RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940006-10
Uitspraak d.d.: 12 oktober 2010
Tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [plaats, 1964],
thans wonende te [adres].
Raadsman: mr. R. Oude Breuil, advocaat te Almelo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 28 september 2010.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2009 tot en met
7 oktober 2009 te Neede, gemeente Berkelland, (telkens) met [slachtoffer] (geboren op
[2004]), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- meermalen, althans eenmaal zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en/of
- meermalen, althans eenmaal zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2009 tot en met
7 oktober 2009 te Neede, gemeente Berkelland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer], geboren op [2004], bestaande die ontucht hierin dat hij
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] zijn penis heeft laten vastpakken en/of
- meermalen, althans eenmaal zijn penis en/of zijn billen door die [slachtoffer] heeft laten kussen en/of
- meermalen, althans eenmaal zijn penis door die [slachtoffer] heeft laten likken en/of
- meermalen, althans eenmaal de vagina van die [slachtoffer] heeft gelikt en/of gekust en/of betast
art 247 Wetboek van Strafrecht
art 244 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
1. Op 5 november 2009 doet [moeder slachtoffer] aangifte bij de politie van seksueel misbruik gepleegd door verdachte bij haar (en tevens verdachtes) dochter [slachtoffer].
Standpunt van het openbaar ministerie
2. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
3. De verdediging heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, nu verdachte erkent de feiten te hebben gepleegd.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, waarbij zij zich baseert op de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [moeder slachtoffer]2;
- de verklaring van [slachtoffer]3;
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie4; en
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 september 2010.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2009 tot en met 7 oktober 2009 te Neede, gemeente Berkelland, (telkens) met [slachtoffer] (geboren op [2004]), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2009 tot en met 7 oktober 2009 te Neede, gemeente Berkelland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer], geboren op [2004], bestaande die ontucht hierin dat hij
- meermalen die [slachtoffer] zijn penis heeft laten vastpakken en
- meermalen zijn penis en zijn billen door die [slachtoffer] heeft laten kussen en
- meermalen zijn penis door die [slachtoffer] heeft laten likken en
- meermalen de vagina van die [slachtoffer] heeft gelikt en gekust en betast.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd
en
ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
5. Naar de persoon van verdachte is psychologisch onderzoek verricht, waarvan het resultaat is neergelegd in een rapport van 13 april 2010, opgemaakt door drs. J.A.M. Gresnigt (klinisch psycholoog). Hieruit komt onder meer naar voren dat bij verdachte sprake is van een dieperliggende persoonlijkheidsproblematiek en een scheefgroei in zijn ontwikkeling. In de periode voorafgaand aan het tenlastegelegde heeft hij de nodige tegenslagen, problemen en stressoren gekend. Mede dankzij zijn hoge intelligentie, narcistische en rationele afweer en goed ontwikkelde psychische draagkracht is het hem langere tijd redelijk gelukt om onlustgevoelens te controleren. In een gefrustreerde toestand komt hij vervolgens tot het tenlastegelegde wat gezien kan worden als een poging om zijn onlustgevoelens en frustraties seksueel af te weren middels het nastreven van seksuele lustgevoelens. Daarnaast is het seksueel benadering zoeken bij zijn dochter een manier om zijn dieperliggende van vroeger uit gefrustreerde behoefte aan intimiteit, affectie en aandacht alsnog te bevredigen. Geconcludeerd kan worden dat hij in de aanloop naar het tenlastegelegde, door het uitblijven van bevrediging van deze behoeftes door partners meer en meer gefrustreerd is geraakt. Vanuit zijn emotionele onrijpheid en gefrustreerde behoefte aan seksualiteit en intimiteit is het niet uit te sluiten dat hij het stoeien en de toenadering van zijn dochter "seksueel is gaan vertalen". Daarnaast speelde ook alcoholmisbruik een rol. Geconcludeerd wordt dat verdachte voor het tenlastegelegde licht verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Met deze conclusie kan de rechtbank zich verenigen en zij neemt deze conclusie over.
6. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
7. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden, waarvan 7 (zeven) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Voorts heeft zij gevorderd aan het voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarde te koppelen dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen en voorschriften van de reclassering ook indien dit inhoudt dat hij zich op verzoek van de reclassering aldaar zal melden en ook indien dit inhoudt dat hij zal deelnemen aan een behandeling bij de forensische psychiatrische polikliniek Kairos te Apeldoorn.
8. Door en namens verdachte is ten aanzien van een eventuele strafoplegging naar voren gebracht dat rekening moet worden gehouden met de geringe duur en de aard van de seksuele handelingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht. Er is sprake van een lage kans op recidive en een licht verminderde toerekeningsvatbaarheid. Voorts heeft verdachte zijn verantwoordelijkheid genomen en de feiten erkend. Verdachte heeft zijn baan verloren en moest noodgedwongen verhuizen uit zijn voormalige woonplaats. Hij heeft zich bovendien meteen onder behandeling laten stellen van een psychiater en hij heeft zich sinds de schorsing van zijn voorlopige hechtenis wekelijks laten behandelen bij Kairos. Tot slot dient er volgens de verdediging rekening mee worden gehouden dat verdachte geen enkel contact meer heeft met zijn kinderen. Bepleit wordt aan verdachte een werkstraf op te leggen en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf met eventueel een langere proeftijd dan de gebruikelijk op te leggen twee jaren. Met de bijzondere voorwaarde zoals door de officier van justitie geëist, kan verdachte zich verenigen.
9. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
10. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich tot tweemaal toe heeft schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met zijn destijds vijfjarige dochter. Verdachte heeft daarmee inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit. Hij heeft daarbij ernstig misbruik gemaakt van de vertrouwensrelatie die hij met zijn dochter had. Het is algemeen bekend dat de gevolgen van seksuele contacten bij heel jonge kinderen ernstig en langdurig kunnen zijn.
11. Ten aanzien van de persoon van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking het over hem opgemaakte psychologische rapport, waarin is geconcludeerd dat verdachte ten aanzien van het tenlastegelegde licht verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. In dit rapport is daarnaast vermeld dat het onderzoek geen aanwijzingen geeft voor het bestaan van pedofilie bij verdachte en hij niet zelf het slachtoffer is geweest van kindermishandeling dan wel seksueel misbruik. Verdachte gaat gebukt onder de consequenties van zijn laakbare handelen, waardoor de kans op recidive niet heel groot wordt geacht. De kans op terugval in soortgelijk delictgedrag wordt wel aanwezig geacht als hij niet behandeld wordt. Geadviseerd wordt aan hem een geheel of deels voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde dat hij zich gedurende de proeftijd richt naar de aanwijzingen van de reclassering, ook indien dit inhoudt dat hij zich onder behandeling laat stellen van een forensische polikliniek.
12. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking het rapport van Tactus Verslavingszrog van 27 mei 2010, waarin onder meer is vermeld dat er enige mogelijkheden voor gedragsbeïnvloeding zijn. Verdachte is gemotiveerd voor een behandeltraject in het kader van een reclasseringstoezicht, maar er bestaat weerstand tegen het huidige verplichte behandeltraject bij Kairos. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat. Het advies van de psycholoog wordt door de reclassering onderschreven.
13. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zijn behandeling bij Kairos goed verloopt en dat de door de reclassering genoemde weerstand thans niet meer aanwezig is.
14. De rechtbank heeft voorts in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor een soortgelijk feit en dat verdachte sinds zijn schorsing op 14 januari 2010 in vrijheid is geweest en zich gehouden heeft aan de schorsingsvoorwaarden, waaronder de inmiddels gestarte behandeling bij Kairos.
15. Hoewel de door de officier van justitie geëiste straf, gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten niet zou hebben misstaan, zal de rechtbank alles afwegende in het geval van verdachte tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist komen. Daarbij heeft enerzijds meegewogen dat het misbruik in de bewezenverklaarde periode niet stelselmatig heeft plaatsgevonden, maar binnen een korte tijd twee maal heeft plaatsgevonden. Anderzijds heeft de rechtbank meegewogen dat de verdachte sinds de melding van het misbruik geen contact meer met zijn kinderen heeft gehad en hij ze voor onbepaalde tijd niet meer mag zien. Hij zal moeten voortleven met de gedachte dat hij één van zijn dochters seksueel heeft misbruikt en dat hij verantwoordelijk is voor (eventuele) schade in haar verdere ontwikkeling. Ter terechtzitting is de rechtbank gebleken dat dit verdachte zwaar valt. Voorts is gebleken dat verdachte sociaal en zakelijk al de nodige gevolgen van deze zaak heeft ondervonden.
16. Verdachte is berouwvol en heeft ter terechtzitting spijt betuigd. Verdachte heeft zijn (volle) verantwoordelijkheid genomen, heeft eigener beweging hulp gezocht en is coöperatief geweest tijdens het onderzoek.
17. Door de op te leggen straf wordt de door verdachte reeds aangevangen behandeling bij Kairos niet doorkruist. Teneinde het belang van het voortzetten en het voltooien van deze behandeling te onderstrepen en verdachte te weerhouden van het opnieuw plegen van vergelijkbare feiten zal de rechtbank hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur opleggen. Daarnaast zal de rechtbank verdachte de maximale werkstraf opleggen.
18. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden koppelen zoals door de officier van justitie geëist.
Vordering tot schadevergoeding
19. De benadeelde partij [slachtoffer], wonende aan de [adres] (bankrekeningnummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 3.000,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde. Deze vordering is door haar wettelijke vertegenwoordiger
[moeder slachtoffer] ingediend.
20. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot een bedrag van € 1.000,- kan worden toegewezen, nu de vordering tot dat bedrag eenvoudig van aard is. Zij heeft gevorderd daarbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.
21. Door en namens verdachte is ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij naar voren gebracht dat verdachte bereid is een bedrag aan schadevergoeding te betalen en dat het door de officier van justitie genoemde bedrag van € 1.000,- reëel is.
22. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank acht een bedrag van € 1.000,- redelijk en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen. Zij zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
Schadevergoedingsmaatregel
23. Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 36f, 57, 244 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd en
ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd
en verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
* bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat:
- veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door de forensisch psychiatrische polikliniek Kairos. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van Kairos zullen worden gegeven;
- veroordeelde zich op verzoek van de reclassering zal melden;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
* beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die werkstraf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in voorarrest doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
[slachtoffer], wonende aan de [adres] (bankrekeningnummer: [nummer] ter hoogte van een bedrag van € 1.000,-, vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], voornoemd, een bedrag te betalen van € 1.000,-, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 20 (twintig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer], voornoemd voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Borgerhoff Mulder, voorzitter, Gilhuis en Boerwinkel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 oktober 2010.
De voorzitter en mr. Boerwinkel zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009080179-6, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 6 januari 2010.
2 Proces-verbaal van aangifte van [moeder slachtoffer] (p.18-24)
3 Proces-verbaal van bevindingen betreffende het audio-verhoor met [slachtoffer] (p.85-107)
4 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (p.114-118, 122-127, 128-131 en 132-135)