ECLI:NL:RBZUT:2011:BP1187

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/850292-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Davids
  • A. van Valderen
  • J. van der Mei
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van ontuchtige handelingen met minderjarige

In de zaak tegen verdachte D, geboren in 1998 en wonende te [plaats, adres], heeft de Rechtbank Zutphen op 18 januari 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met de minderjarige [slachtoffer A], geboren in 1994, in de periode van januari 2009 tot en met januari 2010 te Apeldoorn. De tenlastelegging betrof het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer A] door verdachte, waarbij [slachtoffer A] verklaarde dat zij seksuele handelingen had verricht met verdachte in de woning van medeverdachte A.

Tijdens de zittingen op 12 oktober 2010 en 4 januari 2011 zijn de verklaringen van zowel [slachtoffer A] als medeverdachte A aan de rechtbank voorgelegd. De officier van justitie stelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, verwijzend naar de verklaringen van de betrokkenen. De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat de verklaringen van [slachtoffer A] onbetrouwbaar waren en dat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen.

De rechtbank heeft de verklaringen van [slachtoffer A] en medeverdachte A als belastend voor verdachte aangemerkt, maar oordeelde dat deze niet voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank concludeerde dat er twijfel bestond over de betrouwbaarheid van de verklaringen en dat het niet kon worden uitgesloten dat medeverdachte A niet had kunnen zien wat er in het toilet gebeurde. Daarom sprak de rechtbank verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast heeft de benadeelde partij [slachtoffer A] een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen bewezen feit was waaruit schade voortvloeide. De rechtbank besloot dat de verdachte niet schuldig was aan de ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/850292-10
Uitspraak d.d.: 18 januari 2011
Tegenspraak / dnip, onip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte D],
geboren te [plaats op 1998],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. C.A. Boeve te Putten.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 12 oktober 2010 en 4 januari 2011.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van de maand januari 2009 tot en met de maand januari 2010 te Apeldoorn, in elk geval in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, met [slachtoffer A] (geboren [1994]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer A], hebbende verdachte die [slachtoffer A] met zijn, verdachtes, penis oraal gepenetreerd;
art 245 Wetboek van Strafrecht
Aanleiding van het onderzoek1
1. [slachtoffer A], geboren op [1994], heeft - in het kader van een gesprek met de politie over haar prostitutiewerkzaamheden voor [medeverdachte A] - verklaard dat zij bij verdachte seksuele handelingen heeft verricht.2
Standpunt van het openbaar ministerie
2. De officier van justitie heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Hij heeft daarbij verwezen naar de verklaring van [medeverdachte A]3, die aansluit bij de verklaring van [slachtoffer A]4. Hij heeft voorts opgemerkt dat dit voorval heeft plaatsgevonden in de zomer van 2009.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
3. Door en namens verdachte is vrijspraak bepleit, nu het feit wettig maar niet overtuigend bewezen kan worden verklaard. Daartoe is - kort samengevat - aangevoerd dat de verklaringen van aangeefster [slachtoffer A] onbetrouwbaar zijn, hetgeen geldt voor zowel haar bij de politie afgelegde verklaringen als haar bij de rechter-commissaris afgelegde verklaringen. Ook de verklaringen van [medeverdachte A] worden door de verdediging als onbetrouwbaar aangemerkt. Nu verdachte het ten laste gelegde steeds heeft ontkend, kan het feit derhalve niet overtuigend bewezen worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank oordeelt terzake als volgt.
[slachtoffer A] heeft bij de politie verklaard dat zij op een dag in de zomer van 2009 bij
[medeverdachte A] thuis in Apeldoorn, ene [verdachte D] heeft gepijpt.5 Dit heeft plaatsgevonden op het toilet.6
Voornoemde [medeverdachte A] heeft bij de politie verklaard dat hij samen met onder meer verdachte bij hem thuis, in de achtertuin, zat te drinken en dat verdachte op een gegeven moment zei dat hij even naar het toilet ging. Toen verdachte lang wegbleef, is [medeverdachte A] de woning binnen gelopen. Verdachte zag [slachtoffer A] niet meer op de bank liggen. Voorts hoorde hij uit het toilet een gekreun en hoorde hij verdachte hijgen. [medeverdachte A] is vervolgens weer naar buiten gelopen en heeft verder verklaard dat hij even later verdachte en [slachtoffer A] uit het toilet zag komen. [slachtoffer A] vertelde aan [medeverdachte A] dat zij verdachte gepijpt had.7
5. De verklaring van [slachtoffer A] en [medeverdachte A] kunnen naar het oordeel van de rechtbank als belastend voor verdachte worden aangemerkt. De rechtbank acht deze verklaringen echter niet voldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Zij overweegt daartoe dat - gelet op hetgeen verdachte ter zitting heeft verklaard over de indeling van de woning van [medeverdachte A] - het niet kan worden uitgesloten dat voornoemde [medeverdachte A] (van buiten) niet heeft kunnen zien dat verdachte en [slachtoffer A] uit het toilet kwamen. De verklaring van [medeverdachte A] in het dossier is op dit punt onvoldoende specifiek. De omstandigheid dat [medeverdachte A] enige geluiden in het toilet heeft gehoord brengt de rechtbank evenmin tot de conclusie dat het feit (wettig en overtuigend) bewezen kan worden verklaard. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte vrijspreken.
Vordering tot schadevergoeding
6. De benadeelde partij [slachtoffer A], wonende aan de [adres te plaats] (bankrekeningnummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5.500,- gevoegd in het strafproces.
7. De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer A] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Davids, voorzitter, Van Valderen en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 januari 2011.
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0620/2009111745, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, Team Recherche gesloten en ondertekend op 1 mei 2010.
2 Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het verhoor van [slachtoffer A] (p.1651) en het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris d.d. 23 december 2010.
3 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte A] (p.1821).
4 Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het verhoor van [slachtoffer A] (p.1651) en het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris d.d. 23 december 2010.
5 Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het verhoor van [slachtoffer A] (p.1651)
6 Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer A] bij de rechter-commissaris d.d. 23 december 2010.
7 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] (p.1821)