RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/801650-08
Uitspraak d.d.: 1 oktober 2010
Tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [plaats op 1972],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. J. Zeegers, advocaat te Doetinchem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 september 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 mei 2000 tot 09 mei 2008 te 's-Heerenberg, gemeente Bergh en/of te Silvolde en/of te Arnhem en/of elders in Nederland,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam bank]
heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) (totaalbedrag circa 186.208,63 Euro),
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (in zijn hoedanigheid als adviseur particulieren bij voornoemde bank) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bij voornoemde bank
- (rond 29 mei 2000) een betaalrekening met kredietmogelijkheid (rekeningnummer
[nummer A] met een kredietlimiet van 25.000 Euro, op naam van [naam 1])
geopend en/of aangevraagd en/of van die betaalrekening een (totaal)bedrag van 24.943,47 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 25 juli 2001) een Persoonlijke Lening (PLnummer [nummer B]) op naam van [naam 1]) geopend en/of aangevraagd en/of een (totaal)bedrag van 40.840,22 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 20 april 2001) een betaalrekening met kredietmogelijkheid (rekeningnummer [nummer C], met een kredietlimiet van 40.000 Euro, op naam van [naam 2] ) geopend en/of aangevraagd en/of van die betaalrekening een (totaal)bedrag van 34.701,31 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 19 mei 2006) een betaalrekening met kredietmogelijkheid (rekeningnummer [nummer D], met een uiteindelijk kredietlimiet van 40.000 Euro, op naam van [naam 2]) geopend en/of aangevraagd en/of van die betaalrekening een (totaal)bedrag van 31.270,00 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 15 mei 2001) een Persoonlijke Lening (PLnummer [nummer E], met een hoofdsom van 75.000 gulden , op naam van [naam 2]) geopend en/of aangevraagd en/of een (totaal)bedrag van 75.000 gulden (omgerekend circa 34.033,52 Euro), althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 27 september 2001) een Doorlopend Krediet (rekeningnummer [nummer F], met een kredietlimiet van 45.000 Euro op naam van [naam 3]) geopend en/of aangevraagd en/of een (totaal)bedrag van 20.420,11 Euro , althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of zich (telkens) aan die [naam bank] (bij de opname en/of betaling en/of overboeking van (een) geldbedrag(en) van voornoemde (betaal)rekening(en) en/of persoonlijke lening(en) en/of doorlopend Krediet) voorgedaan als
- de door voornoemd(e) perso(o)n(en) gemachtigde bankmedewerker en/of
- de rechtmatige houder van voornoemde (betaal)rekening(en) en/of
- de rechtmatige aanvrager van de Persoonlijke Lening(en)/het doorlopend Krediet,
waardoor die [naam bank] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
art 326 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 mei 2000 tot 09 mei 2008 te 's-Heerenberg, gemeente Bergh, en/of te Silvolde en/of te Arnhem en/of elders in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en) (totaalbedrag circa 186.208,63 Euro), geheel of ten dele toebehorende aan [naam bank], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, door
(telkens) opzettelijk van de volgende [naam bank]rekening(en):
- Betaalrekeningnummer [nummer A] (op naam van [naam 1]) en/of
- PLnummer [nummer B] (op naam van [naam 1]) en/of
- Betaalrekeningnummer [nummer C] (op naam van [naam 2]) en/of
- Betaalrekeningnummer [nummer D] ( op naam van [naam 2])en/of
- PLnummer [nummer E] (op naam van [naam 2]) en/of
- Doorlopend krediet rekeningnummer [nummer F] (op naam van [naam 3])
de/het volgende (totaal)geldbedrag(en) op te nemen en/of over te boeken:
- 24.943,47 Euro en/of
- 40.840,22 Euro en/of
- 34.701,31 Euro en/of
- 31.270,00 Euro en/of
- 75.000 Gulden (omgerekend circa 34.033,52 Euro) en/of
- 20.420,11 Euro,
althans (een) geldbedrag(en) op te nemen en/of over te boeken;
art 310 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
1. Op 17 juni 2008 is namens en in opdracht van de [naam bank] tegen verdachte als voormalig medewerker van de [naam bank] aangifte gedaan. Aan die aangifte ligt een intern onderzoek van de [naam bank] ten grondslag met als uitkomst dat verdachte in een periode van bijna acht jaar een geldbedrag van ongeveer € 209.000,- heeft verduisterd door meerdere betaalrekeningen en persoonlijke leningen te openen, zodat hij zelf dat geld heeft kunnen incasseren. Daarbij heeft verdachte gebruik gemaakt van de naam en de persoonsgegevens van een vriend en van twee gefingeerde personen. Verdachte is op 15 mei 2008 op staande voet ontslagen door de [naam bank].
Standpunt van het Openbaar Ministerie en de verdachte / de verdediging
2. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Verdachte heeft meerdere kredieten geopend en zelf geld geïncasseerd op naam van een vriend en gefingeerde personen. De [naam bank] heeft berekend dat zij voor een totaalbedrag van € 209.173,42 schade heeft geleden. In de tenlastelegging wordt uitgegaan van een bedrag van
€ 186.208,63. Dit bedrag is het schadebedrag dat naar aanleiding van het opgemaakte proces-verbaal kan worden berekend, aldus de officier van justitie.
3. Verdachte heeft het aan hem primair ten laste gelegde bekend, zowel tijdens zijn verhoor bij de politie als ter terechtzitting.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [naam 4]2;
- de verklaring van [naam 4]3;
- het schriftelijke verslag van het onderzoek door de [naam bank]4;
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie5; en
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting.
5. Ten aanzien van het totaalbedrag van circa € 186.208,63 overweegt de rechtbank dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om exact dit bedrag bewezen te verklaren.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 mei 2000 tot 09 mei 2008 te 's-Heerenberg, gemeente Bergh en/of te Silvolde en/of te Arnhem en/of elders in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam bank] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedrag, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (in zijn hoedanigheid als adviseur particulieren bij voornoemde bank) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bij voornoemde bank
- (rond 29 mei 2000) een betaalrekening met kredietmogelijkheid (rekeningnummer
[nummer A] met een kredietlimiet van 25.000 Euro, op naam van [naam 1])
geopend en/of aangevraagd en/of van die betaalrekening een (totaal)bedrag van 24.943,47 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 25 juli 2001) een Persoonlijke Lening (PLnummer [nummer B]) op naam van [naam 1]) geopend en/of aangevraagd en/of een (totaal)bedrag van 40.840,22 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 20 april 2001) een betaalrekening met kredietmogelijkheid (rekeningnummer [nummer C], op naam van [naam 2] ) geopend en/of aangevraagd en/of van die betaalrekening een (totaal)bedrag van 34.701,31 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 19 mei 2006) een betaalrekening met kredietmogelijkheid (rekeningnummer [nummer D], met een uiteindelijk kredietlimiet van 40.000 Euro, op naam van [naam 2]) geopend en/of aangevraagd en/of van die betaalrekening een (totaal)bedrag van 31.270,00 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 15 mei 2001) een Persoonlijke Lening (PLnummer [nummer E], met een hoofdsom van 75.000 gulden, op naam van [naam 2]) geopend en/of aangevraagd en/of een (totaal)bedrag van 75.000 gulden (omgerekend circa 34.033,52 Euro), althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of
- (rond 27 september 2001) een Doorlopend Krediet (rekeningnummer [nummer F], met een kredietlimiet van 45.000 Euro op naam van [naam 3]) geopend en/of aangevraagd en/of een (totaal)bedrag van 20.420,11 Euro, althans een geldbedrag opgenomen en/of overgeboekt en/of zich (telkens) aan die [naam bank] (bij de opname en/of betaling en/of overboeking van (een) geldbedrag(en) van voornoemde (betaal)rekening(en) en/of persoonlijke lening(en) en/of doorlopend Krediet) voorgedaan als
- de door voornoemde personen gemachtigde bankmedewerker en/of
- de rechtmatige houder van voornoemde (betaal)rekening(en) en/of
- de rechtmatige aanvrager van de Persoonlijke Lening(en)/het doorlopend Krediet,
waardoor die [naam bank] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op misdrijf:
Primair: Oplichting, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
6. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
7. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis. Bij deze strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met het blanco strafblad van verdachte met de omstandigheid dat verdachte uiteindelijk een schikking met de [naam bank] heeft getroffen en met de omstandigheden dat het lang heeft geduurd voordat de zaak op zitting is aangebracht, maar anderzijds dat verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie. De officier van justitie heeft daaraan toegevoegd dat verdachte met die betalingsregeling nog goed is weggekomen.
8. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie te hoog is. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat hij direct na de ontdekking door de [naam bank] heeft meegewerkt aan het interne onderzoek. Daarnaast heeft hij betoogd dat verdachte twee jaren geleden is aangehouden en deze zaak eerst nu wordt behandeld. Al die tijd heeft verdachte in spanning moeten leven. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou niet passend zijn in verband met de goede baan die hij nu heeft. De raadsman acht een werkstraf voor de duur van 200 uren passend, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De door de officier van justitie gevorderde voorwaardelijke gevangenisstraf is te fors, zeker nu verdachte een blanco strafblad heeft en hij inmiddels een andere functie bekleedt.
9. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
10. De rechtbank heeft in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte gedurende een periode van bijna acht jaren meerdere malen telkens welbewust misbruik heeft gemaakt van de vertrouwensrelatie die bestond tussen hem en zijn werkgever. Verdachte heeft als werknemer van de [naam bank] meerdere betaalrekeningen en persoonlijke leningen valselijk geopend. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van de naam en persoonsgegevens van een vriend en van gefingeerde personen. Van de betreffende rekeningen heeft verdachte geld opgenomen en ook gestort om de tekorten weer aan te vullen. Verdachte heeft, naar eigen zeggen, het geld gebruikt om het verlies dat hij heeft geleden met aandelentransacties te compenseren. Door het plegen van de bewezenverklaarde misdrijven heeft hij financieel nadeel toegebracht aan zijn toenmalige werkgever.
11. Anderzijds houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte door zijn werkgever op staande voet is ontslagen, dat hij heeft meegewerkt aan het tegen hem ingestelde onderzoek, dat hij er blijk van heeft gegeven oprecht spijt te hebben van zijn daden en dat hij een afbetalingsregeling met de [naam bank] heeft getroffen van een bedrag van € 55.000,- en het geld daarvoor heeft moeten lenen bij vrienden.
12. De rechtbank houdt ook rekening met het feit dat verdachte een blanco strafblad heeft.
13. Rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij de rechtbank mede in aanmerking heeft genomen dat verdachte door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf waarschijnlijk zijn baan en dus zijn inkomen, waaruit hij de terugbetalingen aan zijn vrienden verricht, zal verliezen, zal de rechtbank de eis van de officier van justitie volgen. De rechtbank acht een werkstraf van 240 uren passend en geboden. Daarnaast acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
- verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Oplichting, meermalen gepleegd.
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later ander mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Van Valderen en Boerwinkel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Buitenhuis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 oktober 2010.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer
PL0640/08-208298, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, Doetinchem, gesloten en ondertekend op 14 november 2008.
2 Proces-verbaal van aangifte door [naam 4], p. 14 en 15.
3 Proces-verbaal van verhoor van aangever [naam 4], p. 16 tot en met 20.
4 Schriftelijk bescheid inhoudende een verslag van een onderzoek door [naam bank] Nederland van
22 mei 2008,
p. 145 tot en met 149.
5 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 26 tot en met 31.