ECLI:NL:RBZUT:2011:BP6463
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Feraaune
- Roelvink
- Troost
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege
Op 2 maart 2011 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die sinds 1995 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met één jaar verlengd. De rechtbank oordeelt dat de betrokkene als chronisch delictgevaarlijk kan worden beschouwd, waarbij het gebruik van medicatie en de geboden structuur essentieel zijn voor het onder controle houden van de delictgevaarlijkheid. Indien één van deze twee elementen ontbreekt, neemt de delictgevaarlijkheid direct toe tot een hoog niveau.
De rechtbank heeft de relevante stukken bekeken, waaronder adviezen van deskundigen en reclassering. De officier van justitie had aanvankelijk een verlenging van twee jaar gevorderd, maar heeft deze vordering tijdens de behandeling in raadkamer op 16 februari 2011 bijgesteld tot één jaar. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de huidige situatie van dwangverpleging nog moet worden gehandhaafd, gezien de problematiek en risicofactoren van de betrokkene. De rechtbank heeft de kliniek aangespoord om te trachten uit de impasse te geraken waarin zowel de betrokkene als de kliniek zich bevinden.
De raadsman van de betrokkene heeft betoogd dat de grenzen van proportionaliteit zijn bereikt en dat er geen groot gevaar voor recidive is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De deskundigen hebben bevestigd dat het afbouwen van medicatie alleen onder gecontroleerde omstandigheden kan plaatsvinden, en dat de huidige situatie gehandhaafd moet blijven om het risico op recidive te minimaliseren. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar te verlengen, met de nadruk op de noodzaak van medicatie en structuur voor de betrokkene.