RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940009-10
Uitspraak 26 januari 2011
Tegenspraak / dip - aanzegging - oip - oip - oip - aanzegging
[verdachte]
geboren te [plaats op 1943],
wonende te [plaats],
verblijvende in het huis van bewaring Arnhem Zuid, Arnhem.
Raadsman: mr. L.Th.B. Grob, advocaat te Doetinchem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 augustus 2010, 2 november 2010 en 12 januari 2011.
Nadat de tenlastelegging op grond van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering nader is omschreven, is aan verdachte tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari
2008 tot en met 6 januari 2010 te Warnsveld, gemeente Zutphen, (telkens) met
[slachtoffer A], geboren [1995], die toen de leeftijd van zestien jaren
nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft
gepleegd, bestaande uit het aftrekken en/of het pijpen door verdachte van die
[slachtoffer A] en/of het zich laten aftrekken van verdachte door die [slachtoffer A];
art 247 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari
2008 tot en met 6 januari 2010 te Warnsveld, gemeente Zutphen,(telkens) een of
meermalen door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit
feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding, te weten
het geven van geldbedragen, een persoon, [slachtoffer A], geboren op [1995], waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de
leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft
bewogen ontuchtige handelingen, te weten het zich laten aftrekken door
verdachte en/of het zich laten pijpen door verdachte en/of het aftrekken van
verdachte, te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden;
art 248a Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2007
tot en met 6 januari 2010 te Warnsveld, gemeente Zutphen, een of meermalen
door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding, te weten het geven
van (een) geldbedrag(en), een persoon, [slachtoffer B], geboren op [1992]
waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd
van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige
handelingen, te weten het zich laten aftrekken door verdachte en/of het zich
laten pijpen door verdachte en/of het aftrekken van verdachte en/of het
binnendringen met een vinger in de anus van die [slachtoffer B] door verdachte, te
plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden;
art 248a Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot en met 13 januari 2010
te Warnsveld, gemeente Zutphen, in elk geval in Nederland, één of meermalen
een (groot aantal) (in ieder geval 144 of daaromtrent) afbeeldinge(en) en/of
(een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) heeft
verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde
seksuele gedragingen bestonden uit, onder meer
- het anaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een dildo) door
zichzelf en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt, onder meer:
* [CD/DVD 1] en/of
* [CD/DVD 2] en/of
* [CD/DVD 3] en/of
* [CD/DVD 4] en/of
* [VHS Videoband 1] en/of
* [VHS Videoband 2] en/of
* [VHS Videoband 3] en/of
* [afbeelding 1] en/of
* [afbeelding 2] en/of
* [afbeelding 3] en/of
* [afbeelding 4] en/of
en/of
- het in de mond (laten) nemen van de penis van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt door een persoon die eveneens de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, onder meer:
* [CD/DVD 1] en/of
* [CD/DVD 2] en/of
* [CD/DVD 3] en/of
* [CD/DVD 4] en/of
* [CD/DVD 5] en/of
* [VHS Videoband 1] en/of
* [VHS Videoband 2] en/of
* [VHS Videoband 3] en/of
* [afbeelding 1] en/of
* [afbeelding 2] en/of
* [afbeelding 3] en/of
* [afbeelding 4] en/of
en/of
- het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt masturberen boven en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, onder meer:
* [CD/DVD 5]
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2007
tot en met 6 januari 2010, te Warnsveld, gemeente Zutphen, een of meermalen
door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding, te weten het geven
van (een) geldbedrag(en) en/of het geven van shag, een persoon, [slachtoffer C],
geboren op [1992], waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten het zich laten
pijpen, te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden;
art 248a Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 juni 2008
tot en met 6 januari 2010, te Warnsveld, gemeente Zutphen, (telkens) ontucht
heeft gepleegd met een persoon, genaamd [slachtoffer C], geboren op [1992],
die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met
een derde tegen betaling en welke persoon de leeftijd van zestien jaren maar
nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, bestaande die ontucht
daarin, dat verdachte die [slachtoffer C] (telkens) heeft gepijpt;
art 248b Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op 15 december 2009 werd door [wijkagent] een mutatie opgemaakt, waarin stond vermeld dat personeel van de [school uit plaats] zich zorgen maakte over meldingen dat jongens van de school regelmatig op bezoek zouden gaan bij verdachte en dat zij dan zomaar geld van verdachte zouden krijgen. De politie is hierop een onderzoek gestart.2
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair, onder 2, onder 3 en onder 4 primair tenlastegelegde.
Voor wat betreft het onder 3 tenlastegelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat uit het dossier voldoende blijkt dat het om kinderpornografische afbeeldingen gaat, welke afbeeldingen verdachte in ieder geval op 6 januari 2010 en op 13 januari 2010 in bezit heeft gehad. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno en is daarvoor strafbaar. Dat verdachte deze films in een winkel in Amsterdam heeft gekocht, en dus deze films kennelijk op legale wijze heeft verkregen, doet daaraan niet af.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Verdachte heeft bekend de onder 1 primair, onder 2 en onder 4 primair tenlastegelegde handelingen te hebben gepleegd. De raadsman heeft zich voor wat betreft deze feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde heeft verdachte zich op het standpunt gesteld dat hij de dvd's in een winkel in Amsterdam heeft gekocht en dat hij daaruit afleidde dat het legaal was om deze films in bezit te hebben. Verdachte heeft ook gesteld dat hij niet wist dat de jongens die op de films te zien zijn, minderjarig waren. De raadsman heeft verder aangevoerd dat hij niet uit het dossier kan halen dat het om kinderpornografie gaat. Hij heeft verzocht om verdachte daarom van het onder 3 tenlastegelegde vrij te spreken.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht voor het bewijs van het onder 1 primair tenlastegelegde voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 25 augustus 2010;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1], namens [slachtoffer A];3
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer A];4
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer B].5
Gelet op die feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
De rechtbank acht voor het bewijs van het onder 2 tenlastegelegde voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 25 augustus 2010;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 2], namens [slachtoffer B];6
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer B];7
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer A];8
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer C].9
Gelet op die feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Aan verdachte is onder 3 tenlastegelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan (onder meer) het bezit van kinderporno. De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte is op 6 januari 2010 in zijn woning aangehouden op verdenking van overtreding van de artikelen 245 en 248a van het Wetboek van Strafrecht.10 De verbalisanten die bij die aanhouding betrokken waren, zagen toen in een kastje op de slaapkamer van verdachte een groot aantal seks-dvd's staan. Zij zagen dat op een aantal dvd's naakte jongens in de leeftijd van 15 tot 20 jaar afgebeeld stonden. Deze dvd's zijn vervolgens in beslag genomen.11
Nadien is er op 13 januari 2010 een doorzoeking geweest in de woning van verdachte.12 Daarbij werd wederom een aantal cd's/dvd's en videobanden in beslag genomen.13
Vervolgens zijn er van de in beslag genomen cd/dvd's kopieën gemaakt, welke kopieën voor nader onderzoek zijn overhandigd aan verbalisanten van het Bureau Kinderporno.14 De verbalisanten hebben van dit nadere onderzoek processen-verbaal opgemaakt. In deze processen-verbaal wordt vermeld dat op de gegevensdragers: [CD/DVD 1], en [CD/DVD 2] en [CD/DVD 3] en [CD/DVD 4] en [VHS Videoband 1] en [VHS Videoband 2] en [VHS Videoband [afbeelding 4] [afbeelding 4] [afbeelding 4] 3] en [afbeelding 4].) afbeeldingen te zien zijn waarop (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit onder meer het anaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een dildo) door zichzelf en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt.15
Op een aantal van deze gegevensdragers16 is naast bovengenoemde handeling(en) ook te zien dat een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt de penis in de mond (laat nemen) neemt van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar eveneens nog niet heeft bereikt.17 Deze handeling is ook te zien op de gegevensdrager genaamd [CD/DVD 5] Op deze gegevensdrager is eveneens te zien dat een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, ejaculeert op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt.19
In totaal zijn er door het Bureau Kinderporno 126 films en 18 foto's aangetroffen die worden gekwalificeerd als kinderporno.20
De raadsman heeft aangevoerd dat het onvoldoende vaststaat dat het hierbij ook echt gaat om kinderpornografisch materiaal.
De rechtbank stelt vast dat bij het aantreffen en beoordelen van de multimediafiles is gehandeld conform de richtlijn van het college van procureurs-generaal "de aanwijzing kinderpornografie (artikel 240B Wetboek van Strafrecht)"van 1 september 207/nr. 2007A020. Bij het bepalen van de leeftijd van de personen die op de multimediafiles te zien zijn, is (overeenkomstig de aanwijzing) gebruik gemaakt van de zogenaamde Tanner-tabellen.21 Vervolgens is door gecertificeerde zedenrechercheurs vastgesteld dat van de aangetroffen multimediafiles 144 zijn te kwalificeren als kinderporno, welke bevindingen door hen zijn neergelegd in processen-verbaal, op ambtsbelofte opgemaakt.
De rechtbank stelt vast dat er is gehandeld overeenkomstig de geldende regelgeving. Zij ziet daarom geen aanleiding om aan de bevindingen van de verbalisanten te twijfelen. Naar het oordeel van de rechtbank staat daarom voldoende vast dat verdachte op 6 januari 2010 en/of op 13 januari 2010 144 afbeeldingen dan wel gegevensdragers in zijn bezit heeft gehad, welke afbeeldingen of gegevensdragers seksuele gedraging(en) bevatten waarbij personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Verdachte heeft verder aangevoerd dat hij de dvd's in een winkel in Amsterdam heeft gekocht en dat hij daaruit afleidde dat het legaal was om deze films in bezit te hebben. Verdachte heeft ook aangevoerd dat hij niet wist dat de jongens op de films minderjarig waren.
De rechtbank overweegt dat verdachte multimediafiles bevattende kinderporno in zijn bezit heeft gehad. Voor een bewezenverklaring is het slechts noodzakelijk dat bewezen wordt dat de betrokken kinderen de leeftijd van 18 jaren (kennelijk) nog niet hebben bereikt. De wetenschap van verdachte omtrent de leeftijd van de kinderen is niet vereist. Verdachte hoeft namelijk geen opzet te hebben gehad op de minderjarigheid van de kinderen. Dat verdachte niet zou hebben geweten dat de betrokken kinderen minderjarig waren, zoals hij heeft aangevoerd, is daarom rechtens niet relevant. De rechtbank verwerpt het verweer.
Verder overweegt de rechtbank dat het feit dat verdachte deze films (kennelijk) in een winkel in Amsterdam heeft gekocht, niet betekent dat deze films legaal zijn noch dat verdachte daar vanuit mocht gaan. Ook bij aanschaf in een winkel dient men alert te blijven op eventuele signalen die duiden op ontoelaatbaarheid van hetgeen men aanschaft. De rechtbank is van oordeel dat dergelijke signalen hier zeker aanwezig zijn geweest. Naast het feit dat uit het proces-verbaal van bevindingen volgt dat er minderjarige jongens op de hoes van de dvd's stonden afgebeeld,22 heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij 50 tot 100 euro per dvd heeft betaald, terwijl hij wist dat een normale dvd ongeveer 25 euro kost.23 Verdachte wist dus dat de dvd's (aanzienlijk) duurder waren dan normale dvd's. Onder die omstandigheid kan niet gezegd worden dat verdachte verschuldigbaar heeft gedwaald ten aanzien van de legaliteit van de films. Ook dit verweer wordt verworpen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan.
De rechtbank acht voor het bewijs van het onder 4 primair tenlastegelegde voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 25 augustus 2010;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 3], namens [slachtoffer C];24
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer C];25
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer B].26
Gelet op die feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2008 tot en met 6 januari 2010 te Warnsveld, gemeente Zutphen, telkens met [slachtoffer A], geboren [1995], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft
gepleegd, bestaande uit het aftrekken en/of en het pijpen door verdachte van die
[slachtoffer A] en/of het zich laten aftrekken van verdachte door die [slachtoffer A];
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 6 januari 2010 te Warnsveld, gemeente Zutphen, meermalen door giften van geld, te weten het geven
van geldbedragen, een persoon, [slachtoffer B], geboren op [1992]
waarvan verdachte wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten het zich laten aftrekken door verdachte en/of het zich laten pijpen door verdachte en/of het aftrekken van verdachte en/of het binnendringen met een vinger in de anus van die [slachtoffer B] door verdachte, te
plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden;
hij in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 13 januari 2010
te Warnsveld, gemeente Zutphen 144 afbeeldingen of
gegevensdragers bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde
seksuele gedragingen bestonden uit, onder meer
- het anaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een dildo) door
zichzelf en/of door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt, onder meer:
* [CD/DVD 1] en
* [CD/DVD 2] en
* [CD/DVD 3] en
* [CD/DVD 4] en
* [VHS Videoband 1] en
* [VHS Videoband 2] en
* [VHS Videoband 3] en
* [afbeelding 1] en
* [afbeelding 2] en
* [afbeelding 3] en
* [afbeelding 4] en
en
- het in de mond (laten) nemen van de penis van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt door een persoon die eveneens de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, onder meer:
* [CD/DVD 1] en
* [CD/DVD 2] en
* [CD/DVD 3] en
* [CD/DVD 4] en
* [CD/DVD 5] en
* [VHS Videoband 1] en
* [VHS Videoband 2] en
* [VHS Videoband 3] en
* [afbeelding 1] en
* [afbeelding 2] en
* [afbeelding 3] en
* [afbeelding 4] en
en
- het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt ejaculeren op het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, onder meer:
* [CD/DVD 5]
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 6 januari 2010, te Warnsveld, gemeente Zutphen, meermalen door giften van geld of goed, te weten het geven
van geldbedragen en het geven van shag, een persoon, [slachtoffer C],
geboren op [1992], waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten het zich laten
pijpen, van verdachte te dulden.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
feit 1 primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2 door giften een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3 een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
feit 4 primair door giften een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte zijn twee Pro Justitia rapporten uitgebracht, respectievelijk opgemaakt op 6 augustus 2010 en ondertekend door J.R. Douglas Broers, psychiater, en op 28 maart 2010 en ondertekend door J.J. Baneke, klinisch en forensisch psycholoog. Met de conclusies in de rapporten dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is te achten, kan de rechtbank zich verenigen. De rechtbank neemt deze conclusies over.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, onder 2, onder 3 en onder 4 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht met een proeftijd van vijf jaren en met de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht. Naar het oordeel van de officier van justitie is een proeftijd van vijf jaren noodzakelijk omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De officier van justitie heeft bij zijn eis betrokken de ernst van de feiten en de jonge leeftijd van de slachtoffers alsmede het feit dat verdachte door het geven van geld een situatie heeft gecreëerd die voor de slachtoffers moeilijk te weerstaan was. In het voordeel van verdachte heeft de officier van justitie bij zijn eis betrokken dat de feiten verdachte verminderd kunnen worden toegerekend als ook dat verdachte zijn volledige medewerking heeft verleend aan het onderzoek. Voorts heeft de officier van justitie bij zijn eis betrokken het feit dat het op korte termijn niet duidelijk is of verdachte klinisch kan worden behandeld, zodat ambulante behandeling en afdoening van de strafzaak de voorkeur heeft.
Ook de raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er - ook na ommekomst van een jaar -nog steeds teveel onduidelijk is over de mogelijkheid van klinische behandeling. De raadsman heeft de rechtbank daarom verzocht de zaak af te doen met oplegging van een ambulante behandeling. Wat betreft het bepalen van de strafmaat heeft de raadman verzocht om rekening te houden met de hoge leeftijd van verdachte, zijn onderdrukte homoseksuele gevoelens, de afhankelijkheid van zijn moeder en zijn lichte mate van zwakzinnigheid. De raadsman heeft de rechtbank er verder op gewezen dat verdachte zowel aan het strafrechtelijk onderzoek als aan alle persoonlijkheidsonderzoeken volledig heeft meegewerkt. Alles afwegende stelt de raadsman zich daarom op het standpunt dat de eis van de officier van justitie moet worden gematigd. De raadsman heeft daarbij verzocht om een proeftijd van drie jaren op te leggen in plaats van de gevorderde proeftijd van vijf jaren.
De rechtbank overweegt als volgt. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met drie minderjarige jongens. Verdachte heeft deze jongens hiervoor betaald en heeft hen daarmee bewogen deze handelingen te plegen en toe te staan. Dit zijn ernstige feiten waardoor de slachtoffers ernstige psychische schade kunnen oplopen. Daarbij komt dat verdachte in 2007 al is gewaarschuwd door de politie dat het strafbaar is om personen onder de 18 jaar te betalen voor het verrichten of dulden van seksuele handelingen, ook wanneer zij (door betaling) zouden instemmen met deze handelingen. Verdachte wist dit, maar heeft toch zijn eigen lustgevoelens de boventoon laten voeren. Verdachte heeft dus op geen enkele wijze rekening gehouden met de gevolgen van de feiten voor de slachtoffers en de rechtbank neemt hem dit zeer kwalijk.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting verder in aanmerking genomen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Bij de productie van dergelijke afbeeldingen worden minderjarigen niet zelden op ernstige wijze misbruikt. Door het aanschaffen van kinderpornografie is het mede verdachte toe te rekenen dat dergelijke, voor betrokkenen bijzonder schadelijke, praktijken in stand worden gehouden en bevorderd.
In het voordeel van verdachte zal de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met het feit dat verdachte geen relevante juridische documentatie heeft27 en dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is. Daarnaast zal de rechtbank rekening houden met het feit dat verdachte zijn volledige medewerking heeft verleend aan de onderzoeken.
Gelet op de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat hiervoor geen andere straf passend is dan een gevangenisstraf. Over verdachte is rapporteerd door J.R. Douglas Broers, psychiater, d.d. 6 augustus 2010, door J.J. Baneke, klinisch en forensisch psycholoog, d.d. 28 maart 2010 en door C. Heutinck, reclasseringswerker, d.d. 10 januari 2011. Uit hun rapporten volgt dat behandeling van verdachte noodzakelijk is om te voorkomen dat verdachte zich in de toekomst wederom schuldig zal maken aan soortgelijke feiten. De deskundigen verschillen echter van mening over de wijze waarop deze behandeling zou moeten plaatsvinden.
De reclassering heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat verdachte klinisch zou moeten worden behandeld en heeft gedurende langere tijd geprobeerd een passende kliniek voor verdachte te vinden. Dit is echter telkens niet gelukt en op de terechtzitting van 12 januari 2011 heeft de betrokken reclasseringswerker verklaard dat het nog steeds niet duidelijk is óf verdachte geplaatst kan worden, waar verdachte geplaatst kan worden, op welke termijn verdachte geplaatst zou kunnen worden en hoelang een behandeling zou duren.
De psychiater is tot de conclusie gekomen dat verdachte de meest wenselijke vorm van controle en ondersteuning kan worden gegeven door het opleggen van een langdurig reclasseringstoezicht.28 Ook de psycholoog heeft geadviseerd om verdachte een verplicht langdurig reclasseringscontact op te leggen.29
Vast staat dat verdachte na zijn detentie moet worden begeleid om herhaling te voorkomen. De vraag is alleen op welke manier dat moet gebeuren: klinisch, zoals de reclassering noodzakelijk acht, of ambulant, zoals de psychiater en de psycholoog afdoende vinden. Thans, na bijna één jaar intensief zoeken door de reclassering, is er nog steeds geen geschikte klinische opnameplaats voor verdachte gevonden. Bovendien is het maar de vraag is of er een geschikte plaats zal worden gevonden. Zowel de psycholoog als de psychiater concludeert dat een ambulante behandeling afdoende is om herhaling in de toekomst te voorkomen.
Op grond van het overwogene omtrent het reclasseringsrapport is de rechtbank van oordeel dat een klinische behandeling geen reële optie is, terwijl volstaan kan worden met een ambulante behandeling.
De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen tot een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij zij aan het voorwaardelijk op te leggen deel de bijzondere voorwaarde zal verbinden dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de aard van de misdrijven en uit de frequentie waarmee deze misdrijven zijn gepleegd dat er ernstig rekening moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Hierin ziet de rechtbank aanleiding om aan de algemene en aan de bijzondere voorwaarde een proeftijd te verbinden van vijf jaren. Zij acht een proeftijd van drie jaren, zoals is verzocht door de raadsman, in het licht van de bewezenverklaarde feiten te kort.
Alles afwegende zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met de bijzondere voorwaarde zoals hierboven vermeld. Daarbij zal het onvoorwaardelijk op te leggen deel korter zijn dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank tot een andere weging van de feiten en persoonlijke omstandigheden van verdachte komt. Het voorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf is langer dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank een langer voorwaardelijk deel noodzakelijk vindt om verdachte voor de toekomst ervan te blijven doordringen dat feiten zoals bewezenverklaard strafbaar zijn.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 240b, 247 en 248a van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, onder 2, onder 3 en onder 4 primair tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
feit 1 primair met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2 door giften een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3 een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
feit 4 primair door giften een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 1 (één) jaar niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd van 5 (vijf) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel vóór het einde van de proeftijd van 5 (vijf) jaren de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en
dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
* beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Troost, voorzitter, Kleinrensink en Van der Hooft,
rechters, in tegenwoordigheid van mr. Janssen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 januari 2011.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2009106847, Regiopolitie Noord en Oost Gelderland, afdeling Zeden, gesloten en ondertekend op 30 april 2010.
2 Het relaas proces-verbaal, p. 4.
3 Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1], namens [slachtoffer A], p. 139 en p. 140.
4 Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer A], p. 146 tot en met p. 151 en p. 155 tot en met p. 157.
5 Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer B], p. 180 en p. 181.
6Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] namens [slachtoffer B], p. 161 en p. 163.
7 Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer B], p. 166, p. 167, p. 169 tot en met p. 172.
8 Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer A], p. 151.
9 Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer C], p. 197 en p. 200.
10 Het proces-verbaal van bevindingen, p. 267 en p. 268.
11 Het proces-verbaal van bevindingen, p. 269.
12 Het proces-verbaal van bevindingen, p. 319.
13 Beslaglijst tbv de officier van justitie, p. 327 - p. 335.
14 Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia op cd/dvd), p. 278.
15 Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia op CD/DVD), p. 280, 281 en 282, het proces-verbaal van bevindingen (commerciële videobanden) p. 291, p. 292 en p. 293 en het proces-verbaal van bevindingen (foto's op inbeslaggenomen cd/dvd hoezen) p. 295, p. 296 en p. 297.
16 Te weten: [CD/DVD 1] en [CD/DVD 2] en [CD/DVD 3] en [CD/DVD 4] en [VHS Videoband 1] en [VHS Videoband 2] en [VHS Videoband [afbeelding 4] [afbeelding 4] [afbeelding 4] 3] 296 en [afbeelding 4].40.
17 Zie voetnoot 15.
18 Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia op CD/DVD), p. 282.
19 Zie voetnoot 18.
20 Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia op CD/DVD), p. 280, het proces-verbaal van bevindingen (commerciële videobanden), p. 291 en het proces-verbaal van bevindingen (foto's op inbeslaggenomen cd/dvd hoezen), p. 295.
21 Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia op CD/DVD, p. 279, het proces-verbaal van bevindingen (commerciële videobanden), p. 290 en het proces-verbaal van bevindingen (foto's op inbeslaggenomen cd/dvd hoezen), p. 294.
22 Zie voetnoot 11.
23 Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 135.
24 Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3], p. 183, p. 184 en p. 186.
25 Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer C], p. 194 tot en met p. 200.
26 Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer B], p. 171 en p. 172.
27 Uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 13 december 2010.
28 Het psychiatrisch onderzoek pro justitia, opgemaakt door J.R. Douglas, psychiater, gedateerd 6 augustus 2010.
29 Het psychologisch onderzoek pro justitia, opgemaakt door J.J. Baneke, klinisch en forensisch psycholoog, gedateerd 28 maart 2010.