ECLI:NL:RBZUT:2011:BP1190
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Davids
- A. van Valderen
- J. van der Mei
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende wettig bewijs in ontuchtzaak
Op 18 januari 2011 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte C, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met slachtoffer A, een minderjarige. De tenlastelegging betrof het seksueel binnendringen van het lichaam van slachtoffer A, die op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. De zaak kwam aan het licht tijdens een gesprek van slachtoffer A met de politie over haar prostitutiewerkzaamheden. Tijdens de zittingen op 12 oktober 2010 en 4 januari 2011 heeft slachtoffer A verklaard dat verdachte haar heeft gepijpt en dat hij met zijn penis in haar vagina is geweest.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting vrijspraak gevorderd, onder verwijzing naar het feit dat de verklaring van slachtoffer A niet voldoende werd ondersteund door ander bewijs. De verdediging heeft deze lijn gevolgd en ontkende dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank heeft de verklaringen van slachtoffer A beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende wettig bewijs aanwezig was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van slachtoffer A niet in voldoende mate werd ondersteund door andere bewijsmiddelen.
In de beslissing heeft de rechtbank verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit en de benadeelde partij, slachtoffer A, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze vordering geen betrekking had op een bewezen verklaard feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mrs. Davids, Van Valderen en Van der Mei, en is openbaar uitgesproken op 18 januari 2011.