ECLI:NL:RBZUT:2010:BO4386
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Kleinrensink
- J. van der Mei
- M. Feraaune
- Rechtspraak.nl
Tussenbeslissing inzake schorsing van het onderzoek in een strafzaak met betrekking tot een verdachte
Op 18 november 2010 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenbeslissing genomen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1992 en woonachtig te [plaats, adres]. De rechtbank heeft het onderzoek in deze zaak voor onbepaalde tijd geschorst, in afwachting van rapportages van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Interdisciplinair Forensisch Onderzoek (IDFO). De beslissing volgde op een regiezitting die op 4 november 2010 had plaatsgevonden, waar de procesdeelnemers hun wensen en verzoeken konden indienen in het kader van het SANSA-onderzoek. De rechtbank heeft aangegeven dat er nog verdere onderzoekswensen kunnen zijn, afhankelijk van de uitkomsten van de rapportages die nog moeten worden ingediend.
In de tussenbeslissing is ook ingegaan op de inhoud van het neuropathologisch rapport, waarin werd gesteld dat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen traumatische veranderingen door slagen of door impact tijdens een verkeersongeval. De rechtbank heeft verzocht om nadere rapportage van het NFI over mogelijke verwondingen aan het hoofd van het slachtoffer. Daarnaast is er een rapport van gedragsdeskundige drs. M. Truijers besproken, waarin werd aangegeven dat niet alle vragen over de verhooromstandigheden van de verdachte beantwoord konden worden. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om hierover nader te rapporteren.
De rechtbank heeft besloten om de stukken opnieuw in handen te stellen van de rechter-commissaris en heeft de officier van justitie opgedragen om te rapporteren over de voortgang van de onderzoeken. Tevens is de oproeping van de verdachte en zijn ouders voor een toekomstige regiezitting bevolen. Deze beslissing is genomen door de rechters A. Kleinrensink, J. van der Mei en M. Feraaune, in aanwezigheid van griffier Van Bun, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 18 november 2010.