RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/550108-09
Uitspraak d.d.: 24 september 2010
Verstek / dnip
[verdachte],
geboren te [plaats] (Letland) op [1970],
wonende te [adres, plaats, land],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 september 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 09 maart 2009 in de gemeente Putten als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, een trekker met oplegger, daarmede rijdende over de weg, de Stationsstraat en/of de Industrieweg en/of de Jan Nijenhuisstraat, althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden
immers heeft/is hij verdachte,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- gereden over de rotonde/kruising Stationsstraat - Industrieweg - Jan Nijenhuisstraat, komende uit de richting van de Stationsstraat en/of de Nijkerkerweg en/of gaande in de richting van de Industrieweg en/of
- voornoemde rotonde/kruising eenmaal geheel rondgegereden en/of vervolgens - onverhoeds - afgeslagen naar rechts, teneinde de Industrieweg in te rijden en/of
- terwijl op die rotonde/kruising voorrang moest worden verleend aan het rechtdoor gaande verkeer en/of
waarbij hij, verdachte
- (niet handsfree) heeft gebeld en/of niet voortdurend zijn aandacht aan de weg en/of het verkeer heeft besteed en/of
- zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde rotonde/kruising vrij was van verkeer en/of
- geen voorrang heeft verleend aan het doorgaand verkeer op de rotonde, te weten een fietser, zijnde [slachtoffer], die reed op de Stationsstraat en/of gezien vanuit de rijrichting van verdachte, van rechts voornoemde rotonde/kruising opreed
waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding is ontstaan tussen de door hem, verdachte, bestuurde trekker met oplegger combinatie en/of de door [slachtoffer] bestuurde fiets,
waardoor die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten verbrijzeling van de weke delen van de lies en/of de (rechter)onderarm en/of de elleboog en/of een open wond in de lies, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
hij op of omstreeks 09 maart 2009 in de gemeente Putten als bestuurder van een voertuig (trekker met oplegger), daarmee rijdende op de weg, de Stationsstraat en/of de Industrieweg en/of de Jan Nijenhuisstraat, althans enige weg,
- heeft gereden over de rotonde/kruising Stationsstraat - Industrieweg - Jan Nijenhuisstraat, komende uit de richting van de Stationsstraat en/of de Nijkerkerweg en/of gaande in de richting van de Industrieweg en/of
- voornoemde rotonde/kruising eenmaal geheel is rondgegereden en/of vervolgens
- onverhoeds - afgeslagen is naar rechts, teneinde de Industrieweg in te rijden en/of
- terwijl op die rotonde/kruising voorrang moest worden verleend aan het rechtdoor gaande verkeer en/of
waarbij hij, verdachte
- (niet handsfree) heeft gebeld en/of niet voortdurend zijn aandacht aan de weg en/of het verkeer heeft besteed en/of
- zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde rotonde/kruising vrij was van verkeer en/of
- geen voorrang heeft verleend aan het doorgaand verkeer op de rotonde, te weten een fietser, zijnde [slachtoffer], die reed op de Stationsstraat en/of gezien vanuit de rijrichting van verdachte, van rechts voornoemde rotonde/kruising opreed
waarbij en/of waardoor een botsing en/of een aanrijding is ontstaan tussen de door hem, verdachte, bestuurde trekker met oplegger combinatie en/of de door [slachtoffer] bestuurde fiets,
waarbij die [slachtoffer] letsel heeft bekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Op 9 maart 2009 vond op de kruising Stationsstraat, Industrieweg en Jan Nijenhuisstraat te Putten een aanrijding plaats tussen een trekker met oplegger en een fietser.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt het onder primair ten laste gelegde. Het betreft hier geen simpele verkeersfout. Verdachte had het slachtoffer al zien fietsen, waardoor hij extra alert had moeten zijn. Hij heeft zich er echter niet van verzekerd dat de rotonde vrij was op het moment dat hij deze wilde verlaten en daardoor de fietser geen voorrang heeft gegeven.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden.
Uit de verkeersongevalsanalyse3 blijkt dat de bestuurder van de trekker, met kenteken [kenteken], met oplegger, over de rotonde tussen de Stationsstraat en de Industrieweg reed en rechts de Industrieweg in reed. Op dat moment liet hij de bestuurder van de fiets, merk Giant, die zich op dezelfde weg rechts naast de trekker met oplegger bevond, niet voorgaan. Hierdoor werd de fietser door de voorzijde van de trekker in de linkerflank aangereden, waarbij de fietser door dit ongeval gewond raakte. De trekker4 en de fiets vertoonden beiden geen gebreken die eventueel de oorzaal op van invloed zouden kunnen zijn geweest op het ontstaan dan wel het verloop van het ongeval.
Uit het aanvullend proces-verbaal5 blijkt dat de bestuurder van de trekker de fietser (volgens eigen verklaring) wel heeft waargenomen en hij had hierop moeten anticiperen door ruimschoots voor het botspunt af te remmen of te stoppen. De verdachte6 kwam de rotonde oprijden vanaf de Stationsstraat. Op de weg zijn duidelijk haaientanden aangebracht. Op het fietspad zijn deze haaientanden niet aangebracht.
Het slachtoffer7 [slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 9 maart 2009 op haar fiets, over het fietspad, de rotonde naderde. Ze zag een vrachtwagen op de rotonde rijden. zij fietste ter hoogte van de cabine op de rotonde. Bij de afslag Industrieweg moest zij nog1/4 en zij volgde dan ook het fietspad over de rotonde. Zij zag plots dat de bestuurder van de vrachtwagen ter hoogte van de Industrieweg naar rechts instuurde. Zij dacht dat de bestuurder haar allang had gezien en zij kon niet meer ontwijken. Zij werd door de rechtervoorzijde van de vrachtwagen geraakt. Plots lag zij stil voor het rechtervoorwiel van de vrachtwagen. Zij had ten gevolge van de aanrijding meerdere verwondingen en heeft in totaal 5 dagen in het ziekenhuis gelegen.
Het slachtoffer8 [slachtoffer] heeft verklaard dat zij 5 maanden niet heeft kunnen werken en onder behandeling was bij de Arbo. Tevens heeft zij school maar beperkt kunnen volgen.
Uit de medische verklaring9 blijkt dat het slachtoffer [slachtoffer] ten gevolge van het ongeval de volgende verwondingen had bekomen: kneuzingen met (onderhuidse) bloeduitstortingen en weke-delen verbrijzeling van de rechter flank doorlopend tot aan de lies, met in de lies een open wond, waardoor lucht in de vrije buikholte terecht is gekomen (open verbinding buik-buiten).
De getuige10 [getuige] heeft verklaard dat hij op 9 maart 2009 in zijn auto over de Industrieweg te Putten reed. Voor de rotonde bij de Stationsstraat is hij gestopt, omdat er een vrachtwagen vanuit de richting van de Nijkerkerstraat naderde. De vrachtwagen reed de rotonde helemaal rond. Uit de richting van de Nijkerkerstraat naderde op dat moment een fietser. Dit meisje wilde met haar fiets rechtdoor. De vrachtwagen reed alsnog rechtsaf, de Industrieweg op. Hij reed met de voorkant van de truck tegen de fietser aan, die daardoor kwam te vallen. Toen de vrachtwagen de fietser aanreed, fietste zij al op het kruisingsvlak met de Industrieweg. De fietser kwam tegen de linkervoorzijde van de vrachtwagen en zij en haar fiets werden een stuk meegesleurd door de vrachtwagen.
De verdachte11 heeft verklaard dat hij met zijn vrachtwagen op een rotonde in Putten reed. Hij had de rotonde een keer rond gereden. Hij zag een meisje zijn kant op komen fietsen. Hij draaide de rotonde af en hoorde lawaai. Hij is direct gestopt en uitgestapt. Aan de rechtervoorzijde van zijn vrachtwagen zag hij een meisje liggen. Zij lag knel onder de vrachtwagen. Het was hetzelfde meisje als die hij kort daarvoor had zijn fietsen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 9 maart 2009 in de gemeente Putten als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, een trekker met oplegger, daarmede rijdende over de weg, de Stationsstraat en de Industrieweg en de Jan van Nijenhuisstraat, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden
immers heeft hij verdachte,
aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- gereden over de rotonde/kruising Stationsstraat - Industrieweg - Jan van Nijenhuisstraat, komende uit de richting van de Stationsstraat en de Nijkerkerweg en gaande in de richting van de Industrieweg en
- voornoemde rotonde/kruising eenmaal geheel rondgegereden en vervolgens - onverhoeds - afgeslagen naar rechts, teneinde de Industrieweg in te rijden en
- terwijl op die rotonde/kruising voorrang moest worden verleend aan het rechtdoor gaande verkeer en
waarbij hij, verdachte
- niet voortdurend zijn aandacht aan de weg en het verkeer heeft besteed en
- zich er niet van heeft vergewist dat voornoemde rotonde/kruising vrij was van verkeer en
- geen voorrang heeft verleend aan het doorgaand verkeer op de rotonde, te weten een fietser, zijnde [slachtoffer], die reed op de Stationsstraat en gezien vanuit de rijrichting van verdachte, van rechts voornoemde rotonde/kruising opreed
waardoor een aanrijding is ontstaan tussen de door hem, verdachte, bestuurde trekker met oplegger combinatie en de door [slachtoffer] bestuurde fiets,
waardoor die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten verbrijzeling van de weke delen van de lies en de rechteronderarm en de elleboog en een open wond in de lies werd toegebracht.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd het onder primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te achten en verdachte te veroordelen tot een geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis, aangezien aan verdachte een transactie van € 500,00 is aangeboden, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt daar in het bijzonder mee de aanzienlijke gevolgen die het door verdachte veroorzaakte ongeval hebben gehad.
In het voordeel van verdachte weegt dat zij niet eerder voor dit soort delicten met justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank acht een lange voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen op zijn plaats, teneinde de verdachte in te scherpen oplettender in het verkeer te zijn
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
* verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeldt;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 500,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 10 dagen.
* Veroordeelt verdachte tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden.
* Bepaalt, dat deze bijkomende straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 september 2010.
Mr. Eijkelestam is buiten staat mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0611/09-205070 , Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Noord-West Veluwe, gesloten en ondertekend op 19 augustus 2009.
2 (stam)proces-verbaal nummer PL0611/09-205070, doorgenummerde pag. 3
3 Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 21
4 Verkeersongevalsanalyse, doorgenummerde pag. 22
5 BPS Nummer 09-237009, doorgenummerde pag. 4
6 Aanvullend proces-verbaal, doorgenummerde pag. 7
7 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pag. 41
8 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pag. 43
9 Letselbeschrijving, doorgenummerde pag. 37
10 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pag. 45
11 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pag. 50