ECLI:NL:RBZUT:2011:BP3442

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
7 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940173-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. van Valderen
  • J. van der Mei
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in de strafzaak tegen verdachte B met betrekking tot verkeersincident

Op 7 februari 2011 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenuitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte B, die betrokken was bij een verkeersincident waarbij een slachtoffer om het leven kwam. De zitting vond plaats in het kader van een regiezitting, waarbij de verdediging, vertegenwoordigd door raadsvrouw mr. K.D.M. Schepers, verzocht om nader onderzoek naar de snelheid van de auto van verdachte B op het moment van het ongeval. Dit verzoek was gebaseerd op de noodzaak om meer duidelijkheid te verkrijgen over de omstandigheden van het ongeval, met name de gedragingen van de bestuurder van de betrokken auto.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er een aanvullend proces-verbaal is opgemaakt door de politie, waarin de snelheid van de auto aan de hand van remspoorproeven werd onderzocht. De rechtbank concludeert echter dat het verzoek van de raadsvrouw onvoldoende specifiek onderbouwd is en wijst het verzoek om nader onderzoek af. Daarnaast heeft de raadsvrouw verzocht om wijziging van de schorsingsvoorwaarden van verdachte B, wat door de reclassering werd ondersteund en niet werd betwist door de officier van justitie. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen.

De rechtbank heeft het onderzoek geschorst tot de volgende zitting op 10 maart 2011, waarbij de verdachte en de nabestaanden van het slachtoffer zullen worden opgeroepen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer 06/940173-10
Uitspraak d.d. 7 februari 2011
Tegenspraak
TUSSENBESLISSING
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats op 1991],
laatstelijk woonachtig te [plaats, adres].
Raadsvrouw mr. K.D.M. Schepers, advocaat te Venlo.
Onderzoek van de zaak
Deze beslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 31 januari 2011. Deze (regie)zitting was gepland om de procesdeelnemers in de gelegenheid te stellen mogelijke nadere onderzoekswensen en eventuele andere verzoeken aan de orde te stellen in het kader van het SANSA-onderzoek.
Onderzoeksvragen
De rechtbank heeft met het oog op mogelijke wensen en verzoeken van de verdediging in verband met het SANSA-onderzoek, gelet op de verwevenheid van de verschillende strafzaken, deze zaak in onderling verband en samenhang bezien met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte A en C].
Mr. Schepers heeft ter terechtzitting verzocht om nader onderzoek in het kader van de VerkeersOngevals Analyse. Zij wil nader onderzoek om aan de hand van remspoorproeven meer duidelijkheid te verkrijgen over de snelheid waarmee de auto die [slachtoffer] zou hebben overreden, zou hebben gereden.
De raadsvrouw acht dit van belang omdat in de dagvaarding van verdachte een gedraging van de bestuurder van die personenauto is opgenomen die mogelijk aan verdachte zou kunnen worden toegerekend.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat, gelet op het aanvullend proces-verbaal van de verkeersdeskundige waarin al is ingegaan op dit aspect naar aanleiding van een soortgelijke onderzoekswens van de raadsvrouw, deze nadere vraag niet nader te beantwoorden lijkt.
De rechtbank stelt vast dat door de politie een aanvullend proces-verbaal1 is opgemaakt, onder meer naar aanleiding van de vraag om vast te stellen tot en met welke snelheid een enkel remspoor zoals dat op de plaats van het ongeval is aangetroffen, kan zijn veroorzaakt.
Uit de uitvoerige beantwoording van de door de raadsvrouw opgeworpen vraagstelling komt naar voren dat nauwkeuriger dan als weergegeven in het VOA-PV2 (pag. 68), de snelheid van de Fiat vlak voor / op het moment van het ongeval niet kan worden aangegeven.
De rechtbank is van oordeel dat het aldus verstane nadere verzoek van de raadsvrouw moet worden afgewezen, omdat het in het licht van voormeld aanvullend proces-verbaal onvoldoende specifiek is onderbouwd.
De rechtbank wijst het verzoek reeds daarom af.
Voorlopige hechtenis
De raadsvrouw heeft om wijziging verzocht van de aan verdachte opgelegde schorsingsvoorwaarden, in dier voege dat de voorwaarde van elektronisch toezicht zal komen te vervallen. Door de reclassering is ingestemd met een dergelijke wijziging en de officier van justitie heeft zich niet verzet tegen een dergelijke aanpassing van de voorwaarden.
De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen, welke beslissing afzonderlijk is geminuteerd.
Schorsing van het onderzoek
De rechtbank zal het onderzoek voor de inhoudelijke behandeling van de zaak schorsen tot na te melden datum en tijdstip, waarover overleg heeft plaatsgevonden met de officier van justitie en de raadslieden van verdachten.
Beslissing
De rechtbank:
* wijst het verzoek van de raadsvrouw om nader onderzoek af;
* schorst het onderzoek tot de terechtzitting van donderdag 10 maart 2011 te 09.15 uur;
* beveelt de oproeping van verdachte tegen opgemelde terechtzitting, met kennisgeving daarvan aan zijn raadsvrouw;
* beveelt voorts de oproeping van de nabestaanden van [slachtoffer].
Deze beslissing is gegeven door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Van Valderen en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 februari 2011.
Voetnoten:
1 Een in de wettelijke vorm opgemaakt aanvullend proces-verbaal BVH-nummer 2010067007, gedateerd 28 januari 2011 en opgemaakt door [naam A]
2 Proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse BVH-nummer 2010067007, gedateerd 22 november 2010 en opgemaakt door [naam A] en [naam B]