ECLI:NL:RBZUT:2010:BO4387
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kleinrensink
- A. van der Mei
- F. Feraaune
- Rechtspraak.nl
Tussenbeslissing inzake schorsing van het onderzoek in een strafzaak met meerdere parketnummers
Op 18 november 2010 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenbeslissing genomen in een strafzaak met de parketnummers 06/940174-10 en 06/820266-10. De rechtbank heeft het onderzoek in deze zaak voor onbepaalde tijd geschorst, in afwachting van de uitkomsten van nog te ontvangen rapportages van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de samenvattende conclusie van het Interdisciplinair Forensisch Onderzoek (IDFO). De schorsing is noodzakelijk omdat de onderzoeksresultaten naar verwachting niet binnen een maand beschikbaar zullen zijn. De rechtbank heeft aangegeven dat er begin januari 2011 een nieuwe terechtzitting gepland zal worden om te bezien of er verdere onderzoekswensen zijn, afhankelijk van de uitgebrachte rapporten en getuigenverhoren.
Tijdens de zitting van 4 november 2010 heeft de raadsman, mr. C.L. Kranendonk, een verzoek gedaan om een reconstructie van de gebeurtenissen, gebaseerd op de deelrapporten van het NFI. De rechtbank heeft echter besloten om dit verzoek af te wijzen, omdat zij eerst de samenhangende conclusie van het IDFO wil afwachten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er onvoldoende duidelijkheid is over mogelijke verwondingen aan het hoofd van het slachtoffer, en heeft de officier van justitie verzocht om het NFI hieromtrent nader te laten rapporteren.
De rechtbank heeft de stukken opnieuw in handen gesteld van de rechter-commissaris voor verdere uitvoering van de onderzoeksopdracht en heeft de oproeping van de moeder van de verdachte en de gezinsvoogdes bevolen. Deze beslissing is genomen in het belang van het onderzoek en om de verwevenheid van de verschillende strafzaken te waarborgen. De rechtbank heeft benadrukt dat de schorsing van het onderzoek langer dan één maand kan duren, maar niet langer dan drie maanden na de datum van de beslissing.