RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/880005-10
Uitspraak d.d.: 24 september 2010
Verstek / dnip
[verdachte],
geboren te [plaats] (Tsjechoslowakijke) op [1959],
wonende te [plaats, adres, land],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 september 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 11 november 2009 in de gemeente Doetinchem, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Rijksweg A18, althans enige weg, (komende uit de richting Gaanderen en gaande in de richting Wehl), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers heeft hij, verdachte,
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
terwijl het nacht was, en/of donker was, en/of regende, en/of het wegdek nat en vochtig was en/of geen straatverlichting aanwezig was en/of hij, verdachte, drie personen vervoerde,
-op rijstrook 2 (zijnde de rechter rijstrook) (na het passeren van afrit 3) met de door hem bestuurde personenauto geremd en/of langzaam gereden en/of stil gestaan en/of
-(vervolgens) de versnelling in de achteruitstand gezet en/of (vervolgens)
achteruit gereden, althans stil gestaan, (teneinde afrit 3 op te rijden), terwijl op rijstrook 2 een personenauto, (gaande in de richting Wehl) bestuurd door [slachtoffer A], is genaderd,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en de door voornoemde [slachtoffer A] bestuurde personenauto,
-[slachtoffer B] (geboren [1990]) is overleden, en/of
-[slachtoffer C] (geboren [1972]) zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, immers is voornoemde [slachtoffer C] in coma geraakt en/of heeft hij een hersenbloeding en/of een gescheurde milt en/of een gescheurde lever en/of twee, althans één, gebroken be(e)n(en) en/of nierletsel en/of een wervelfractuur en/of een dwarslaesie bekomen, tengevolge waarvan en/of waarbij voornoemde [slachtoffer C] op 02 juni 2010 is overleden;
art 175 lid 2 ahf/ond a en b
art 175 lid 1 ahf/ond a en b
art 6 Wegenverkeerswet 1994
hij op of omstreeks 11 november 2009 in de gemeente Doetinchem,
als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, Rijksweg A18, althans enige weg, (komende uit de richting Gaanderen en gaande in de richting Wehl),
terwijl het nacht was, en/of donker was, en/of regende, en/of het wegdek nat en vochtig was en/of geen straatverlichting aanwezig was en/of hij, verdachte, drie personen vervoerde,
-op rijstrook 2 (zijnde de rechter rijstrook) (na het passeren van afrit 3) met de door hem bestuurde personenauto heeft geremd en/of langzaam heeft gereden en/of stil heeft gestaan en/of
-(vervolgens) de versnelling in de achteruitstand heeft gezet en/of (vervolgens) achteruit heeft gereden, althans stil heeft gestaan, (teneinde afrit 3 op te rijden), terwijl op rijstrook 2 een personenauto, (gaande in de richting Wehl) bestuurd door [slachtoffer A], is genaderd,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en de door voornoemde [slachtoffer A] bestuurde personenauto,
-[slachtoffer B] (geboren [1990]) is overleden, en/of -[slachtoffer C] (geboren [1972]) zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, immers is voornoemde [slachtoffer C] in coma geraakt en/of heeft hij een hersenbloeding en/of een gescheurde milt en/of een gescheurde lever en/of twee, althans één, gebroken be(e)n(en) en/of nierletsel en/of een wervelfractuur en/of een dwarslaesie bekomen, en/of tengevolge waarvan en/of waarbij hij op 02 juni 2010 is overleden, en/of
-de [slachtoffer A] schade heeft geleden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Op 11 november 2009 vond er een ongeval plaats op de A18 - Afrit Doetinchem-West 3 in de gemeente Doetinchem.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder primair ten laste gelegde. Het betreft hier geen simpele verkeersfout. Verdachte heeft roekeloos gereden. Hij is op de rechterrijstrook van een autosnelweg achteruit gereden, terwijl het donker was en het regende.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden.
Uit de verkeersongevalsanalyse3 blijkt dat het ten tijde van de aanrijding nacht was, er geen straatverlichting aanwezig was, het regende en het wegdek nat en vochtig was. Dat het voertuig van verdachte, merk Mazda, kenteken [kenteken], geen gebreken vertoonde die eventueel de oorzaak of van invloed zouden kunnen zijn geweest op het ontstaan dan wel het verloop van het ongeval. Op de ongevalplaats werd de versnellingspook van de Mazda in de achterste stand aangetroffen. Het is waarschijnlijk dat de Mazda in een achteruitversnelling ingeschakeld was ten tijde van het onderzoek.
Het voertuig van de slachtoffers, merk VW Golf, kenteken [kenteken], vertoonde geen gebreken die eventueel de oorzaak of van invloed zouden kunnen zijn geweest op het ontstaan dan wel het verloop van het ongeval. Conclusie toedracht ongeval: De bestuurder van de Mazda reed over de A18 op rijstrook 2. Ter hoogte van afrit 3 werd deze Mazda door een in dezelfde rijrichting rijdende VW aan de achterzijde aangereden. Door de botsing werd de Mazda richting rijstrook 1 geworpen, waar deze tot stilstand kwam. Ter hoogte van de middengeleider werd een levenloos lichaam aangetroffen. Dit lichaam bleek door hulpverleners uit één van de voorste stoelen van de Mazda te zijn getild. Uit technisch onderzoek bleek dat de achteruitversnelling van de Mazda was ingeschakeld en uit een verklaring bleek dat de Mazda bestuurder achteruit had gehad gereden op de autosnelweg. De bestuurder van de VW reed links, over rijstrook 2, in dezelfde rijrichting als de Mazda. De VW reed tegen de rechter achterzijde van de Mazda. Door deze aanrijding roteerde de VW om zijn gieras, waarna hij waarschijnlijk achterwaarts in botsing kwam met een bord.
Het slachtoffer/de getuige [slachtoffer A]4 heeft verklaard dat hij op 11 november 2009 in zijn VW Golf over de A18 reed. Bij de afrit Doetinchem zag hij in één keer een auto. Hij heeft geen verlichting bij de auto zien branden, geen gewone verlichting, geen achteruitverlichting en geen remlicht. Omdat de auto in één keer voor zijn neus stond, kon hij niets meer doen. Hij kon geen uitwijkmanoeuvre meer maken. Er was een klap en hij kwam met zijn auto in de rechterberm terecht. Hij is direct uitgestapt en naar de andere auto gelopen. Hij zag in de auto 4 mensen zitten, die allemaal voorover hingen. Hij zag toen dat de koplampen van die auto wel branden, maar de achterlampen niet.
De verdachte5 heeft verklaard dat hij op 11 november 2009 als bestuurder van de auto, merk Mazda, over de A18 reed. Naast hem zat [slachtoffer C], links achterin zat [naam] en rechts achterin zat [slachtoffer B]. Het regende hard . Hij mistte de afslag Doetinchem. Hij is daarop langzaam gaan rijden en heeft de auto in de achteruit gezet. Hij reed op dat moment op de rechterrijstrook. Het zicht was slecht en alle ramen van de auto waren aan de binnenzijde beslagen. Hij is daarna 3 à 4 meter achteruit gereden. Vervolgens hoorde en voelde hij een harde knal/klap. Verder herinnert hij zich niets meer tot het moment dat hij de ambulance lag.
Uit het verslag van lijkschouw betreffende A.S. [slachtoffer B] blijkt dat de heer [slachtoffer B] ten gevolge van het ongeval o.a. een gebroken schedel en nekwervelkolom heeft bekomen,ten gevolge waarvan hij is komen te overlijden.
Uit de medische informatie betreffende [slachtoffer C]6 blijkt dat hij ten gevolge van het ongeval een hersenbloeding, een gescheurde milt en lever, twee gebroken benen, nierletsel, een gebroken wervel en een dwarslaesie vanaf BH band heeft bekomen.
Uit de slachtoffergegevens blijk dat [slachtoffer C] op 26 maart 2010 nog steeds in coma ligt.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op of omstreeks 11 november 2009 in de gemeente Doetinchem, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Rijksweg A18, (komende uit de richting Gaanderen en gaande in de richting Wehl), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers heeft hij, verdachte,
terwijl het nacht was, en donker was, en regende, en het wegdek nat en vochtig was en geen straatverlichting aanwezig was en hij, verdachte, drie personen vervoerde,
-op rijstrook 2 (zijnde de rechter rijstrook) (na het passeren van afrit 3) met de door hem bestuurde personenauto geremd en langzaam gereden en stil gestaan en
-vervolgens de versnelling in de achteruitstand gezet en vervolgens
achteruit gereden (teneinde afrit 3 op te rijden), terwijl op rijstrook 2 een personenauto, (gaande in de richting Wehl) bestuurd door [slachtoffer A], is genaderd,
waardoor een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen de door hem, verdachte, bestuurde personenauto en de door voornoemde [slachtoffer A] bestuurde personenauto,
-[slachtoffer B] (geboren [1990]) is overleden, en
-[slachtoffer C] (geboren [1972]) zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, immers is voornoemde [slachtoffer C] in coma geraakt en heeft hij een hersenbloeding en een gescheurde milt en een gescheurde lever en twee gebroken benen en nierletsel en een wervelfractuur en een dwarslaesie bekomen.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen en waardoor een ander is komen te overlijden.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd het onder primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te achten en verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaar.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder in aanmerking genomen de zeer tragische gevolgen van het ongeval. Een straf in welke vorm dan ook kan niet opwegen tegen het geleden verlies.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 175, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
* verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeldt;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
* bepaalt, dat deze gevangenisstraf, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten: een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
* Veroordeelt verdachte tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 (drie) jaar.
Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 september 2010.
Mr. Eijkelestam is buiten staat mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009088434-1 , Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 31 januari 2010.
2 (stam)proces-verbaal, doorgenummerde pag. 6
3 Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 41 - 73
4 Proces-verbaal verhoor, doorgenummerde pag. 20
5 Proces-verbaal verhoor, doorgenummerde pag. 14
6 Medische informatie, doorgenummerde pag. 35-37