ECLI:NL:RBZUT:2010:BO0528

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
15 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460423-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal met bedreiging en afpersing na misleidende stopteken

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 15 oktober 2010 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte A en medeverdachte B, die beiden zijn veroordeeld voor het medeplegen van diefstal met bedreiging met geweld en afpersing. De feiten vonden plaats op 24 november 2009, toen de verdachten casinobezoekers volgden en hen met een lichtkrant een stopteken gaven, zich voordoend als politie. De slachtoffers, [slachtoffer A] en [slachtoffer B], werden bedreigd met een mes en beroofd van geld en persoonlijke bezittingen. Verdachte A kreeg een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan een weloverwogen en niet-impulsieve actie, waarbij het vertrouwen van de slachtoffers ernstig was geschaad. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische gevolgen voor de slachtoffers en het recidiverisico van verdachte A, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare delicten. De rechtbank sprak verdachte vrij van twee andere ten laste gelegde feiten, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer C] werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat verdachte was vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460423-09
Uitspraak d.d.: 15 oktober 2010
tegenspraak/dip/oip/onip/onip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [plaats, 1990],
wonende te [adres].
Raadsman: mr. W.J. Morra, advocaat te Amsterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 maart 2010, 21 mei 2010, 10 augustus 2010 en 1 oktober 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij
op of omstreeks 24 november 2009 te Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag, groot 350 euro, althans enig geldbedrag en/of autosleutels (van
een Ford Escort) en/of een handtas (met daarin een portemonnee en/of een ING
bankpas en/of een credit-card van Piet Zoomers en/of een bos sleutels en/of
twee, althans één of meer mobiele telefoon(s) van het merk Nokia), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s)
aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- de portier(en) van de auto van die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben opengetrokken
en/of tegen die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] schreeuwde(n)/zei(den): "Geld, alles" en/of
- (vervolgens) in die auto is/zijn gaan zitten en/of die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] een mes
heeft/hebben getoond en/of (daarbij) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden: "Geld.
alles, ik wil alles" heeft/hebben toegevoegd en/of
- met een mes de/een autogordel van die [slachtoffer B] heeft/hebben doorgesneden,
althans heeft/hebben gepoogd die autogordel door te snijden
en/of
hij
op of omstreeks 24 november 2009 te Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft gedwongen
tot de afgifte van een geldbedrag, groot 350 euro, althans enig geldbedrag
en/of autosleutels (van een Ford Escort) en/of een handtas (met daarin een
portemonnee en/of een ING bankpas en/of een credit-card van Piet Zoomers en/of
een bos sleutels en/of twee, althans één of meer mobiele telefoon(s) van het
merk Nokia), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
voornoemde [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- de portier(en) van de auto van die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben opengetrokken
en/of tegen die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] schreeuwde(n)/zei(den): "Geld, alles" en/of
- (vervolgens) in die auto is/zijn gaan zitten en/of die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] een mes
heeft/hebben getoond en/of (daarbij) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden: "Geld.
alles, ik wil alles" heeft/hebben toegevoegd en/of
- met een mes de/een autogordel van die [slachtoffer B] heeft/hebben doorgesneden,
althans heeft/hebben gepoogd die autogordel door te snijden;
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij
op of omstreeks 14 november 2009 te Huissen, gemeente Lingewaard,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een handtas
(met daarin een geldbedrag van 1.200 euro en/of een rijbewijs en/of (drie)
bankpas(sen) en/of een of meer klantenpas(sen) en/of een mobiele telefoon), in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer C], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan
voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- de portier(en) van de auto van die [slachtoffer C] heeft/hebben opengetrokken en/of
- die [slachtoffer C] meermalen (met kracht) met een zaklamp, althans enig voorwerp,
in/tegen het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- voornoemde handtas (met inhoud) (snel en onverhoeds) uit die auto
heeft/hebben gegrist/gepakt;
en/of
hij
op of omstreeks 14 november 2009 te Huissen, gemeente Lingewaard,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer C] heeft gedwongen tot de
afgifte van een handtas (met daarin een geldbedrag van 1.200 euro en/of een
rijbewijs en/of (drie) bankpas(sen) en/of een of meer klantenpas(sen) en/of
een mobiele telefoon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- de portier(en) van de auto van die [slachtoffer C] heeft/hebben opengetrokken en/of
- die [slachtoffer C] meermalen (met kracht) met een zaklamp, althans enig voorwerp,
in/tegen het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- voornoemde handtas (snel en onverhoeds) uit die auto heeft/hebben
gegrist/gepakt;
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij
op of omstreeks 13 november 2009 te Arnhem
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
sleutelbos met daaraan (onder meer)(een) autosleutel(s) (van een Mazda) en/of
een portemonnee (met daarin een geldbedrag van 7 euro en/of een bankpas en/of
een rijbewijs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer D], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan
voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- de portier(en) van de auto van die [slachtoffer D] heeft/hebben opengetrokken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer D] een mes heeft/hebben getoond en/of (vervolgens) dat
mes op/tegen de keel van die [slachtoffer D] heeft/hebben gezet/gehouden en/of
- (daarbij) die [slachtoffer D] de woorden: "Geld, geld, snel, snel" heeft/hebben
toegevoegd;
en/of
hij
op of omstreeks 13 november 2009 te Arnhem
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer D] heeft gedwongen tot de
afgifte van een sleutelbos met daaraan (onder meer)(een) autosleutel(s) (van
een Mazda) en/of een portemonnee (met daarin een geldbedrag van 7 euro en/of
een bankpas en/of een rijbewijs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- de portier(en) van de auto van die [slachtoffer D] heeft/hebben opengetrokken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer D] een mes heeft/hebben getoond en/of (vervolgens) dat
mes op/tegen de keel van die [slachtoffer D] heeft/hebben gezet/gehouden en/of
- (daarbij) die [slachtoffer D] de woorden: "Geld, geld, snel, snel" heeft/hebben
toegevoegd;
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Op 24 november 2009 omstreeks 4.15 uur kwam een melding binnen bij de politie van de heer [slachtoffer A].2 [slachtoffer A] heeft verklaard dat hij met onder andere zijn ex-vrouw op bezoek was geweest bij het casino in Nijmegen en dat er onderweg -in Apeldoorn- achter hem een auto reed die knipperde met verlichting. [slachtoffer A] zag in de spiegel in rode letters het woord "stop". Hierop stopte [slachtoffer A] en zijn hij en zijn ex-vrouw bestolen.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring op grond van de verklaring van medeverdachte [verdachte B], het proces-verbaal van aanhouding van verdachte, de aangetroffen goederen, de verklaringen van [slachtoffer A] en [slachtoffer B] en de camerabeelden van het pinnen met de gestolen pinpas.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit nu medeverdachte [verdachte B] heeft bekend de overval te hebben gepleegd en heeft verklaard dat verdachte niet betrokken is bij de overval. Daarnaast zijn de verklaringen van [slachtoffer A] en [slachtoffer B] te summier om vast te stellen dat verdachte de persoon is geweest die zij hebben gezien. Voorts heeft hij gesteld dat de door verdachte gedragen kleding tijdens zijn aanhouding en de kleding die de persoon op de camerabeelden tijdens het pinnen draagt niet overeenkomen.
[slachtoffer A] heeft verklaard dat hij op 23 november 2009 met zijn familie naar het casino in Nijmegen is geweest. Op 24 november 2009, omstreeks 2.55 uur zijn zij weggereden naar huis, richting Apeldoorn.3 Aangever reed in zijn Ford Escort en zijn ex-vrouw [slachtoffer B] zat naast hem.4 Via de A50 zijn ze teruggereden naar Apeldoorn. Hij zag dat er op de A50 drie auto's achter hem reden. Deze bleven achter hem rijden tot de afslag Zutphen. Daar heeft hij de A50 verlaten om richting Apeldoorn te rijden. Eén van de drie auto's bleef achter hem rijden.5 Hij is er bijna zeker van dat dit de auto was dit hem ook liet stoppen. Vervolgens reed hij over de Laan van Erica in de richting van De Maten. Plotseling begon de auto achter hem te knipperen met groot licht.6 [slachtoffer B] heeft ook gezien dat er met lichten werd geseind.7 Toen hij in de achteruitkijkspiegel keek, zag hij in rode letters het woord 'stop' met daaronder kleine lettertjes die hij niet kon lezen.8 Hij dacht dat het om politie ging en hij stopte. De andere auto stopte achter hem. Iemand stapte uit en liep naar het portier van [slachtoffer A] toe. Toen de persoon bij het portier was, trok hij die open.9 [slachtoffer A] hoorde de man zeggen dat hij van de politie was en dat hij [slachtoffer A]'s rijbewijs wilde zien. Vervolgens hoorde [slachtoffer A] wat aan de achterzijde van de auto. Toen hij omkeek zag hij dat er een persoon achterin de auto was gestapt. De persoon droeg een soort bivakmuts en had iets in zijn hand wat leek op een mes.10 Beide personen vroegen om geld. De man die voor het geopende portier stond schreeuwde: "Geld, alles".11 De persoon die achterin zat schreeuwde: "Geld. Alles. Ik wil alles" en hij begon aan de handtas van [slachtoffer B] te trekken.12 De tas zat klem onder de gordel die [slachtoffer B] om had. De persoon probeerde de gordel door te snijden met het voorwerp waarvan [slachtoffer A] vermoedde dat het een mes was.13 [slachtoffer A] heeft de gordel van [slachtoffer B] losgemaakt en de man achterin pakte toen de tas. De man kwam agressief op [slachtoffer B] over.14
De man die bij het portier stond vroeg om geld en [slachtoffer A] pakte geld vanuit de binnenzak van zijn jas en gaf dat aan hem. Dat was een kleine 400 euro.15 De man pakte ook de autosleutels uit het contactslot en nam die mee.16 De man die achterin zat had een soort bivakmuts op. [slachtoffer A] kon zijn mond niet zien, wel zijn ogen.17 De man had iets donkers/zwarts over zijn hoofd. [slachtoffer B] zag alleen zijn ogen.18
De handtas die de mannen hebben meegenomen is zwart met een beetje zilver en van het merk Brunella.19 In de tas zat een tweekleurige (zwart en bruin) portemonnee met daarin 90 euro aan briefgeld en 10 euro aan kleingeld.20 Ook zaten er verschillende pasjes in zoals een ING-bankpas, creditcard van Piet Zoomers, rijbewijs en ID-kaart en een bos sleutels.21 De ING-bankpas is van bankrekeningnummer [nummer] ten name van [slachtoffer B].22 In de handtas zaten ook twee telefoons van het merk Nokia. Eén telefoon is van [slachtoffer B] en de ander is van [slachtoffer A].23
Door politiemedewerkers werd op 24 november 2009 omstreeks 4.15 uur een auto gesignaleerd bij winkelcentrum Klarendal in Arnhem.24 Het betrof een Mazda 323, donkerblauw, met het kenteken [kenteken]. Verdachte en medeverdachte zijn in de auto aangetroffen. In de auto bleek een rijbewijs en identiteitsbewijs te liggen op naam van [slachtoffer B]. Eveneens is onder andere een telefoon aangetroffen, welke aan [slachtoffer B] toebehoorde. Op 24 november 2009 omstreeks 15.15 uur vond nader onderzoek plaats naar de Mazda, type 323, voorzien van kenteken [kenteken].25 Op de achterbank lagen meerdere zwarte jassen en een pet. In de kofferbak lag een lichtkrant, zwart van kleur, met daarbij een doos met de tekst: "The Messenger".26 In de kofferbak lagen meerdere blauwe latex handschoenen.27 In de middenconsole werd de afstandsbediening van de lichtkrant aangetroffen. In het deurvak van de rechter voorportier werden twee simkaarten gevonden van het merk T-Mobile.28 De simkaarten hadden de nummers [nummer] en [nummer] en uit onderzoek blijkt dat laatstgenoemde simkaart op naam staat van [slachtoffer A] uit Apeldoorn.29
Met gebruik van de afstandsbediening werd de lichtkrant geactiveerd en werd op de lichtkrant te tekst getoond: "STOP POLITIE".30 Uit onderzoek naar de herkomst van de lichtkrant blijkt dat de lichtkrant via www.marktplaats.nl voor 40 euro is gekocht. De lichtkrant is door twee jongens bij de verkoper opgehaald.31
Uit de gegevens van bankrekening [nummer] op naam van [slachtoffer B] blijkt dat op 24 november om 4.03:51 uur, 4.04:04 uur en 4.04:14 uur bij een pinautomaat van ABN Amro aan de Hanzestraat 145 in Arnhem getracht is tweehonderd euro op te nemen van bedoelde rekening.32 De bankpas werd ingenomen door de geldautomaat nadat drie keer de verkeerde pincode was ingetoetst. Op de prints van de camerabeelden van de bedoelde pintransactie is zichtbaar een persoon met bivakmuts met door een lichtere kleur omrande ogengaten en een lichte streep over het gezicht/hoofd en daarover een capuchontrui.33 De persoon draagt eveneens plastic/latex handschoenen.34
De verbalisant die verdachte heeft verhoord beschrijft dat verdachte tijdens de verhoren gekleed was in de kleding waarin hij was aangehouden, te weten onder andere een zwarte sweater met capuchon.35 Tijdens de insluiting droeg verdachte een trui met capuchon, die hij droeg onder een andere jas. Verdachte had de capuchon onder zijn andere kleding verstopt, waardoor de rode kleur van de trui met capuchon niet te zien was. De trui met capuchon was fel rood van kleur. Als de capuchon dichtgeritst werd, ontstond er een bivakmuts met geel omrande ogen.36
Op de beveiligingsbeelden van het Texaco tankstation aan de IJsseloordseweg 2 in Arnhem is te zien dat op 24 november 2009 om 4.03 uur een donkerkleurige personenauto het terrein van het tankstation op reed vanuit de richting van de Pleijweg.37 Het kenteken was voorzien van de lettercombinatie [letters]. De cijfercombinatie kon de verbalisant niet lezen.38 Om 4.04 uur stond een persoon te tanken. Deze persoon was verbalisant ambtshalve bekend als [verdachte B], geboren op [datum, plaats] (Turkije).39 Op de veiliggestelde beelden is eveneens te zien dat er een persoon op de passagiersstoel zit. [verdachte B] bevond zich om 4.05 uur in de winkel van het tankstation en verliet deze om 4.06 uur met twee goederen in zijn handen.40 Uit de kassa-uitdraai blijkt dat [verdachte B] twee flesjes drinken heeft gekocht en heeft getankt, welke hij om 4.09 uur contant heeft betaald.41 Bij nadere bestudering van de veiliggestelde beelden en de kassa-uitdraai blijkt dat de camerabeelden drie minuten achter lopen op de kassa-uitdraai.
Medeverdachte [verdachte B] heeft verklaard dat hij regelmatig de auto van zijn moeder gebruikt. Dat is een Mazda 323 en het kenteken begint met [letters].42 Hij heeft verklaard dat hij in de nacht van 23 op 24 november 2009 samen met verdachte in Apeldoorn een auto heeft laten stoppen met een zogenaamde lichtkrant. Ze hadden daar de tekst "STOP POLITIE" op gezet.43 Verdachte heeft de lichtkrant aangezet en voor de voorruit gehouden.44
Verdachte was achterin de auto gestapt en had gezegd: "Geld". De bestuurder pakte geld uit zijn binnenzak en dat heeft [verdachte B] aangepakt. Ook heeft [verdachte B] de sleutel uit het contactslot van de auto gehaald. Terug in de auto zag [verdachte B] dat verdachte een damestas in zijn hand had.45 Hij vermoedde dat de tas was afgepakt van de vrouw in de auto. Direct daarop reden ze naar Arnhem. [verdachte B] was bestuurder.
Verdachte en medeverdachte hadden samen plannen gemaakt om een auto met gebruik van de daartoe aangeschafte lichtbalk te laten stoppen en die mensen geld of goederen afhandig te maken.46 [verdachte B] heeft verklaard dat verdachte in Klarendal bij hem in de auto is gestapt en dat ze samen in de auto zaten toen ze naar Apeldoorn reden. Er zat geen derde persoon bij hen in de auto.47 Ze hadden op 23 november 2009 afgesproken op pad te gaan om te kijken of ze hun slag konden slaan.48 Medeverdachte zou dan naar het portier lopen en verdachte zou achterin stappen en om geld vragen. [verdachte B] had een mes meegenomen.49
Daarna zijn ze richting Arnhem gereden. Bij het Texaco benzinestation in Arnhem Zuid, bij Presikhaaf hebben ze getankt en heeft medeverdachte twee flesjes drinken gekocht.50 Daarna zijn ze via het Velperbroekcircuit naar Klarendal, achter Albert Heijn, gereden en daar hebben ze de buit bekeken.51
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat de aangetroffen hoodie/capuchontrui waarvan de voorzijde over het hoofd getrokken kan worden om er een bivakmuts van te maken en waarvan foto's in het dossier zijn te vinden, van hem is.52 Ter terechtzitting heeft verdachte, nadat hem foto's uit het dossier zijn voorgehouden, verklaard ook zo'n soort trui te hebben. Nadat getuige [getuige A] bij de rechter-commissaris een foto is getoond van de onder verdachte inbeslaggenomen rode capuchontrui, heeft [getuige A] verklaard dat dat een trui van hun vereniging is, dat verdachte lid is van die vereniging en dat verdachte inderdaad zo'n trui heeft.53
Ten aanzien van de verklaring van medeverdachte [verdachte B]
De raadsman heeft bepleit dat de verklaring welke medeverdachte [verdachte B] bij de politie heeft afgelegd niet gebezigd kan worden voor het bewijs en dat uit moet worden gegaan van zijn bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting afgelegde verklaring.
De officier van justitie heeft gesteld dat de verklaring van [verdachte B] bij de politie gebruikt dient te worden voor het bewijs, nu zij de verklaring ter terechtzitting onbetrouwbaar en onvoldoende overtuigend acht.
De rechtbank acht de verklaring die [verdachte B] op 16 juni 2010 ten overstaan van de rechter- commissaris, alsmede welke hij ter terechtzitting van 1 oktober 2010 als getuige in de zaak van verdachte heeft afgelegd niet geloofwaardig. In deze verklaringen ontkent hij weliswaar de overval tezamen met verdachte te hebben gepleegd, doch zijn verklaringen zijn niet ondubbelzinnig, niet consistent en bevatten onderlinge tegenstrijdigheden, bijvoorbeeld met betrekking tot het aantal personen dat bij hem in de auto heeft gezeten en mee naar Apeldoorn is gereden en bij de overval aanwezig is geweest. De rechtbank betrekt daarbij tevens het tijdsverloop van bijna 7 maanden, voordat [verdachte B] is teruggekomen op zijn bij de politie afgelegde verklaringen. Medeverdachte heeft meermalen verklaard over de betrokkenheid van verdachte bij de overval. Ook al nadat hij enkele weken gedetineerd zat, heeft hij zich aan zijn verklaring gehouden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft hij geen begrijpelijke uitleg gegeven voor het tegenover de politie herhaaldelijk belastend verklaren over verdachte, in een situatie dat deze geen enkele betrokkenheid bij de gepleegde overvallen zou hebben gehad. Derhalve zal de rechtbank zijn verklaringen bij de politie bezigen voor het bewijs. .De omstandigheid dat [verdachte B] één van zijn verklaringen niet heeft ondertekend, omdat de auto niet terug werd gegeven aan zijn moeder, mag niet leiden tot de conclusie dat hij het niet eens was met de inhoud van de verklaring zoals die in het proces-verbaal van verhoor is weergegeven.
Ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank komt tot dat oordeel op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen. Medeverdachte [verdachte B] heeft bekend de overval samen met verdachte te hebben gepleegd. Verdachte is tezamen met medeverdachte in/bij de auto van medeverdachte in Arnhem aangetroffen. In die auto zijn meerdere gestolen, en onmiskenbaar aan de slachtoffers toebehorende goederen aangetroffen. Het tijdsverloop tussen de poging om te pinnen om 04.03 en 04.04 uur, het tanken in Arnhem om 04.06 (gecorrigeerde tijd), vervolgens de aanhouding in Arnhem rond 04.15 uur in samenhang met de overeenkomsten tussen de kleding van de persoon op de beelden van het pinnen, de kleding (hoodie en sweater met capuchon) die verdachte droeg tijdens zijn aanhouding alsmede de verklaringen van [slachtoffer A] en [slachtoffer B] over de bivakmuts van de man achterin de auto maken de bewijslevering compleet en leiden tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte tezamen en in vereniging met medeverdachte de overval op [slachtoffer A] en [slachtoffer B] heeft gepleegd.
Tevens is de rechtbank van oordeel dat sprake is van diefstal met bedreiging van geweld, nu verdachte en medeverdachten de handtas en de autosleutels zélf hebben weggenomen. Voorts is de rechtbank van oordeel dat sprake is van afpersing, nu verdachten aangever tot afgifte van een geldbedrag hebben gedwongen en het geld is afgegeven.
Ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde: vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, nu de overeenkomsten in modus operandi onvoldoende zijn om tot een bewezenverklaring te komen.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 24 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen autosleutels (van
een Ford Escort) en een handtas met daarin een portemonnee en een ING bankpas en een creditcard van Piet Zoomers en een bos sleutels en twee mobiele telefoons van het merk Nokia, toebehorende aan [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededader
- de portieren van de auto van die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben opengetrokken en
tegen die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] schreeuwden: "Geld, alles" en
- vervolgens in die auto is/zijn gaan zitten en die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] een mes heeft/hebben getoond en daarbij die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden: "Geld. Alles. Ik wil alles" heeft/hebben toegevoegd en
- heeft/hebben gepoogd die autogordel door te snijden
en
hij op 24 november 2009 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met geweld [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, groot 350 euro, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B],
welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededader
- de portieren van de auto van die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben opengetrokken en
tegen die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] schreeuwden: "Geld, alles" en
- vervolgens in die auto is/zijn gaan zitten en die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] een mes heeft/hebben getoond en daarbij die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden: "Geld. Alles. Ik wil alles" heeft/hebben toegevoegd en
- heeft/hebben gepoogd die autogordel door te snijden.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Feit 1: diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf
1. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk gevorderd met een proeftijd van twee jaar met reclasseringstoezicht.
2. De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de raadsman geen strafmaatverweer gevoerd.
3. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte betrokken is geweest bij een overval die midden in de nacht op straat plaats vond. Verdachte heeft daartoe aangesloten bij een door zijn medeverdachte uitgedacht plan, waarvoor middelen zijn aangeschaft, slachtoffers zijn uitgekozen en gedurende enige tijd achtervolgd zijn, alvorens de overval te plegen. Er is sprake van een weloverwogen, niet impulsieve actie. Daarbij hebben verdachte en zijn mededader zich tegenover de slachtoffers voorgedaan als politie om hen te doen stoppen en te kunnen benaderen. Door deze misleiding is het vertrouwen van de slachtoffers ernstig geschaad. De overval moet voor hen een beangstigende ervaring zijn geweest, te meer nu één van de verdachten in de auto bij de slachtoffers is gaan zitten met een mes in de hand en met dat mes heeft getracht de autogordel door te snijden. Deze ervaring en het gevoel niet meer veilig te zijn in de nachtelijke uren op de openbare weg kan, naar de ervaring leert, het leven van de slachtoffers langdurig beïnvloeden. Het is bekend dat slachtoffers van dergelijke overvallen veelal langdurige en ernstige psychische gevolgen daarvan ondervinden. De overval heeft daarnaast ook maatschappelijk voor gevoelens van onveiligheid gezorgd.
4. Ten nadele van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij meermalen is veroordeelde ter zake vermogens- en geweldsdelicten.
5. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport d.d. 28 januari 2010, waaruit volgt dat -als de feiten bewezen worden in combinatie met de persoonlijkheidsproblematiek- het recidiverisico als zeer hoog wordt ingeschat. Gelet op de ontkenning van verdachte is een gedragsinterventie niet geïndiceerd. De reclassering heeft zich gelet op de ontkenning van verdachte ook onthouden van een advies.
6. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden, waarbij de rechtbank aansluiting heeft gezocht met eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken. De rechtbank komt om die reden en aangezien zij verdachte van zowel feit 2 als feit 3 vrij spreekt tot een lagere straf dan geëist door de officier van justitie.
Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer C] heeft zich ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 1.858,00 gevoegd in het strafproces.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat vordering tot een bedrag van
€ 500,00 immateriële schade kan worden toegewezen. Voor het overige dient te vordering niet-ontvankelijk verklaard te worden, nu de vordering op dat punt onvoldoende is onderbouwd.
De raadsman heeft niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bepleit, nu verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde.
De benadeelde partij [slachtoffer C] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte is vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
In beslag genomen voorwerpen
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de na te noemen rechthebbenden.
- Geld € 130,00 aan [slachtoffer A].
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de het telefoontoestel, merk Nokia aan de veroordeelde.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan:
- Kleding, trui met bivakmuts als capuchon.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24, 27, 33, 33a, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1: diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 (zes) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- Kleding, trui met bivakmuts als capuchon;
* gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven telefoontoestel, merk Nokia aan veroordeelde;
* gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag van
€ 130,00 aan [slachtoffer A];
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer C] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Van de Wetering, voorzitter, Van Valderen en Davids, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 oktober 2010 te 13.30 uur.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer2009095402, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op
14 februari 2010.
2 Stam proces-verbaal (pagina 9).
3 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 103).
4 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 103).
5 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 104).
6 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 108).
7 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113).
8 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 104).
9 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 104).
10 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 104).
11 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 109).
12 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 109).
13 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 104).
14 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113).
15 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 104).
16 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 104) en proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113).
17 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 110)
18 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113)
19 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113).
20 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113).
21 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113).
22 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 114).
23 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer B] (pagina 113 en 114).
24 Proces-verbaal van aanhouding van verdachte (pagina 64 en 65).
25 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 129).
26 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 129).
27 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 129).
28 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 131).
29 Stam proces-verbaal (pagina 15) en een schriftelijk bescheid betreffende gegevens van T-Mobile (pagina 170).
30 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 131).
31 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 132 en 133).
32 Schriftelijk bescheid, inhoudende pintransacties van bankrekeningnummer [nummer] (pagina 137 en 138).
33 Prints van de videobeelden van de geldautomaat van vestiging Hanzestraat 145 te Arnhem van 24 november 2009 te 4.00 uur tot 24 november 4.10 uur (pagina 144-147).
34 Prints van de videobeelden van de geldautomaat van vestiging Hanzestraat 145 te Arnhem van 24 november 2009 te 4.00 uur tot 24 november 4.10 uur (pagina 144-147).
35 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 123).
36 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2010 opgemaakt door Van Eeuwijk (ongenummerd).
37 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 151).
38 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 151).
39 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 151 en 152).
40 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 152).
41 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 152).
42 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 44).
43 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 45).
44 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 48).
45 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 45).
46 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 48).
47 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 60).
48 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 48).
49 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 53).
50 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 55).
51 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 55 en 60).
52 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 80), proces-verbaal van bevindingen (pagina 124-125) en proces-verbaal van de terechtzitting van 10 augustus 2010 (pagina 4).
53 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] bij de rechter-commissaris d.d. 16 juni 2010
(pagina 3).