ECLI:NL:RBZUT:2010:BO1042

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
19 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/850146-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • F. Feraaune
  • A. Heenk
  • J. van der Hooft
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewoonteheling van legerradio's en zendapparatuur

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 19 oktober 2010 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van gewoonteheling van legerradio's en zendapparatuur. De verdachte, geboren in 1944 en woonachtig in [plaats], werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.A. Spekschoor. De tenlastelegging betrof het verwerven, voorhanden hebben en overdragen van diverse legerradio's en aanverwante apparatuur in de periode van 24 juni 2005 tot en met 20 januari 2009, waarbij de verdachte wist dat het om gestolen goederen ging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in deze periode een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, gebaseerd op verklaringen van getuigen en de verdachte zelf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren, gezien zijn ervaring in de branche en de waarde van de goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur, met de waarschuwing dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis kan worden opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met het blanco strafblad van de verdachte en zijn leeftijd, maar vond de ernst van de feiten zwaarder wegen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/850146-09
Uitspraak d.d.: 19 oktober 2010
tegenspraak / dip / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1944],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. C.A. Spekschoor, advocaat te Lochem.
Onderzoek van de zaak
De zaak is behandeld door de politierechter op de terechtzitting van 8 december 2009 en vervolgens verwezen naar de meervoudige kamer. De zaak is verder behandeld door de meervoudige kamer van deze rechtbank op de terechtzitting van 5 oktober 2010. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op die terechtzitting.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de pleegperiode van 24 juni 2005 tot en met 20 januari 2009, te Exel, in de gemeente Lochem, althans in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte toen en daar een of meer legerradio's/zendapparatuur (type RT 9500 en/of FM 9500 en/of KL/VRC 9533 en/of RT 9500A en/of FM 9000 en/of FM 9200 en/of RT 9100 en/of RT9200) en/of een of meer connectoren en/of een of meer legerluidspreker(s) en/of een of meer spreeksleutels/microfoons, althans (telkens) legergoederen verworven (van [naam 1]), voorhanden gehad en/of overgedragen (parketnummer 850146-09) en/of een of meer koptelefoons en/of een of meer legerrugzakken en/of een of meer legerslaapzakken en/of een of meer legerkooktoestellen en/of een of meer opladers en/of een of meer legerkledingstukken en/of een of meer legerlaarzen/schoenen en/of een of meer legerponcho's en/of een of meer legertafelts en/of een of meer legerverbandtrommels en/of een of meer legerradio's/zendapparatuur (o.m. type RT 9100 en/of RT 9200 en/of RT 9500) en/of een of meer legerluidspreker(s) en/of een of meer spreeksleutels/microfoons, althans (telkens) legergoederen verworven (van [naam 2]), voorhanden gehad en/of overgedragen (parketnummer 850041-09), terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
art 417 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 24 juni 2005 tot en met 20 januari 2009, te Exel, gemeente Lochem, in elk geval in Nederland, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal,
(telkens) een of meer legerradio's/zendapparatuur (type RT 9500 en/of FM 9500 en/of KL/VRC 9533 en/of RT 9500A en/of FM 9000 en/of FM 9200 en/of RT 9100 en/of RT9200) en/of een of meer connectoren en/of een of meer legerluidspreker(s) en/of een of meer spreeksleutels/microfoons en/of een of meer legerrugzakken en/of een of meer legerslaapzakken en/of een of meer legerkooktoestellen en/of een of meer opladers en/of een of meer legerkledingstukken en/of een of meer laars/laarzen en/of een of meer poncho's, althans (telkens) legergoederen heeft verworven (van [naam 2] en/of [naam 1]), voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat goed(eren) (telkens) redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; (parketnummers 850041-09 en 850146-09)
art 417bis lid 1 ahf/ond 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op dinsdag 8 juli 2008 is op de brigade der Koninklijke Marechaussee Veluwe te Apeldoorn aangifte gedaan van diefstal uit [loods, kazerne te plaats]. Het betrof een aangifte van diefstal van een zevental militaire radio's van type RT9100 en/of RT9200 en/of RT9500. Ook is er oplaadapparatuur voor het type RT9100 radio weggenomen. Tevens is in de periode tussen 23 juni 2008 en 14 juli 2008 een zestal aangiften gedaan van diefstal van militaire uitrusting van legeringskamers op [kazerne in plaats]. Naar aanleiding van deze aangiften is door de Koninklijke Marechaussee Brigade Veluwe afdeling Recherche en Informatie een onderzoek opgestart.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit. Het bewijs kan gebaseerd worden op de aangiften, de verklaringen van [naam 1] en [naam 2], op hetgeen bij verdachte is aangetroffen en hetgeen verdachte zelf heeft verklaard. De officier van justitie is van mening dat verdachte wist, dan wel welbewust het risico heeft genomen, dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Verdachte kan worden aangemerkt als een deskundige in deze branche. Wanneer aan hem radio's worden aangeboden, moet voor hem duidelijk zijn dat deze van een misdrijf afkomstig zijn. De radio's zijn van aanzienlijke waarde en het moet verdachte bekend zijn dat deze niet in het vrije verkeer verkrijgbaar zijn. Verdachte heeft geen nader onderzoek gedaan naar de herkomst van de radio's, terwijl op hem wel deze plicht rustte. Ook heeft verdachte regelmatig andere gestolen goederen gekocht van [naam 1] en [naam 2].
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit. Verdachte heeft geen opzet dan wel voorwaardelijk opzet gehad. Verdachte heeft niet kunnen weten dat de aangeboden goederen van diefstal afkomstig waren en heeft het ook niet hoeven te vermoeden. De goederen zijn defensiespullen die overal verkocht worden, ook bij de Domeinen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs in het dossier aanwezig is dat verdachte wist dat de connectoren, legerluidspreker(s) en spreeksleutels/microfoons, welke hij heeft verworven van [naam 1] en de koptelefoons, legerrugzakken, legerslaapzakken, legerkooktoestellen, opladers, legerkledingstukken, legerlaarzen/schoenen, legerponcho's, legertafels, legerverbandtrommels, legerluidspreker(s) en spreeksleutels/microfoons, welke hij heeft verworven van [naam 2], door een misdrijf verkregen goederen betrof. Verdachte heeft aannemelijk gemaakt dat deze goederen vrij verkrijgbaar zijn, waaronder bij de Domeinen.
Met betrekking tot de eveneens tenlastegelegde gewoonteheling van legerradio's/zend-apparatuur overweegt de rechtbank als volgt.
[naam 1] heeft verklaard dat hij in mei 2006 de eerste gestolen radio aan verdachte in [plaats] heeft verkocht. Hij kreeg voor de eerste radio € 350,00 van verdachte, vervolgens kreeg hij steeds minder voor die radio's.2 Ook heeft hij in 2005 een RT9500 verkocht aan verdachte en daarvoor nog één RT 9100.3 Verdachte heeft [naam 1] wel eens gevraagd of hij nog meer van die radio's kon krijgen. Vervolgens heeft [naam 1] een radio, type 9500, gestolen en 's avonds aan verdachte verkocht. Verdachte vond de radio niet goed, de knoppen waren vies en zo. Een tijd later vroeg verdachte weer of [naam 1] radio's kon leveren. [naam 1] heeft wederom een radio, type 9500, gestolen en is dezelfde dag naar verdachte gereden. Verdachte zei dat die radio niet goed was, omdat er krassen op zaten en ze die niet konden spuiten. Als [naam 1] de radio's bracht, nam verdachte deze aan en legde deze achter de balie, in een schuurtje of in zijn auto. Verdachte zei tegen [naam 1] dat hij die radio's 's avonds nog wegbracht. Verdachte heeft wel eens tegen [naam 1] verteld dat hij zijn bek dicht moest houden over deze handel, want anders zou hij het wel even regelen.4
Getuige [getuige] heeft zelf een dumpzaak in [plaats]. Hij heeft verklaard dat [naam 1] hem zendapparatuur te koop aan bood welke kant en klaar en werkend was. Hij vond dit vreemd, omdat hij weet dat als je zendapparatuur bij de Domeinen koopt er wat is uitgehaald waardoor het niet meer werkt. Hij vertrouwde het niet en hij handelde er niet in. Later vertelde [naam 1] tegen [getuige] dat hij de zendapparatuur aan verdachte heeft verkocht.5
[naam 2] heeft verklaard dat hij een aantal verbindingsmiddelen uit de loods op de kazerne in de Harskamp heeft gehaald en aan [verdachte] heeft verkocht.6 Hij heeft drie draagbare FM9200 radio's weggehaald en aan verdachte in [plaats] verkocht.7 Ook heeft hij een FM9500 en FM9200 gestolen en aan verdachte verkocht. Hij heeft verklaard dat als hij "spul" had, hij verdachte belde. Hij ging dan naar zijn woonboerderij in [plaats] toe. De zaken werden bij de auto van [naam 2] afgedaan, verdachte bekeek het "spul" dat [naam 2] in de auto had en er werd een prijs afgesproken. Verdachte haalde vervolgens het geld uit zijn broekzak. Als er afgerekend was, pakte verdachte de spullen en gooide hij deze in een auto. [naam 2] heeft verklaard dat als hij verdachte belde, hij dan moest zeggen dat hij spul voor hem had, omdat verdachte niet wilde dat er over de telefoon inhoudelijk gesproken werd over de goederen. Dit was vooral in de periode dat [naam 2] verbindingsmiddelen naar verdachte toe bracht. Verdachte heeft [naam 2] verteld dat hij de verbindingsmiddelen niet zichtbaar in de winkel had. Tevens heeft [naam 2] verklaard dat verdachte hem heeft verteld dat hij het idee had dat het redelijk illegaal was om die verbindingsmiddelen te verkopen.8
Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat de militaire radio's die hij van [naam 1] kocht, gestolen waren. Verdachte heeft echter ook verklaard dat hij een keer aan een eigenaar van een andere dumpzaak heeft gevraagd of hij wist waar de militaire radio's vandaan kwamen. Deze eigenaar vertelde verdachte dat hij niet van die radio's kocht.9 Verdachte heeft tevens verklaard dat hij zijn dumpwinkel ongeveer 20 jaar heeft. Hij heeft meerdere keren radio's van [naam 2] gekocht.10
Bovenstaande bewijsmiddelen brengen de rechtbank tot de conclusie dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling van legerradio's/zendapparatuur. In het bijzonder uit de verklaringen van [naam 1] en [naam 2] blijkt dat verdachte ten tijde van het verwerven of voorhanden krijgen wist dat sprake was van gestolen goederen. De bewezenverklaarde periode in aanmerking genomen, evenals de hoeveelheid radio's, acht de rechtbank tevens wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van gewoonteheling.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in de pleegperiode van 24 juni 2005 tot en met 20 januari 2009, te Exel, in de gemeente Lochem, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte toen en daar een of meer legerradio's/zendapparatuur (type RT 9500 en/of FM 9500 en/of KL/VRC 9533 en/of RT 9500A en/of FM 9000 en/of FM 9200 en/of RT 9100 en/of RT9200) verworven (van [naam 1]), voorhanden gehad en/of overgedragen (parketnummer 850146-09) en/of een of meer legerradio's/zendapparatuur verworven (van [naam 2]), voorhanden gehad en/of overgedragen (parketnummer 850041-09), terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Van het plegen van opzetheling een gewoonte maken
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf, te weten een werkstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
De raadsman heeft primair geconcludeerd tot vrijspraak van hetgeen ten laste is gelegd.
Subsidiair heeft de raadsman een strafmaatverweer gevoerd. Verdachte heeft een blanco strafblad en leeft in angst na hetgeen is gebeurd. De raadsman verzoekt de rechtbank bij een veroordeling verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf, danwel een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gewoonteheling. Verdachte heeft hiermee bijgedragen aan de diefstal van militaire legerradio's/zendapparatuur, door een makkelijke 'afzetmarkt' te creëren voor [naam 2] en [naam 1]. Sterker nog, hij schroomde niet om om meer radio's te vragen. Anderzijds houdt de rechtbank rekening met het tot dusver blanco strafblad van verdachte en de reeds hogere leeftijd van verdachte.
Al het voorgaande in aanmerking nemend, maakt dat de rechtbank geen aanleiding ziet om verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen. Wel legt de rechtbank verdachte een taakstraf op, zijnde een werkstraf van 60 uur.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 22c, 22d en 417 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart wel bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Van het plegen van opzetheling een gewoonte maken
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 60 (zestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen;
Aldus gewezen door mrs. Feraaune, voorzitter, Heenk en Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Oosting, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 oktober 2010.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL27NV/08-005379, Koninklijke Marechaussee, brigade Veluwe, gesloten en ondertekend op 13 mei 2009, tenzij anders aangegeven.
2 Proces-verbaal van verhoor [naam 1], p. 217
3 Proces-verbaal van verhoor [naam 1], p. 222
4 Proces-verbaal van verhoor [naam 1], p. 228
5 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige], p. 755
6 Dit betreft delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL27NV/08-004725, Koninklijke Marechaussee, brigade Veluwe, gesloten en ondertekend op 17 februari 2009, in het bijzonder het proces-verbaal van verhoor [naam 2], p. 227
7 Dit betreft delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL27NV/08-004725, Koninklijke Marechaussee, brigade Veluwe, gesloten en ondertekend op 17 februari 2009, in het bijzonder het proces-verbaal van verhoor [naam 2], p. 230
8 Dit betreft Dit betreft delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL27NV/08-004725, Koninklijke Marechaussee, brigade Veluwe, gesloten en ondertekend op 17 februari 2009, in het bijzonder het proces-verbaal van verhoor [naam 2], p. 231
delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL27NV/08-004725, Koninklijke Marechaussee, brigade Veluwe, gesloten en ondertekend op 17 februari 2009, in het bijzonder het proces-verbaal van verhoor [naam 2], p. 237-238
9 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 206
10 Dit betreft delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL27NV/08-004725, Koninklijke Marechaussee, brigade Veluwe, gesloten en ondertekend op 17 februari 2009, in het bijzonder het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 247-253