ECLI:NL:RBZUT:2011:BP0616

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
12 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/850432-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Hooft
  • Kleinrensink
  • A. Krijger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verdachte in kinderpornozaak wegens gebrek aan bewijs van opzet

In de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno, heeft de Rechtbank Zutphen op 12 januari 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal op zijn laptop. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek door het Korps landelijke politiediensten, dat in augustus 2007 gegevens ontving van Interpol over het downloaden van kinderporno via een Nederlands IP-adres. Na onderzoek werd de verdachte in beeld gebracht, en bij een doorzoeking van zijn woning werd een laptop in beslag genomen waarop 96 afbeeldingen van kinderporno waren aangetroffen, beveiligd met een wachtwoord.

De officier van justitie stelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn van het materiaal, omdat hij pornografisch materiaal had gedownload. De verdediging voerde echter aan dat de laptop ook door anderen werd gebruikt, en dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de kinderporno. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk in het bezit was van de afbeeldingen. De rechtbank concludeerde dat het verweer van de verdachte, dat anderen onder zijn account naar pornografisch materiaal hadden gezocht en gedownload, niet kon worden weerlegd.

De rechtbank besloot dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastelegging en sprak hem vrij. Wel werd besloten dat de in beslag genomen harde schijf met kinderpornografisch materiaal onttrokken moest worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs en opzet in strafzaken, vooral in zaken die betrekking hebben op kinderporno.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/850432-10
Uitspraak d.d.: 12 januari 2011
Verstek / dip
Na aanhouding: verschenen / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte ],
geboren te [plaats, 1981],
wonende te [adres].
Raadsman: A.A. Dooijeweerd, advocaat te Zutphen
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
29 december 2010.
Ter terechtzitting gegeven beslissing
Het namens verdachte gevoerde verweer dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat er is gehandeld in strijd met een goede proces-orde, is verworpen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 januari
2007 tot en met 05 november 2008 te Zutphen, in elk geval in Nederland,
althans één of meermalen, een (groot) aantal (in ieder geval 96 of
daaromtrent) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een)
afbeelding(en) (telkens) heeft verspreid, en/of vervaardigd en/of ingevoerd
en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, terwijl of die afbeelding(en)
(een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon
die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was
betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en)
bestonden uit (onder meer)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door
het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden
van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden (onder meer [bestandsnaam A].jpg en/of
[bestandsnaam B].jpg en/of [bestandsnaam C].jpg en/of
[bestandsnaam D].jpg en/of [bestandsnaam E].jpg) (zie p. 14. 15 en 16)
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Het Korps landelijke politiediensten, Team Bestrijding Kinderporno, heeft in augustus 2007 van Interpol Wenen onderzoeksgegevens ontvangen van een onderzoek naar kinderpornografisch materiaal op internet te Oostenrijk. Dit betrof een hoeveelheid Nederlandse IP-adressen van waaruit kennelijk kinderporno gedownload was. Na onderzoek van een IP-adres, in combinatie met data en tijdstippen, is verdachte in beeld gekomen. Tijdens een doorzoeking bij verdachte thuis is een laptop in beslag genomen. Uit onderzoek is gebleken dat daarop kinderpornografisch materiaal stond dat was afgeschermd met een wachtwoord.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde, namelijk het in bezit hebben van 96 kinderpornografische afbeeldingen. De aangetroffen afbeeldingen voldoen aan de criteria van kinderporno. Deze zijn doelbewust vastgelegd op de harde schijf van de laptop en voorzien van een wachtwoord. Verdachte kon over de afbeeldingen beschikken en deze afbeeldingen op de computer zichtbaar maken. Ten aanzien van het opzet van verdachte heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte wist dat er tijdens het downloaden van pornografisch materiaal ook kinderporno gedownload werd, welke hij vervolgens op de harde schijf van de computer heeft opgeslagen.
Hoewel de verdachte heeft gesteld dat het materiaal onbedoeld is meegekomen tijdens het downloaden van pornografisch materiaal, is de officier van justitie van oordeel dat er ten minste sprake is van voorwaardelijk opzet. Verdachte heeft op enig moment de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal geconstateerd en heeft, door de bestanden met pornografisch materiaal die hij downloadde en op de computer opsloeg niet te controleren of alsnog te controleren op de aanwezigheid van kinderporno, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij daarmee ook kinderporno op zijn computer in zijn bezit had.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft geconcludeerd tot vrijspraak.
De laptop waarop de bestanden zijn aangetroffen werd niet alleen gebruikt door verdachte, maar ook door zijn partner en familieleden van hen beiden. Er is geen wettig en overtuigend bewijs dat verdachte degene is geweest die de bestanden heeft gedownload en in bezit heeft gehad. Verdachte heeft achteraf geconstateerd dat er tijdens het downloaden van pornografisch materiaal onbewust ook kinderpornografisch materiaal is meegekomen. Deze bestanden heeft hij direct verwijderd en deze stonden naar zijn weten niet meer op de laptop. Uit het proces-verbaal blijkt niet dat de op de laptop aangetroffen bestanden die bestanden waren waar verdachte tegenover de politie over heeft verklaard dat hij die verwijderd heeft.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat er een handeling vereist is waaruit het opzet op het beschikken van het kinderpornografisch materiaal moet blijken. Indien er speciale deskundigheid vereist is om verborgen bestanden tevoorschijn te halen kan er geen sprake zijn van bezit in de zin van de wet.
De twee zogenoemde ZIP-bestanden waren beveiligd met een wachtwoord. Verdachte heeft dat er niet opgezet en beschikte ook niet over software om dat te kraken.
Beoordeling door de rechtbank
Naar aanleiding van onderzoek2 van een IP-adres in Nederland in combinatie met de naam, adres en woonplaatsgegevens heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de toenmalige woning van verdachte en zijn partner. De in beslag genomen laptop is onderzocht3. In de map \Documents and Settings\[map]\ zijn twee ZIP-bestanden, dit zijn gecomprimeerde (container)bestanden waarin meerdere bestanden zijn opgeslagen, aangetroffen die beveiligd waren met een wachtwoord. Met speciale software heeft men deze bestanden kunnen openen. Er werden foto's en filmpjes aangetroffen, waarvan 96 als kinderporno zijn aangemerkt.
Verdachte heeft bij de politie4 en ter terechtzitting verklaard dat de laptop door hemzelf, zijn partner en ook wel door familie van hen beiden werd gebruikt. Hij geeft aan op de betreffende laptop te hebben gezocht naar pornografisch materiaal, bestanden met pornografisch materiaal te hebben gedownload en op zijn computer onder zijn gebruikersnaam: [voornaam verdachte] of [achternaam verdachte], te hebben opgeslagen. Hij was niet op zoek naar kinderporno. Op het moment dat hij constateerde dat er kinderpornografische afbeeldingen tussen het pornografische materiaal zat heeft hij deze verwijderd. Hij was niet op de hoogte dat er met een wachtwoord beveiligde ZIP-bestanden in een submap waren geplaatst en hij beschikte niet over een wachtwoord om die bestanden te openen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de gebezigde bewijsmiddelen niet worden afgeleid dat het opzet van de verdachte - al dan niet in voorwaardelijke vorm - was gericht op het in het bezit hebben van de in de tenlastelegging beschreven afbeeldingen. Zij komt tot dit oordeel op grond van het volgende.
Gelet op de locatie waar het kinderpornografisch materiaal is aangetroffen als hierboven vermeld alsmede de verklaring van verdachte met betrekking tot zijn gebruikersnaam stelt de rechtbank vast dat de gebruikersnaam van de account van verdachte op de laptop [achternaam verdachte] is.
Verdachte heeft al in het begin van het onderzoek aangeven dat de laptop waarop het kinderpornografische materiaal is aangetroffen niet uitsluitend door hem werd gebruikt. Op dit punt is geen nader onderzoek verricht. Zo is er geen informatie of er naast het (gebruikers)account van verdachte ook nog een of meer andere (gebruikers)accounts aanwezig waren, of deze al dan niet door een wachtwoord was/waren afgeschermd en of het/deze wachtwoord(en) bij de andere gebruiker(s) bekend was/waren.
Uit een aanvullend proces-verbaal 5 blijkt dat niet vastgesteld kan worden of de gebruiker van de betreffende laptop de ZIP-bestanden zelf heeft voorzien van een wachtwoord of dat deze ZIP-bestanden reeds van een wachtwoord waren voorzien en zo door de gebruiker van de laptop is ontvangen. Het onderzoek geeft verder geen uitsluitsel over de vraag of de opgeslagen ZIP-bestanden op enig moment zijn geopend. Dit zou een aanwijzing kunnen opleveren dat één van de gebruikers van de laptop inderdaad beschikte over een wachtwoord.
Het verweer van verdachte dat mogelijk anderen onder zijn (gebruikers)account naar pornografische bestanden hebben gezocht, deze hebben gedownload en vervolgens hebben opgeslagen of dat de afbeeldingen versluierd en versleuteld zijn meegekomen met ander pornografische materiaal kan gelet op bovenstaande overwegingen onvoldoende worden weerlegd.
Het valt derhalve niet uit te sluiten dat verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de tenlastegelegde kinderpornografische afbeeldingen op de laptop. Ook valt uit de bewijsmiddelen niet met voldoende zekerheid af te leiden dat verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans kinderpornografisch materiaal in zijn bezit te hebben. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken.
Beslag
Niettegengestaande vrijspraak kan onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen worden opgelegd wanneer wordt vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan. In deze zaak zijn op de laptop van verdachte 96 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Gelet op deze vaststelling is er in elk geval sprake geweest van het strafbare feit van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen.
De aan verdachte toebehorende in beslaggenomen en nog niet teruggegeven harde schijf met kinderpornografische bestanden dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien deze van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een harde schijf, merk Toshiba.
Aldus gewezen door mrs. Van der Hooft, voorzitter, Kleinrensink en Krijger, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
12 januari 2011.
Mr. Krijger is buiten staat mede te ondertekenen.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0630/09-205335 van Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, gesloten en ondertekend op 22 juni 2010
2 Proces-verbaal van Korps Landelijke Politiediensten, pag. 37-39
3 Processen-verbaal van onderzoek, pag. 23-32 en het aanvullend proces-verbaal van 28 december 2010
4 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 7-10
5 Aanvullend proces-verbaal van 28 december 2010