RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940310-10 en 06/850187-10 (gev. ttz.) en 21/002746-09 (TUL)
Uitspraak d.d.: 20 december 2010
tegenspraak / dip / oip
[verdachte],
geboren te [plaats, 1982],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Doetinchem.
Raadsman: W.K. Cheng, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 december 2010.
Aan verdachte is onder parketnummer 06/940310-10 ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 08 augustus 2010 in de gemeente Doetinchem tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan/nabij de [adres]) heeft weggenomen:
- een fotocamera (merk Pentax) met bijbehorend tasje en/of
- een horloge (merk Seiko) en/of
- een USB stick en/of
- drie, althans één of meer ring(en)/sier(a)aden,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A] in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(zaak 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 08 augustus 2010 tot en met 09 augustus
2010 in de gemeente Doetinchem en/of te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen:
- een fotocamera (merk Pentax) met bijbehorend tasje en/of
- een horloge (merk Seiko) en/of
- een ring (met inscriptie JH)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen
van voornoemde goederen wist(en), althans rederlijkerwijs had(den) moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(zaak 2)
art 417bis lid 1 ahf ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 09 augustus 2010 te Veenendaal tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan/nabij de [adres]) heeft weggenomen:
- autosleutels (behorende bij een Peugeot, type 406 coupe, kenteken [kenteken])
en/of
- een horloge en/of
- een slof sigaretten (merk Marlboro) en/of
- sleutels en/of
- een (dames)schoudertas (kleur grijs) met inhoud en/of
- een laptop (merk Packard Bell) en/of
- een sleutelbos en/of
- een portemonnee (met inhoude),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B] en/of
[slachtoffer C] en/of [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
hij op of omstreeks 09 augustus 2010 te Veenendaal tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
personenauto (merk Peugeot, type 406 Coupe, kenteken [kenteken]), in elk geval
ening goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
(zaak 5)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 09 augustus 2010 te Veenendaal en/of te Ulft, gemeente
Oude IJsselstreek en/of in de gemeente Doetinchem, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
- (een) pakje(s) sigaretten (merk Marlboro) en/of
- een horloge (merk OOZOO) en/of
- een (dames)schoudertas (kleur grijs) met inhoud en/of
- een laptop (merk Packard Bell) en/of
- twee, althans een sleutelbos(sen) en/of
- meerdere cd's en/of
- een portemonnee met inhoud en/of
- parfum (merk Coco Chanel) en/of
- verzekeringspapieren (behorende bij een personenauto (merk Peugeot, type 406
Coupe, kenteken [kenteken]) en/of
- Iraans geld,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen
van voornoemde goederen wist(en), althans redelijerwijs had(den) moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(zaak 5)
art 417bis lid 1 ahf ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 31 juli 2010 te Dedemsvaart, gemeente Hardenberg, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan/nabij de [adres]) heeft weggenomen:
- meerdere, althans een horloge(s) en/of
- meerdere, althans een pen(nen) en/of pennenset(s) en/of
- drie, althans één of meer laptops en/of
- meerdere autosleutels en/of
- twee, althans één of meer, telefoons en/of
- een identiteitskaart (op naam van [slachtoffer E]) en/of
- een fototoestel (merk Olympus) en/of
- een portemonnee en/of
- meerdere sieraden
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer E]
en/of [slachtoffer F], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming
hij op of omstreeks 31 juli 2010 te Dedemsvaart, gemeente Hardenberg, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
personenauto (merk Mercedes, type C 220 CDI, kenteken [kenteken]), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer F], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutel;
(zaak 4)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2010 tot en met 09 augustus 2010 te
Dedemsvaart, gemeente Hardenberg en/of in de gemeente Doetinchem en/of te
Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
- een identiteitskaart (op naam van [slachtoffer E]) en/of
- een horlogedoosje met daarin een (heren)horloge (merk Tissot) en/of
- een etui met daarin een vulpen en vulpotlood (met logo CSG) en/of
- een doos met daarin een vulpen en balpen (merk Waterman) en/of
- een sleutelset en/of
- een zilverkleurige schakel en/of
- een huissleutel (merk Ultralite),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen
van voornoemde goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(zaak 4)
art 417bis lid 1 ahf ond 1 Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 06 augustus 2010 tot en met 08 augustus
2010 in de gemeente Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan/nabij de [adres]) heeft weggenomen:
- een televisie (merk Samsung) en/of
- een laptop (merk Hp, kleur brons) met bijbehorende hoes en oplader en/of
- een hoeveelheid harde schijven en/of
- een computer (merk Alternate) en/of
- een hoeveelheid kleingeld en/of
- een hoeveelheid DVD's en/of
- twee, althans een fotocamera(s)en/of
- meerdere, althans een, mediaspeler(s) en/of
- twee, althans één of meer, horloges en/of
- een schroevendraaierset (merk Torx) en/of
- een Sci-phone en/of
- geluidsapparatuur en/of
- een sporttas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G],
en/of [slachtoffer H] en/of [slachtoffer F], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(zaak 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 06 augustus 2010 tot en met 09 augustus
2010 in de gemeente Doetinchem en/of te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek,in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen:
- een laptop (merk HP, kleur brons) en/of een (bijbehorende) oplader en/of
- oordopjes en/of
- een schroevendraaierset (merk Torx) en/of
- twee, althans één of meer kniebandages (merk Mizuno) en/of
- een Sci-phone en/of
- een USB-stcik en/of
- een fototoestel (merk Olympus) en/of
- een harde schijf (merk Maxtor) en/of
- een netsaver (met Australische stekker) en/of
- een sporttas (merk KWD),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen
van voornoemde goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(zaak 3)
art 417bis lid 1 ahf ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 07 augustus 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
garage/bedrijfspand en/of een daarboven gelegen woning (gelegen aan/nabij de
[adres]) heeft weggenomen:
- meerdere, althans een, autosleutel(s) en/of
- een geldkistje met daarin een hoeveelheid geld en/of
- een broek en/of
- een ketting met daaraan een sleutelbos,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer J] en/of
[slachtoffer K], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en/of inklimming;
(zaak 6)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 07 augustus 2010 tot en met 09 augustus
2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek en/of in de gemeente Doetinchem
en/of te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meerdere, althans een autosleutel(s) en/of een ketting met daaraan twee
zakmesjes heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist(en), althans redelijkerwijs
had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof;
(zaak 6)
art 417bis lid 1 ahf ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is onder parketnummer 06/850187-10 ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 10 augustus 2009, te Mariënvelde, gemeente Oost Gelre, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een pand aan de Waalderweg
heeft weggenomen een kist met een of meer kentekenbewijzen en/of een of meer
autosleutels en/of een doos met (Mercedes Benz) auto-onderdelen en/of
meetapparatuur en/of een navigatiesysteem en/of een computer/notebook (HP)
en/of een navigatie-cd en/of een rugzak en/of een cd-speler en/of een RDW pas
en/of een krat bier en/of geld, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten
dele toebehorende aan [bedrijf sla[slachtoffer L], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 10 augustus 2009, te Mariënvelde, gemeente Oost Gelre,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto
(Mercedes Benz 320 CE), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf sla[slachtoffer L], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen auto onder zijn/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van een valse sleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Bij de politie kwamen in de nacht van 9 augustus 2010 twee meldingen binnen van inbraken in Doetinchem en daarbij werd een signalement gegeven.2 Verbalisanten reden in de omgeving en keken uit naar de omschreven man. Na een kwartier te hebben uitgekeken naar de man, reden zij via de Europaweg in Doetinchem de stad weer uit.3 Bij een tankstation aan de Europaweg in Doetinchem zagen verbalisanten een rode Mercedes (kenteken [kenteken]) staan, waarvan verdachte de bestuurder was.4 In de auto werden meerdere inbrekerswerktuigen aangetroffen. Vervolgens werden in de auto meerdere goederen aangetroffen, waarvan werd vermoed dat deze van diefstal afkomstig waren.5 In de kofferbak werden onder andere een rugzak, een laptoptas en een plastic tas met verschillende DVD's aangetroffen.6 Verdachte werd op 9 augustus 2010 om 4.58 uur aangehouden. Op vragen van de verbalisant antwoordde verdachte dat hij voor een uitzendbureau werkte en op een collega aan het wachten was. Verdachte had kort daarvoor tegen verbalisant [verbalisant A] verklaard dat hij bij [naam bedrijf] werkte.7
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de onder parketnummer 06/940310-10 en 06/850187-10 ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdachte
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder parketnummer 06/940310-10 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het onder parketnummer 06/850187-10 heeft de raadsman naar voren gebracht dat voor die feiten een bewezenverklaring kan volgen, nu verdachte deze feiten bekent, zij het dan dat verdachte veel minder goederen heeft weggenomen dan tenlastegelegd.
Beoordeling door de rechtbank ten aanzien van parketnummer 06/940310-10
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde: vrijspraak
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 5 ten laste gelegde nu uit het dossier in onvoldoende mate de betrokkenheid van verdachte bij die diefstal blijkt.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Aangever [slachtoffer A] heeft verklaard dat hij op 8 augustus 2010 omstreeks 23.45 uur bij zijn woning aan de [adres] te Doetinchem aankwam.8 Hij zag dat de poort naar de achtertuin openstond, terwijl hij die afgesloten had achtergelaten. Hij is naar binnengegaan via de achterdeur, die op slot zat. Binnen hoorde hij voetstappen en buiten zag hij later iemand uit het slaapkamerraam het platte dak opspringen. De man hurkte in de hoek van het platte dak aan de zijde die grenst aan de buren. Vervolgens stond de man op en liep gebukt naar de andere zijde, de dakrand. Hij liep richting de oprit. Hij schreeuwde toen: "Als je me volgt dan schiet ik." [slachtoffer A] heeft geen wapen gezien.
Aangever zag dat het raam in de woonkamer open stond, terwijl hij dat raam had afgesloten. Ook zag hij dat de lamellen waren weggetrokken en dat de hor was doorgestoken. Het raam in de slaapkamer was geforceerd en de hor was er uit gebroken.9 De volgende goederen zijn gestolen: een fotocamera van het merk Pentax met bijbehorend tasje, een horloge van het merk Seiko, een USB-stick en drie ringen.10 Eén van de ringen was van metaal en had de inscriptie "JH". Dat was een ring die zijn vader vroeger had laten maken van een vliegtuigpropeller.11
Verbalisanten hebben verdachte op 9 augustus 4.58 uur aangehouden terwijl verdachte in de auto goederen had liggen die afkomstig waren van de inbraak uit de woning van [slachtoffer A]12. Nadat aangever een grijs tasje, een fotocamera van het merk Pentax, een horloge van het merk Seiko en een ring met de inscriptie "JH" werden getoond, gaf hij te kennen dat deze goederen van hem zijn en op 8 augustus 2010 uit zijn woning zijn gestolen.13 Deze goederen zijn onder verdachte in beslag genomen.14
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard niet te weten hoe deze goederen in de auto waarin hij werd aangehouden terechtgekomen zijn. Voorts heeft hij verklaard dat hij de auto pas anderhalf uur voordat hij werd aangehouden had geleend van iemand, waarbij de sleutels achter de tankdop lagen, en dat de goederen er vermoedelijk toen al in zaten. Uit de verklaring van de getuige [getuige B] blijkt echter dat verdachte deze auto al veel eerder in zijn bezit had. Deze getuige heeft bovendien aangifte van verduistering gedaan van deze auto tegen verdachte.15 Dit wordt bevestigd door de verklaring van getuige [getuige A] die op zaterdag 31 augustus verdachte in een rode Mercedes heeft zien rijden.16 Ook uit verdachtes eigen verklaring bij de politie blijkt dat hij al eerder over deze auto kon beschikken. 17 Uit onderzoek door de politie blijkt verder dat bij inschakeling van de vergrendeling van de auto ook de tankdop afgesloten werd.18 Gelet op deze verklaringen zal de verklaring van verdachte dat hij de auto anderhalf uur voor zijn aanhouding -ongeveer half vier 's nachts - deze auto had geleend als ongeloofwaardig buiten beschouwing worden gelaten.
Mede gelet het op het korte tijdsverloop tussen de diefstal, het aantreffen van de goederen in de auto waarin verdachte zich bevond, en het feit dat verdachte niet kan verklaren waarom hij zich in de nachtelijke uren bij het tankstation bevond dat niet ver verwijderd was van de plaats van de inbraak, en niet kan verklaren hoe de gestolen goederen van [slachtoffer A] in zijn auto terecht zijn gekomen, terwijl in die auto tevens in diezelfde nacht in Veenendaal gestolen goederen zijn aangetroffen, acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij niet weet hoe de goederen van [slachtoffer A] in zijn auto terechtgekomen evenmin geloofwaardig en houdt de rechtbank het er voor dat verdachte degene is die de inbraak bij [slachtoffer A] heeft gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gehandeld zodat de rechtbank hem van dat onderdeel zal vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Aangever [slachtoffer B] woont samen met zijn vriendin [slachtoffer C] aan de [adres] te Veenendaal.19 Op 9 augustus 2010 omstreeks 00.30 uur gingen aangever en zijn vriendin slapen. Even daarvoor had hij nog zijn auto, een Peugeot 406 coupé met het kenteken [kenteken], op het erf bij zijn woning zien staan. De autosleutels lagen op de eettafel in de keuken en hij is er zeker van dat zijn auto afgesloten was. De woning had hij ook rondom afgesloten.20
Maandag 9 augustus 2010 omstreeks 02.05 uur werd hij wakker omdat hij een voertuig over de grindstenen van de oprit hoorde rijden. Aangever is uit bed gegaan en zag direct dat zijn auto niet meer op de oprit stond. Hij is naar beneden gelopen en zag toen dat de achterdeur van de woning open stond. De slotplaat was omgebogen en het slot was verwijderd.21 Tevens zag hij dat de autosleutels van voornoemde Peugeot, een sleutelbos, een horloge, een ring, zijn portemonnee met inhoud en een slof sigaretten van het merk Marlboro waren weggenomen. Ook zag hij dat de grijze schoudertas met slangenprint met inhoud van zijn vriendin was weggenomen. In deze tas lag onder andere een portemonnee met inhoud. Tevens zag aangever dat zijn computer/notebook van het merk Packard Bell met oplader was weggenomen.22
Verbalisanten hebben verdachte op 9 augustus 4.58 uur in Doetinchem aangehouden terwijl verdachte in de auto goederen had liggen die diezelfde nacht omstreeks 2.00 uur uit de woning van [get[slachtoffer B] in Veenendaal zijn gestolen23. Aan aangever en zijn vriendin werden diverse goederen getoond, zoals een rijbewijs op naam van [get[slachtoffer B], een rijbewijs en ID-kaart op naam van [getuige C], twee bankpasjes op naam van [slachtoffer B], een schoudertas grijs van kleur, een laptop Packard Bell met oplader, drie sleutelbossen, pakjes Marlboro en een horloge, welke goederen onder verdachte in beslag zijn genomen.De goederen werden herkend als zijnde hun goederen.24 De sleutel van de personenauto zat aan een sleutelbos die uit de woning is weggenomen. De sleutel van de auto is van de bos afgenomen en de rest van de sleutelbos werd in de auto van verdachte aangetroffen.25
Verdachte heeft verklaard dat hij die nacht een lifter heeft meegenomen en deze van Ulft naar Doetinchem een lift heeft gegeven. Deze lifter, [naam A] (fonetisch), zou een damestas bij hem in de auto hebben achtergelaten.26 Verdachte zou deze [naam A] naar zijn vriendin hebben gebracht. Daar werd verdachte gevraagd even te wachten. Verdachte zou drie kwartier buiten de woning hebben gewacht. Toen [naam A] niet terugkwam, is verdachte weggereden terwijl de tas van [naam A] nog bij verdachte in de auto stond. Volgens verdachte had [naam A] op de passagiersstoel voor in gezeten en zou de damestas voor in de auto zijn achtergelaten.27Dat zou volgens verdachte de aanwezigheid van de gestolen goederen van [slachtoffer B] en [getuige C] in zijn auto verklaren.
Gelet op de verklaring van aangever moet de inbraak iets na 02.00 uur in Veenendaal zijn gepleegd.Verdachte is om 04.58 uur aangehouden in een rode Mercedes, met daarin onder meer de gestolen goederen van [slachtoffer B] en [getuige C]. Volgens verdachtes verklaring zou hij pas sinds anderhalf uur over de auto beschikken. Dat betekent dat hij de auto pas sinds 03.30 uur ter beschikking zou hebben gehad. In die anderhalf uur zou hij -midden in de nacht- een hem vaag bekende lifter hebben opgepikt, deze naar Ulft hebben gebracht, daar drie kwartier hebben gewacht, en weer terug naar Doetinchem zijn gereden. Daarbij zou de [naam A] ook nog de bewuste damestas achtergelaten hebben in de auto. Deze [naam A] zou dan ook nog in diezelfde nacht de gestolen goederen van Veenendaal naar Doetinchem hebben vervoerd, voordat hij een lift aan verdachte vroeg, terwijl hij kennelijk zelf niet over vervoer beschikte om zich van Doetinchem naar Ulft te verplaatsen. De rechtbank acht de verklaringen van verdachte ongeloofwaardig, mede gelet op de bevindingen van de politie met betrekking tot de tankdop waarvoor naar de overwegingen onder feit 1 hiervoor wordt verwezen, en zal deze buiten beschouwing laten. Dit geldt te meer nu blijkt dat in de bagageruimte van de auto waarin verdachte is aangehouden -en niet bij de passagiersstoel- verschillende tassen met (gestolen) goederen zijn aangetroffen.
Mede gelet het op het korte tijdsbestek tussen de diefstal en het aantreffen van de goederen in de auto waarin verdachte is aangehouden, het feit dat verdachte niet kan verklaren waarom hij zich in de nachtelijke uren bij het tankstation bevond en ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd over hoe de gestolen spullen van [slachtoffer B] en [getuige C] in zijn auto zijn terechtgekomen, houdt de rechtbank het er voor dat verdachte de inbraak in Veenendaal die nacht heeft gepleegd.
De rechtbank acht het onder 2 primair en nevenschikkend wettig en overtuigend bewezen. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gehandeld zodat de rechtbank hem van dat onderdeel zal vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Aangeefster [slachtoffer E] heeft verklaard dat zij op 31 juli 2010 omstreeks 04.30 uur in de woning van haar moeder [slachtoffer F] en haar vriend [naam B] gelegen aan de [adres] te Dedemsvaart, gemeente Hardenberg, lag te slapen. Ze werd door een man beetgepakt en ze kon nagenoeg niets zien. Er werd dwingend doch agressief gesproken.28 Van de man moest zij haar onderboek uitdoen. Hij heeft haar blote borsten en buik betast en haar hand tegen zijn kruis gelegd, waar een erectie voelbaar was. 29 Beneden moest ze de sleutels van de Mercedes aanwijzen.30 Ze zag later dat er enkele horloges, meerdere pennen, laptops, autosleutels, telefoons, een ID-kaart op naam van aangeefster, een fototoestel van het merk Olympus, een portemonnee en meerdere armbanden en sieraden waren meegenomen.31 Ook was de Mercedes, type C220 CDI met kenteken [kenteken], weggenomen.32 De man had de sleutels uit de kast gepakt.
Bij een klapraam werd braakschade door verbalisanten geconstateerd, maar vermoedelijk is het niet gelukt om het raam te openen.33 Door op een stoel te gaan staan kon men door een handreiking de raamhendel vrijwel horizontaal draaien, waarna het raam naar binnen toe kon worden opengedraaid.34 In het kantoor bevindt zich nabij het raam een bureau. Op het bureau werd een schoenspoor aangetroffen, dat is veiliggesteld onder SINAACA5685NL.35 Onder verdachte is een paar schoenen Nike Air in beslag genomen teneinde vergelijkend sporenonderzoek te verrichten.36 De schoenafdruk, veiliggesteld onder nummer SINAACA5685NL, is mogelijk veroorzaakt met de rechterschoen van verdachte. 37
De getuigen [getuige C] en [getuige D] zijn door de politie gehoord nu zij getuige zijn geweest van het feit dat een auto op 31 juli 2010 omstreeks 20.00 uur in het water van de Oude IJssel werd gedumpt.38 Nadat een voertuig uit het water is gehaald, bleek dat het een volledig gestripte blauwe Mercedes Benz C220 betrof.39
Aan [naam B] werden goederen getoond die in de auto van verdachte lagen. Hij herkende de volgende goederen als zijnde goederen die tijdens de inbraak zijn gestolen: een horloge van het merk Tissot, een zwart etui met een balpen en vulpotlood, een zwart dossier met het opschrift "Waterman Paris", waarin een vulpen en balpen zitten en een zilver- en goudkleurige schakel van horloges. Daarnaast herkent hij ook een huissleutel.40
Op maandag 9 augustus werd in de Mercedes Benz waarin verdachte werd aangetroffen een zwarte herenportemonnee aangetroffen. In de portemonnee zaten twee bankpasjes op naam van verdachte en een ID-kaart op naam van aangeefster.41
Naar de gestolen telefoon van aangeefster is nader onderzoek verricht. Tijdens het uitluisteren van tapgesprekken bleek ene [getuige A], die later bleek te zijn [getuige A] [getuige A], de eigenaar van de telefoon te zijn.42 Getuige [getuige A] heeft verklaard dat hij op zaterdag 31 juli 2010 omstreeks 14.00-15.00 uur van [verdachte] de bedoelde telefoon heeft gekocht.43 Als hem een foto wordt getoond van verdachte, herkent [getuige A] verdachte als zijnde de persoon van wie hij de telefoon heeft gekocht.44
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij het ID-bewijs van [slachtoffer E] dat in zijn portemonnee is aangetroffen op een plein in Deventer heeft gevonden.45 Verdachte heeft ook verklaard dat hij zijn schoenen heeft uitgeleend aan een jongen; dat betrof witte Nikes in maat 42 of 43.46 Verdachte heeft voorts verklaard een telefoon aan [getuige A] te hebben verkocht. Die telefoon had hij rond 4 augustus gekocht op station Arnhem Velperpoort van een Antilliaan genaamd [naam C].47
De rechtbank acht de verklaringen van verdachte niet geloofwaardig. Deze dienen geen ander doel dan de waarheid te verhullen. In de auto van verdachte en in zijn portemonnee zijn ID-papieren van [slachtoffer E] aangetroffen en tevens andere goederen die gestolen zijn uit de woning van [slachtoffer E]. Bovendien heeft verdachte op enig moment beschikt over de gestolen telefoon van [slachtoffer E] en deze verkocht aan getuige [getuige A]. Verdachte was derhalve in het bezit cq is in bezit geweest van verschillende goederen die bij [slachtoffer E] ontvreemd zijn en geeft daarvoor verschillende verklaringen. De telefoon zou hij van ene [naam C] hebben gekocht omstreeks zijn verjaardag op 4 augustus, de ID-papieren zou hij in Deventer hebben gevonden, terwijl hij geen verklaring heeft voor de aanwezigheid van andere goederen achterin zijn auto die tevens bij dezelfde inbraak zijn ontvreemd. Er is bovendien sprake van een tijdsverloop van enkele uren tussen de inbraak en de verkoop van de gestolen telefoon door verdachte aan [getuige A]. Dat maakt het niet aannemelijk dat verdachte in de tussentijd de telefoon van een ander heeft gekocht. Daarbij komt dat verdachte heeft verklaard deze telefoon omstreeks 4 augustus van [naam C] te hebben gekocht48, terwijl blijkt dat getuige [getuige A] die de telefoon van verdachte heeft gekocht deze al op 1 augustus heeft gebruikt49. Voorts is sprake van een mogelijke overeenkomst met het aangetroffen schoenspoor in de woning en de schoenen van verdachte. De verklaring van verdachte ten aanzien van het uitlenen van de schoenen acht de rechtbank evenmin geloofwaardig. De rechtbank houdt het er dan ook voor dat verdachte de inbraak in Dedemsvaart bij [slachtoffer E] heeft gepleegd.
De rechtbank acht het onder 3 primair en nevenschikkend ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gehandeld, zodat de rechtbank hem van dat onderdeel zal vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Aangever [slachtoffer G] heeft verklaard dat tussen 6 augustus 2010 te 15.00 uur en
8 augustus 2010 te 16.30 uur in zijn woning aan de [adres] te Doetinchem is ingebroken.50
[slachtoffer G] zag bij terugkomst dat de voordeur open stond en dat het slot van de voordeur was opengebroken.51 Hij zag dat alles overhoop was gehaald. Van aangever zijn onder andere weggenomen een bronskleurige laptop van het merk HP met bijbehorende hoes en oplader, een televisie van het merk Samsung, een computer van het merk Alternate, DVD's, kleingeld, een fotocamera van het merk Compact, mediaspelers van onder andere het merk HDD, twee horloges, een SCI-phone en een schroevendraaierset van het merk Torx.52
Van huisgenoot [slachtoffer H] is onder andere een camera van het merk Olympus gestolen.53 Van huisgenoot [slachtoffer F] is een Langhenkel sporttas gestolen.54
Op de slaapkamer werd een afdruk van een schoenspoor veiliggesteld onder SINAAAH7784NL.55 Onder verdachte is een paar schoenen, merk Nike, in beslag genomen teneinde vergelijkend sporenonderzoek te verrichten.56 Het afdrukspoor is waarschijnlijk veroorzaakt met de linkerschoen van verdachte.57
Nadat aangever een schroevendraaierset van het merk Torx, een SCI-phone, een bronskleurige laptop van het merk HP met oplader werd getoond, herkende hij de goederen als zijnde goederen van hem die op 8 augustus 2010 uit zijn woning zijn gestolen.58 Hij herkende een USB-stick, een fototoestel van het merk Olympus, een sporttas (merk KWD, Langhenkel) en een externe harde schijf als zijnde goederen van zijn huisgenoten die zijn gestolen.59 De goederen waren onder verdachte in beslag genomen en lagen in de rode Mercedes Benz, voorzien van kenteken [kenteken].60
Gelet op de aangifte is de inbraak bij [slachtoffer G] op zijn vroegst op 6 augustus 2010 aan het eind van de middag gepleegd. Verdachte heeft aanvankelijk tot twee maal toe verklaard de onder hem in beslag genomen laptop van [slachtoffer G] al op 5 augustus van ene [naam D] in Zevenaar te hebben gekocht en op 6 augustus 2010 rond 12.00 uur gebruik te hebben gemaakt van die laptop.61 Dat is gelet op het tijdstip van de inbraak niet mogelijk. In een later verhoor, nadat hij geconfronteerd is met het tijdstip van de inbraak, heeft hij zijn verklaring in die zin gewijzigd dat hij die laptop op 6 augustus omstreeks 21.00 uur zou hebben gekocht.62 Ter terechtzitting is hij bij die verklaring gebleven en heeft hij voorts verklaard dat hij op 5 augustus niet die laptop had gebruikt, maar die van zijn vriendin. Voor de aanwezigheid van de overige uit de diefstal van [slachtoffer G] aangetroffen goederen heeft verdachte geen verklaring gegeven.
Nu verdachte geen verklaring kan geven voor de aanwezigheid van de gestolen goederen van [slachtoffer G] in zijn auto en tegenstrijdige en ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd over het tijdstip van in bezit komen van de 'bronzen' laptop (ofwel vóór het tijdstip van de inbraak, dan wel kort na de inbraak) en er bovendien een schoenspoor is aangetroffen dat waarschijnlijk is veroorzaakt door de linkerschoen van verdachte, houdt de rechtbank het er voor dat verdachte de inbraak bij [slachtoffer G] in Doetinchem heeft gepleegd.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het onder 4 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gehandeld zodat de rechtbank hem van dat onderdeel zal vrijspreken.
Beoordeling door de rechtbank ten aanzien van parketnummer 06/850187-1063
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op:
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
- de aangifte van [slachtoffer L] namens [bedrijf slachtoffer L];64
- de getuigenverklaring van [getuige E];65
- de bevindingen van verbalisanten terzake het verhoor van verdachte;66
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie, welke hij ter terechtzitting heeft bevestigd.67
De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Daarbij merkt de rechtbank dat zij ten aanzien van de gestolen goederen uitgaat van de goederen die in de aangifte worden genoemd. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gehandeld zodat de rechtbank hem van die onderdelen zal vrijspreken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 06/940310-10
1.
hij op 08 augustus 2010 in de gemeente Doetinchem
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen
aan de [adres] heeft weggenomen:
- een fotocamera (merk Pentax) met bijbehorend tasje en
- een horloge (merk Seiko) en
- een USB stick en
- drie ringen,
toebehorende aan [slachtoffer A],
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
(zaak 2)
2.
hij op 9 augustus 2010 te Veenendaal,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen:
- autosleutels (behorende bij een Peugeot, type 406 Coupe, kenteken [kenteken])
en
- een horloge en
- een slof sigaretten (merk Marlboro) en
- sleutels en
- een damesschoudertas (kleur grijs) met inhoud en
- een laptop (merk Packard Bell) en
- een portemonnee (met inhoud),
toebehorende aan [slachtoffer B] en/of [slachtoffer C]
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak
hij op of omstreeks 09 augustus 2010 te Veenendaal
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
personenauto (merk Peugeot, type 406 Coupe, kenteken [kenteken]), toebehorende aan
[slachtoffer B], waarbij verdachte zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
(zaak 5)
3.
hij op 31 juli 2010 te Dedemsvaart, gemeente Hardenberg,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen
aan de [adres] heeft weggenomen:
- meerdere horloges en
- meerdere penen en
- meer laptops en
- meerdere autosleutels en
- twee telefoons en
- een identiteitskaart op naam van [slachtoffer E] en
- een fototoestel (merk Olympus) en
- een portemonnee en
- meerdere sieraden
toebehorende aan [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F], in elk geval aan een ander dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak
hij op 31 juli 2010 te Dedemsvaart, gemeente Hardenberg,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
personenauto (merk Mercedes, type C 220 CDI, kenteken [kenteken]), toebehorende aan [slachtoffer F], waarbij verdachte zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
(zaak 4)
4.
hij in de periode van 06 augustus 2010 tot en met 08 augustus 2010 in de gemeente Doetinchem,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen
aan/nabij de [adres]) heeft weggenomen:
- een televisie (merk Samsung) en
- een laptop (merk HP, kleur brons) met bijbehorende hoes en oplader en
- een hoeveelheid harde schijven en
- een computer (merk Alternate) en
- een hoeveelheid kleingeld en
- een hoeveelheid DVD's en
- twee fotocamera's en
- meerdere mediaspelers en
- twee horloges en
- een schroevendraaierset (merk Torx) en
- een SCI-phone en
- geluidsapparatuur en
- een sporttas
toebehorende aa[slachtoffer G] en/of [slachtoffer H] en/of [slachtoffer F], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
(zaak 3)
parketnummer 06/850187-10
1.
hij op 10 augustus 2009, te Mariënvelde, gemeente Oost Gelre, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand aan de Waalderweg
heeft weggenomen een kist met een of meer kentekenbewijzen en autosleutels en een doos met (Mercedes Benz) auto-onderdelen en meetapparatuur en een navigatiesysteem en een computer/notebook (HP) en een navigatie-cd en een rugzak en een cd-speler en een RDW pas
en een krat bier en geld, toebehorende aan [bedrijf sla[slachtoffer L], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 10 augustus 2009 te Mariënvelde, gemeente Oost Gelre, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Mercedes Benz 320 CE), toebehorende aan [bedrijf sla[slachtoffer L], waarbij verdachte die weg te nemen auto onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
parketnummer 06/940310-10
feit 1 (primair): diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2 (primair) en feit 3 (primair) telkens: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
feit 4 (primair): diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
parketnummer 06/850187-10
feit 1: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2: diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Strafbaarheid van de verdachte
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting een psychologisch pro justitia rapport d.d. 2 november 2010, opgemaakt door F. van Nunen (klinisch psycholoog), overgelegd.
Het rapport is opgemaakt ter zake van meerdere gewelddelicten en de psycholoog heeft geconcludeerd dat verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar is. Ter terechtzitting heeft de raadsman expliciet te kennen gegeven dat hij die conclusie niet van belang acht voor de onderhavige zaken, maar dat hij het rapport heeft overhandigd om de behandelbereidheid van verdachte aan te geven.
De rechtbank zal gelet op de toelichting van de verdediging het rapport dan ook niet in het kader van de toerekeningsvatbaarheid bespreken, en ziet daartoe ambtshalve evenmin aanleiding. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
De officier van justitie heeft gevorderd een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden op te leggen.
De raadsman heeft aangevoerd dat het wenselijk is dat verdachte zo snel mogelijk aan een klinische behandeling kan beginnen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan meerdere woninginbraken. Door woninginbraken wordt materiële schade toegebracht aan de benadeelden. Ook worden daarbij vaak goederen gestolen, waaraan de benadeelde op gevoelsgronden sterk is gehecht. Bovendien wordt door een woninginbraak een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de burgers, hetgeen maatschappelijke onrust veroorzaakt en bij veel mensen een groot gevoel van onveiligheid. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij inbraken heeft gepleegd terwijl de bewoners in de woning aanwezig waren. Bovendien heeft verdachte, toen hij door [slachtoffer A] werd overlopen hem woordelijk bedreigd, en heeft verdachte [slachtoffer E] onzedelijk betast. Deze laatste feiten zijn niet afzonderlijk tenlastegelegd, maar de rechtbank kan en zal daarmee bij de strafoplegging rekening houden nu het aannemelijk geworden omstandigheden betreft waaronder de bewezenverklaarde feiten zijn gepleegd.
De rechtbank heeft acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte waaruit blijkt dat hij meermalen -en ook recent- tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is veroordeeld ter zake van vermogensdelicten.
Uit een door de raadsman overgelegd rapport van klinisch psycholoog Van Nunen over verdachte d.d. 2 november 2010 blijkt dat bij verdachte sprake is van agressieproblematiek, waarvoor intensieve begeleiding/behandeling geïndiceerd is.
Voor de bewezenverklaarde feiten is echter geen andere straf passend dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Een eventuele behandeling/begeleiding van verdachte voor zijn agressieproblematiek zal dan ook moeten wachten. Hiermee zou eventueel al in het kader van TR of de VI een aanvang kunnen worden gemaakt, dan wel zal verdachte na zijn detentie hieraan op vrijwillige basis moeten gaan werken.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur van die gevangenisstraf aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het LOVS ter zake van woninginbraken. Het oriëntatiepunt voor straftoemeting van een woninginbraak betreft tien weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij dat oriëntatiepunt is nog geen rekening gehouden met de omstandigheden van het geval en eventuele recidive.
In het nadeel van verdachte weegt mee dat hij voor het grootste gedeelte van de bewezenverklaarde feiten geen verantwoordelijkheid neemt en geen openheid van zaken heeft willen geven. Ook de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, waarbij de rechtbank met name acht slaat op de verklaringen van aangevers [slachtoffer E] en [slachtoffer A], en de geografische spreiding van de delicten wegen in zijn nadeel mee. Ook al komt de rechtbank ten aanzien van een feit tot een vrijspraak, waar de officier van justitie tot een bewezenverklaring heeft gerekwireerd, acht de rechtbank niettemin, gelet op het vorenstaande, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de eis van de officier van justitie passend en geboden.
Vorderingen benadeelde partij
ten aanzien van parketnummer 06/940310-10
- De benadeelde partij [slachtoffer B] heeft zich ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 3.718,--, bestaande uit € 3.450,-- materiële schade en € 268,-- immateriële schade gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [slachtoffer C] heeft zich ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 268,-- immateriële schade gevoegd in het strafproces.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen [get[slachtoffer B] en [getuige C] als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot de gevorderde bedragen schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vorderingen zijn voldoende onderbouwd en voor toewijzing vatbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2010.
- De benadeelde partij [slachtoffer E] heeft zich ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 1.061,80--, bestaande uit € 661,80 materiele schade en € 400,-- immateriële schade, gevoegd in het strafproces.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer E] als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Nu uit de vordering blijkt dat de helft van de materiële schade door de verzekering is vergoed, zal de rechtbank dat deel van de vordering toewijzen tot een bedrag van € 330,90. Voorts acht de rechtbank de gevorderde immateriële schade van € 400,-- voor toewijzing vatbaar nu [slachtoffer E] de woninginbraak volledig heeft meegemaakt. De vordering wordt toegewezen tot een bedrag van € 730,90 vermeerderd met de wettelijke rente van 31 juli 2010.
- De benadeelde partij [slachtoffer G] heeft zich ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 706,43 materiële schade gevoegd in het strafproces.
De rechtbank verklaart de benadeelde partij [slachtoffer G] niet-ontvankelijk in zijn vordering, nu de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze kan worden afgedaan in het strafproces, omdat de rechtbank de in de vordering genoemde goederen niet kan herleiden tot de goederen uit de aangifte van [slachtoffer G]. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
- De benadeelde partij [slachtoffer J] heeft zich ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde met twee vorderingen tot schadevergoeding ter hoogte van € 3.046,48 euro respectievelijk € 458,86 gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [slachtoffer J] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vorderingen, nu verdachte is vrijgesproken van het onder 5 ten laste gelegde. De benadeelde partij kan derhalve haar vorderingen slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
ten aanzien van parketnummer 06/850187-10
- De benadeelde partij [naam E] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 5.794,07 gevoegd in het strafproces.
Naar het oordeel van de rechtbank dient de vordering van Van de Vendel niet-ontvankelijk verklaard te worden, nu de vordering niet op een ten laste gelegd feit ziet. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
- De benadeelde partij [bedrijf slachtoffer L] heeft zich ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van
€ 26.940,-- gevoegd in het strafproces.
De rechtbank oordeelt als volgt:
1: stardiagnose (3x) : de rechtbank acht de vordering op dit punt onvoldoende onderbouwd en verklaart de benadeelde partij ten aanzien van dit punt niet-ontvankelijk in haar vordering;
2: Mercedes MB E320: de rechtbank is van oordeel dat uit het proces-verbaal blijkt dat de auto aan [slachtoffer L] is geretourneerd en zij verklaart de benadeelde partij ten aanzien van dit punt niet-ontvankelijk in haar vordering;
3: laptop: de rechtbank acht het redelijk een bedrag van €150,-- toe te wijzen, nu uit de onderliggende stukken niet blijkt in welke mate rekening is gehouden met de afschrijving van het apparaat;
4: kentekenbewijzen: de rechtbank acht het gevorderde bedrag voldoende onderbouwd en zal het gevorderde bedrag toewijzen;
5: diverse passen: idem als onder 4;
6: gestolen geld: idem als onder 4;
7/8: kilometervergoeding: de rechtbank acht de vordering op dit punt onvoldoende onderbouwd en de gevorderde kosten lijken niet altijd in verband te staan met het bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal de vordering op dit punt niet-ontvankelijk verklaren, nu zij niet eenvoudig van aard is;
9: commandsystemen: de rechtbank acht de vordering op dit punt niet eenvoudig van aard zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering verklaren op dit punt;
10: doos onderdelen: de rechtbank acht het redelijk om een bedrag van € 250,-- toe te wijzen. Voor het overige verklaart zij de benadeelde partij op dit punt niet-ontvankelijk;
11: deurslot: de rechtbank wijst het gevorderde bedrag toe;
12: diverse kosten: de rechtbank acht de vordering op dit punt onvoldoende onderbouwd en de gevorderde kosten lijken niet altijd in verband te staan met het bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal de vordering op dit punt niet-ontvankelijk verklaren, nu zij niet eenvoudig van aard is.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer L] als gevolg van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering wordt toegewezen tot een bedrag van € 910,-- , bestaande uit € 150,-- (punt 3: laptop), € 330,-- (punt 4: kentekenbewijzen), € 100,-- (punt 5: diverse passen), € 40,-- (punt 6: geld),
€ 250,-- (punt 10: doos onderdelen) en € 40,-- (punt 11: deurslot) vermeerderd met de wettelijke rente van 10 augustus 2009.
De rechtbank verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering, nu deze niet van zo eenvoudige aard is dat deze kan worden afgedaan in het strafproces.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Vordering tenuitvoerlegging
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 30 december 2009 (parketnummer 31/002746-09) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee maanden ten uitvoer gelegd te worden. Er is geen aanleiding voor een andersluidende beslissing.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14g, 27, 36f, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/940310-10 onder 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/940310-10 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair en het onder parketnummer 06/850187-10 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
feit 1 (primair): diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2 (primair) en feit 3 (primair) telkens: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en diefstal waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
feit 4 (primair): diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
parketnummer 06/850187-10
feit 1: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2: diefstal waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer B], [adres] (rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 3.718,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2010 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
[slacht[adres] (gironummer [nummer]) van een bedrag van € 268,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2010 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer E], [adres] (rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 730,90, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2010 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer L], [adres] (rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 910,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2009 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer L] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering, nu deze niet van zo eenvoudige aard is dat deze kan worden afgedaan in het strafproces;
* verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer J], [slachtoffer G] en [naam E] niet-ontvankelijk in hun vorderingen en bepaalt dat deze benadeelde partijen hun vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de navolgende slachtoffers te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
benadeelde partij bedrag vervangende hechtenis
1. [slachtoffer B] (parketnummer 06/940310-10 feit 2) € 3.718,-- 47 dagen
2. [slachtoffer C] (parketnummer 06/940310-10 feit 2) € 268,-- 5 dagen
3. [slachtoffer E] (parketnummer 06/940310-10 feit 3) € 730,90 14 dagen
4. [slachtoffer L] (parketnummer 06/850187-10 (feit 1 en 2) € 910,-- 18 dagen
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 30 december 2009, te weten van:
2 (twee) maanden gevangenisstraf.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Heenk en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 december 2010.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2010146796, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 7 oktober 2010.
2 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 52).
3 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 52).
4 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 52).
5 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 52).
6 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 53).
7 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 54 en 55).
8 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 84).
9 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 85).
10 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 89).
11 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 86).
12 Proces-verbaal van inbeslagneming d.d 15 augustus 2010 van verbalisant [verbalisant D] met goederenbijlage
13 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 94 en 95).
14 Een schriftelijk bescheid inhoudende een overzicht van onder verdachte in beslaggenomen goederen (ongenummerd).
15 Proces-verbaal van aangifte van [getuige B] (pagina 360 e.v.)
16 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige A] (pagina 264)
17 Proces-verbaal verhoor verdachte (pagina 373)
18 Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant B] en [verbalisant C] (pagina 62)
19 Proces-verbaal van aangifte van [get[slachtoffer B] (pagina 291).
20 Proces-verbaal van aangifte van [get[slachtoffer B] (pagina 291).
21 Proces-verbaal van aangifte van [get[slachtoffer B] (pagina 292).
22 Proces-verbaal van aangifte van [get[slachtoffer B] (pagina 292, 295 en 298).
23 Zie pv van inbeslagneming d.d 15 augustus 2010 van verbalisant [verbalisant D] met goederenbijlage
24 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 56).
25 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 57).
26 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 308) en verklaring verdachte ter terechtzitting.
27 Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
28 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E] (pagina 172).
29 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer E] (pagina 182-185)
30 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E] (pagina 172).
31 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E] (pagina 172) en een schriftelijk bescheid (pagina 178-179).
32 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E] (pagina 173).
33 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 187).
34 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 190).
35 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 190).
36 Proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming van schoeisel d.d. 10 augustus 2010 (ongenummerd).
37 Proces-verbaal van vergelijkend schoensporenonderzoek (pagina 194 en 195).
38 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 222) en proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige C] (pagina 228-230) en proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige D] (pagina 231-233).
39 Proces-verbaal identiteitsonderzoek Mercedes Benz (pagina 225).
40 Proces-verbaal van verhoor van benadeelde [naam B] (pagina 219 en 220).
41 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 218) en proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming d.d. 15 augustus 2010 (ongenummerd).
42 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 258 en 259).
43 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] (pagina 265).
44 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] (pagina 266).
45 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 268).
46 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 268 en 269).
47 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 280).
48 Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant E] (pagina 279 e.v.)
49 Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant F] (pagina 258 e.v.)
50 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G] (pagina 123).
51 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G] (pagina 123).
52 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G] (pagina 124 en 127-129) en een schriftelijk bescheid inhoudende een overzicht van de gestolen goederen (pagina 134).
53 Een schriftelijk bescheid zijnde een emailbericht van aangever aan verbalisanten d.d. 10 augustus 2010 (pagina 130).
54 Een schriftelijk bescheid zijnde een emailbericht van aangever aan verbalisanten d.d. 10 augustus 2010 (pagina 130).
55 Proces-verbaal van sporenonderzoek (pagina 140-141).
56 Proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming van schoeisel d.d. 10 augustus 2010 (ongenummerd).
57 Proces-verbaal van vergelijkend schoensporenonderzoek (pagina 145).
58 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 94 en 95).
59 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 58 en 59).
60 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 58).
61 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 160 en pagina 162).
62 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 164)
63 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009037893, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 24 februari 2010.
64 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer L], namens [bedrijf slachtoffer L] (pagina 32-40).
65 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige E] (pagina 41-43).
66 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 90-91).
67 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 88-890).