ECLI:NL:RBZUT:2011:BP1935

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
25 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940456-10, 06/940414-10 en 06/850534-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Borgerhoff Mulder
  • A. Heenk
  • J. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal, vernielingen, bedreiging en belediging in Terborg en Doetinchem

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 25 januari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, vernielingen, bedreiging en belediging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden. De feiten waar de verdachte voor werd aangeklaagd, vonden plaats in Terborg en Doetinchem en omvatten onder andere de diefstal van etenswaren uit een woning, vernielingen aan voertuigen en bedreigingen aan het adres van politieambtenaren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de diefstal, die vergezeld ging van geweld tegen de aangeefster, en dat hij opzettelijk en wederrechtelijk goederen had beschadigd die toebehoorden aan anderen. De rechtbank legde een lagere straf op dan door de officier van justitie was geëist, omdat de verdachte van één feit werd vrijgesproken. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn alcoholgebruik en de invloed daarvan op zijn gedrag. De rechtbank achtte de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar, maar vond de gepleegde feiten ernstig genoeg om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die als gevolg van de daden van de verdachte schade hadden geleden.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/940456-10, 06/940414-10 en 06/850534-10
Uitspraak d.d.: 25 januari 2011
Tegenspraak (279 Sv.) / dip / dip / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1989],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) te Amsterdam.
raadsman: mr. A.A. Dooijeweerd, advocaat te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
11 januari 2011.
De tenlastelegging
Aan verdachte is onder parketnummer 06/940456-10 ten laste gelegd dat:
1.
hij
op of omstreeks 26 november 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning/garage
heeft weggenomen een hoeveelheid vlees en/of drie, althans een of meer
flesje(s) koffiemelk, in elk geval etenswaren en/of een (plastic) tas, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij met
zijn, verdachtes arm(en) en/of rug (een) wilde beweging(en) heeft gemaakt
en/of (daarbij) met zijn, verdachtes arm(en) en/of hand(en) en/of vuist(en)
die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans tegen het hoofd en/of lichaam heeft
gestompt en/of geslagen en/of geraakt;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 29 november 2010 te Doetinchem,
opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een politiecel en/of een tafel
en/of een stoel en/of een of meer mu(u)r(en) van een politiecel, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Regiopolitie Noord en Oost
Gelderland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is onder parketnummer 06/940414-10 ten laste gelegd dat:
1.
hij
op of omstreeks 21 oktober 2010, althans in of omstreeks de periode van 21
oktober 2010 tot en met 22 oktober 2010
te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
opzettelijk en wederrechtelijk
- (een band van) een auto (merk Mitsubishi, type Spacestar), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, en/of
- (drie, althans een of meer band(en) van) een auto (merk Seat, type Toledo),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of
- (vier, althans een of meer band(en) en/of een spiegel van) een auto (merk
Land Rover, type Freelander), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte,
heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij
op of omstreeks 28 april 2010
te Terborg, in de gemeente Oude IJsselstreek
opzettelijk en wederrechtelijk een (rode) tuinstoel en/of een ruit ( van een
achterdeur) en/of een (schuur)deur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(parketnummer 06.940158/10)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij
op of omstreeks 28 april 2010
te Terborg, in de gemeente Oude IJsselstreek,
[slachtoffer 7], hoofdagent van politie heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft
verdachte opzettelijk meermalen, althans eenmaal dreigend een beweging met
zijn, verdachtes, hoofd in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 7]
gemaakt (alsof hij die [slachtoffer 7] een kopstoot wilde geven) en/of (daarbij)
deze dreigend de woorden toegevoegd : "ik maak je nog een keer kapot" en/of
"ik maak je ooit nog een keer dood" en/of "ik maak je dood" , althans woorden
van gelijke dreigende aard of strekking;
(parketnummer 06.940158/10)
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij
op of omstreeks 28 april 2010 te Terborg,
in de gemeente Oude IJsselstreek
opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 7],
hoofdagent van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige
uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten noodhulpdienst bij de
politie district Achterhoek, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft
toegevoegd de woorden "Vieze vuile kankerwout" en/of "kankerwouten,
kankerlijders" en/of "Vuile kankerlijder, wat moet je nou?", althans woorden
van gelijke beledigende aard en/of strekking;
(parketnummer 06.940158/10)
art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
5.
hij
op of omstreeks 28 april 2010
te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en)
verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad
ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en) had(den) aangehouden en had(den)
vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde verdachte, ter geleiding voor een
hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met
geweld tegen die eerstgenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de
rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening, te weten noodhulpdienst bij de
politie, district Achterhoek, heeft verzet door te rukken en te trekken in een
richting tegengesteld aan die, waarin die ambtena(a)r(en) verdachte
trachtte(n) te geleiden;
(parketnummer 06.940158/10)
art 180 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is onder parketnummer 06/850534-10 ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 01 augustus 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd [slachtoffer 6], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met
dat opzet heeft hij verdachte één of meerdere malen (met kracht) met een
(houten) tafelpoot, althans met een daarop gelijkend voorwerp, op/tegen het
hoofd van deze [slachtoffer 6] geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 01 augustus 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
opzettelijk mishandelend zijn vader tot wie hij in familierechtelijke
betrekking stond, althans een persoon, te weten [slachtoffer 6], één of meerdere
malen (met kracht) (met een tafelpoot en/of met zijn vuisten) heeft geslagen
en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 01 augustus 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 8], hoofdagent van
politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening, tegen (de rug) van voornoemde [slachtoffer 8] heeft gespuugd en/of (tevens)
één of meerdere malen in de richting van deze [slachtoffer 8] heeft gespuugd,
althans (een) feitelijkhe(i)d(en) van gelijke beledigende aard en/of strekking,
en/of opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 8],
hoofdagent van politie, gedurende en/of terzake van de rechtmatige
uitoefening van zijn bediening, één of meerdere malen in dier tegenwoordigheid
mondeling heeft toegevoegd de woorden "klootzak", althans woorden van gelijke
beledigende aard en/of strekking;
art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs (parketnummer 06/940456-10)1
Aanleiding van het onderzoek
Op 26 november 2010 kwam een melding bij politie binnen dat er zou zijn ingebroken in de woning aan de [straatnaam] in Terborg. De bewoners zouden aan het vechten zijn met verdachte. Ter plaatse wezen de bewoners een man aan die op het dak van het schuurtje zat en verbalisanten herkenden hem als verdachte. Verdachte probeerde te ontkomen, maar werd later aangehouden.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde baseert zij zich op de aangifte van [slachtoffer 1], de verklaring van getuige [slachtoffer 2] en de bekennende verklaring van verdachte. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde baseert zij zich op de aangifte van [verbalisant A] en het proces-verbaal van bevindingen.
Standpunt van de verdachte
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft hij vrijspraak bepleit, nu zowel de aangifte als het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt is door dezelfde persoon en derhalve dienen te gelden als één bewijsmiddel. Daarnaast heeft verdachte geen verklaring afgelegd over dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op:
- de aangifte van [slachtoffer 1];2
- het verhoor van aangeefster [slachtoffer 1];3
- de verklaring van getuige [slachtoffer 2];4
- de bekennende verklaring van verdachte.5
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
[verbalisant A] heeft aangifte gedaan van vernieling van een politiecel van de Regio Politie Noord en Oost Gelderland te Apeldoorn in het cellencomplex in Doetinchem. Op maandag 29 november 2010 te 18.30 uur zag [verbalisant A] dat op de celdeur het spel boter kaas en eieren en de tekst "[naam]" was ingekrast. Op een stenen tafel waren de woorden "[naam]" en "Kankerzooi" ingekrast en op de houten bekleding en op de muur boven de intercom was "[naam]" ingekrast.6
Op woensdag 29 november 2010 om 18.30 uur zat verdachte ingesloten in cel vijf van het cellencomplex van het politiebureau in Doetinchem.7 Uit de foto's die als bijlage zijn gevoegd bij het proces-verbaal blijkt dat op meerdere plekken in de cel de in de aangifte genoemde woorden zijn ingekrast.8
Verdachte zei tegen [verbalisant A] dat hij de krassen had veroorzaakt met de metalen knoop van zijn broek.9
De aangifte van [verbalisant A] en het proces-verbaal van bevindingen worden beschouwd als twee bewijsmiddelen, in tegenstelling tot hetgeen de raadsman heeft aangevoerd. De rechtbank ziet geen redenen te twijfelen aan de bevindingen van verbalisant ter zake van de woorden die verdachte jegens hem heeft geuit en zal deze dan ook bezigen voor het bewijs. De omstandigheid dat verdachte geen verklaring wenste af te leggen bij de politie doet dan ook niets af aan de bevindingen van verbalisant, zoals dit door raadsman is betoogd. De rechtbank verwerpt het verweer.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs (parketnummer 06/940414-10)10
Aanleiding van het onderzoek
Bij politie kwam op 22 oktober omstreeks 9.09 uur de melding binnen dat meerdere auto's nabij het perceel Ettensestraat 30a in Terborg waren vernield.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdachte
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 1 derde gedachtestreepje gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de overige gedachtestreepjes heeft hij vrijspraak bepleit.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman vrijspraak bepleit. De aangifte van [slachtoffer 6] is niet ondertekend en daarnaast bevindt zich onvoldoende bewijs in het dossier. Het is ook niet uit te sluiten dat aangever de persoon is geweest die de goederen heeft vernield.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
[slachtoffer 5] heeft aangifte gedaan van vernieling van zijn auto. Op 21 oktober 2010 om 22.00 uur heeft hij zijn Landrover, type Freelander, met kenteken [kenteken] onbeschadigd gezien.11 Op vrijdag 22 oktober 2010 om 9.05 uur zag hij dat zijn auto beschadigd was. Alle banden waren lek gestoken en de rechterzijspiegel was volledig vernield. Ook zag hij dat de banden van auto's van buren waren lek gestoken. Hij zag een bloedspoor en toen hij het bloedspoor volgde, zag hij op zijn oprit een keukenmes liggen. Het spoor kwam uit bij de woning van de moeder van verdachte.12
Voorts heeft [slachtoffer 4] aangifte gedaan van vernieling van haar auto tussen donderdag 21 oktober 2010 16.00 uur en vrijdag 22 oktober 2010 9.05 uur, welke voor haar woning in Terborg geparkeerd stond.13 Het betreft een Seat Toledo met kenteken [kenteken]. De linker voor- en achterband en de rechtervoorband waren lek gestoken. Ze zag dat de auto's van de buren ook vernield waren.14
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van vernieling van zijn auto tussen donderdag 21 oktober 2010 22.00 uur en vrijdag 22 oktober 2010 9.00 uur, welke voor zijn woning in Terborg geparkeerd stond.15 Het betreft een Mitsubishi, type Spacestar met kenteken [kenteken]. De linkerachterband was lek gestoken. Hij zag dat de auto's van de buren ook vernield waren.16
Verbalisanten zagen op 22 oktober 2010 in Oude IJsselstreek dat er drie auto's beschadigd waren. Van de auto met kenteken [kenteken] was de linkerachterband lek gestoken. De rechtervoorband, linkervoorband en de linkerachterband waren van de auto met kenteken [kenteken] lek gestoken. Van de auto met het kenteken [kenteken] waren vier banden lek gestoken. Ook was van die auto de rechterzijspiegel vernield. Verbalisanten zagen bij alle banden snijsporen.17
Verbalisanten zagen een bloedspoor vanaf de Landrover naar de woning van de moeder van verdachte aan de [adres] in Terborg.18 Ook werd ter plaatse een mes aangetroffen, dat in beslag werd genomen.19 De moeder van verdachte heeft verklaard dat zij één mes mist uit haar messenset. Ze heeft het in beslag genomen mes herkend als zijnde dat mes.20
Verdachte heeft bekend op 21 oktober 2010 vier banden van de auto van de achterbuurman te hebben lek gestoken. Hij denkt dat hij die avond wel 14 of 15 biertjes had gedronken.21 Het aan verdachte getoonde mes herkent hij als een mes van zijn moeder.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen 21 oktober 2010 22.00 uur en 22 oktober 2010 9.00 uur zijn de banden van drie auto's vernield. De auto's bevonden zich in de directe nabijheid van elkaar en van die auto's vertoonde alle lekke banden volgens verbalisanten snijsporen. Verdachte heeft bekend de vier banden van de Landrover te hebben vernield. Van de overige auto's kan hij zich evenwel niets herinneren. Verdachte heeft ten aanzien van de auto waarvan hij heeft bekend de banden te hebben lek gestoken geen gewag gemaakt van de mogelijke betrokkenheid van een tweede perssoon. In het dossier bevindt zich overigens geen enkele aanwijzing dat naast verdachte nog een tweede persoon betrokken zou zijn bij het vernielen van de banden. Gelet op bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 ten laste gelegde met betrekking tot alle drie de auto's wettig en overtuigend bewezen is.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
[slachtoffer 6] heeft aangifte jegens zijn zoon gedaan van vernieling. Verdachte kwam op 28 april 2010 rond 19.15 uur bij aangever aan de [adres] in Terborg. Aangever zag dat verdachte hevig had gezopen en misschien ook wel drugs had gebruikt.22 [slachtoffer 6] heeft verdachte het huis uitgezet omdat hij zich niet aan zijn regels hield. Buiten heeft verdachte een rode tuinstoel vernield. Ook heeft hij de deur van de schuur vernield door een houten plank eraf te trekken. Voorts heeft hij de ruit van de achterdeur vernield.23
Op woensdag 28 april 2010 om 20.30 uur werd verdachte op heterdaad aangehouden. Verbalisant [verbalisant B] zag op het perceel [adres] dat er een ruit van de achterdeur was vernield en dat er een rode tuinstoel geheel vernield in de achtertuin lag. Tevens zag hij dat er een schuurdeur was vernield.24
Nadat het verhoor van verdachte was beëindigd, zei verdachte dat hij zich niets meer wist te herinneren van het voorval.25
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Het scenario dat door de raadsman is geschetst, inhoudende dat mogelijk aangever zelf de vernielingen heeft aangericht, acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd en derhalve ook niet aannemelijk. De rechtbank verwerpt het verweer.
Ten aanzien van het onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde
Op woensdag 28 april 2010 om 20.30 uur werd verdachte op heterdaad aangehouden.26 Voor de aanvang van het transport weigerde verdachte plaats te nemen in het politievoertuig. Onder dwang is hij liggend op de vloer van het politievoertuig geplaatst. Nadat de deur van het voertuig gesloten was, begon verdachte met zijn hoofd hard tegen de ruit van de zijdeur aan te bonken.27 Verdachte gedroeg zich de hele tijd tijdens het transport zeer agressief. Verdachte was de gehele tijd aan het schelden naar de verbalisanten [slachtoffer 7] en [verbalisant C].28 De verdachte was zo agressief dat hij zelfs het schuim op zijn mond had.
Op enig moment spuugde verdachte naar verbalisant [slachtoffer 7].Het spuug kwam op de kleding van [slachtoffer 7] terecht.29
[slachtoffer 7], werkzaam als hoofdagent van politie team Oude IJsselstreek,was op 28 november 2010 samen met verbalisant [verbalisant B] belast met de noodhulpdienst..30 Verdachte schreeuwde "Vieze vuile kankerwout, Ik maak je nog een keer kapot."31 Een enkele keer maakte hij een beweging met zijn hoofd in de richting van het hoofd van [slachtoffer 7], alsof hij hem een kopstoot wilde geven. Ook maakte hij trappende bewegingen.32
Tijdens zijn aanhouding bleef verdachte zich de gehele tijd verzetten. Het gehele transport gedroeg verdachte zich zeer agressief tegen [verbalisant C] en [slachtoffer 7]. Hij bleef beiden uitschelden en gebruikte woorden als kankerwouten, kankerlijers.33 Wederom bedreigde verdachte [slachtoffer 7] hem ooit dood te zullen maken.34
De bevindingen van de ter plaatste zijnde verbalisanten luiden als volgt.
Op 28 april 2010 omstreeks 20.10 uur waren verbalisanten ter plaatse, aan de [straatnaam] in Terborg. Daar zagen zij verdachte,die een woeste blik in zijn ogen had. Verdachte begon
[slachtoffer 7] uit te schelden: "Vieze vuile kankerwout. Ik maak je nog een keer kapot."35 [slachtoffer 7] probeerde verdachte rustig te houden, maar hij werd steeds agressiever. Verdachte had grote ogen en had het schuim op de mond. Hij maakt een enkele keer een beweging met zijn hoofd in de richting van het hoofd van [slachtoffer 7], alsof hij hem een kopstoot wilde geven. Ook maakte hij trapbewegingen.36
[slachtoffer 7] wilde verdachte brengen in het dienstvoertuig ter geleiding voor een hulpofficier van justitie.. Verdachte kwam in verzet en hij ging tegen een aldaar staand metalen hek staan en riep: "Kom dan vieze vuile kankerwouten, wat sta jij daar nou te lachen vieze dikke kankerhoer.37 De verdachte maakte op dat moment schopbewegingen. [slachtoffer 7] pakte verdachte met een hand bij de transportboeien vast en een hand aan zijn linkerhand. Hij voelde dat verdachte in tegengestelde richting trok. Hij heeft verdachte verschillende keren verteld mee te werken. Samen met [verbalisant C] en [verbalisant D] heeft [slachtoffer 7] verdachte in het voertuig geplaatst, waarbij verdachte zich hevig verzette.38 Het gehele transport gedroeg verdachte zich zeer agressief. Hij bleef [slachtoffer 7] en [verbalisant C] uitschelden voor: "Kankerwouten, kankerlijders". Wederom bedreigde verdachte [slachtoffer 7] hem ooit dood te zullen maken. Ook spuugde hij op [slachtoffer 7]. Verdachte riep tegen [verbalisant C]: vieze vuile kanker Turk".39
[verbalisant C] en [verbalisant D] hebben ook gehoord dat verdachte tegen [slachtoffer 7] riep: "Vuile kankerlijer, wat moet je nou, ik maak je dood." Tevens zei hij tegen [verbalisant C]: "Vieze vuile kanker Turk.40
De rechtbank acht het onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs (parketnummer 06/850534-10)41
Aanleiding van het onderzoek
Op 1 augustus 2010 omstreeks 3.42 uur kwam bij de politie de melding van [slachtoffer 6] binnen dat zijn zoon, verdachte, de ruiten van zijn woning had vernield. Verbalisanten gingen ter plaatse en zagen dat aangever op de oprit van zijn woning lag met een hoofdwond.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder 1 primair baseert zij zich op de aangifte van [slachtoffer 6], de bevindingen van verbalisanten en de verklaring van verdachte.
Standpunt van de verdachte
De raadsman heeft vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelege bepleit. De raadsman heeft aangevoerd dat aangever zijn aangifte heeft ingetrokken, dat er geen getuigen bij het incident aanwezig waren, dat de vermeende tafelpoot waarmee geslagen zou zijn niet is aangetroffen en dat verdachte ontkent met een tafelpoot te hebben geslagen. In de aangifte wordt niet verklaard dat verdachte aangever met de vuisten/handen geslagen zou hebben als gevolg waarvan aangever pijn en letsel zou hebben bekomen.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
[slachtoffer 6] heeft aangifte gedaan van mishandeling door zijn zoon. Op 1 augustus 2010 was aangever in zijn woning aan de [adres] in Terborg. Gedurende de avond heeft hij met zijn zoon woordenwisselingen gehad. Omstreeks 3.40 uur liep het uit de hand en heeft verdachte de ruiten van de voordeur vernield.42
Vervolgens heeft verdachte [slachtoffer 6] met een voorwerp gelijkend op een tafelpoot, in ieder geval met een flink stuk hout, op zijn hoofd geslagen. Hij heeft daarvan veel pijn ondervonden en zijn hoofd bloedde ook.43
Op 1 augustus 2010 omstreeks 3.42 uur kreeg verbalisant [verbalisant E] melding te gaan naar de woning aan de [adres] te Terborg. Ter plaatse zag zij aangever [slachtoffer 6] op de grond liggen en hij had een flinke hoofdwond.44 Ze zag dat er ook bloed op het trottoir lag. [slachtoffer 6] vertelde dat ze allebei alcohol hadden gedronken. Verbalisant zag dat [slachtoffer 6] pijn had aan zijn hoofd omdat hij meerdere malen voorover boog, zijn ellebogen op zijn knieën plaatste en met zijn hoofd in zijn handen rustte.45 Verbalisanten zagen op 1 augustus 2010 omstreeks 13.00 uur dat [slachtoffer 6] een snee van ongeveer 7 centimeter lang op de bovenkant van het hoofd had.46 [slachtoffer 6] zei tegen de verbalisanten dat hij vijf hechtingen had. Het voorwerp waarmee verdachte zou hebben geslagen is niet gezien door verbalisanten.47
Verdachte heeft verklaard dat hij op 1 augustus 2010 omstreeks 16.00 uur is begonnen met bier te drinken en die avond hartstikke zat was. Zijn vader is vanaf dat tijdstip ook aan het bier gegaan. Op een gegeven moment ontstond er ruzie.48 Zijn vader heeft de politie gebeld en die kwam en nam verdachte mee. Omstreeks 0.30 uur keerde verdachte terug bij de woning van zijn vader. Hij belde aan en zijn vader liet hem binnen. Vanaf dat moment kan hij zich niet goed herinneren wat er is gebeurd. Hij weet niet meer of hij nog alcohol heeft gedronken.49 Op een gegeven moment ontstond er weer ruzie. Hij heeft met zijn handen geslagen om zichzelf af te weren.50 Verdachte heeft verklaard zich niet te kunnen herinneren of hij met een stoelpoot of ander voorwerp heeft geslagen. Hij kan zich ook niet herinneren of zijn vader hem heeft geslagen.51
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet blijkt dat verdachte aangever met een stoelpoot of een soortgelijk voorwerp op het hoofd heeft geraakt. Verdachte kan zich niet herinneren dat hij met een dergelijk voorwerp geslagen zou hebben. Daarnaast is het voorwerp ook niet door de verbalisanten aangetroffen. De rechtbank zal verdachte derhalve van het onder 1 primair ten laste gelegde vrijspreken.
De rechtbank acht het onder 1 subsidiair ten laste gelegde evenmin bewezen, nu uit de bewijsmiddelen niet volgt dat aangever pijn en/of letsel heeft ondervonden door het handelen van verdachte. Verdachte heeft wel verklaard dat hij zijn vader heeft geslagen, maar dat is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank zal de raadsman in zijn standpunt volgen en verdachte vrijspreken van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
[slachtoffer 8] is werkzaam als hoofdagent van politie. Op 1 augustus 2010 zag hij dat verdachte naar drie of vier maal in zijn richting spuugde.52 Hij hoorde van verbalisant [verbalisant F] dat [slachtoffer 8] ook een klodder spuug van verdachte op zijn rug had zitten. Het spugen van verdachte in zijn richting ervoer [slachtoffer 8] als beledigend.53 Ook schold verdachte hem meermalen uit voor "Klootzak". Door deze woorden voelde hij zich beledigd en in zijn goede eer aangetast.54 [slachtoffer 8] wilde verdachte aanspreken op het feit dat hij had gespuugd en gescholden en opende daartoe de deur van de politiebus. Terwijl hij verdachte naar achteren duwde zag en voelde hij dat verdachte hem een trap met zijn blote voet gaf. Hij voelde dat hij op zijn borst geraakt werd.55
Verbalisanten [slachtoffer 8] en [verbalisant F] gingen op 1 augustus 2010 omstreeks. 3.40 uur in de woning naar binnen en boven troffen zij verdachte in bed aan. Verdachte werd geboeid en geplaatst in de politiebus.56 [verbalisant F] zat aan de bestuurderskant van de bus en verbalisanten zagen dat verdachte meermalen spuugde in [slachtoffer 8]s richting, maar hem niet raakte. Ook was hij aan het schelden. [slachtoffer 8] opende de zijdeur van de politiebus om verdachte op de achterbank te zetten. Hierop maakte verdachte met zijn blote linkervoet een trappende beweging in zijn richting.57 Hij raakte hem op zijn rechterborst.
De eveneens ter plaatse zijnde verbalisant [verbalisant E] zag dat verdachte van zich af trapte en dat [slachtoffer 8] op de borst geraakt werd door de voet van verdachte.58 Doordat verdachte zich opstandig gedroeg en hij in de bus spuugde reed verbalisant [verbalisant E] mee.59
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 06/940456-10
1.
hij op 26 november 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een garage
heeft weggenomen een hoeveelheid vlees en drie flesjes koffiemelk en een tas, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2],
welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestonden dat hij met zijn, verdachtes armen en/of rug wilde bewegingen heeft gemaakt en daarbij met zijn, verdachtes armen die [slachtoffer 1] in het gezicht heeft geraakt;
2.
hij op 29 november 2010 te Doetinchem,
opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een politiecel en een tafel en een stoel en meer muren van een politiecel, geheel toebehorende aan Regiopolitie Noord en Oost Gelderland, heeft beschadigd;
parketnummer 06/940414-10
1.
hij
in de periode van 21 oktober 2010 tot en met 22 oktober 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek, opzettelijk en wederrechtelijk
- een band van een auto merk Mitsubishi, type Spacestar toebehorende aan [slachtoffer 3] en
- drie banden van een auto merk Seat, type Toledo toebehorende aan [slachtoffer 4],
en
- vier banden en een spiegel van een auto merk Land Rover, type Freelander toebehorende aan [slachtoffer 5]
heeft vernield;
2.
hij op 28 april 2010 te Terborg, in de gemeente Oude IJsselstreek opzettelijk en wederrechtelijk een rode tuinstoel en een ruit van een achterdeur en een schuurdeur, toebehorende aan [slachtoffer 6], heeft vernield;
3.
hij op 28 april 2010 te Terborg, in de gemeente Oude IJsselstreek, [slachtoffer 7], hoofdagent van politie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft
verdachte opzettelijk meermalen, dreigend een beweging met zijn, verdachtes, hoofd in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 7] gemaakt alsof hij die [slachtoffer 7] een kopstoot wilde geven en deze dreigend de woorden toegevoegd : "ik maak je nog een keer kapot" en
"ik maak je ooit nog een keer dood" en "ik maak je dood";
4.
hij op 28 april 2010 te Terborg, in de gemeente Oude IJsselstreek opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 7], hoofdagent van politie, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten noodhulpdienst bij de politie district Achterhoek, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Vieze vuile kankerwout" en "Kankerwouten, kankerlijders" en "Vuile kankerlijder, wat moet je nou?";
5.
hij op 28 april 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,
toen een aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaar
verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één op heterdaad
ontdekt strafbaar feit had aangehouden en had vastgegrepen, ter geleiding voor een
hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met
geweld tegen die eerstgenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de
rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten noodhulpdienst bij de
politie, district Achterhoek, heeft verzet door te rukken en te trekken in een
richting tegengesteld aan die, waarin die ambtenaar verdachte trachtte te geleiden;
parketnummer 06/850534-10
2.
hij op 01 augustus 2010 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 8], hoofdagent van politie, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, tegen de rug van voornoemde [slachtoffer 8] heeft gespuugd en tevens meerdere malen in de richting van deze [slachtoffer 8] heeft gespuugd,
en opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 8], hoofdagent van politie, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meerdere malen in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "klootzak".
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
parketnummer 06/940456-10
Feit 1: diefstal, vergezeld en gevolg van geweld tegen personen, vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
Feit 2: opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel aan en ander toebehoort beschadigen.
parketnummer 06/850534-10
Feit 2: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
parketnummer 06/940414-10
Feit 1: opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel aan en ander toebehoort vernielen, meermalen gepleegd;
Feit 2: opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel aan en ander toebehoort vernielen;
Feit 3: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feit 4: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
Feit 5: wederspannigheid.
Strafbaarheid van de verdachte
De officier van justitie heeft gesteld dat bij verdachte sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. Hoewel deze niet is onderzocht acht zij gelet op de verslaving en de psychische problemen verdachte verminderd toerekeningsvatbaar
De raadsman heeft geen nader standpunt ingenomen omtrent de mate van toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
De rechtbank stelt vast dat zich in het dossier geen psychologisch of psychiatrisch rapport bevindt, waaruit op basis van daarop gericht deskundigenonderzoek blijkt dat verdachte in enige mate verminderd toerekeningsvatbaar zou zijn. De rechtbank zal het standpunt van de officier van justitie dan ook niet volgen. De omstandigheden die de officier van justitie heeft aangevoerd zal de rechtbank bespreken bij de motivering van de op te leggen straf.
Verdachte is strafbaar nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden gevorderd.
De raadsman heeft bepleit een lagere straf dan door de officier van justitie op te leggen nu verdachte naar het oordeel van de raadsman van enkele feiten vrijgesproken dient te worden. Voor het overige heeft hij zich ten aanzien van de strafmaat aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich met geweld verzet tegen opsporingsambtenaren die in de rechtmatige uitoefening van hun bediening werkzaam waren. Tevens heeft hij daarbij gespuugd. Ook heeft hij meerdere verbalisanten beledigd dan wel met woorden bedreigd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak. De omstandigheid dat nu geen goederen zijn gestolen, is te danken aan het feit dat aangeefster verdachte op heterdaad betrapte. Daarbij heeft verdachte ook geweld gebruikt jegens aangeefster op het moment dat zij hem probeerde tegen te houden. Bij een diefstal wordt in algemene zin ernstig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de burgers, hetgeen maatschappelijke onrust veroorzaakt en bij veel mensen een gevoel van onveiligheid oproept.
Ook heeft verdachte meermalen goederen vernield in de woning van zijn vader, in de politiecel en op of aan de openbare weg. Vernielingen zijn ergerlijke feiten en gaan gepaard met financiële gevolgen omdat de schade gerepareerd dient te worden.
Verdachte heeft in korte tijd meerdere strafbare feiten gepleegd. Veel van deze feiten zijn gepleegd onder invloed van alcohol, als gevolg waarvan verdachte vaak agressief gedrag vertoont jegens goederen en tegen personen en in het bijzonder tegen zijn vader en verbalisanten. Gelet op het door Tactus reclassering uitgebrachte advies functioneert verdachte op zeer zwakbegaafd tot zwakbegaafd niveau. Door het zorgelijke alcoholgebruik ontstaat mede het delictgedrag. Verdachte is nauwelijks in staat zelfstandig te functioneren: er lijkt sprake van een verstandelijke beperking in combinatie met een persoonlijkheidsproblematiek en mogelijk ook een psychiatrische problematiek. Behandeling en begeleiding in verschillende justitiële kaders heeft niet geleid tot verandering. Verdachte stelt zich echter ook niet begeleidbaar op jegens de reclassering en eerder toezicht is ook geretourneerd door de reclassering.
De rechtbank heeft ten nadele van verdachte rekening gehouden met zijn strafblad waaruit blijkt dat hij meermalen ter zake van vermogensdelicten, wederspannigheid en belediging van ambtenaren is veroordeeld.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het reclasseringsadvies d.d. 30 november 2010, waaruit blijkt dat het recidiverisico als hoog wordt ingeschat, gelet op het strafblad van verdachte, de aanwezige complexe problematiek en het ontbreken van inzicht en probleembesef.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen maanden passend en geboden. De opgelegde straf is lager dan de eis van de officier van justitie, nu de rechtbank verdachte van het onder parketnummer 06/850534-10 onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft vrijgesproken.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 978,48 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/940414-10 onder 1 ten laste gelegde.
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 150,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/940414-10 onder 1 ten laste gelegde.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 5] hebben zowel de officier van justitie als de raadsman gesteld dat een bedrag van € 689,01 kan worden toegewezen nu de overige gevorderde kosten nog niet zijn gemaakt door de benadeelde partij.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 06/940414-10 onder 1 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 689,01, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is tot dit bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering verklaren.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 4] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, nu deze niet van eenvoudige aard is.
De raadsman heeft gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, omdat hij vrijspraak van het ten laste gelegde feit heeft bepleit. Subsidiair heeft hij niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bepleit om dezelfde reden als de officier van justitie.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer 4] als gevolg van het parketnummer 06/940414-10 onder 1 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot een bedrag van € 150,--, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank merkt daarbij op dat de verzekering het gevorderde schadebedrag afgezien van het eigen risico eerst daadwerkelijk uitkeert als de kosten zijn gemaakt en de benadeelde partij daarvan facturen heeft overlegd aan de verzekeringsmaatschappij. De vordering dient tot het gevorderde bedrag van € 150,00 te worden toegewezen.
Wettelijke rente
De toegewezen bedragen zullen vermeerderd worden met de wettelijke rente vanaf
22 oktober 2010.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 57, 180, 266, 267, 285, 310, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/850534-10 onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/940456-10 onder 1 en 2 en onder parketnummer 06/850534-10 onder 2 en onder parketnummer 06/940414-10 onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
parketnummer 06/940456-10
Feit 1: diefstal, vergezeld en gevolg van geweld tegen personen, gepleegd met het
oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om het bezit van het gestolene te verzekeren;
Feit 2: opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel aan en ander toebehoort beschadigen.
parketnummer 06/850534-10
Feit 2: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
parketnummer 06/940414-10
Feit 1: opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel aan en ander toebehoort vernielen, meermalen gepleegd;
Feit 2: opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel aan en ander toebehoort vernielen;
Feit 3: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feit 4: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
Feit 5: wederspannigheid.
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 5], [adres] (rekeningnummer [nummer]) van een bedrag van € 689,01 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2010, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5], een bedrag te betalen van € 689,01 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2010, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 14 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] [adres] (rekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 150,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2010, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] een bedrag te betalen van € 150,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2010, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 3 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mrs. Borgerhoff Mulder, voorzitter, Heenk en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 januari 2011.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL06422010173587-17, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 29 november 2010.
2 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (pagina 35-38).
3 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] (pagina 40-41).
4 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] (pagina 43-45).
5 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 49-53).
6 Proces-verbaal van aangifte van [verbalisant A] (losbladig, ongenummerd).
7 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 november 2010 opgemaakt door [verbalisant A] (losbladig, ongenummerd).
8 Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant A] d.d. 29 november 2010 (losbladig, ongenummerd).
9 Proces-verbaal van aangifte van [verbalisant A] (losbladig, ongenummerd).
10 Wanneer hierna verwezen ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0642 201056084-10, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 24 oktober 2010. Wanneer hierna verwezen ten aanzien van het onder 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0642 2010061910-10, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 30 april 2010.
11 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] (pagina 32).
12 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] (pagina 33).
13 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] (pagina 59).
14 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] (pagina 60).
15 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] (pagina 65).
16 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] (pagina 66).
17 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 37)
18 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 37).
19 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 36).
20 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 44).
21 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 30).
22 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] (pagina 19).
23 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] (pagina 18).
24 Proces-verbaal van aanhouding (pagina 10-11).
25 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 26).
26 Proces-verbaal van aanhouding (pagina 11).
27 Proces-verbaal van aanhouding (pagina 11).
28 Proces-verbaal van aanhouding (pagina 11).
29 Proces-verbaal van aanhouding (pagina 11).
30 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] (pagina 28).
31 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] (pagina 29).
32 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] (pagina 29).
33 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] (pagina 30).
34 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] (pagina 30).
35 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 21).
36 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 21).
37 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 22).
38 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 22).
39 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 22).
40 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 23).
41 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0642 2010112902-16, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 5 augustus 2010.
42 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] (pagina 21).
43 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] (pagina 22).
44 Proces-verbaal van bevindingen [verbalisant E] (pagina 24).
45 Proces-verbaal van bevindingen [verbalisant E] (pagina 25).
46 Proces-verbaal van bevindingen [verbalisanten] (pagina 27).
47 Proces-verbaal van bevindingen [verbalisant E] (pagina 25).
48 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 30).
49 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 31).
50 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 31).
51 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 31).
52 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] (pagina 40).
53 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] (pagina 40).
54 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] (pagina 40 en 41).
55 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] (pagina 41).
56 Proces-verbaal van bevindingen [slachtoffer 8] en [verbalisant F] (pagina 28).
57 Proces-verbaal van bevindingen [slachtoffer 8] en [verbalisant F] (pagina 28).
58 Proces-verbaal van bevindingen [verbalisant E] (pagina 25).
59 Proces-verbaal van bevindingen [verbalisant E] (pagina 25).