ECLI:NL:RBZUT:2011:BP0616
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van der Hooft
- Kleinrensink
- A. Krijger
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte in kinderpornozaak wegens gebrek aan bewijs van opzet
In de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno, heeft de Rechtbank Zutphen op 12 januari 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal op zijn laptop. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek door het Korps landelijke politiediensten, dat in augustus 2007 gegevens ontving van Interpol over het downloaden van kinderporno via een Nederlands IP-adres. Na onderzoek werd de verdachte in beeld gebracht, en bij een doorzoeking van zijn woning werd een laptop in beslag genomen waarop 96 afbeeldingen van kinderporno waren aangetroffen, beveiligd met een wachtwoord.
De officier van justitie stelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn van het materiaal, omdat hij pornografisch materiaal had gedownload. De verdediging voerde echter aan dat de laptop ook door anderen werd gebruikt, en dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de kinderporno. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk in het bezit was van de afbeeldingen. De rechtbank concludeerde dat het verweer van de verdachte, dat anderen onder zijn account naar pornografisch materiaal hadden gezocht en gedownload, niet kon worden weerlegd.
De rechtbank besloot dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastelegging en sprak hem vrij. Wel werd besloten dat de in beslag genomen harde schijf met kinderpornografisch materiaal onttrokken moest worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs en opzet in strafzaken, vooral in zaken die betrekking hebben op kinderporno.