 Ook had de jongen aangegeven dat hij (zelfgemaakt) kinderpornografisch materiaal (foto's en filmpjes) op zijn computer had staan.4
B. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde, op basis van onder meer het proces-verbaal van bevindingen van het bureau kinderporno en de bekennende verklaring van verdachte.
C. Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het ten laste gelegde vrijspraak bepleit. Hiertoe heeft de raadsman aangevoerd dat hoewel het Bureau Kinderporno een beschrijving heeft gegeven van de onder verdachte in beslaggenomen afbeeldingen, deze afbeeldingen zelf niet in het dossier zitten. Hierdoor kan de rechtbank niet verifiëren of het materiaal dat door het Bureau Kinderporno als kinderpornografisch materiaal is omschreven, ook daadwerkelijk kinderpornografisch materiaal betreft. Daarnaast kan de bekennende verklaring van verdachte niet dienen voor het bewijs van het ten laste gelegde, nu onduidelijk is of verdachte de juiste definitie hanteert van kinderpornografisch materiaal. Nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is, dient vrijspraak te volgen.
D. Beoordeling door de rechtbank
Op 18 september 2008 wordt in de woning van verdachte ([adres te plaats]) onderzoek ter inbeslagname verricht.5 In de woning van verdachte worden enkele computers en een hoeveelheid cd's en dvd's aangetroffen. Blijkens de kennisgeving van inbeslagneming zijn uiteindelijk drie harde schijven en vijf andere gegevensdragers in beslag genomen.6
De multimediabestanden die op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers zijn aangetroffen, zijn onderzocht door het Bureau Kinderporno.7 In totaal zijn er 532 multimediabestanden aangetroffen waarop kinderpornografisch materiaal staat.8 Onder het kinderpornografische materiaal bevinden zich afbeeldingen van het door een volwassen man met zijn penis anaal casu quo vaginaal penetreren van een minderjarige.9 Tevens bevinden zich onder het aangetroffen kinderpornografische materiaal seksueel getinte afbeeldingen van minderjarigen die geheel of gedeeltelijk naakt poseren.10
Verdachte heeft bekend dat hij het bij hem aangetroffen kinderpornografische materiaal in zijn bezit had.11 Deze bekennende verklaring heeft verdachte ter zitting herhaald.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit had. Het verweer van de raadsman, inhoudende dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is omdat de kinderpornografische afbeeldingen wel zijn omschreven maar niet zijn opgenomen in het dossier, wordt verworpen. De rechtbank acht de bekentenis van verdachte, mede gezien zijn eerdere veroordeling voor het bezit van kinderpornografisch materiaal, en het proces-verbaal van bevindingen van het Bureau Kinderporno betrouwbaar. Volledigheidshalve wijst de rechtbank nog op de mogelijkheid om, indien bij de verdediging twijfel bestaat over de aard en kwalificatie van de aangetroffen afbeeldingen, de afbeeldingen te bekijken op het politiebureau. De door de raadsman vereiste opname in het dossier van kopieën van de aangetroffen afbeeldingen behoort, gezien het verbod op verspreiding van kinderpornografisch materiaal, niet tot de mogelijkheden.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 29 mei 2008 tot en met 18 september 2008 in Zutphen, gegevensdragers bevattende afbeeldingen telkens in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden
uit onder meer
- het vaginaal en/of anaal penetreren met de penis door een volwassen man
van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt (onder meer CD/DVD [xx]jpg en/of CD/DVD [xx]jpg)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en)
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van
kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in
beeld gebracht worden (onder meer harde schijf, [xx]jpg en/of harde schijf
[xx]jpg en/of harde schijf [xx]jpg en/of harde schijf, trp2([xx]),jpg en/of DC/DBD
[xx]jpg en/of DC/DVD [xx]jpg en/of CD/DVD [xx]jpg en/of DC/DVD [xx]jpg)
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een psychiatrisch onderzoeksrapport pro justitia opgesteld.12 De psychiater heeft geconcludeerd dat verdachte ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde leed aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestesvermogens in de vorm van pedofilie. Daarnaast heeft de psychiater bij betrokkene een theatrale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Op grond van deze diagnose acht de psychiater verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar.
De officier van justitie heeft gerekwireerd dat de adviezen van de psycholoog en de psychiater worden overgenomen en dat het delict verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate.
De verdediging heeft geen standpunt bepleit ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte.
De rechtbank overweegt dat de psychiater heeft geconcludeerd dat het bewezen verklaarde feit, mits bewezen, verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate. De rechtbank neemt deze conclusie over. Ook overigens zijn er geen feiten of omstandigheden gebleken die leiden tot de conclusie dat verdachte niet strafbaar is. De rechtbank oordeelt derhalve dat verdachte strafbaar is. De verminderde toerekeningsvatbaarheid zal betrokken worden bij de straftoemeting.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het ten laste gelegde bezit van kinderpornografisch materiaal wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De officier van justitie heeft bij het bepalen van zijn strafeis aan de ene kant rekening gehouden met de lange duur van de behandeling van de strafzaak en de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte. Aan de andere kant heeft de officier van justitie rekening gehouden met het feit dat verdachte al eerder veroordeeld is voor het bezit van kinderpornografisch materiaal, het ten laste gelegde gepleegd heeft gedurende de proeftijd van een eerdere voorwaardelijke strafoplegging, de verzamelperiode, het aantal aangetroffen afbeeldingen en de aard van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen.
De raadsman heeft, voor het geval verdachte niet wordt vrijgesproken, aangevoerd dat verdachte na zijn eerdere veroordeling voor het bezit van kinderpornografisch materiaal gegevensdragers met kinderpornografisch materiaal heeft terugontvangen van justitie. Verdachte heeft niet opnieuw actief kinderpornografisch materiaal vergaard. De vorige opgelegde straf heeft derhalve effect gehad. Daarnaast blijkt uit de rapporten van de gedragsdeskundige en de reclassering dat verdachte tot op heden nog niet is behandeld, terwijl verdachte wel behandelbaar is. In dit licht bezien dient verdachte hoogstens een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf te worden opgelegd, met als bijzondere voorwaarde het volgen van de geadviseerde behandeling bij De Tender in Deventer.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank in aanmerking genomen de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank rekening gehouden met het navolgende.
Uit het vorengenoemde rapport van de gedragsdeskundige blijkt dat hoewel verdachte tot op heden nog nooit is behandeld, er mogelijkheden zijn voor het therapeutisch behandelen van zijn persoonlijkheidsstoornis. De psychiater verwacht dat door het benutten van deze behandelmogelijkheden het recidiverisico aanzienlijk kan worden beperkt. De psychiater adviseert om verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarde een behandelverplichting bij de forensisch psychiatrische polikliniek De Tender.
Reclassering Nederland heeft ten behoeve van de terechtzitting een advies opgesteld.13 De reclassering heeft geadviseerd om verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldingsgebod en een verplichting om zich te laten behandelen in een forensisch psychiatrische kliniek.
De rechtbank overweegt dat het, mede gezien het beperkte aantal aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen, niet onaannemelijk is dat het bewezen verklaarde misdrijf een nasleep is van de eerdere veroordeling van verdachte voor het bezit en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank is van oordeel dat het bewezen verklaarde in dit licht bezien en rekening houdend met de licht verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De rechtbank houdt hierbij ook rekening met de omstandigheid dat verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde, onder meer, het volgen van een intensieve behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek. Tevens zal de rechtbank verdachte veroordelen tot het verrichten van een werkstraf.
In beslag genomen goederen
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers worden onttrokken aan het verkeer. De rechtbank trof in het dossier geen beslaglijst aan, vermoedelijk omdat verdachte afstand heeft gedaan van de in beslag genomen gegevensdragers, zodat op de vordering van de officier van justitie niet behoeft te worden beslist.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
* bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd:
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt:
* een meldingsgebod;
* een behandelverplichting, inhoudende de verplichting om zich te laten behandelen in een forensisch psychiatrische polikliniek;
een en ander zoals beschreven in het reclasseringsadvies van 4 maart 2010;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten: een werkstraf gedurende 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen.
Aldus gewezen door mrs. Boerwinkel, voorzitter, Van Valderen en Feraaune, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Schippers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 september 2010.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het stamproces-verbaal met het registratienummer PL0630/09-203092, van de Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, Zutphen, gedateerd 20 mei 2009.
2 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 10
3 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 10
4 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina's 10 en 11
5 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina's 54 e.v.
6 Kennisgeving van inbeslagname, BPS nummer [nummer]
7 Proces-verbaal van bevindingen (multimedia) d.d. 9 februari 2009, dossierpagina's 71 tot en met 75
8 Proces-verbaal van bevindingen (multimedia) d.d. 9 februari 2009, dossierpagina 72
9 Proces-verbaal van bevindingen (multimedia) d.d. 9 februari 2009, dossierpagina 74
10 Proces-verbaal van bevindingen (multimedia) d.d. 9 februari 2009, dossierpagina's 73 en 74
11 Proces-verbaal van verhoor verdachte, dossierpagina's 97 tot en met 103
12 Psychiatrisch onderzoeksrapport pro justitia betreffende [verdachte], opgesteld door dr. J.J. van Egmond, psychiater, op 12 februari 2010
13 Reclasseringsadvies d.d. 4 maart 2010, opgesteld door reclasseringsmedewerker J. Boenink met betrekking tot verdachte [verdachte]