RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/950425-10
Uitspraak d.d.: 17 september 2010
tegenspraak / dip
[verdachte C],
geboren te [plaats] (Zaïre) op [1989],
wonende te [plaats, adres],
thans gedetineerd in PI Arnhem - De Berg, te Arnhem.
raadsvrouw: mr. H.J. Scholten te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
3 september 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 mei 2010 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen
een hoeveelheid geld (ongeveer 980 euro) en/of een telefoon (blackberry) en/of
een horloge (merk dolce & gabbana), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s)
een hoeveelheid geld (5 eurobiljet en wat kleingeld) en/of een telefoon
(apple iphone) en/of een portemonnee met inhoud en/of een pakje sigaretten
en/of een
aansteker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B], gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere
deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het
bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- voornoemde [slachtoffer A] om zijn nek/hals heeft/hebben gepakt/gegrepen en/of
vastgehouden en/of (ondertussen) die [slachtoffer A] een of meermalen (met de vuist)
in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer A] op de grond heeft/hebben gegooid, althans ten val heeft/hebben
gebracht en/of (vervolgens) met kracht tegen het (achter)hoofd heeft/hebben
geduwd, althans het hoofd (met kracht) tegen de grond heeft geslagen/gebracht
en/of
- (opzettelijk dreigend) heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de
knuppel" en/of
- met kracht de arm van die [slachtoffer A] heeft/hebben gepakt
- voornoemde [slachtoffer B] om zijn nek/hals heeft/hebben (vast)gepakt/gegrepen
en/of (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer B] vastgeklemd heeft/hebben
gehouden met een arm en/of het hoofd van die [slachtoffer B] ter hoogte van de
ribben heeft/hebben gehouden en/of
- (vervolgens) de (linker)arm van die [slachtoffer B] op zijn rug heeft/hebben
gedraaid en/of
- die [slachtoffer B] naar de grond heeft/hebben gedrukt (op zijn knieën) en/of
- die [slachtoffer B] een knietje heeft/hebben gegeven tegen zijn gezicht, althans
zijn lichaam en/of
- (opzettelijk dreigend) heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de
knuppel";
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op 13 mei 2010 hebben [slachtoffer A]2 en [slachtoffer B]3 aangifte gedaan van beroving op 13 mei 2010 te Doetinchem.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door de raadsvrouw is aangegeven dat voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is. Wel is verzocht vrij te spreken van het geven van een knietje aan [slachtoffer B].
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is allereerst van oordeel dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, waarbij zij zich baseert op de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [slachtoffer A]4;
- de aangifte van [slachtoffer B]5;
- de bekennende verklaringen van medeverdachten [medeverdachte A]6 en [medeverdachte B]7;
- de bekennende verklaring van verdachte8, welke verklaring door hem ter terechtzitting is bevestigd;
- foto letsel aangever [slachtoffer B], waarop te zien is - zoals door de rechtbank ter terechtzitting waargenomen - dat [slachtoffer B] verwondingen aan zijn lip heeft die passen bij zijn verklaring dat hij een tand door de lip had.9
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen (met name de aangifte van aangever [slachtoffer B] en de foto van het door aangever [slachtoffer B] opgelopen letsel) is de rechtbank van oordeel dat, in tegenstelling tot hetgeen door de raadsvrouw is aangevoerd, er ook wettig en overtuigend bewijs is voor het geven van een knietje aan aangever [slachtoffer B]. De rechtbank acht namelijk de aangifte van [slachtoffer B] zodanig specifiek voor wat betreft de beschrijving van de gewelddadige gebeurtenissen en het letsel, dat naar het oordeel van de rechtbank past bij het geven van een knietje, dat er geen enkele aanleiding is om te twijfelen aan het relaas van aangever op dit specifieke onderdeel.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 13 mei 2010 te Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld (ongeveer 980 euro) en een telefoon (blackberry) en een horloge (merk dolce & gabbana), toebehorende aan [slachtoffer A],
een hoeveelheid geld (5 eurobiljet en wat kleingeld) en een telefoon (apple iPhone) en een portemonnee met inhoud en een pakje sigaretten en een aansteker, toebehorende aan [slachtoffer B],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- voornoemde [slachtoffer A] om zijn nek heeft/hebben gepakt en vastgehouden en (ondertussen) die [slachtoffer A] meermalen met de vuist tegen het gezicht heeft/hebben geslagen en
- die [slachtoffer A] op de grond heeft/hebben gegooid en (vervolgens) met kracht tegen het (achter)hoofd heeft/hebben geduwd, althans het hoofd met kracht tegen de grond heeft gebracht en
- opzettelijk dreigend heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de knuppel" en
- met kracht de arm van die [slachtoffer A] heeft/hebben gepakt
- voornoemde [slachtoffer B] om zijn nek heeft/hebben vastgepakt en (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer B] vastgeklemd heeft/hebben gehouden met een arm en het hoofd van die [slachtoffer B] ter hoogte van de ribben heeft/hebben gehouden en
- (vervolgens) de (linker)arm van die [slachtoffer B] op zijn rug heeft/hebben gedraaid en
- die [slachtoffer B] naar de grond heeft/hebben gedrukt op zijn knieën en
- die [slachtoffer B] een knietje heeft/hebben gegeven tegen zijn gezicht en
- opzettelijk dreigend heeft/hebben geroepen "pak de knuppel, pak de knuppel".
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact, ook als inhoudende behandeling bij GGNet.
De raadsvrouw heeft bepleit een lagere gevangenisstraf aan verdachte op te leggen, gelet op het aandeel van verdachte en de persoonlijke omstandigheden, de lage recidivekans, weinig relevante documentatie en het belaste verleden van verdachte. Door de reclassering is aangegeven dat gevangenisstraf bij verdachte kan leiden tot een depressie. Verzocht wordt een zo groot mogelijk voorwaardelijk deel op te leggen, met een onvoorwaardelijk deel gelijk aan het voorarrest en toezicht door de reclassering. Verdachte zou zo snel mogelijk met behandeling bij GGNet moeten beginnen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een straatroof. De straatroof heeft op beide slachtoffers grote indruk gemaakt. [slachtoffer A] verklaart in zijn voegingsformulier als benadeelde partij dat het voorval met name zijn vertrouwen in mensen heeft geschaad. Ook [slachtoffer B] geeft in zijn aanvulling op het schadeformulier aan dat hij door de overval flink is geschrokken en ontdaan. Verdachte heeft aangetoond weinig respect te hebben voor het eigendom van anderen. Hij heeft niet stilgestaan bij de angstige gevoelens die zijn gewelddadige handelen bij de slachtoffers te weeg zou brengen.
De rechtbank houdt er ten nadele van verdachte rekening mee dat hij enige documentatie heeft voor geweldsdelicten.
Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank gelet op het feit dat hij niet de initiator is en op zijn uiteindelijke proceshouding. Niettemin is een forse gevangenisstraf, alles afwegend, van na te melden duur passend en geboden. Daarbij is onder meer gelet op het gepleegde geweld bij deze geplande straatroof, de omstandigheid dat het om twee slachtoffers gaat en dat het feit op klaarlichte dag is gepleegd.
De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal voorts de bijzondere voorwaarde stellen, dat verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dat inhoudt dat hij worden behandeld bij GGNet. Het feit dat verdachte nog een behandeling dient te ondergaan is door de rechtbank meegenomen in de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf.
In beslag genomen voorwerpen
Onder [naam C] is een iPhone in beslag genomen. Gelet op de omstandigheden waaronder [naam C] deze iPhone heeft verkregen, kan hij niet worden beschouwd als verkrijger te goeder trouw en als rechthebbende op deze telefoon. De rechtbank gelast dan ook de teruggave van de iPhone aan [slachtoffer B], eigenaar van de iPhone.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer A] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.330,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot na te melden bedrag (zijnde het weggenomen geldbedrag, kosten in verband met het weggenomen horloge en éénmaal benzinekosten naar bureau Doetinchem), waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer B] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 888,50 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot na te melden bedrag (zijnde de bijdrage nieuwe betaalpas, pasfoto's paspoort, nieuwe voordeelurenkaart, vervanging simkaart en de gevorderde immateriële schade), waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Het gevorderde bedrag voor de iPhone wordt niet toegewezen, nu is beslist dat de iPhone aan [slachtoffer B] zal worden teruggegeven. De benadeelde partij zal dan ook voor het overige deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt behandeling door GGNet;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van het volgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan de rechthebbende [slachtoffer B], te weten: een Apple iPhone;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer A] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 1.280,-, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsmede met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2010;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer A] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer A], een bedrag te betalen van € 1.280,-, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 22 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer B] ([adres, plaats], rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 233,50, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsmede met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2010;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer B] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer B], een bedrag te betalen van € 233,50, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Van Valderen en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Oosten-Boksem, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 september 2010.
Mr. Van der Mei is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2010100096, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 20 juli 2010
2 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer A] p. 153-161
3 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer B] p. 648-652
4 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer A] p. 153-161
5 Proces-verbaal aangifte [slachtoffer B] p. 648-652
6 Processen-verbaal verhoor [medeverdachte A], p. 493-494 en 495-497
7 Processen-verbaal verhoor [medeverdachte B], p. 439-442, 444-452, 461 en 472-473
8 Processen-verbaal verhoor verdachte p. 343-346, 349-350, 351-352, 355-356 en 362-364
9 Foto letsel aangever [slachtoffer B] p. 659