ECLI:NL:RBZUT:2010:BO4436
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incidentiële vordering tot benoeming van een deskundige niet ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 29 september 2010 uitspraak gedaan in een incident waarbij de man verzocht om de benoeming van een deskundige. De man, die lijdt aan een bipolaire stoornis, stelde dat hij ten tijde van de comparitie niet in staat was zijn wil te bepalen en dat de overeenkomst van 2 februari 2010 vernietigd diende te worden. De vrouw, daarentegen, voerde aan dat de man niet-ontvankelijk was in zijn vordering, omdat hij niet tijdig had gereageerd en het incident in strijd was met de goede procesorde. De rechtbank oordeelde dat de man niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn incidentele vordering, omdat er geen processuele verwikkeling was die een beslissing vereiste voordat de hoofdzaak verder kon worden beoordeeld. De rechtbank benadrukte dat de man de mogelijkheid had om de benoeming van een deskundige ter sprake te brengen in de reguliere processtukken of tijdens de comparitie, maar dat hij deze mogelijkheid niet had benut. Bovendien was er geen concrete medische onderbouwing voor de stelling van de man dat hij niet in staat was zijn wil te bepalen. De rechtbank besloot dat de zaak weer op de rol zou komen voor een antwoordakte door de man en compenseerde de proceskosten in het incident, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.