ECLI:NL:RBZUT:2011:BP1202

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/950042-10 en 06/850376-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Mei
  • A. van Valderen
  • J. Davids
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en poging tot mensenhandel door verdachte via internet

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 januari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte [verdachte A], die werd beschuldigd van mensenhandel en poging tot mensenhandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte op verschillende tijdstippen tussen mei 2009 en januari 2010 meerdere jonge vrouwen, waaronder minderjarigen, via internet heeft benaderd en gedwongen om zich beschikbaar te stellen voor prostitutie. Verdachte maakte gebruik van bedreigingen en misleiding om zijn slachtoffers onder druk te zetten. Hij dreigde hen en hun families schade toe te brengen als zij niet deden wat hij zei, en maakte gebruik van naaktfoto's die hij van hen had gemaakt om hen te intimideren. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het dwingen van deze vrouwen tot prostitutie, waarbij hij hen misleidde en hen in een kwetsbare positie bracht. De rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de slachtoffers, die als gevolg van de daden van verdachte schade hebben geleden. De uitspraak benadrukt de ernst van mensenhandel en de noodzaak om slachtoffers te beschermen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/950042-10 en 06/850376-10
Uitspraak d.d.: 18 januari 2011
Tegenspraak / dip, oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [plaats op 1991],
wonende te [plaats, adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Zutphen.
Raadsman: mr. R.P. van der Graaf, advocaat te Utrecht.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 april 2010, 16 juli 2010, 12 oktober 2010 en 4 januari 2011.
De tenlastelegging
Nadat ter terechtzitting van 16 juli 2010 een vordering nadere omschrijving tenlastelegging is gedaan, is aan verdachte ten laste gelegd, dat:
06/950042-10
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 mei 2009 tot en met 26 januari 2010 te Apeldoorn en/of te Deventer en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer C], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie) dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft ondernomen waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie),
- waarbij die dwang en/of dat geweld of een andere feitelijkheid of de dreiging met geweld of andere feitelijkheid en/of de afpersing heeft bestaan uit
het feit dat verdachte die [slachtoffer C] heeft verteld dat hij, verdachte, bedreigd werd door personen en/of (vervolgens) die personen hem, verdachte, iets aan zouden doen en/of ook haar familie wat aan zouden doen en/of dat webcambeelden en/of foto's van webcambeelden en/of foto's waarop die [slachtoffer C] naakt of gedeeltelijk naakt te zien was zouden worden geplaatst op internet of rond zouden worden gestuurd of openbaar zouden worden gemaakt als die [slachtoffer C] zich niet zou prostitueren en/of
- welk misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie hierin heeft bestaan dat
verdachte webcambeelden en/of foto's van webcambeelden waarop die [slachtoffer C] naakt of gedeeltelijk naakt te zien was of naaktfoto's van die [slachtoffer C] heeft gemaakt en/of (vervolgens) heeft bewaard/digitaal heeft opgeslagen en/of verdachte die [slachtoffer C] heeft verteld dat personen die hem bedreigden en/of haar familie bedreigden die foto's en/of webcambeelden in bezit hadden en/of die foto's/beelden zouden openbaren en/of openbaar op internet zouden plaatsen als zij niet deed wat verdachte haar opdroeg en/of als zij geen seks had met mannen tegen betaling en/of waardoor die [slachtoffer C] bang was dat zij door die openbaarmaking van die foto's en/of webcambeelden vrienden en/of kennisen die die beelden en/of foto's ter kennis kwamen kwijt zou raken en/of problemen zou krijgen met haar familie en/of verdachte (tevens) misbruik heeft gemaakt van het feit dat die [slachtoffer C] gevoelens voor hem, verdachte, had en/of hij, verdachte haar vertelde dat hem, verdachte iets zou overkomen als zij geen seks had tegen betaling en/of
- welke misleiding heeft bestaan uit het feit dat verdachte het bij die [slachtoffer C] voor deed komen dat hij in contact stond met personen die hem en/of die [slachtoffer C] en/of haar familie iets aan wilden doen als zij, [slachtoffer C], niet zou doen wat die personen en/of verdachte haar zei/zeiden en/of als zij zich niet prostitueerde en/of
waarbij het door verdachte dwingen en/of bewegen die [slachtoffer C] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (het werken in de prostitutie) en/of waarbij het door verdachte ((en/of verdachtes mededader(s)) verrichten van enige handeling waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer C] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (het werken in de prostitutie) hierin heeft bestaan
- dat verdachte naaktfoto's van die [slachtoffer C] heeft gemaakt en/of
- dat verdachte die [slachtoffer C] het verhaal heeft verteld dat hij bedreigd werd door personen en/of dat die personen ook gedreigd hadden de familie van die [slachtoffer C] iets aan te doen als zij, [slachtoffer C], niet tot prostitutie over zou gaan en/of dat die personen de beschikking hadden over webcambeelden en/of naaktfoto's van die [slachtoffer C] (door verdachte gemaakt) en dat die openbaar gemaakt zouden worden en/of openbaar op internet zouden worden gezet als zij niet zou doen wat verdachte zei en/of wat die personen haar (via verdachte) zeiden en/of als zij zich niet prostitueerde zoals werd verlangd van haar en/of
- dat verdachte die [slachtoffer C], in contact heeft gebracht met en/of heeft gebracht/vervoerd naar diverse personen waarmee zij seks moest hebben (tegen betaling) en/of heeft vervoerd naar o.a. Deventer alwaar die [slachtoffer C] seks moest hebben tegen betaling en/of
- dat verdachte die [slachtoffer C] heeft opgedragen seks te hebben met mannen voor geld en/of haar heeft opgedragen harder en/of meer te werken en/of
- verdachte op die [slachtoffer C] heeft gelet als zij seks had met mannen en/of
- verdachte die [slachtoffer C] heeft opgedragen hoeveel zij moest vragen aan haar klanten en/of hoe zij als prostituee te werk moest gaan en/of
- verdachte het geld van de klanten in ontvangst nam;
(zaaksdossier 1 va blz. 738)
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand december 2009 tot en met januari 2010 te Apeldoorn en/of Deventer en/of Utrecht en/of elders in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer D] (geboren [1993]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer D] enige handeling, te weten
- het die [slachtoffer D] vertellen dat er een bende/een aantal mensen is die het op [slachtoffer D] hebben voorzien en/of die voor haar deur hebben staan posten en/of
- het die [slachtoffer D] vertellen dat er mensen zijn/een bende is die haar of haar familie wil(len) pakken en/of het die [slachtoffer D] (vervolgens) opdragen iets met drugs en seks te doen om dit te voorkomen en/of
- het die [slachtoffer D] opdragen te gaan tippelen en/of
- het die [slachtoffer D] (per msn/internet) vertellen dat hij, verdachte, bedreigd wordt door mensen/een bende en dat hij, verdachte, opdrachten krijgt van hen en/of het (vervolgens) vertellen aan die [slachtoffer D] dat die personen ook haar (via hem, verdachte) bedreigen en/of dat verdachte opdracht krijgt van die personen om [slachtoffer D] naar een plek te brengen waar zij prostitutie moest bedrijven en/of seks moet hebben tegen betaling en/of dat er geld verdiend moet worden en/of
- het die [slachtoffer D] vertellen dat er naaktfoto's van haar gemaakt moeten worden en/of
- het die [slachtoffer D] vertellen dat als zij niet meewerkt en/of niet doet wat verdachte zegt men wel weet waar haar familie is en/of haar moeder, broertje en/of stiefvader iets aangedaan zal worden en/of het die [slachtoffer D] voorhouden van soortgelijke verhalen en/of bedreigingen
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of verdachtes medeverdachte(n) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer D], de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaaksdossier 2 va blz. 1164)
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks in of omstreeks de maand januari 2010 te Apeldoorn,in elk geval in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer E] (geboren [1992]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer E] enige handeling, te weten
- het die [slachtoffer E] (via internet)(onder namen als [naam 1] en/of [verdachte A] en/of een of meer andere namen) benaderen en/of die [slachtoffer E] vertellen dat er een groep jongens en/of een bende is die het op haar voorzien heeft en/of
- het die [slachtoffer E] vertellen dat die Bende/die jongens foto's van haar hadden en/of het die [slachtoffer E] meermalen opdragen voor hem en/of die jongens/die bende te gaan werken en/of
- het die [slachtoffer E] vertellen dat er naaktfoto's van haar gemaakt moeten worden en/of dat zij voor verdachte en/of die jongens moet gaan werken en/of het die [slachtoffer E] vertellen dat die jongens/die bende alles van haar en/of haar familie afweet en/of dat als [slachtoffer E] niet voor die jongens en/of verdachte gaat werken en/of niet doet wat haar verteld wordt er iets met haar familie gaat gebeuren en/of dat die jongens/die bende haar route kenn(en) en/of
- het die [slachtoffer E] vertellen dat zij een heroine spuit in haar nek zal krijgen en/of in brand wordt gestoken als ze niet naar verdachte en/of zijn mededaders luistert en/of voor hem/hen gaat werken en/of het die [slachtoffer E] vertellen van soorgelijke verhalen en/of bedreigingen en/of
- het die [slachtoffer E] opdragen dat ze mee moet naar Deventer en daar moet gaan werken in de prostitutie en/of geld moet verdienen
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of verdachtes medeverdachte(n) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer E], de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (zaaksdossier 3 va blz. 1229)
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks in of omstreeks de de periode van 11 mei 2009 tot en met de maand januari 2010 te Ermelo, in elk geval in de gemeente Ermelo en/of te Apeldoorn,in elk geval in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer F] (geboren [1995]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer F] enige handeling, te weten
- die [slachtoffer F] via internet (onder de namen [verdachte A] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of een of meer andere namen) en/of telefonisch heeft benaderd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer F] heeft voorgehouden dat iedereen tegen haar op zou kijken en/of zij dure kleding kon kopen als zij in de prostitutie zou gaan werken en/of seks zou hebben tegen betaling en/of
- die [slachtoffer F] heeft voorgehouden dat [verdachte A] in het ziekenhuis lag omdat ze hem hadden gepakt en zij, [slachtoffer F], voor criminelen moest gaan werken en met mensen naar bed moest om geld voor die criminelen te verdienen en/of zij dit wel moest doen omdat ze anders een heroinespuit in haar rug zou krijgen en/of zij haar moeder iets aan zouden doen en/of
- die [slachtoffer F], heeft voorgehouden dat iemand of [verdachte A] was overgoten met benzine en/of dat haar ouders of familie iets aangedaan zou worden als zij niet deed wat haar gezegd werd, althans die [slachtoffer F] soortgelijke verhalen en/of bedreigingen heeft voorgehouden
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of verdachtes medeverdachte(n) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer F] de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid;
(zaaksdossier 4 va blz. 1275)
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks in of omstreeks de periode van 1 december 2009 tot en met 8 januari 2010 te Apeldoorn, in elk geval in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer G] (geboren [1992]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer G] enige handeling, te weten
- het via internet (o.a. onder de namen [naam 4] en/of [verdachte A] en/of een of meer andere namen) die [slachtoffer G] benaderen en/of (vervolgens)
- het die [slachtoffer G] toegevoegen dat er personen zijn die haar willen pakken en/of dat zij al een tijdje achtervolgd wordt en/of dat als zij niet luistert naar deze personen zij een heroinespuit in haar nek krijgt en/of
- het [slachtoffer G] toegevoegen dat hij (verdachte) een vriendin had die niet luisterde en dat die nu verslaafd is en dat de vader een aantal maanden in coma heeft gelegen en/of
- het die [slachtoffer G] toegevoegen dat zij het met jongens moet doen voor geld en als zij dit niet doet, zij klappen krijgt en dat ze weten waar ze haar kunnen vinden en/of
- het die [slachtoffer G] toegevoegen dat er naaktfoto's van haar voor klanten moeten worden gemaakt en dat zij geld moet gaan verdienen en/of
- het die [slachtoffer G] toegevoegen dat een meisje genaamd [naam 5] heeft geweigerd en dat ze die te pakken hebben gekregen en/of dat hij, verdachte niet wil dat haar, [slachtoffer G] hetzelfde zal overkomen en/of
- het die [slachtoffer G] toegevoegen, dat hij, verdachte ook al 3 keer een pistool op zijn hoofd heeft gehad en/of dat ze weten waar die [slachtoffer G] woont en/of dat ze haar op een gegeven moment te pakken zullen kijgen, althans het die [slachtoffer G] toevoegen van soortgelijke verhalen en/of bedreigingen
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of verdachtes medeverdachte(n) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer G], de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid;
(zaaksdossier 5 va blz. 1464)
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 mei 2009 tot en met 12 januari 2010 te Apeldoorn en/of te Driebergen en/of te Deventer en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer A] (geboren [1994]) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer A] enige handeling, te weten Die [slachtoffer A] (via internet) heeft benaderd en/of (vervolgens) die [slachtoffer A] tijdens een gelegenheid waar veel drugs en/of alcohol werden gebruikt naakt heeft gefotografeerd (terwijl zij seks had met verdachte en/of een of meer anderen) en/of vervolgens die foto's (digitaal) heeft opgeslagen/bewaard
en/of (vervolgens) die [slachtoffer A] heeft gedreigd die van haar gemaakte foto's te openbaren en/of op internet te plaatsen als zij niet deed wat hij en/of zijn mededader(s) zei(den) en/of zich niet zou prostitueren en/of verdachte en/of verdachtes mededader(s) die [slachtoffer A] mee heeft/hebben genomen naar een put en/of (vervolgens) die [slachtoffer A] heeft/hebben meegdeeld dat hij/zij verdachte en/of zijn mededader(s) een ander meisje daarin had(den) opgesloten en/of dat dit ook met haar kon worden gedaan en/of (vervolgens) verdachte en/of verdachtes medadader(s) die [slachtoffer A] heeft/hebben in contact gebracht met mannen met wie zij seks moest hebben tegen betaling en/of die [slachtoffer A] heeft/hebben instrueerd hoe zij te werk diende te gaan om klanten te krijgen en/of als zij een klant kreeg en/of haar naar die mannen heeft/hebben vervoerd/gebracht en/of verdachte prijsafspraken met klanten heeft gemaakt met wie die [slachtoffer A] seks moest hebben
en/of verdachte het geld dat [slachtoffer A] had verdiend met het verrichten van seksuele handeling van klanten in ontvangst genomen en/of die [slachtoffer A] heeft gecontroleerd, heeft ondernomen, waarvan hij verdachte((en/of zijn mededader(s)) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij, die [slachtoffer A], zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl zij, die [slachtoffer A] de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt;
(zaaksdossier 6 va blz 1503)
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
7.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks in of omstreeks de periode van de maand oktober 2009 tot en met 14 januari 2010 te Apeldoorn, in elk geval in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer H] (geboren 12 maar 1992), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer H] enige handeling, te weten
- het die [slachtoffer H] via internet benaderen (onder de namen [naam 4] en/of [verdachte A] en/of [naam 3] [naam 6] en/of een of meer andere namen) en/of (vervolgens)
- het die [slachtoffer H] voorhouden dat zij moet gaan werken voor hen en/of dat ze geld moet gaan verdienen voor hen en/of dat zij het moet doen met iemand en veel geld moet verdienen en/of
- het die [slachtoffer H] toevoegen dat als zij niet luistert zij jaren wordt achtevolgd en/of [naam 4] en/of een ander niet heeft geluisterd en ze die een heroine spuit in de rug hebben gegeven en ze nu verslaafd is en ze die [slachtoffer H] ook al een tijd aan het volgen zijn en/of
- het die [slachtoffer H] toevoegen dat ze [verdachte A] een pistool op het hoofd hebben gezet en/of het die [slachtoffer H] voorhouden van soortgelijke verhalen en/of bedreigingen
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of verdachtes medeverdachte(n) wist(en) of
redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen
tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer H], de leeftijd van achttien
jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaaksdossier 7 va blz. 1871)
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
06/850376-10
1.
hij in of omstreeks de periode van de maand december 2009 tot en met 26 januari 2010 te Apeldoorn, in elk geval in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer B] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer B], hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) die [slachtoffer B] met zijn/hun vingers vaginaal gepenetreerd en/of die [slachtoffer B] met zijn/hun penis vaginaal en/of oraal gepenetreerd (terwijl een of meer van voormelde handelingen bij die [slachtoffer B] tegelijkertijd door verdachte en/of verdachtes mededader werden uitgevoerd) en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) die [slachtoffer B] via internet (onder namen als [naam 4] en/of [verdachte A] en/of [naam 1] en/of een of meer andere namen) heeft/hebben benaderd en/of (vervolgens) die [slachtoffer B] heeft/hebben verteld dat er een bende/een aantal personen waren die het op haar hadden voorzien en/of (vervolgens) die [slachtoffer B] heeft/hebben opgedragen naar Apeldoorn, in elk geval naar een afgesproken plek te komen en/of die [slachtoffer B] heeft/hebben verteld dat ze seks moest hebben met(een) man(nen) en/of dat als die [slachtoffer B] dit niet deed en/of niet deed wat haar werd opgedragen zij een spuit in haar nek zou krijgen en/of zij, die bende/die personen, haar familie zouden pakken en/of dat die Bende/die personen, [verdachte A] ook al een pistool op zijn hoofd hadden gezet en/of verdachte en/of verdachtes mededader(s) naaktfoto's van die [slachtoffer B] heeft/hebben gemaakt en/of (aldus) voor die [slachtoffer B] een bedreigende situatie heeft doen
ontstaan;
(zaaksdossier 8 va blz. 1928)
art 242 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2009 tot en met 26 januari 2010 te Apeldoorn en/of te Deventer en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer B], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie) dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft ondernomen waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie),
- waarbij die dwang en/of dat geweld of een andere feitelijkheid of de dreiging met geweld of andere feitelijkheid en/of de afpersing heeft bestaan uit
het feit dat verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat hij, verdachte, bedreigd werd door personen en/of (vervolgens) die personen hem, verdachte, iets aan zouden doen en/of een pistool op zijn hoofd hadden gezet en/of ook haar en/of haar familie wat aan zouden doen en/of zij haar een spuit in de nek zouden geven als zij niet deed wat haar werd opgedragen en/of dat naaktfoto's die verdachte van die [slachtoffer B] had gemaakt zouden worden geopenbaard als zij geen seks zou hebben met klanten voor geld en/of
- welk misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie hierin heeft bestaan dat
verdachte van die [slachtoffer B] naaktfoto's heeft gemaakt en/of (vervolgens) heeft bewaard/digitaal heeft opgeslagen en/of verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat die Foto's terecht zouden komen bij de bende en/of personen die die [slachtoffer B] wat aan zouden doen en/of dat die foto's geopenbaard zouden worden en/of verdachte misbruik heeft gemaakt van het feit dat zij bang was dat verdachte/[verdachte A] iets kon overkomen omdat hij haar had gezegd dat hij ook bedreigd werd en/of "ze" hem verdachte zouden pakken als zij niet deed wat gezegd werd en/of
- welke misleiding heeft bestaan uit het feit dat verdachte het bij die [slachtoffer B] voor deed komen dat hij in contact stond met personen die hem en/of die [slachtoffer B] en/of haar familie iets aan wilden doen als zij, [slachtoffer B], niet zou doen wat die personen en/of verdachte haar zei/zeiden en/of als zij zich niet prostitueerde en/of
waarbij het door verdachte dwingen en/of bewegen die [slachtoffer B] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten en/of waarbij het door verdachte ((en/of verdachtes mededader(s)) verrichten van enige handeling waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer B] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten hierin heeft bestaan
- dat verdachte die [slachtoffer B] via internet (onder de namen [naam 4] en/of [naam 1] en/of [verdachte A] en/of een of meer andere namen) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer B] heeft verteld dat hij in contact stond met een bende en/of een aantal personen die hem en/of die [slachtoffer B] en/of haar familie wat dreigden aan te doen als zij niet deed wat haar werd opgedragen en/of zij seks zou gaan hebben met mannen tegen betaling en/of
- dat verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat zij seks moest hebben met mannen tegen betaling en/of
- dat verdachte die [slachtoffer B] heeft opgedragen naar een plaats te komen en/of strings en/of hakken en/of bh mee te brengen en/of (vervolgens) zich zelfverzekerd als hoer te gedragen en/of heeft opgedragen (meermalen) seks te hebben met een (oudere) man en/of in contact heeft gebracht met een (oudere) man met wie zij seks moest hebben
- dat verdachte naaktfoto's van die [slachtoffer B] heeft gemaakt;
(zaaksdossier 8 va blz1928)
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2009 tot en met 26 januari 2010 te Apeldoorn en/of te Deventer en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer B], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) te dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie) dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft ondernomen waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
- waarbij die dwang en/of dat geweld of een andere feitelijkheid of de dreiging met geweld of andere feitelijkheid en/of de afpersing heeft bestaan uit
het feit dat verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat hij, verdachte, bedreigd werd door personen en/of (vervolgens) die personen hem, verdachte, iets aan zouden doen en/of een pistool op zijn hoofd hadden gezet en/of ook haar en/of haar familie wat aan zouden doen en/of zij haar een spuit in de nek zouden geven als zij niet deed wat haar werd opgedragen en/of zij seks zou gaan hebben met mannen tegen betaling en/of dat naaktfoto's die verdachte van die [slachtoffer B] had gemaakt zouden worden geopenbaard als zij geen seks zou hebben met klanten voor geld en/of
- welk misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie hierin heeft bestaan dat
verdachte van die [slachtoffer B] naaktfoto's heeft gemaakt en/of (vervolgens) heeft bewaard/digitaal heeft opgeslagen en/of verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat die Foto's geopenbaard zouden worden en/of verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat hem, verdachte/[verdachte A] werd bedreigd en hij ook gepakt zou worden als zij niet deed wat haar werd opgedragen
- welke misleiding heeft bestaan uit het feit dat verdachte het bij die [slachtoffer B] voor deed komen dat hij in contact stond met personen die hem en/of die [slachtoffer B] en/of haar familie iets aan wilden doen als zij, [slachtoffer B], niet zou doen wat die personen en/of verdachte haar zei/zeiden en/of als zij zich niet prostitueerde en/of
waarbij het door verdachte die [slachtoffer B] trachten te dwingen en/of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten en/of waarbij het door verdachte ((en/of verdachtes mededader(s)) verrichten van enige handeling waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer B] zich daardoor beschikbaar zou (gaan)stellen tot het verrichten van arbeid of diensten hierin heeft bestaan
- dat verdachte die [slachtoffer B] via internet (onder de namen [naam 4] en/of [naam 1] en/of [verdachte A] en/of een of meer andere namen) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer B] heeft verteld dat hij in contact stond met een bende en/of een aantal personen die hem en/of die [slachtoffer B] en/of haar familie wat aan zouden doen als zij niet deed wat haar werd opgedragen en/of zij seks zou gaan hebben met mannen tegen betaling en/of
- dat verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat zij seks moest hebben met mannen tegen betaling
- dat verdachte naaktfoto's van die [slachtoffer B] heeft gemaakt en/of die [slachtoffer B] heeft verteld dat die foto's zouden worden geopenbaard als zij geen seks zou gaan hebben met mannen tegen betaling terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 mei 2009 tot en met 2 maart 2010 te Doesburg en/of Apeldoorn en/of te Deventer en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, althans in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer I], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) te dwingen en/of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie) dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft ondernomen waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie),
waarbij die dwang en/of dat geweld of een andere feitelijkheid of de dreiging met geweld of andere feitelijkheid en/of de afpersing heeft bestaan uit
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] via internet heeft benaderd onder de naam [naam 4] en/of haar vervolgens als [naam 4] heeft verteld dat zij, die [slachtoffer I], seks moest hebben met mannen voor geld en/of voor [verdachte A] (verdachte) moest gaan werken en/of dat als zij, [slachtoffer I], dit niet deed, pikante foto's van haar en [verdachte A] (verdachte) en/of naakt foto's van haar geopenbaard en/of verspreid zouden worden en/of aan haar familie zouden worden toegezonden en/of zij een heroinespuit in haar nek zou krijgen waardoor zij verslaafd zou raken en/of
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] heeft benaderd en/of verteld heeft dat hij zelf (ook) bedreigd werd en/of gedwongen werd haar als prostituee te laten werken en/of naaktfoto's en/of pikante foto's van haar geopenbaard zouden worden en/of haar familie iets aangedaan zou worden als zij geen seks zou gaan hebben tegen betaling en/of voor hem zou gaan werken
welk misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie hierin heeft bestaan dat
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] via internet heeft benaderd onder de naam [naam 4] en/of haar vervolgens als [naam 4] heeft verteld dat zij, die [slachtoffer I] seks moest hebben met mannen voor geld en/of voor [verdachte A] (verdachte) moest gaan werken en/of dat als zij, [slachtoffer I], dit niet deed, pikante foto's van haar en [verdachte A] (verdachte) en/of naakt foto's van haar geopenbaard en/of verspreid zouden worden en/of aan haar familie zouden worden toegezonden en/of zij een heroinespuit in haar nek zou krijgen waardoor zij verslaafd zou raken en/of
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] heeft benaderd en/of verteld heeft dat hij zelf (ook) bedreigd werd en/of gedwongen werd haar als prostituee te laten werken en/of naaktfoto's en/of pikante foto's van haar geopenbaard zouden worden en/of haar familie iets aangedaan zou worden als zij geen seks zou gaan hebben tegen betaling en/of voor hem zou gaan werken en/of
welke misleiding heeft bestaan uit het feit dat verdachte [slachtoffer I] via internet onder de naam [naam 4] heeft benaderd en haar de indruk heeft gegeven dat hij ook werd bedreigd door deze zogenaamde [naam 4] of personen en/of gedwongen werd haar voor zich te laten werken en/of deze zogenaamde [naam 4] pikante foto's van hem, verdachte en [slachtoffer I] en/of naaktfoto's van die [slachtoffer I] zou gaan verspreiden en/of openbaren als die [slachtoffer I] niet voor hem, verdachte, ging werken en/of seks zou gaan hebben met mannen tegen betaling en/of
waarbij het door verdachte trachten die [slachtoffer I] te dwingen en/of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten en/of waarbij het door verdachte ((en/of verdachtes mededader(s)) verrichten van enige handeling waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer I] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten heeft bestaan in het
- die [slachtoffer I] via internet benaderen onder de naam [naam 4] en/of [verdachte A] en/of het telefonisch benaderen van die [slachtoffer I] en/of
- het die [slachtoffer I] meedelen dat zij geld moest gaan verdienen en/of seks moest hebben met mannen tegen betaling en/of voor hem, verdachte moest gaan werken en/of
- het die [slachtoffer I] vertellen dat naaktfoto's van die [slachtoffer I] en/of pikante foto's van hem en die [slachtoffer I] zouden worden geopenbaard en/of verspreid en/of haar familie iets zou overkomen als zij niet deed wat haar gezegd werd en/of als zij geen seks zou hebben met mannen tegen betaling
terwijl het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaaksdossier 9 va blz. 2167)
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand november 2009 tot en met de maand maart 2010 te Apeldoorn,in elk geval in de gemeente Apeldoorn en/of te Arnhem en/of elders in Nederland, althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer J]] (geboren 12 mei 1994), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer J]] enige handeling, te weten
- het die [slachtoffer J] (via internet)(onder namen als [naam 4] en/of [verdachte A] en/of [naam 3] en/of een of meer andere namen) benaderen en/of het die [slachtoffer J] (vervolgens) opdragen dat zij seks moest gaan hebben met jongens tegen betaling en/of dat er jongens waren die haar wilden pakken en/of dat als zij niet deed wat haar was opgedragen: zij [slachtoffer J] en/of haar familieleden een heroinespuit in haar/hun nek zouden krijgen en/of er iets ergs met haar of haar familie zou gebeuren en/of (vervolgens) die [slachtoffer J] heeft/hebben voorgehouden dat [verdachte A] ook met een pistool is neergeslagen en er wel een aantal meisjes bekend zijn die nu verslaafd zijn en gepakt zijn en/of dat ze het eerste de ouders van die [slachtoffer J] zullen pakken
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of verdachtes medeverdachte(n) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer J], de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaaksdossier 10 va blz. 2260)
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 4 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
1. Op 25 december 2009 in de nachtelijke uren treft de politie aangeefster [slachtoffer C] aan in het raamprostitutiegebied aan de Bokkingshang te Deventer. Zij vertelde aan de politie dat zij door verdachte tot prostitutie gedwongen werd en doet hiervan vervolgens aangifte. Zij verklaarde - kort samengevat - dat verdachte, die zij kende van vroeger, haar had verteld dat hij werd bedreigd door enkele mannen die de beschikking hadden over meerdere naaktfoto's van [slachtoffer C]. Verdachte had deze foto's van haar gemaakt tijdens een webcamsessie. [slachtoffer C] moest van verdachte tippelen in Deventer, omdat hij - verdachte - bedreigd werd door personen en waarbij die personen ook hadden gedreigd de familie van [slachtoffer C] iets aan te doen dan wel de van haar gemaakte naaktfoto's openbaar te maken als zij niet in de prostitutie zou gaan werken. Via internet werd zij ook bedreigd door ene [[naam 4]. Onder deze dreigingen heeft voornoemde [slachtoffer C] seks gehad met onder meer de buurman van verdachte. Voorts heeft zij voor verdachte getippeld in Deventer. Het geld dat zij met haar werkzaamheden ontving, heeft zij afgedragen aan verdachte.
Vaststaande feiten
2. Op grond van de diverse aangiftes en de bekennende verklaringen van verdachte stelt de rechtbank - kort samengevat en zonder daarbij volledig te zijn - het volgende vast.
Verdachte heeft - naar eigen zeggen - tientallen meisjes via internet (MSN en/of Hyves) benaderd onder de namen [verdachte A] en/of [naam 1] en/of [naam 3] en/of [naam 4]. Hij heeft deze meisjes verteld dat er een groep mensen is die het op hen heeft voorzien, dat deze groep hen of hun familie wil pakken en wat aan wil doen als zij niet doen wat verdachte zegt. Verdachte heeft hen verteld dat zij in de prostitutie moesten gaan werken en dat er naaktfoto's van hen moesten worden gemaakt. Hij heeft hen onder meer gezegd dat zij een heroïnespuit in hun nek/rug zouden krijgen en dat hun familie wat aangedaan zou worden. Verdachte heeft verder tegen de meisjes gezegd dat ook hij bedreigd werd en dat hij de opdracht van deze mensen had gekregen om hen in de prostitutie te laten werken. Verdachte heeft enkele van hen verteld dat hij een aantal keer een pistool op zijn hoofd had gehad en dat hij is overgoten met ben[naam 8]
[slachtoffe[naam 9] [slachtoffer E], [slachtoffer F], [slachtoffer G], [slachtoffer H], [slachtoffer I] en [slachtoffer J] hebben van deze bedreigingen en de pogingen van verdachte hen te laten werken in de prostitutie aangifte gedaan.
Naast deze meisjes hebben ook anderen, namelijk [slachtoffer C], [slachtoffer A] en [slachtoffer B] aangifte tegen verdachte gedaan en verklaard dat zij op soortgelijke wijze door verdachte via internet benaderd zijn. Bij hen is het echter niet bij een poging om hen in de prostitutie te laten werken, gebleven. Zij hebben daadwerkelijk seks tegen betaling met derden gehad. Verdachte heeft van hen naaktfoto's en/of pornografische foto's gemaakt en hen gezegd dat, indien zij niet zouden doen wat verdachte hen opdroeg, de foto's zouden worden verspreid en/of openbaar zouden worden gemaakt op het internet. Ook heeft hij hen gezegd dat zij een heroïnespuit in hun nek/rug zouden krijgen en dat hun familie wat zou worden aangedaan, als zij niet zouden meewerken.
Standpunt van het openbaar ministerie
3. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, waarbij hij heeft verwezen naar de aangiftes en de bekennende verklaringen van verdachte.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periodes heeft de officier van justitie bij zijn requisitoir aangegeven dat deze ruim staan omschreven in de tenlasteleggingen, maar dat deze kunnen worden verkort dan wel worden gepreciseerd tot de volgende periodes/tijdstippen:
06/950042-10 feit 1 ([slachtoffer C]): in de periode van 29 november 2009 tot en met 29 december 2009.
06/950042-10 feit 2 ([slachtoffer D]): in de periode van 28 december 2009 tot en met januari 2010.
06/950042-10 feit 3 ([slachtoffer E]): op 4 januari 2010.
06/950042-10 feit 4 ([slachtoffer F]): in de periode van 8 tot en met 10 januari 2010.
06/950042-10 feit 5 ([slachtoffer G]): op 5 januari 2010.
06/950042-10 feit 6 ([slachtoffer A]): in de periode van april 2009 tot en met september 2009.
06/950042-10 feit 7 ([slachtoffer H]): in de periode van 1 november 2009 tot en met 14 januari 2010.
06/850376-10 feit 1 ([slachtoffer B]): op 10 januari 2010.
06/850376-10 feit 2 ([slachtoffer B]): in januari 2010.
06/850376-10 feit 3 ([slachtoffer I]): in de periode van 4 oktober 2008 tot en met
31 december 2009.
06/850376-10 feit 4 ([slachtoffer J]]): eind 2009.
Per feit heeft de officier van justitie nog het volgende naar voren gebracht.
Met betrekking tot het onder parketnummer 06/950042-10 onder feit 1 ten laste gelegde heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat er voldoende causaal verband bestaat tussen de door verdachte geuite bedreigingen in de richting van aangeefster [slachtoffer C] en de door laatstgenoemde ondergane en uitgevoerde seksuele handelingen tegen betaling met derden. Dit geldt tevens voor het onder parketnummer 06/950042-10 onder feit 6 ten laste gelegde. Ten aanzien van dit feit heeft de officier van justitie nog opgemerkt dat verdachte ter zitting heeft verklaard dat de bedreigingen eerst zijn geuit toen [slachtoffer A] wilde stoppen met haar prostitutiewerkzaamheden en dat zij het voor die tijd min of meer zelf wilde. Nu het hier om een minderjarig slachtoffer gaat, hoeft er echter geen sprake te zijn van uitbuitingshandelingen. Ook zonder enige uitbuitingshandeling is het strafbaar om een minderjarige in de prostitutie te brengen. De minderjarigheid van het slachtoffer is in deze strafbepaling een geobjectiveerd bestanddeel en het opzet op de minderjarigheid hoeft derhalve niet bewezen te worden verklaard. Om die reden kan verdachte geen geslaagd beroep doen op afwezigheid van alle schuld, ondanks het feit dat aangeefster [slachtoffer A] tegenover hem wisselend verklaard heeft over haar leeftijd. Bovendien is het slachtoffer gevraagd naar haar legitimatie, hetgeen tot de conclusie leidt dat er kennelijk getwijfeld werd aan de door haar opgegeven leeftijd.
Met betrekking tot het onder parketnummer 06/850376-10 onder feit 1 en 2 ten laste gelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat sprake is van eendaadse samenloop. Op 10 januari 2010 heeft aangeefster [slachtoffer B] seks gehad met verdachte, maar ook met de buurman van verdachte. Aangeefster [slachtoffer B] heeft verklaard dat de door verdachte uitgeoefende dwang er op was gericht dat zij hem gehoorzaamde. De tussen [slachtoffer B] en de buurman plaatsgevonden seks hoorde daar ook bij. Dat de buurman voor de seks niet heeft betaald, doet aan de tenlastegelegde voltooide uitbuiting van [slachtoffer B] niet af.
Ten aanzien van het onder parketnummer 06/850376-10 onder 1 ten laste gelegde heeft de officier van justitie nog naar voren gebracht dat [slachtoffer B] de door verdachte opgedrongen seks met de buurman niet kon weerstaan en dat zij ook seks met verdachte heeft gehad. Ook daar bestaat een causaal verband tussen de door verdachte geuite bedreigingen en het onder druk ondergaan van de seks. Het onder 2 ten laste gelegde kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Deze druk was zodanig dat deze ook valt binnen het bepaalde van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht, te weten de verkrachting zoals deze onder parketnummer 06/850376-10 onder feit 1 ten laste is gelegd.
Tot slot heeft de officier van justitie gemotiveerd aangegeven dat de verklaring van verdachte dat hij onder bedreiging de ten laste gelegde feiten heeft begaan, niet aannemelijk is geworden. Verdachte heeft onvoldoende elementen naar voren gebracht om te concluderen dat er sprake is van een reëel begin van aannemelijkheid van de vermeende bedreigingen. Gelet hierop dient de verklaring van verdachte dat hij bedreigd werd niet bij de beoordeling te worden betrokken.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
4. Allereerst is door verdachte vrijspraak bepleit ten aanzien van het onder parketnummer 06/850376-10 onder feit 1 van ten laste gelegde, te weten de verkrachting van [slachtoffer B], al dan niet gepleegd in vereniging. Daartoe is aangevoerd dat het seksuele contact tussen verdachte en [slachtoffer B] niet onder dwang heeft plaatsgevonden. Naar het oordeel van de verdediging kan niet bewezen worden dat de in de tenlastelegging beschreven feitelijke handelingen, juridisch gekwalificeerd kunnen worden als geweld of bedreiging met geweld in die zin dat [slachtoffer B] als gevolg van de veronderstelde bedreigende woorden is gedwongen tot seksueel contact met verdachte. Ook van de overige feitelijke omstandigheden is niet gebleken dat deze van zodanig dwingende aard zijn geweest dat dit [slachtoffer B] er toe heeft gebracht seks met verdachte en medeverdachte [medeverdachte B] te hebben. Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer B] ondubbelzinnig aangeeft in te stemmen met seksueel verkeer tussen haar en verdachte. Voor verdachte was het niet duidelijk dat het niet om vrijwillig seksueel verkeer ging, nog los van het feit dat [slachtoffer B] geen uitdrukkelijke signalen heeft afgegeven dat zij de seksuele handelingen niet wilde.
Door en namens verdachte is voorts naar voren gebracht dat hij de onder parketnummer 06/950042-10 onder 1 tot en met 7 ten laste gelegde van feiten erkent. Verdachte ontkent echter dat er door hem persoonlijk geweld is gebruikt en dat hij anders dan via het internet heeft gedreigd met geweld. Voorts ontkent hij dat er sprake is geweest van dwang en van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht. Voor alle slachtoffers is echter wel sprake geweest van een angstige en benarde positie en daarnaast is er sprake geweest van misleiding van hen. Dat geldt ook voor het onder 2, 3 en 4 van parketnummer 06/850376-10 ten laste gelegde. Voorts is naar voren gebracht dat verdachte in doodsangst leefde in verband met bedreigingen aan hem - verdachte - gericht.
Per feit heeft de verdediging nog het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 1 is aangevoerd dat verdachte ontkent dat sprake is geweest van dwang. Dat er sprake kan zijn geweest van een zekere misleiding tegenover aangeefster [slachtoffer C] en dat er sprake zou kunnen zijn van een zekere afhankelijkheidspositie, omdat verdachte bepaalde foto's van haar zou bezitten, maakt niet dat hier een zodanige dwang vanuit ging dat voornoemde [slachtoffer C] geen andere uitweg meer zag.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 (naar de rechtbank begrijpt:) onder feit 6 heeft verdachte naar voren gebracht dat er geen sprake is van medeplegen, nu de in het dossier aanwezige verklaringen daarvoor geen aanknopingspunten bieden. Voorts is ten aanzien van dit feit naar voren gebracht dat aangeefster [slachtoffer A] tegenover verdachte heeft aangegeven dat zij 17 jaar oud was en dat verdachte op het moment van kennismaking met [slachtoffer A] zelf nog minderjarig was. Bovendien wekte [slachtoffer A] niet de indruk dat ze de werkzaamheden gedwongen en/of tegen haar zin verrichtte. Dit heeft zij zelf ook zo verklaard. Het een en ander laat volgens de verdediging onverlet dat sprake is van een minderjarige die op een zekere wijze is misleid, waardoor zij zich beschikbaar heeft gesteld tot het verrichten van seksuele handelingen.
Ten aanzien van parketnummer 06/850376-10 onder feit 2 is aangevoerd dat verdachte ontkent [slachtoffer B] te hebben opgedragen meermalen seks te hebben met een andere man. Gelet hierop kan niet gezegd worden dat verdachte aangeefster [slachtoffer B] heeft gedwongen, maar wel kan gezegd worden dat verdachte aangeefster [slachtoffer B] heeft bewogen. Hetzelfde geldt voor het onder parketnummer 06/850376-10 onder feit 3 ten laste gelegde.
Tot slot stelt verdachte dat hij onder bedreiging tot deze feiten is gekomen. Een aantal personen bevestigt dat verdachte bedreigd werd, nu hij zich - volgens die verklaringen - anders gedroeg, hij bang was, hij niet meer naar buiten durfde en op sommige momenten angstig wegdook. In dit verband is tevens opvallend dat verdachte geen geld had en dat er geen geldbedragen zijn aangetroffen bij de doorzoeking. Het voorgaande leidt naar het oordeel van de verdediging niet tot straffeloosheid, maar dient wel te worden meegenomen bij een eventueel op te leggen straf.
Beoordeling door de rechtbank
5. De rechtbank is allereerst van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder parketnummer 06/850376-10 onder feit 1 ten laste gelegde, te weten (het medeplegen van) de verkrachting van [slachtoffer B]. Voor dat oordeel is van belang dat in het dossier hiervoor enkel de aangifte van [slachtoffer B] aanwezig is. Het dossier biedt voor het overige geen aanknopingspunten en ondersteuning voor de conclusie dat verdachte wist dan wel had moeten weten dat de seks tussen hem en aangeefster [slachtoffer B] tegen de zin van [slachtoffer B] was. [slachtoffer B] zelf heeft hierover onder meer verklaard dat zij niet aan verdachte kenbaar heeft gemaakt dat de seks tegen haar wil was. Dat [slachtoffer B] zich door de bedreigingen in een benarde positie bevond en door verdachte werd uitgebuit, brengt naar het oordeel van de rechtbank nog niet zonder meer mee dat sprake is van verkrachting door verdachte in juridische zin, in het geval ook hij seks met haar heeft.
6. Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard dat verdachte het onder parketnummer 06/950042-10 onder 1 tot en met 7 ten laste gelegde en het onder parketnummer 06/850376-10 onder 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, waarbij de rechtbank zich bij ieder feit baseert op de navolgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 1:
- Het proces-verbaal van bevindingen van de politie, waarbij de politie [slachtoffer C] in de nacht van 24 op 25 december 2009 aantreft op de Bokkingshang te Deventer2;
- De aangifte van [slachtoffer C]3 en haar aanvullende verklaringen afgelegd bij de politie4 en de rechter-commissaris5;
- Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de tussen verdachte en aangeefster [slachtoffer C] gevoerde chatgesprekken in de periode van 1 september 2007 en 6 december 20096;
- Een uitdraai van tussen verdachte en aangeefster gevoerde chatgesprekken in voornoemde periode7; en
- De bekennende verklaringen van verdachte bij de politie8, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 2:
- De aangifte door [moeder slachtoffer D] namens haar dochter [slachtoffer D]9;
- De verklaringen van [slachtoffer D]10;
- De bekennende verklaring van verdachte bij de politie11, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 3:
- De aangifte van [vader slachtoffer E] namens zijn dochter [slachtoffer E]12;
- De verklaring van [slachtoffer E]13;
- Een uitdraai van de tussen verdachte en [slachtoffer E] op 4 januari 2010 gevoerde gesprekken via MSN14;
- De bekennende verklaringen van verdachte bij de politie15, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 4:
- De aangifte van [vader slachtoffer F] namens zijn dochter [slachtoffer F]16;
- De verklaring van [slachtoffer F]17;
- Een uitdraai van het tussen verdachte (onder de naam [naam 4]) en [slachtoffer F] op 8 januari 2010 gevoerde gesprek via Windows Live Messenger18;
- Een uitdraai van de berichten van verdachte (onder de naam [naam 3]) aan aangeefster [slachtoffer F] op Hyves van 6 en 10 januari 201019;
- De bekennende verklaringen van verdachte bij de politie20, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 5:
- De aangifte en de daarop aanvullende verklaring van [slachtoffer G]21;
- De uitdraaien van de tussen verdachte (onder de namen [naam 4] en [verdachte A]) en
[slachtoffer G] gevoerde gesprekken via MSN22;
- De bekennende verklaringen van verdachte bij de politie23, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 6:
- De verklaringen van [slachtoffer A] afgelegd bij de politie24 en bij de rechter-commissaris25;
- De verklaring van getuige [medeverdachte B]26;
- De bekennende verklaringen van verdachte bij de politie27, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/950042-10 onder feit 7:
- De aangifte van [vader slachtoffer H] namens zijn dochter [slachtoffer H]28;
- De verklaring van [slachtoffer H]29;
- Een uitdraai van de tussen verdachte (onder de namen [naam 3], [naam 4] en [verdachte A]) en
[slachtoffer H] verstuurde berichten via Hyves van 7, 10, 11 en 12 januari 201030;
- Een uitdraai van het tussen verdachte (onder de naam [naam 4]) en [slachtoffer H] gevoerde gesprek via MSN van onbekende datum;31
- De bekennende verklaringen van verdachte bij de politie32, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/850376-10 onder feit 2:
- De aangifte van [slachtoffer B]33 en haar verklaring bij de rechter-commissaris34;
- Een uitdraai van de tussen verdachte (onder de namen [naam 1], [naam 4] en [verdachte A]) en [slachtoffer B] gevoerde gesprekken via MSN in de periode van 4 tot en met 18 januari 2010;35
- De verklaring van getuige [medeverdachte B]36
- De bekennende verklaring van verdachte bij de politie37, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Ten aanzien van parketnummer 06/850376-10 onder feit 3:
- De aangifte van [slachtoffer I]38;
- Een uitdraai van het tussen verdachte (onder de naam [naam 4]) en [slachtoffer I] gevoerde gesprek via MSN van onbekende datum39;
- De bekennende verklaring van verdachte bij de politie40; welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
Nu de tenlastelegging uitgaat van een periode startend op 11 mei 2009, kort na het bereiken van de meerderjarige leeftijd van verdachte, gaat de rechtbank er vanuit dat de uitlating van de officier van justitie ten aanzien van de periode berust op een vergissing.
Ten aanzien van parketnummer 06/850376-10 onder feit 4:
- De aangifte van [slachtoffer J]]41;
- Een uitdraai van de tussen verdachte (onder de naam [naam 4]) en [slachtoffer J]] gevoerde gesprekken via MSN op 15 en 21 december 200942;
- De bekennende verklaring van verdachte bij de politie43, welke hij ter terechtzitting van 4 januari 2011 heeft bevestigd.
7. Door en namens verdachte is aangevoerd dat de feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, maar dat er geen sprake is geweest van door verdachte uitgeoefend (fysiek) geweld dan wel dat geen sprake is geweest van dwang en van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat door verdachte geen geweld in fysieke zin (bijvoorbeeld: slaan) is uitgeoefend op de slachtoffers, om welke reden hij telkens van dit onderdeel zal worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt verder dat het dwangmiddel van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht de wil van het slachtoffer beïnvloedt, waaronder is begrepen de keuzemogelijkheid van het slachtoffer. Van de slachtoffers [slachtoffer C], [slachtoffer A] en [slachtoffer B] had verdachte naaktfoto's gemaakt. Hij dreigde hen door te zeggen dat deze foto's zouden worden geopenbaard indien zij niet in de prostitutie zouden gaan werken. Daarnaast heeft verdachte hen en de andere slachtoffers bedreigd door te zeggen dat hen of hun familie wat aangedaan zou worden als zij niet zouden doen wat verdachte hen opdroeg, namelijk dat zij zich moesten prostitueren. Hiermee is reeds gegeven dat sprake was van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en daarmee dat ook sprake was van een zekere dwang uitgaande van verdachte op de slachtoffers.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
06/950042-10
1.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 11 mei 2009 tot en met 26 januari 2010 te Apeldoorn en/of te Deventer en/of elders in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer C], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (te weten dwang of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie) dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling (te weten dwang of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft ondernomen waarvan hij wist dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie),
- waarbij die dwang of een andere feitelijkheid of de dreiging met geweld of andere feitelijkheid en/of de afpersing heeft bestaan uit
het feit dat verdachte die [slachtoffer C] heeft verteld dat hij, verdachte, bedreigd werd door personen en vervolgens die personen hem, verdachte, iets aan zouden doen en ook haar familie wat aan zouden doen en dat webcambeelden en foto's van webcambeelden en foto's waarop die [slachtoffer C] naakt of gedeeltelijk naakt te zien was zouden worden geplaatst op internet of rond zouden worden gestuurd of openbaar zouden worden gemaakt als die [slachtoffer C] zich niet zou prostitueren en
- welk misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie hierin heeft bestaan dat
verdachte webcambeelden en foto's van webcambeelden waarop die [slachtoffer C] naakt of gedeeltelijk naakt te zien was of naaktfoto's van die [slachtoffer C] heeft gemaakt en vervolgens heeft bewaard/digitaal heeft opgeslagen en verdachte die [slachtoffer C] heeft verteld dat personen die hem bedreigden en haar familie bedreigden die foto's en webcambeelden in bezit hadden en die foto's/beelden zouden openbaren en openbaar op internet zouden plaatsen als zij niet deed wat verdachte haar opdroeg en als zij geen seks had met mannen tegen betaling en waardoor die [slachtoffer C] bang was dat zij door die openbaarmaking van die foto's en webcambeelden vrienden en/of kennissen die die beelden en foto's ter kennis kwamen, kwijt zou raken en problemen zou krijgen met haar familie en
verdachte tevens misbruik heeft gemaakt van het feit dat die [slachtoffer C] gevoelens voor hem, verdachte, had en/of hij, verdachte haar vertelde dat hem, verdachte iets zou overkomen als zij geen seks had tegen betaling en
- welke misleiding heeft bestaan uit het feit dat verdachte het bij die [slachtoffer C] voor deed komen dat hij in contact stond met personen die hem en/of die [slachtoffer C] en/of haar familie iets aan wilden doen als zij, [slachtoffer C], niet zou doen wat die personen en/of verdachte haar zei/zeiden en/of als zij zich niet prostitueerde en/of
waarbij het door verdachte dwingen en bewegen die [slachtoffer C] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (het werken in de prostitutie) en waarbij het door verdachte verrichten van enige handeling waarvan hij wist dat die [slachtoffer C] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (het werken in de prostitutie) hierin heeft bestaan
- dat verdachte naaktfoto's van die [slachtoffer C] heeft gemaakt en
- dat verdachte die [slachtoffer C] het verhaal heeft verteld dat hij bedreigd werd door personen en dat die personen ook gedreigd hadden de familie van die [slachtoffer C] iets aan te doen als zij, [slachtoffer C], niet tot prostitutie over zou gaan en dat die personen de beschikking hadden over webcambeelden en naaktfoto's van die [slachtoffer C] (door verdachte gemaakt) en dat die openbaar gemaakt zouden worden en openbaar op internet zouden worden gezet als zij niet zou doen wat verdachte zei en wat die personen haar (via verdachte) zeiden en als zij zich niet prostitueerde zoals werd verlangd van haar en
- dat verdachte die [slachtoffer C], in contact heeft gebracht met en heeft gebracht/vervoerd naar diverse personen waarmee zij seks moest hebben (tegen betaling) en heeft vervoerd naar o.a. Deventer alwaar die [slachtoffer C] seks moest hebben tegen betaling en
- dat verdachte die [slachtoffer C] heeft opgedragen seks te hebben met mannen voor geld en haar heeft opgedragen harder en meer te werken en
- verdachte op die [slachtoffer C] heeft gelet als zij seks had met mannen en
- verdachte die [slachtoffer C] heeft opgedragen hoeveel zij moest vragen aan haar klanten en hoe zij als prostituee te werk moest gaan en
- verdachte het geld van de klanten in ontvangst nam;
2.
hij in de periode van de maand december 2009 tot en met januari 2010 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer D] (geboren [1993]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde
[slachtoffer D] enige handeling, te weten
- het die [slachtoffer D] vertellen dat er een aantal mensen is die het op [slachtoffer D] hebben voorzien en die voor haar deur hebben staan posten en
- het die [slachtoffer D] vertellen dat er mensen zijn die haar of haar familie willen pakken en het die [slachtoffer D] vervolgens opdragen iets met drugs en seks te doen om dit te voorkomen en
- het die [slachtoffer D] opdragen te gaan tippelen en
- het die [slachtoffer D] (per MSN/internet) vertellen dat hij, verdachte, bedreigd wordt door mensen en dat hij, verdachte, opdrachten krijgt van hen en het (vervolgens) vertellen aan die [slachtoffer D] dat die personen ook haar (via hem, verdachte) bedreigen en dat verdachte opdracht krijgt van die personen om [slachtoffer D] naar een plek te brengen waar zij prostitutie moest bedrijven en seks moet hebben tegen betaling en dat er geld verdiend moet worden en
- het die [slachtoffer D] vertellen dat er naaktfoto's van haar gemaakt moeten worden en
- het die [slachtoffer D] vertellen dat als zij niet meewerkt en niet doet wat verdachte zegt men wel weet waar haar familie is en haar moeder, broertje en stiefvader iets aangedaan zal worden en het die [slachtoffer D] voorhouden van soortgelijke verhalen en bedreigingen
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat zij, slachtoffer, zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer D], de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op tijdstippen in de maand januari 2010 te Apeldoorn, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer E] (geboren [1992]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer E] enige handeling, te weten
- het die [slachtoffer E] (via internet) (onder namen als [naam 1] en/of [verdachte A]) benaderen en die [slachtoffer E] vertellen dat er een groep jongens is die het op haar voorzien heeft en
- het die [slachtoffer E] vertellen dat die jongens foto's van haar hadden en het die [slachtoffer E] meermalen opdragen voor hem en die jongens te gaan werken en
- het die [slachtoffer E] vertellen dat er naaktfoto's van haar gemaakt moeten worden en dat zij voor verdachte en die jongens moet gaan werken en het die [slachtoffer E] vertellen dat die jongens alles van haar en haar familie af weten en dat als [slachtoffer E] niet voor die jongens en verdachte gaat werken en niet doet wat haar verteld wordt er iets met haar familie gaat gebeuren en dat die jongens haar route kennen en
- het die [slachtoffer E] vertellen dat zij een heroïnespuit in haar nek zal krijgen en in brand wordt gestoken als ze niet naar verdachte luistert en voor hem gaat werken en het die [slachtoffer E] vertellen van soortgelijke verhalen en bedreigingen en
- het die [slachtoffer E] opdragen dat ze mee moet naar Deventer en daar moet gaan werken in de prostitutie en geld moet verdienen
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer E], de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 11 mei 2009 tot en met de maand januari 2010 te Ermelo en/of te Apeldoorn telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer F] (geboren [1995]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer F] enige handeling, te weten
- die [slachtoffer F] via internet (onder de namen [verdachte A] en/of [naam 3] en/of [naam 4]) en telefonisch heeft benaderd en vervolgens
- die [slachtoffer F] heeft voorgehouden dat iedereen tegen haar op zou kijken en zij dure kleding kon kopen als zij in de prostitutie zou gaan werken en seks zou hebben tegen betaling en
- die [slachtoffer F] heeft voorgehouden dat [verdachte A] in het ziekenhuis lag, omdat ze hem hadden gepakt en zij, [slachtoffer F], voor criminelen moest gaan werken en met mensen naar bed moest om geld voor die criminelen te verdienen en zij dit wel moest doen omdat ze anders een heroïnespuit in haar rug zou krijgen en zij haar moeder iets aan zouden doen en
- die [slachtoffer F] heeft voorgehouden dat iemand of [verdachte A] was overgoten met benzine en dat haar ouders of familie iets aangedaan zou worden als zij niet deed wat haar gezegd werd,
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer F] de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op tijdstippen in de periode van 1 december 2009 tot en met 8 januari 2010 te Apeldoorn, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer G] (geboren [1992]), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer G] enige handeling, te weten
- het via internet (o.a. onder de namen [naam 4] en/of [verdachte A]) die [slachtoffer G] benaderen en vervolgens
- het die [slachtoffer G] toevoegen dat er personen zijn die haar willen pakken en dat zij al een tijdje achtervolgd wordt en dat als zij niet luistert naar deze personen zij een heroïnespuit in haar nek krijgt en
- het [slachtoffer G] toevoegen dat hij (verdachte) een vriendin had die niet luisterde en dat die nu verslaafd is en dat de vader een aantal maanden in coma heeft gelegen en
- het die [slachtoffer G] toevoegen dat zij het met jongens moet doen voor geld en als zij dit niet doet, zij klappen krijgt en dat ze weten waar ze haar kunnen vinden en
- het die [slachtoffer G] toevoegen dat er naaktfoto's van haar voor klanten moeten worden gemaakt en dat zij geld moet gaan verdienen en
- het die [slachtoffer G] toevoegen dat een meisje genaamd [naam 5] heeft geweigerd en dat ze die te pakken hebben gekregen en dat hij, verdachte niet wil dat haar, [slachtoffer G] hetzelfde zal overkomen en
- het die [slachtoffer G] toevoegen, dat hij, verdachte ook al 3 keer een pistool op zijn hoofd heeft gehad en dat ze weten waar die [slachtoffer G] woont en dat ze haar op een gegeven moment te pakken zullen krijgen,
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer G], de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op tijdstippen in de periode van 11 mei 2009 tot en met 12 januari 2010 te Apeldoorn en/of te Driebergen en/of te Deventer en/of te Utrecht en/of elders in Nederland, [slachtoffer A] (geboren [1994]) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer A] enige handeling, te weten die [slachtoffer A] (via internet) heeft benaderd en vervolgens die [slachtoffer A] tijdens een gelegenheid waar veel drugs en alcohol werden gebruikt naakt heeft gefotografeerd (terwijl zij seks had met verdachte en een ander) en vervolgens die foto's (digitaal) heeft opgeslagen/bewaard en vervolgens die [slachtoffer A] heeft gedreigd die van haar gemaakte foto's te openbaren en op internet te plaatsen als zij niet deed wat hij zei en zich niet zou prostitueren en verdachte die [slachtoffer A] mee heeftgenomen naar een put en vervolgens die [slachtoffer A] heeft meegedeeld dat hij verdachte een ander meisje daarin had opgesloten en dat dit ook met haar kon worden gedaan en vervolgens verdachte die [slachtoffer A] heeft in contact gebracht met mannen met wie zij seks moest hebben tegen betaling en die [slachtoffer A] heeft geïnstrueerd hoe zij te werk diende te gaan om klanten te krijgen en als zij een klant kreeg en haar naar die mannen heeft vervoerd/gebracht en verdachte prijsafspraken met klanten heeft gemaakt met wie die [slachtoffer A] seks moest hebben en verdachte het geld dat [slachtoffer A] had verdiend met het verrichten van seksuele handeling van klanten in ontvangst genomen en die [slachtoffer A] heeft gecontroleerd, heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat zij, die [slachtoffer A], zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl zij, die [slachtoffer A] de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt;
7.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van de maand oktober 2009 tot en met 14 januari 2010 te Apeldoorn, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om,
[slachtoffer H] (geboren 12 maar 1992), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer H] enige handeling, te weten
- het die [slachtoffer H] via internet benaderen (onder de namen [naam 4] en/of [verdachte A] en/of [naam 3] [naam 6]) en vervolgens
- het die [slachtoffer H] voorhouden dat zij moet gaan werken voor hen en dat ze geld moet gaan verdienen voor hen en dat zij het moet doen met iemand en veel geld moet verdienen en
- het die [slachtoffer H] toevoegen dat als zij niet luistert zij jaren wordt achtervolgd en [naam 4] en een ander niet heeft geluisterd en ze die een heroïnespuit in de rug hebben gegeven en ze nu verslaafd is en ze die [slachtoffer H] ook al een tijd aan het volgen zijn en
- het die [slachtoffer H] toevoegen dat ze [verdachte A] een pistool op het hoofd hebben gezet en het die [slachtoffer H] voorhouden van soortgelijke verhalen en bedreigingen
heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat zij, slachtoffer zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer H], de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
06/850376-10
2. (primair)
hij op tijdstippen in de periode van 1 december 2009 tot en met 26 januari 2010 te Apeldoorn, een ander, genaamd [slachtoffer B], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (te weten dwang of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie) dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling (te weten dwang of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft ondernomen waarvan hij wist dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie),
- waarbij die dwang of een andere feitelijkheid of de dreiging met geweld of andere feitelijkheid en/of de afpersing heeft bestaan uit
het feit dat verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat hij, verdachte, bedreigd werd door personen en vervolgens die personen hem, verdachte, iets aan zouden doen en een pistool op zijn hoofd hadden gezet en ook haar en haar familie wat aan zouden doen en zij haar een spuit in de nek zouden geven als zij niet deed wat haar werd opgedragen en dat naaktfoto's die verdachte van die [slachtoffer B] had gemaakt zouden worden geopenbaard als zij geen seks zou hebben met klanten voor geld en
- welk misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie hierin heeft bestaan dat
verdachte van die [slachtoffer B] naaktfoto's heeft gemaakt en vervolgens heeft bewaard/digitaal heeft opgeslagen en verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat die foto's terecht zouden komen bij de bende en/of personen die die [slachtoffer B] wat aan zouden doen en dat die foto's geopenbaard zouden worden en verdachte misbruik heeft gemaakt van het feit dat zij bang was dat verdachte/[verdachte A] iets kon overkomen omdat hij haar had gezegd dat hij ook bedreigd werd en "ze" hem verdachte zouden pakken als zij niet deed wat gezegd werd en
- welke misleiding heeft bestaan uit het feit dat verdachte het bij die [slachtoffer B] voor deed komen dat hij in contact stond met personen die hem en/of die [slachtoffer B] en/of haar familie iets aan wilden doen als zij, [slachtoffer B], niet zou doen wat die personen en verdachte haar zei/zeiden en als zij zich niet prostitueerde en
waarbij het door verdachte dwingen en bewegen die [slachtoffer B] zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten en waarbij het door verdachte verrichten van enige handeling waarvan hij wist dat die [slachtoffer B] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten hierin heeft bestaan
- dat verdachte die [slachtoffer B] via internet (onder de namen [naam 4] en/of [naam 1] en/of [verdachte A]) heeft benaderd en vervolgens
- die [slachtoffer B] heeft verteld dat hij in contact stond met een bende en/of een aantal personen die hem en die [slachtoffer B] en haar familie wat dreigden aan te doen als zij niet deed wat haar werd opgedragen en zij seks zou gaan hebben met mannen tegen betaling en
- dat verdachte die [slachtoffer B] heeft verteld dat zij seks moest hebben met mannen tegen betaling en
- dat verdachte die [slachtoffer B] heeft opgedragen naar een plaats te komen en strings en hakken en bh mee te brengen en vervolgens zich zelfverzekerd als hoer te gedragen en heeft opgedragen (meermalen) seks te hebben met een (oudere) man en in contact heeft gebracht met een (oudere) man met wie zij seks moest hebben
- dat verdachte naaktfoto's van die [slachtoffer B] heeft gemaakt;
3.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 11 mei 2009 tot en met 2 maart 2010 te Doesburg en/of Apeldoorn ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om een ander, genaamd
[slachtoffer I], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (te weten dwang of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) te dwingen en te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (prostitutie) dan wel onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling (te weten dwang en/of geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie) heeft ondernomen waarvan hij/zij wist(en) of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten (prostitutie),
waarbij die dwang of een andere feitelijkheid of de dreiging met geweld of andere feitelijkheid en/of de afpersing heeft bestaan uit
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] via internet heeft benaderd onder de naam [naam 4] en haar vervolgens als [naam 4] heeft verteld dat zij, die [slachtoffer I], seks moest hebben met mannen voor geld en voor [verdachte A] (verdachte) moest gaan werken en dat als zij, [slachtoffer I], dit niet deed, pikante foto's van haar en [verdachte A] (verdachte) en naaktfoto's van haar geopenbaard en verspreid zouden worden en aan haar familie zouden worden toegezonden en zij een heroïnespuit in haar nek zou krijgen waardoor zij verslaafd zou raken en
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] heeft benaderd en verteld heeft dat hij zelf ook bedreigd werd en gedwongen werd haar als prostituee te laten werken en naaktfoto's en pikante foto's van haar geopenbaard zouden worden en haar familie iets aangedaan zou worden als zij geen seks zou gaan hebben tegen betaling en voor hem zou gaan werken
welk misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van de kwetsbare positie hierin heeft bestaan dat
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] via internet heeft benaderd onder de naam [naam 4] en haar vervolgens als [naam 4] heeft verteld dat zij, die [slachtoffer I], seks moest hebben met mannen voor geld en voor [verdachte A] (verdachte) moest gaan werken en dat als zij, [slachtoffer I], dit niet deed, pikante foto's van haar en [verdachte A] (verdachte) en naaktfoto's van haar geopenbaard en verspreid zouden worden en aan haar familie zouden worden toegezonden en zij een heroïnespuit in haar nek zou krijgen waardoor zij verslaafd zou raken en
- het feit dat verdachte die [slachtoffer I] heeft benaderd en verteld heeft dat hij zelf (ook) bedreigd werd en gedwongen werd haar als prostituee te laten werken en naaktfoto's en pikante foto's van haar geopenbaard zouden worden en haar familie iets aangedaan zou worden als zij geen seks zou gaan hebben tegen betaling en voor hem zou gaan werken en
welke misleiding heeft bestaan uit het feit dat verdachte [slachtoffer I] via internet onder de naam [naam 4] heeft benaderd en haar de indruk heeft gegeven dat hij ook werd bedreigd door deze zogenaamde [naam 4] of personen en gedwongen werd haar voor zich te laten werken en deze zogenaamde [naam 4] pikante foto's van hem, verdachte en [slachtoffer I] en naaktfoto's van die [slachtoffer I] zou gaan verspreiden en openbaren als die [slachtoffer I] niet voor hem, verdachte, ging werken en seks zou gaan hebben met mannen tegen betaling en
waarbij het door verdachte trachten die [slachtoffer I] te dwingen en te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten en waarbij het door verdachte verrichten van enige handeling waarvan hij wist dat die [slachtoffer I] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten heeft bestaan in het
- die [slachtoffer I] via internet benaderen onder de naam [naam 4] en [verdachte A] en het telefonisch benaderen van die [slachtoffer I] en
- het die [slachtoffer I] meedelen dat zij geld moest gaan verdienen en seks moest hebben met mannen tegen betaling en voor hem, verdachte moest gaan werken en
- het die [slachtoffer I] vertellen dat naaktfoto's van die [slachtoffer I] en pikante foto's van hem en die [slachtoffer I] zouden worden geopenbaard en verspreid en haar familie iets zou overkomen als zij niet deed wat haar gezegd werd en als zij geen seks zou hebben met mannen tegen betaling,
terwijl het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van de maand november 2009 tot en met de maand maart 2010 te Apeldoorn en/of te Arnhem en/of elders in Nederland, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer J]] (geboren 12 mei 1994), ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die voornoemde [slachtoffer J]] enige handeling, te weten het die [slachtoffer J] (via internet) (onder namen als [naam 4] en [verdachte A] en [naam 3]) benaderen en het die [slachtoffer J] vervolgens opdragen dat zij seks moest gaan hebben met jongens tegen betaling en dat er jongens waren die haar wilden pakken en dat als zij niet deed wat haar was opgedragen, zij [slachtoffer J] en haar familieleden een heroïnespuit in haar/hun nek zouden krijgen en er iets ergs met haar of haar familie zou gebeuren en vervolgens die [slachtoffer J] heeft voorgehouden dat [verdachte A] ook met een pistool is neergeslagen en er wel een aantal meisjes bekend is die nu verslaafd zijn en gepakt zijn en dat ze het eerste de ouders van die [slachtoffer J] zullen pakken, heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat zij, slachtoffer, zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, zulks terwijl zij, die [slachtoffer J], de leeftijd van zestien, althans achttien jaren nog niet had bereikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
06/950042-10
Feit 1 en 6 (telkens) : mensenhandel
Feit 2, 3, 4, 5 en 7 (telkens) : poging tot mensenhandel
06/850376-10
Feit 2 primair : mensenhandel
Feit 3 en 4 (telkens) : poging tot mensenhandel.
Strafbaarheid van de verdachte
8. Naar de persoon van verdachte is psychologisch onderzoek verricht, waarvan het resultaat is neergelegd in een rapport van 16 september 2010, opgemaakt door
drs. G.J.W. Pol, psycholoog. Hierin is onder meer vermeld dat er bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van randzwakbegaafdheid, van een benedengemiddeld tot zwakbegaafd niveau van intellectueel functioneren. Volgens de deskundige mag aangenomen worden dat dit ook het geval was ten tijde van het ten laste gelegde. Verder is er geen sprake van enige stoornis. De randzwakbegaafdheid heeft bij de totstandkoming van het ten laste gelegde geen rol van betekenis gespeeld. Geadviseerd wordt om verdachte ten aanzien van de ten laste gelegde feiten volledig toerekeningsvatbaar te achten.
Met deze conclusie kan de rechtbank zich verenigen en zij neemt deze conclusie over.
9. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
10. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar met aftrek van de tijd die door verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht.
11. Door en namens verdachte is ten aanzien van een op te leggen straf bepleit een groot voorwaardelijk strafdeel op te leggen met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht. Daartoe is onder meer door de verdediging naar voren gebracht dat verdachte oprecht spijt heeft van hetgeen hij heeft gedaan. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met het feit dat verdachte ten aanzien van de slachtoffers nooit feitelijk geweld heeft toegepast en dat hij de slachtoffers enkel via internet heeft bedreigd. Verdachte is nog jong en is niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Uit het psychologische rapport komt voorts naar voren dat verdachte beïnvloedbaar is. Tot slot dient bij de strafoplegging rekening te worden gehouden met de omstandigheid dat verdachte de strafbare feiten onder bedreiging van anderen heeft gepleegd.
12. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
13. Bij het bepalen van de strafmaat is van belang of het relaas van verdachte, dat hij door bedreigingen aan zijn adres werd gedwongen meisjes te prostitueren, aannemelijk is.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte deze vermeende bedreigingen en het verband met de door hem gepleegde seksuele uitbuitingen en de pogingen daartoe niet althans onvoldoende aannemelijk gemaakt.
De rechtbank overweegt daarbij dat verdachte vaak zelf de bron is van het relaas dat hij vanwege bedreigingen aan zijn adres meisjes geronseld heeft voor de prostitutie. Hoewel zich in het dossier verklaringen bevinden van anderen die zeggen dat verdachte is bedreigd, is dit naar het oordeel van de rechtbank grotendeels terug te voeren op zijn eigen gedrag dan wel zijn eigen verklaringen daarover. Bovendien lijken de bedreigingen waar anderen het, in bovendien uiteenlopende zin, over hebben, verband te houden met een of meer andere conflicten met verschillende partijen, korter en langer geleden.
In de verschillende verklaringen die verdachte heeft afgelegd over de bedreigingen bevinden zich bovendien veel tegenstrijdigheden. Voor deze tegenstrijdigheden heeft verdachte geen afdoende verklaring kunnen geven. Het gaat daarbij onder meer om het volgende.
Verdachte heeft verschillend verklaard over de ontmoetingsplekken en de frequentie van de ontmoetingen met zijn vermeende bedreigers.
Verdachte heeft in eerste instantie - tijdens zijn verhoor op 27 januari 2010 - verklaard dat hij zijn bedreigers twee keer in Apeldoorn heeft getroffen, waarvan de tweede keer in maart 2009 in het Beekpark. Verder zou hij hen altijd in Deventer hebben getroffen. Het betrof hier een Antilliaan. Deze Antiliaan zou hem een keer een pistool tegen zijn hoofd hebben gedrukt bij de [naam] en gezegd hebben dat hij - verdachte - geld voor hen moest regelen. Voorts zou één van de jongens tegen hem gezegd hebben dat hij naaktfoto's van meisjes moest maken en de meisjes daarmee onder druk moest zetten. Toen verdachte tegen hem zei dat hij geen nummer van hen had, zeiden ze dat hij - verdachte - hen wel zou vinden en dat ze anders hem wel zouden vinden. Eén van de bedreigers had een Marokkaans accent. Verdachte heeft in dit verhoor voorts verklaard dat hij het afgelopen jaar - de rechtbank begrijpt 2009 - wel zeven of acht keer contact met ze had gehad en dat dit altijd in Deventer was. Ze spraken hem dan aan vanuit een zilverkleurige Mercedes, maar hij heeft ook gezien dat ze in een zwarte BMW zaten. 44
In zijn verhoor van 8 maart 2010 heeft verdachte aangegeven dat hij eerder heeft verklaard vier keer te zijn aangesproken door zijn bedreigers in het Beekpark (naar de rechtbank begrijpt: in Apeldoorn) maar dat het in werkelijkheid misschien wel veertien of vijftien of nog wel vaker is geweest.45 Bovendien zou hij ook een keer - in het weekend na oud en nieuw in de stad, op het hoekje bij de Rabobank naast het marktplein met hen hebben gesproken.46 Hij heeft aangegeven dat er geen concrete afspraken omtrent tijd en plaats werden gemaakt met de bedreigers.47
Voorts heeft verdachte bij verhoor van 26 januari 2010 verklaard dat hij in verband met deze zaak ook bang is voor een Turk uit Amsterdam, genaamd [naam 7].48
Door de politie is nader onderzoek gedaan naar de vermeende bedreigers. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de door verdachte opgegeven signalementen van zijn bedreigers die hij op de locaties De [naam] en in het Beekpark te Apeldoorn trof, door de aldaar werkzame wijkagenten niet werden herkend als personen die op die locaties komen. Ook het onderzoek naar een uit Amsterdam afkomstige man, genaamd [naam 7], heeft niet geleid tot vaststelling van diens identiteit.49
Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte heeft verklaard dat hij van de bedreigers naaktfoto's van de meisjes moest maken, zodat zij hen daarmee onder druk konden zetten. Verdachte heeft naar zijn eigen verklaring echter nimmer de door hem gemaakte foto's, op die van [slachtoffer A] - naar zeggen van verdachte - na, aan de jongens overhandigd.50
Daarnaast acht de rechtbank van belang bij de beoordeling of de bedreigingen door verdachte voldoende aannemelijk zijn gemaakt, dat verdachte wisselend heeft verklaard over het uitzoeken van de meisjes.
Verdachte heeft aanvankelijk verklaard dat de jongens hem de namen gaven van meisjes die hij moest bedreigen. Hij geeft daarbij aan dat hij daarin geen enkele keuze had en dat dit vijf of zes keer gebeurd is.51 Een Antilliaanse jongen had hem de namen van [naam 8], [naam 9], [naam 10], [naam 11] en verder alle meisjes van de [school] genoemd als personen die hij moest benaderen, zodat ze als hoer gingen werken.52 Bij gelegenheid van een daarop volgend verhoor heeft verdachte verklaard dat hij de meisjes om te benaderen via internet zelf uitzocht53 en dat hij ongeveer wist welke meisjes hen - de jongens - bevielen en om die reden bijvoorbeeld [slachtoffer G] heeft uitgezocht.54
Daarnaast heeft verdachte bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat zijn bedreigers van Antilliaanse, Marokkaanse en Turkse afkomst zijn55, terwijl hij tegenover aangeefster [slachtoffer B] volgens haar heeft verklaard dat er sprake zou zijn van Antillianen en Joegoslaven uit Amsterdam.56
Reeds gelet op het voorgaande acht de rechtbank de bedreigingen niet (voldoende) aannemelijk geworden. Dit relaas zal dan ook niet bij het bepalen van een op te leggen straf worden betrokken. Wel verwijt de rechtbank verdachte dat hij mede door het volharden in dit onaannemelijke relaas, onvoldoende verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen en de gevolgen daarvan voor anderen.
14. De rechtbank heeft bij het bepalen van een op te leggen straf in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte via internet meisjes en jonge vrouwen in de tienerleeftijd heeft benaderd om ze de prostitutie in de krijgen. Verdachte benaderde ook meisjes die hij kende, van school, van het werk of van ontmoetingen in een pretpark of anderszins. Op listige en schaamteloze wijze heeft verdachte zijn slachtoffers gestrikt of geprobeerd in zijn macht te krijgen. Hij benaderde ze via Hyves of MSN, onder zijn eigen naam maar ook onder valse identiteiten en zelfs als meisje. Met verzonnen en misleidende verhalen en dreigementen joeg hij de meisjes zorg en angst aan om vervolgens onder een andere naam de rol van reddende engel te spelen, waarbij de "redding" dan bestond uit prostitutiewerk om aan de uitvoering van de bedreigingen te ontkomen.
Het gaat steeds om jonge vrouwen en meisjes, waarvan de jongste 14 jaar oud was. Tieners dus, die zich in een kwetsbare levensfase bevinden en die zich veilig wanen als ze thuis op Hyves of MSN gaan.
Verdachte is er in geslaagd om geruime tijd een drietal jonge vrouwen uit te buiten, door hen er toe aan te zetten om als prostituee te (gaan en te blijven) werken. Hij heeft zich vervolgens bevoordeeld uit de opbrengst van hun werkzaamheden als prostituee. Verdachte heeft via internet hun aandacht getrokken en hen via misleidende argumenten voorgehouden dat er geld nodig was. Hij heeft hen niet alleen misleid, maar heeft hen ook herhaaldelijk en op verschillende wijzen (indirect) bedreigd en gedwongen hun werkzaamheden voort te zetten.
Verdachte heeft door zijn handelen schade toegebracht aan de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers. Daarbij stond persoonlijk gewin voorop. Situaties als deze leiden naar de ervaring leert tot langdurige psychische schade voor de slachtoffers, zoals dit ook naar voren is gekomen uit de ter terechtzitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaringen.
Daar waar verdachte heeft willen doen geloven dat [slachtoffer A] vrijwillig de prostitutie is ingegaan, wijst de rechtbank erop dat het hier om een zeer jonge minderjarige en kwetsbare vrouw gaat. Bovendien heeft verdachte haar, op het moment dat zij met haar werkzaamheden wilde stoppen, bedreigd en haar daardoor in de prostitutie proberen te houden.
Naast deze drie jonge vrouwen, heeft hij dit tevens geprobeerd bij (ten minste) zeven andere jonge vrouwen, waaronder ook minderjarigen. Via internet heeft hij hen en hun familie bedreigd, waardoor hij bij hen gevoelens van angst en onveiligheid heeft veroorzaakt. Deze tieners hebben ondanks de schrik, schaamte en angst van wat hen via Hyves of MSN overkwam, direct of binnen korte tijd hun ouders geïnformeerd. Daardoor kon snel ingegrepen worden en is het in die gevallen bij een poging gebleven.
15. De rechtbank is van oordeel dat deze praktijken alleen al uit het oogpunt van generale preventie fors bestraft moet worden.
16. De rechtbank heeft rekening gehouden met het over verdachte opgemaakte psychologische rapport, waarin is geconcludeerd dat verdachte als volledig toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. Voorts is in het rapport onder meer het volgende vermeld. Hoewel verdachte enerzijds een wat onzekere, soms welhaast timide indruk maakt, komt hij anderzijds regelmatig toch ook wat onbetrouwbaar en manipulatief over. De door hem geëtaleerde geëmotioneerdheid doet niet altijd even authentiek en oprecht aan. Voorts vermeldt het rapport dat hoewel bij betrokkene enerzijds sprake lijkt te zijn van onderliggende gevoelens van onzekerheid en insufficiëntie en van een neiging zich afhankelijk op te stellen, lijkt hij anderzijds - indien de feiten bewezen worden geacht - toch ook tot het nodige antisociaal gekleurde gedrag te zijn gekomen.
Ofschoon het recidiverisico op kortere termijn laag lijkt te zijn, wordt het recidiverisico op langere termijn - mede omdat verdachte gedurende een langere periode veelvuldig tot dergelijk delictgedrag is gekomen - als gemiddeld aanwezig ingeschat. De kans op soortgelijk delictgedrag lijkt met name verhoogd als het hem blijft ontbreken aan sociaal-maatschappelijke stabiliteit, aan een zinvolle en gestructureerde daginvulling, werk en financiën.
Gelet op voorgaande acht de psycholoog een verplicht reclasseringscontact geïndiceerd teneinde verdachte te kunnen begeleiden in zijn sociaal-maatschappelijk functioneren en toezicht te kunnen houden op het verloop ervan.
17. In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee zijn relatief jonge leeftijd en het feit dat verdachte blijkens zijn justitiële documentatie niet eerder veroordeeld is voor soortgelijke feiten.
18. Hoewel de rechtbank verdachte heeft vrijgesproken van het onder parketnummer 06/850376-10 onder feit 1 ten laste gelegde acht de rechtbank - alles afwegende - een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een duur zoals geëist door de officier van justitie passend en geboden, gelet op de ernst van de feiten en het aantal feiten. Een lagere straf zou daaraan, mede gelet op de gevolgen die de feiten voor de slachtoffers hebben gehad en gelet op de houding van verdachte, geen of onvoldoende recht doen. De rechtbank ziet geen aanleiding een deels voorwaardelijke straf op te leggen.
In beslag genomen voorwerpen
19. Onder verdachte zijn een mobiele telefoon (merk Samsung, nummer 75546), een USB-stick (merk Kingston, nummer 75765) en een computer (merk HP, nummer 75542) in beslag genomen. De officier van justitie en de raadsman hebben zich dienaangaande op het standpunt gesteld dat deze gegevensdragers aan verdachte terug kunnen worden gegeven.
20. Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen - mits de daarop aanwezige foto's van de slachtoffers worden verwijderd - aan de veroordeelde, te weten:
- een mobiele telefoon, merk Samsung (75546);
- een USB-stick, merk Kingston (75765); en
- een computer, merk HP (75542).
Vorderingen tot schadevergoeding
Parketnummer 06/950042-10 feit 1:
21. De benadeelde partij [slachtoffer C], wonende aan de [adres te plaats] (gironummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5.907,23 vermeerderd met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 1 (parketnummer 06/950042-10) tenlastegelegde.
22. Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer C], voornoemd, als gevolg van het onder feit 1 (parketnummer 06/950042-10) bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het hierna te melden bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Door [slachtoffer C] voornoemd is allereerst een bedrag van € 237,23 gevorderd voor de kosten van een vliegticket. De rechtbank is van oordeel dat er voldoende causaal verband aanwezig is tussen het bewezenverklaarde handelen en het feit dat [slachtoffer C] - gelet op de gevolgen die het handelen van verdachte voor haar heeft gehad - niet op een langdurige stage (in het buitenland) heeft kunnen gaan. De rechtbank acht dit bedrag derhalve toewijsbaar.
Ten aanzien van het gevorderde bedrag van € 5.500,- voor geleden immateriële schade zal de rechtbank een bedrag van € 3.500,- toewijzen. De rechtbank acht dit bedrag in elk geval redelijk en zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
De rechtbank overweegt dat het gevorderde bedrag van € 170,- voor de werkzaamheden die [slachtoffer C] heeft verricht, onvoldoende onderbouwd is. Zij zal de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
Voor zover de benadeelde partij [slachtoffer C] niet-ontvankelijk is verklaard in haar vordering, kan zij haar vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Parketnummer 06/950042-10 feiten 3 en 4 en parketnummer 06/850376-10 feit 4:
23. De benadeelde partij [slachtoffer E], wonende aan de [adres te plaats] (bankrekeningnummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 750,- vermeerderd met de wettelijke rente, voor geleden immateriële schade gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 3 (parketnummer 06/950042-10) ten laste gelegde.
24. De benadeelde partij [slachtoffer F], wonende aan de [adres te plaats] (bankrekeningnummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 750,- vermeerderd met de wettelijke rente, voor geleden immateriële schade gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 4 (parketnummer 06/950042-10) ten laste gelegde.
25. De benadeelde partij [slachtoffer J]], wonende aan de [adres te plaats] (gironummer: [nummer]) heeft zich eveneens met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 750,- vermeerderd met de wettelijke rente, voor geleden immateriële schade gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 4 (parketnummer 06/850376-10) ten laste gelegde.
26. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat voornoemde benadeelde partijen als gevolg van het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank acht een bedrag van € 500,- voor geleden immateriële schade in elk geval redelijk en zal de vorderingen tot dat bedrag toewijzen. De rechtbank zal [slachtoffer E], [slachtoffer F] en [slachtoffer J]] voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen. Zij kunnen hun vorderingen in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Parketnummer 06/950042-10 feit 5
27. De benadeelde partij [slachtoffer G], wonende aan de [adres te plaats], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 5 (parketnummer 06/940052-10) ten laste gelegde. Nu de benadeelde partij geen bedrag heeft ingevuld of genoemd, kan niet gesproken worden van een vordering als bedoeld in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering waarop de rechtbank moet beslissen.
Parketnummer 06/950042-10 feit 6
28. De benadeelde partij [slachtoffer A], wonende aan de [adres te plaats] (bankrekeningnummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5.500,- vermeerderd met de wettelijke rente, voor geleden immateriële schade gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 6 (parketnummer 06/940052-10) ten laste gelegde.
29. Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer A] als gevolg van het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar. De rechtbank acht een bedrag van € 3.500,- voor geleden immateriële schade redelijk en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer A] voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Zij kan haar vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Parketnummer 06/850376-10 feit 1 en 2
30. De benadeelde partij [slachtoffer B], wonende aan de [adres te plaats] (gironummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 3.683,- vermeerderd met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/850376-10 feit 1 en 2 ten laste gelegde. Dit bedrag bestaat uit € 3.500,- aan geleden immateriële schade en € 183,99 aan geleden materiële schade (posten: reiskosten en kosten rechtsbijstand).
31. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van het de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer B] als gevolg van het bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot het gevraagde bedrag schade heeft geleden. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 45, 57 en 273 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 06/850376-10 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/950042-10 onder 1 tot en met 7 en het onder parketnummer 06/850376-10 onder 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
06/950042-10
Feit 1 en 6 (telkens) : mensenhandel
Feit 2, 3, 4, 5 en 7 (telkens) : poging tot mensenhandel
06/850376-10
Feit 2 primair : mensenhandel
Feit 3 en 4 (telkens) : poging tot mensenhandel;
en verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde (mits de op deze gegevensdragers aanwezige foto's van de slachtoffers zijn verwijderd), te weten:
- een mobiele telefoon, merk Samsung (75546);
- een USB-stick, merk Kingston (75765); en
- een computer, merk HP (75542);
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de volgende benadeelde partijen, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Benadeelde partij Bedrag
1. [slachtoffer C] (06/950042-10 feit 1)
[adres, plaats]
Bankrekeningnummer: [nummer] Totaal: € 3.737,23
(vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.500,00 vanaf 11 mei 2009) (vermeerderd met de wettelijke rente over € 237,23 vanaf 9 april 2010)
2. [slachtoffer E] (06/950042-10 feit 3)
[adres te plaats]
Bankrekeningnummer: [nummer] € 500,00
(vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 januari 2010)
3. [slachtoffer F] (06/950042-10 feit 4)
[adres te plaats]
Bankrekeningnummer: [nummer] € 500,00
(vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2009)
4. [slachtoffer A] (06/950042-10 feit 6)
[adres, plaats]
Bankrekeningnummer: [nummer] € 3.500,00
(vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2010)
5. [slachtoffer B] (06/850376-10 feit 2)
[adres te plaats]
Bankrekeningnummer: [nummer] € 3.683,00
(vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2009)
6. [slachtoffer J]] (06/850376-10 feit 4)
[adres te plaats]
Bankrekeningnummer: [nummer] € 500,00
(vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2009)
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de volgende slachtoffers te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur, zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Vervangende hechtenis
1. [slachtoffer C], voornoemd € 3.737,23 47 dagen
2. [slachtoffer E], voornoemd € 500,00 10 dagen
3. [slachtoffer F], voornoemd € 500,00 10 dagen
4. [slachtoffer A], voornoemd € 3.500,00 45 dagen
5. [slachtoffer B], voornoemd € 3.683,00 46 dagen
6. [slachtoffer J]], voornoemd € 500,00 10 dagen
* verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer C], [slachtoffer E], [slachtoffer F], [slachtoffer A] en
[slachtoffer J]], voornoemd, voor het overige niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Van Valderen en Davids, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 januari 2011.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0620/2009111745, onderzoek Acant, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op 1 mei 2010.
2 Proces-verbaal van bevindingen (p.476-753)
3 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer C] (p.759-765) en het proces-verbaal van het vervolg van de aangifte van [slachtoffer C] (p.765-780)
4 Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer C] (p.782)
5 Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer C] bij de rechter-commissaris d.d. 4 oktober 2010 (geen paginanummer)
6 Proces-verbaal van bevindingen (p.799-802)
7 Schriftelijk bescheid, inhoudende de tussen verdachte en aangeefster [slachtoffer C] gevoerde chatgesprekken in de periode van 1 september 2007 tot en met 6 december 2009 (p.804-911)
8 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 januari 2010 (p.1075-1079 en 1080-1087),
d.d. 27 januari 2010 (p.1088-1093 en 1094-1099), d.d. 2 februari 2010 (p.1100-1103),
d.d. 3 februari 2010 (p.2126), d.d. 4 februari 2010 (p.1104-1111) en d.d. 8 februari 2010 (p.1112-1115 en 1116-1119).
9 Proces-verbaal van aangifte van [moeder slachtoffer D] namens [slachtoffer D] d.d. 4 januari 2010 (p.1170-1173)
10 Processen-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer D] (p.1176-1192 en.1196-1197)
11 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.1223-1127)
12 Proces-verbaal van aangifte van [vader slachtoffer E] namens [slachtoffer E] (p.1234-1237)
13 Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer E] (p.1248-1251)
14 Schriftelijke bescheiden, inhoudende de gesprekken via MSN van 4 januari 2010 tussen verdachte en [slachtoffer E] (p.1239-1242 en 1243-1247)
15 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 januari 2010 (p.1264) en d.d. 28 januari 2010 (p.1264 en 1266-1270)
16 Proces-verbaal van aangifte van [vader[slachtoffer F] namens [slachtoffer F] (p.1294-1295)
17 Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer F] (p.1296-1301)
18 Een schriftelijk bescheid, inhoudende het gesprek via Windows Messenger Live van 8 januari 2010 tussen verdachte en [slachtoffer F] (p.1283-1290)
19 Een schriftelijk bescheid, inhoudende een afschrift van de berichten via Hyves d.d. 6 en 10 januari 2010 (p.1302)
20 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 januari 2010 (p.1432-1440) en het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 28 januari 2010 (p.1441-1445)
21 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G] (p.1469-1473) en het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer G] (p.1474-1475)
22 Schriftelijk bescheiden, inhoudende de onbekende data tussen verdachte en [slachtoffer G] gevoerde gesprekken via MSN (p.1477-1478 en 1479-1483)
23 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 januari 2010 (p.1493) en d.d. 2 februari 2010 (p.1495-1498)
24 Proces-verbaal betreffende een gesprek met [slachtoffer A] (p.1538-1542), het proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het letterlijk uitgewerkte verhoor van [slachtoffer A] (p.1650-1652), het proces-verbaal van het letterlijk uitgewerkte verhoor van [slachtoffer A] (p.1654-1667), de processen-verbaal van verhoor van [slachtoffer A] (p.1669-1675, 1676-1684)
25 Proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris d.d. 17 september 2010 (geen paginanummer)
26 Proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte B] (p.1827-1837)
27 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 3 februari 2010 (p.1772-1781), d.d. 9 februari 2010 (p.1783-1786 en 1787-1792), d.d. 8 maart 2010 (p.1814-1819) en d.d. 9 maart 2010 (p.1820-1822)
28 Proces-verbaal van aangifte van [vader slachtoffer H] namens [slachtoffer H] (p.1887-1889)
29 Proces-verbaal van verhoor van getuige R.[slachtoffer H] (p.1890-1899)
30 Schriftelijke bescheiden, inhoudende een uitdraai van de tussen verdachte en [slachtoffer H] verstuurde berichten via Hyves van 7, 10, 11 en 12 januari 2010 (p.1880-1885)
31 Schriftelijk bescheid inhoudende een uitdraai van het tussen verdachte en [slachtoffer H] gevoerde gesprek via MSN van onbekende datum (p.1922-1925)
32 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 januari 2010 (p.1902-1909), d.d. 2 februari 2010 (p.1910-1914) en d.d. 10 maart 2010 (p.1918-1921)
33 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer B] (p.1936-1948)
34 Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer B] bij de rechter-commissaris d.d. 4 oktober 2010 (geen paginanummer)
35 Schriftelijk bescheid, inhoudende een uitdraai van de tussen verdachte en [slachtoffer B] gevoerde gesprekken via MSN (geen paginanummer)
36 Proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte B] (p.2161-2165)
37 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 januari 2010 (p.2103) en d.d. 3 februari 2010 (p.2118-2121 en 2123-2132)
38 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer I] (p.2176-2189)
39 Schriftelijk bescheid inhoudende een uitdraai van het tussen verdachte en [slachtoffer I] gevoerde gesprek via MSN van onbekende datum(p.2252-2257)
40 Proces-verbaal van verhoor d.d. 9 maart 2010 (p.2242-2249) en proces-verbaal van verhoor d.d. 10 maart 2010 (p.2250-2251)
41 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer J]] (p.2283-2290)
42 Schriftelijk bescheid, inhoudende een uitdraai van de MSN-gesprekken op 15 en 21 december 2009 tussen verdachte en aangeefster [slachtoffer J] (p.2273-2279)
43 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 30 maart 2010 (p.2304-2307)
44 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 27 januari 2010 (p.345)
45 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.441)
46 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.442)
47 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.438)
48 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 januari 2010 (p.334)
49 Aanvullend proces-verbaal, genummerd PL0600-2009111745 en opgemaakt op 8 september 2010 door [naam] (p.2701)
50 Processen-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.436) en d.d. 26 januari 2010 (p.335)
51 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 28 januari 2010 (p.356)
52 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2010 (p.440)
53 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 januari 2010 (p.351)
54 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 2 februari 2010 (p.359)
55 Processen-verbaal van verhoor d.d. 10 maart 2010 (p.461-462) en d.d. 27 januari 2010 (p.345)
56 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer B] (p.1938)