ECLI:NL:RBZUT:2010:BN8526

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
17 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/950424-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Mei
  • A. van Valderen
  • J. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van vier verdachten voor straatoverval in Doetinchem met geweld en bedreiging

Op 17 september 2010 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen verdachte D, die samen met drie medeverdachten op 13 mei 2010 een straatoverval heeft gepleegd in Doetinchem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten met geweld en bedreiging een bedrag van ongeveer 980 euro, een Blackberry en een Dolce & Gabbana horloge hebben weggenomen van slachtoffer A, en een Apple iPhone, een portemonnee met inhoud, een pakje sigaretten en een aansteker van slachtoffer B. De rechtbank oordeelde dat de diefstal voorafgegaan en vergezeld ging van geweld, waarbij de slachtoffers fysiek zijn aangevallen en bedreigd. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en medeverdachten als bewijs gebruikt en kwam tot de conclusie dat de verdachte en zijn medeverdachten wettig en overtuigend schuldig waren aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft verdachte D veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, en heeft hem verplicht tot het betalen van schadevergoeding aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen en verklaarde hen voor het overige niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, die betrekking hebben op diefstal met geweld en bedreiging.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/950424-10
Uitspraak d.d.: 17 september 2010
tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte D],
geboren te [plaats] (Irak) op [1990],
wonende te [plaats, adres],
thans gedetineerd in PI Noord - De Grittenborgh, te Hoogeveen.
raadsman: mr. E.J. Moll te Doetinchem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 september 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 mei 2010 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen
een hoeveelheid geld (ongeveer 980 euro) en/of een telefoon (blackberry) en/of
een horloge (merk dolce & gabbana), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s)
en/of
een hoeveelheid geld (5 eurobiljet en wat kleingeld) en/of een telefoon
(apple iphone) en/of een portemonnee met inhoud en/of een pakje sigaretten
en/of een
aansteker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B], gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het
bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- voornoemde [slachtoffer A] om zijn nek/hals heeft/hebben gepakt/gegrepen en/of
vastgehouden en/of (ondertussen) die [slachtoffer A] een of meermalen (met de vuist)
in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer A] op de grond heeft/hebben gegooid, althans ten val heeft/hebben
gebracht en/of (vervolgens) met kracht tegen het (achter)hoofd heeft/hebben
geduwd, althans het hoofd (met kracht) tegen de grond heeft geslagen/gebracht
en/of
- (opzettelijk dreigend) heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de
knuppel" en/of
- met kracht de arm van die [slachtoffer A] heeft/hebben gepakt
en/of
- voornoemde [slachtoffer B] om zijn nek/hals heeft/hebben (vast)gepakt/gegrepen
en/of (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer B] vastgeklemd heeft/hebben
gehouden met een arm en/of het hoofd van die [slachtoffer B] ter hoogte van de
ribben heeft/hebben gehouden en/of
- (vervolgens) de (linker)arm van die [slachtoffer B] op zijn rug heeft/hebben
gedraaid en/of
- die [slachtoffer B] naar de grond heeft/hebben gedrukt (op zijn knieën) en/of
- die [slachtoffer B] een knietje heeft/hebben gegeven tegen zijn gezicht, althans
zijn lichaam en/of
- (opzettelijk dreigend) heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de
knuppel";
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op 13 mei 2010 hebben [slachtoffer A]2 en [slachtoffer B]3 aangifte gedaan van beroving op 13 mei 2010 te Doetinchem.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door de raadsman is aangegeven dat onvoldoende overtuigend bewijs aanwezig is. Hij heeft hiertoe, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat door de officier van justitie als bewijs wordt gebruikt dat de aangevers onder andere verdachte hebben herkend op foto's van internet. Door aangevers worden in dezelfde verklaring echter ook twee personen genoemd die niets met het gebeuren te maken hebben gehad. Nu de herkenning niet geheel duidelijk is kan deze verklaring niet voor het bewijs dienen. Door [getuige] is verklaard dat verdachte tegen haar heeft gezegd dat hij aan de overval heeft deelgenomen, maar verdachte heeft hierover ter terechtzitting verklaard dat hij tegenover haar stoer wilde doen en dat het niet waar was wat hij haar heeft verteld. Verder bieden de voor verdachte belastende verklaringen van de medeverdachten geen zekerheid van betrouwbaarheid. Het zou kunnen dat de medeverdachten oneigenlijke motieven hebben voor hun verklaringen over verdachte. Ook hebben zij de tijd gehad om hun verklaringen op elkaar af te stemmen.
Beoordeling door de rechtbank
Door de raadsman zijn bewijsverweren gevoerd. Daarnaast is door verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij niet bij de overval aanwezig was, maar dat hij heeft gehoord dat de overval is gepleegd door medeverdachten [medeverdachte B], [medeverdachte A], [medeverdachte C] en een vierde persoon. Van wie hij dit heeft gehoord en wie de vierde persoon is, wil verdachte niet zeggen.
De rechtbank is van oordeel dat voor het relaas van verdachte, alsmede voor hetgeen door de raadsman is aangevoerd, geen voldoende ondersteuning in het dossier te vinden is. Het feit dat aangevers in een e-mail aan de politie aangeven naast verdachte en [medeverdachte C] ook twee andere personen te hebben herkend, welke personen niet bij de overval betrokken zijn geweest, brengt niet mee dat de eerste herkenning van verdachte en [medeverdachte C] door aangevers bij de politie geen betekenis meer toekomt. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de herkenning van verdachte door aangevers, onder meer gelet op de verklaring van [slachtoffer A] bij zijn aangifte dat hij verdachte bij aankomst in Doetinchem herkende van een foto op zijn (verdachtes) Hyvespagina. Dat de medeverdachten hun verklaringen op elkaar zouden hebben afgestemd, ligt niet voor de hand, mede gelet op de oorspronkelijke proceshouding van de medeverdachten die in eerste instantie namelijk niet gelijkluidend hebben verklaard. Ook acht de rechtbank de verklaring van verdachte ter zitting dat hij tegen [getuige] over zijn deelname aan de overval zou hebben verteld om indruk te maken, niet aannemelijk. In eerste instantie heeft verdachte namelijk bij de politie hierover verklaard dat [getuige] niet de waarheid spreekt. Eerst ter terechtzitting stelt verdachte dat hij wel degelijk tegen [getuige] heeft gezegd dat hij aan de overval had deelgenomen, maar dat hij dit deed om indruk op haar te maken. Ook de verklaring van verdachte ter zitting dat sprake was van een andere vierde persoon die bij de overval betrokken was, vindt geen enkele ondersteuning in het dossier, daargelaten dat verdachte niet heeft willen zeggen om wie het dan zou gaan.
De rechtbank is van oordeel dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, waarbij zij zich baseert op de volgende bewijsmiddelen:
Door aangever [slachtoffer A] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij op 13 mei 2010 te Doetinchem een afspraak had met '[verdachte D]' (MSNnaam) voor het kopen van een blackberry. [slachtoffer B] ging met aangever mee. In Doetinchem herkende aangever [verdachte D] van de foto's op diens hyvespagina. In Doetinchem liep hij met [verdachte D] mee. Hij zag vier à vijf jongens staan. [verdachte D] greep aangever om de nek. Een andere jongen pakte aangever bij de kraag. Aangever zag twee jongens naar [slachtoffer B] rennen. [verdachte D] had zijn arm om de nek van aangever en sloeg met zijn andere, tot vuist gebalde, hand, aangever een aantal keren met kracht op het gezicht. Hierna gooide hij aangever op de grond met hulp van de andere jongen. Toen aangever op de grond lag duwde [verdachte D] met kracht op het achterhoofd van aangever. Zowel [verdachte D] als de andere jongen voelden in de zakken van aangever en aan zijn kleding. [verdachte D] riep 'pak de knuppel, pak de knuppel' Aangever zei toen 'neem maar alles'. [verdachte D] pakte de linkerarm van aangever en rukte het horloge van de arm. De andere jongen pakte de telefoon uit de zak van aangever. [verdachte D] pakte ook het briefgeld van aangever uit de broekzak. [getuige] noemde [verdachte D] af en toe [verdachte D]. Van aangever is gestolen: € 980,-, een Dolce en Gabana horloge en een blackberry.4
Door aangever [slachtoffer B] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij op 13 mei 2010 met [slachtoffer A] naar Doetinchem ging waar [slachtoffer A] een telefoon zou kopen. Op de locatie van de overval stonden drie jongens. Eén van de jongens sprong [slachtoffer A] om de nek. De jongen deed zijn arm rond de nek van [slachtoffer A]. Vervolgens werd aangever zelf van achteren vastgepakt rond zijn nek. Die persoon klemde zijn hoofd tussen zijn arm ter hoogte van zijn ribben. Iemand anders pakte zijn linkerarm en draaide deze op zijn rug. Aangever werd naar de grond gedrukt op zijn knieën. De mobiele telefoon van aangever is uit zijn hand gepakt. Iemand anders heeft de portemonnee uit zijn broekzak gehaald. Aangever kreeg een knietje. De knie raakte zijn mond. Aangever had een tand door de lip. Hij hoorde zeggen 'pak de knuppel, pak de knuppel'. Van aangever zijn gestolen een Apple iPhone, een portemonnee, pasjes, aansteker, vijf eurobiljet en wat kleingeld en een pakje sigaretten.5
Door medeverdachte [medeverdachte A] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij op 13 mei 2010 bij het Graafschapcollege in Doetinchem heeft geholpen bij een beroving. [verdachte D] greep één van de jongens. [medeverdachte A] greep de andere jongen. [medeverdachte C] ([medeverdachte C]) hielp [verdachte D] en [medeverdachte A] werd door [medeverdachte B] ([medeverdachte B]) gehopen. Van de andere jongen hebben ze ongeveer 1000 euro, een telefoon (blackberry) en een horloge afgepakt. Het zou kunnen dat er iets over een knuppel is geroepen. [verdachte D] was de organisator. 6[medeverdachte A] heeft de grote jongen gepakt. Hij heeft de arm op de rug gedraaid. [medeverdachte A] zei dat hij op zijn knieën moest gaan zitten. [medeverdachte B] heeft kleingeld, een i-phone en de portemonnee van de jongen aangepakt. [verdachte D] hield de andere jongen vast. [medeverdachte C] pakte geld en een horloge van de jongen.7
Door medeverdachte [medeverdachte B] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat [verdachte D] op 13 mei 2010 met 2 jongens naar het Graafschapcollege te Doetinchem kwam, waar [medeverdachte B] met [medeverdachte C] en [medeverdachte A] stond te wachten.8 [verdachte D] greep de kleinste jongen met zijn arm om de nek. [medeverdachte A] hield de grote jongen tegen en gooide deze op de grond. [verdachte D] en [medeverdachte C] waren bezig met de kleine jongen. [verdachte D] heeft waarschijnlijk ook geroepen 'pak de knuppel, pak de knuppel'. Vervolgens heeft [verdachte D] de jongen met het hoofd op de grond geduwd. [medeverdachte B] heeft later een iphone en een portemonnee gezien. [verdachte D] zag hij de zakken van de kleine jongen leegmaken. [medeverdachte C] heeft ook een zak leeggemaakt en het horloge gepakt.9
Door medeverdachte [medeverdachte C] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij op 13 mei 2010 met [medeverdachte B] en [medeverdachte A] bij het Graafschapcollege in Doetinchem stond. [verdachte D] kwam aan met twee jongens. [verdachte D] pakte de Nederlandse jongen van achteren vast en duwde hem op de grond. [medeverdachte A] en [medeverdachte B] bemoeiden zich met de Turks uitziende jongen. Zij pakten hem ook vast. [verdachte D] pakte de Nederlandse jongen in een soort verwurging vast en gooide hem op de grond. De jongen kreeg een paar klappen van [verdachte D] met zijn tot vuist gebalde hand. [verdachte D] greep in de broekzak van de jongen. [verdachte D] heeft ook een portemonnee en een blackberry van die jongen meegenomen.10 [verdachte D] pakte de jongen van voren en [medeverdachte C] van achteren. [verdachte D] heeft de jongen op de grond gegooid, hem geslagen en met een knie op het hoofd gedrukt.11 De totale buit was rond de 1000 euro, een blackberry, een iPhone, een horloge van Dolce en Gabana en een portemonnee met pasjes.12
Verder bevindt zich in het dossier een foto van het letsel van aangever [slachtoffer B], waarop te zien is - zoals door de rechtbank ter terechtzitting waargenomen - dat [slachtoffer B] verwondingen aan zijn lip heeft die passen bij zijn verklaring dat hij een tand door de lip had.13
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 13 mei 2010 te Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld (ongeveer 980 euro) en een telefoon (blackberry) en een horloge (merk dolce & gabbana), toebehorende aan [slachtoffer A],
en
een hoeveelheid geld (5 eurobiljet en wat kleingeld) en een telefoon (apple iphone) en een portemonnee met inhoud en een pakje sigaretten en een aansteker, toebehorende aan [slachtoffer B],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- voornoemde [slachtoffer A] om zijn nek heeft/hebben gepakt en vastgehouden en (ondertussen) die [slachtoffer A] meermalen met de vuist tegen het gezicht heeft/hebben geslagen en
- die [slachtoffer A] op de grond heeft/hebben gegooid en (vervolgens) met kracht tegen het (achter)hoofd heeft/hebben geduwd, althans het hoofd met kracht tegen de grond heeft gebracht en
- opzettelijk dreigend heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de knuppel" en
- met kracht de arm van die [slachtoffer A] heeft/hebben gepakt
en
- voornoemde [slachtoffer B] om zijn nek heeft/hebben vastgepakt en (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer B] vastgeklemd heeft/hebben gehouden met een arm en het hoofd van die [slachtoffer B] ter hoogte van de ribben heeft/hebben gehouden en
- (vervolgens) de (linker)arm van die [slachtoffer B] op zijn rug heeft/hebben gedraaid en
- die [slachtoffer B] naar de grond heeft/hebben gedrukt op zijn knieën en
- die [slachtoffer B] een knietje heeft/hebben gegeven tegen zijn gezicht en
- opzettelijk dreigend heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de knuppel".
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van 2 jaren.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte niet eerder is veroordeeld. Hij heeft bepleit bij schuldigverklaring een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van maximaal 6 maanden op te leggen met daarnaast wellicht een voorwaardelijk deel en de maximale werkstraf.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een straatroof. De straatroof heeft op beide slachtoffers grote indruk gemaakt. [slachtoffer A] verklaart in zijn voegingsformulier als benadeelde partij dat het voorval met name zijn vertrouwen in mensen heeft geschaad. Ook [slachtoffer B] geeft in zijn aanvulling op het schadeformulier aan dat hij door de overval flink is geschrokken en ontdaan. Verdachte heeft aangetoond weinig respect te hebben voor het eigendom van anderen, heeft niet geaarzeld geweld te gebruiken en heeft niet stilgestaan bij de angstige gevoelens die zijn handelen bij de slachtoffers te weeg zou brengen.
Ten voordele van verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat hij geen eerdere veroordelingen op zijn documentatie heeft staan.
De rechtbank houdt er ten nadele van verdachte rekening mee dat hij de initiator van de overval is geweest. Het plan voor de overval is afkomstig van verdachte. Hij heeft contact gelegd met aangever [slachtoffer A] via MSN, heeft hen onder valse voorwendselen naar Doetinchem laten komen en heeft hulp geregeld voor de te plegen overval. Ook heeft hij het grootste aandeel gehad in het geweld dat is gebruikt. Tot slot blijkt uit de houding van verdachte dat hij weigert verantwoordelijkheid te nemen voor zijn acties. Zorgelijk is, dat verdachte, die alleen transacties op zijn strafblad heeft staan, nu een straatroof pleegt. Alles afwegend, waaronder het gepleegde geweld bij deze door verdachte geplande straatroof, de omstandigheid dat het om twee slachtoffers gaat en dat het feit op klaarlichte dag is gepleegd, alsmede gelet op verdachtes opstelling, acht de rechtbank een forse gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
De rechtbank acht verder een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
In beslag genomen voorwerpen
Onder [naam C] is een I-phone in beslag genomen. Gelet op de omstandigheden waaronder [naam C] deze I-phone heeft verkregen, kan hij niet worden beschouwd als verkrijger te goeder trouw en rechthebbende op deze telefoon. De rechtbank gelast dan ook de teruggave van de I-phone aan [slachtoffer B], eigenaar van de I-phone.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer A] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.330,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot na te melden bedrag (zijnde het weggenomen geldbedrag, kosten in verband met het weggenomen horloge en éénmaal benzinekosten naar bureau Doetinchem), waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer B] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 888,50 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot na te melden bedrag (zijnde de bijdrage nieuwe betaalpas, pasfoto's paspoort, nieuwe voordeelurenkaart, vervanging simkaart en de gevorderde immateriële schade), waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Het gevorderde bedrag voor de iPhone wordt niet toegewezen, nu zal worden beslist dat de I-phone aan [slachtoffer B] zal worden teruggegeven. De benadeelde partij zal dan ook voor het overige deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van het volgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan de rechthebbende [slachtoffer B], te weten: een Apple iPhone;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
[slachtoffer A] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 1.280,-, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2010;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer A] voor het overige niet-ontvankelijk in haar
vordering;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer A], een bedrag te betalen van € 1.280,-, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 22 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer B] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 233,50, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2010;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer B] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer B], een bedrag te betalen van € 233,50, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Van Valderen en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Oosten-Boksem, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 september 2010.
Mr. Van der Mei is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2010100096, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 20 juli 2010
2 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer A] p. 153-161
3 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer B] p. 648-652
4 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer A] p. 153-161
5 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer B] p. 648-652
6 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte A], p. 493-494
7 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte A], p. 495-497
8 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte B], p. 439-442
9 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte B], p. 444-452
10 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte C], p. 343-346
11 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte C], p. 351-352
12 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte C], p. 362-364
13 Foto letsel aangever [slachtoffer B] p. 659