ECLI:NL:RBZUT:2011:BP7021

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
8 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940255-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Borgerhoff Mulder
  • A. van der Hooft
  • J. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal na inbraak bij ouders van verdachte

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 8 maart 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte [verdachte B], die samen met medeverdachten betrokken was bij een gewelddadige confrontatie met aangever. De feiten vonden plaats op 22 juni 2010 in Gaanderen, gemeente Doetinchem, waar de ouders van verdachte eerder slachtoffer waren geworden van een inbraak. Verdachte herkende op Hyves de gestolen kettingen en besloot samen met vrienden naar de vermoedelijke dader te gaan om de goederen terug te krijgen. Tijdens deze confrontatie heeft verdachte, samen met zijn medeverdachten, aangever mishandeld door hem te slaan en te schoppen, en hem vervolgens in hun auto te dwingen. De rechtbank achtte de poging tot zware mishandeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal bewezen. Verdachte werd veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank overwoog dat verdachte zich niet heeft bekommerd om het welzijn van aangever en dat zijn handelen geleid heeft tot een traumatische ervaring voor het slachtoffer. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in aanmerking genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940255-10
Uitspraak d.d.: 8 maart 2011
Tegenspraak / dip/oip/aanzegging
VONNIS
in de zaak tegen:
[medeverdachte B],
geboren te [plaats op 1975],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in PI Arnhem - De Berg te Arnhem.
Raadsman: mr. C.D.A.J. Majoie, advocaat te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
22 februari 2011.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk
letsel toe te brengen, met dat opzet:
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of
het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen/gestompt, tengevolge waarvan die
[slachtoffer] ten val is gekomen/gebracht en/of
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of ten val heeft gebracht en/of
- (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal (met kracht)
in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] heeft
getrapt/geschopt en/of
- (vervolgens) (in een personenauto) meermalen, althans eenmaal (met
kracht) in/op/tegen gezicht/hoofd van die [slachtoffer] heeft geslagen/gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
opzettelijk mishandelend een persoon genaamd [slachtoffer]:
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of
het lichaam van die [slachtoffer] geslagen/gestompt, tengevolge waarvan die
[slachtoffer] ten val is gekomen/gebracht en/of
- die [slachtoffer] vastgepakt en/of ten val gebracht en/of
- (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal (met kracht)
in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer]
getrapt/geschopt en/of
- (vervolgens) (in een personenauto) meermalen, althans eenmaal (met
kracht) in/op/tegen gezicht/hoofd van die [slachtoffer] geslagen/gestompt,
waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem en/of de
gemeente Doetinchem en/of te Didam, gemeente Montferland en/of (elders) in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s)
opzettelijk wederrechtelijk:
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd van
die [slachtoffer] geslagen/gestompt, tengevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is
gekomen/gebracht en/of
- (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal (met kracht)
in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer]
getrapt/geschopt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een
personenauto geduwd/gezet, althans in een personenauto laten plaatsnemen
en/of
- (vervolgens) in die personenauto die [slachtoffer] vastgepakt en/of vastgepakt
gehouden en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) in/op/tegen het
gezicht/hoofd van die [slachtoffer] geslagen/gestompt en/of
- (vervolgens) die personenauto afgesloten, althans belet dat die [slachtoffer] die
personenauto kon verlaten en/of
- daarbij die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd:"We maken je dood" en/of "Je
eindigt in een bos en daar schieten we je door de knieën" en/of "We brengen
je naar een bos voor een pak slaag";
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
personenauto (merk Peugeot, type 307 CC), in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [naam 1], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd van
die [slachtoffer] is geslagen/gestompt, tengevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is
gekomen/gebracht en/of
- (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal (met kracht)
in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] is
getrapt/geschopt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] is vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een
personenauto is geduwd/gezet en/of
- (vervolgens) in die personenauto die [slachtoffer] is vastgepakt en/of vastgepakt
gehouden en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) in/op/tegen het
gezicht/hoofd van die [slachtoffer] is geslagen/gestompt;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van
een personenauto (merk Peugeot, type 307 CC), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [naam 1], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd van
die [slachtoffer] is geslagen/gestompt, tengevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is
gekomen/gebracht en/of
- (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal (met kracht)
in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] is
getrapt/geschopt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] is vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een
personenauto is geduwd/gezet en/of
- (vervolgens) in die personenauto die [slachtoffer] is vastgepakt en/of vastgepakt
gehouden en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) in/op/tegen het
gezicht/hoofd van die [slachtoffer] is geslagen/gestompt;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op 22 juni 2010 omstreeks 20.54 uur heeft de regionale politiemeldkamer een melding ontvangen dat de vriend van de meldster door ene [verdachte B] met de auto was meegenomen2. Het ging om een auto met het kenteken [kenteken 1]. Uit nadere informatie bleek dat het om een Chrysler 300CC zou gaan. Omstreeks 21.09 uur zagen verbalisanten op een parkeerplaats bij tankstation "[tankstation]" langs de A18 te [plaats] een personenauto van het merk Chrysler. Ze zijn de parkeerplaats opgereden en zagen een man met kort haar bij de auto staan. Naast de Chrysler stond een zwarte Peugeot met het kenteken [kenteken 2] geparkeerd. Bij deze auto stond een man met lang haar en een pet op. Verbalisanten hebben de mannen gevraagd om een legitimatiebewijs. Zij zagen dat in de Chrysler personen op de achterbank zaten. Ze hebben de kale man gevraagd om de identiteitsbewijzen van die personen. De man liep naar het achterportier, opende dit en sloot het weer direct. De man zei dat de personen in de auto geen legitimatiebewijzen bij zich hadden. Verbalisant [verbalisant 1] is naar de auto gegaan en heeft de mannen die in de auto zaten aangesproken. Hij zag dat een blanke man die op de achterbank zat, duidelijk zichtbare verwondingen in zijn gezicht had. Nadat de andere man, een man met een donkere huidskleur, was gevorderd uit te stappen, zag verbalisant [verbalisant 2] dat de man die nog in de auto zat behoorlijk letsel had aan zijn hoofd. Zijn ogen waren opgezwollen en blauw gekleurd. De man wilde uit angst niets zeggen. Verbalisanten hebben de man overgebracht naar hun dienstvoertuig. Zij zagen toen dat de man moeizaam liep. In de dienstauto zei de man dat ze hem door zijn knieën wilden schieten en doodmaken. De mannen, onder wie verdachte, zijn vervolgens aangehouden.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 primair ten laste gelegde.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 1 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Voor het tweede en derde feit heeft hij vrijspraak bepleit. De raadsman heeft met betrekking tot feit 2 betoogd dat niet kan worden bewezen dat aangever in de auto is gezet, geduwd of bewogen daarin plaats te nemen, noch dat hem is belet de auto te verlaten. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman betoogd dat niet duidelijk is hoe de verdachten aan de autosleutel zijn gekomen. De in de tenlastelegging genoemde handelingen strekten niet tot de toe-eigening of afgifte van de auto. Het toegepaste geweld strekte ertoe van aangever bepaalde informatie te verkrijgen.
Beoordeling door de rechtbank
Gezien de nauwe samenhang zal de rechtbank de feiten 1 en 2 tegelijk behandelen, waarbij elk bewijsmiddel slechts is gebruikt ten aanzien van feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Feiten 1 en 2
Aangifte
De rechtbank overweegt dat aangever [slachtoffer] heeft verklaard3 dat hij en zijn vriendin op 22 juni 2010 tussen half acht en acht uur in Gaanderen aankwamen bij de woning van de tante en oom van zijn vriendin. Ze stapten uit de auto en zagen dat een Chrysler aan kwam rijden. De Chrysler stopte achter zijn auto en er stapte een kale man uit. Hij denkt dat die man [verdachte B] (verdachte) heet. Verder waren er een lange man met lang haar en een petje en een donkergekleurde man. De drie mannen kwamen naar hem toe. Aangever zag en voelde dat hij met kracht een stoot op zijn gezicht kreeg van de kale man. Hij werd geraakt op zijn rechteroog. Door de kracht waarmee hij werd geslagen viel hij meteen op de grond. Hij voelde toen dat alle drie mannen hem met kracht begonnen te trappen tegen zijn hoofd. Aangever probeerde zich te beschermen door zijn armen voor zijn hoofd te houden. Hij kwam overeind en hij hoorde de kale man zeggen dat hij, aangever, bij de ouders van de kale man binnen was geweest. Aangever vroeg de kale man wat hij daarmee bedoelde. Hij werd direct weer getrapt en hij viel opnieuw op de grond. Toen hij probeerde weg te komen, hielden ze hem tegen. Vervolgens werd hij in de auto gesleurd dan wel geduwd. In de auto moest hij in het midden plaatsnemen. De donkere man en de man met de lange haren gingen aan weerskanten naast hem zitten. De kale man nam achter het stuur plaats en begon te rijden. In de auto sloegen de mannen hem met hun vuisten. Toen hij wat wilde zeggen stopten ze met slaan. Hij, aangever, heeft gezegd dat hij het niet had gedaan, maar dat hij een tip had gegeven. Hij hoorde de mannen zeggen dat ze hem zouden doodmaken. Hij zou in het bos eindigen, waar ze hem door zijn knieën zouden schieten. De man met de lange haren zei dat ze de auto moesten hebben omdat die nog geld zou opleveren. Hij hoorde de mannen zeggen dat ze de auto gingen ophalen. Ze zijn teruggereden naar de plek waar de auto stond geparkeerd. De autosleutel hadden ze al van hem afgepakt. De man met de lange haren is in zijn auto gestapt en reed achter hen aan. Bij een Shell tankstation zijn ze gestopt. De mannen hebben naast de auto staan overleggen. Hij hoorde de man met de lange haren zeggen dat de auto wel in een loods kon en dat hij wel 5000 euro zou kunnen krijgen voor de auto. Eén van de mannen hoorde hij zeggen dat ze hem, aangever, naar het bos zouden brengen en daar zouden doodschieten.
Toegepast geweld
Ten aanzien van het toegepaste geweld heeft verdachte ter terechtzitting van 22 februari 2011 verklaard dat hij op 22 juni 2010 naar Gaanderen is gegaan om de kettingen die bij zijn ouders waren gestolen op te halen. Hij had de medeverdachten [medeverdachte A] en [naam 2] meegenomen, omdat hij niet wist hoe het zou verlopen. Hij was bang dat aangever zich zou verweren. Hij heeft aangever vaak op zijn gezicht geslagen. Bij de politie heeft verdachte verklaard4 dat hij aangever bewust op zijn hoofd heeft geslagen met zijn vuisten. Hij heeft hem wel 20 à 30 keer geslagen. Ten aanzien van het geweld in de auto heeft verdachte verklaard5 dat hij aangever misschien een keer heeft geslagen toen hij zich omdraaide en tegen [slachtoffer] zei dat hij niet moest liegen.
Medeverdachte [medeverdachte A] heeft verklaard6 dat hij verdachte wilde gaan helpen om ervoor te zorgen dat degene die de inbraak bij verdachtes ouders had gepleegd werd afgeleverd bij de politie. Verder moest ook de ketting terugkomen. Ze hebben nog een man, genaamd [naam 2], opgehaald. Onderweg vertelde verdachte dat ze naar Gaanderen zouden gaan. Toen aangever zijn auto parkeerde heeft verdachte zijn auto achter de auto van aangever gezet. Ze zijn alle drie uitgestapt. [medeverdachte A] zag dat verdachte naar de man liep. Hij, [medeverdachte A], en [naam 2] liepen mee en gingen achter verdachte staan. Er ontstond een strubbeling tussen verdachte en aangever. Hij, [medeverdachte A], gelooft dat beiden elkaar hebben geslagen.
Over zijn aandeel in het geweld heeft [medeverdachte A] verder verklaard7 dat hij aangever met de vlakke hand heeft geslagen op zijn wang. Toen de man wilde wegrennen ging zijn voet uit een reflex omhoog. Hierbij raakte hij het gezicht van aangever. [medeverdachte A] heeft verder verklaard8 dat hij heeft gezien dat verdachte de eerste klap gaf en dat dit hard ging.
Medeverdachte [naam 2] heeft verklaard9 dat er nog een andere, een lange jongen, in de auto zat toen verdachte hem met de Chrysler kwam ophalen. Volgens [naam 2] wilde verdachte de jongen die bij de inbraak bij zijn ouders betrokken was geweest onder druk zetten om de gestolen spullen terug te geven. De jongen zou rijden in een Peugeot 206 cabrio. Ze kwamen aan in Gaanderen. Verdachte heeft zijn auto dwars achter de Peugeot gezet. Nadat [verdachte B] de auto had geparkeerd is hij naar de jongen toegelopen. Hij, [naam 2] en de lange jongen zijn uit de auto gestapt. [naam 2] heeft verklaard dat verdachte klappen heeft uitgedeeld. Verdachte riep dat de jongen bij zijn ouders had ingebroken en dat hij spullen had gestolen, hetgeen door de jongen werd ontkend. Hij, [naam 2], heeft de jongen toen bij zijn haren gepakt en hem op zijn schouder geslagen. Hij trok de jongen naar de achterzijde van de auto. Hierdoor viel de jongen achter de auto voorover op de grond. [naam 2] heeft de jongen een klap op zijn borst gegeven en gezegd dat hij moest vertellen wat er aan de hand was. Hij heeft de jongen met de vlakke hand in zijn gezicht bij zijn wang geslagen.
[naam 2] heeft over zijn aandeel in het geweld verklaard10 dat hij op de parkeerplaats in Gaanderen geweld heeft gebruikt en dat de jongen in de auto wat klappen heeft gekregen. Ze zaten toen allemaal in de auto en waren net weggereden uit Gaanderen.
De rechtbank overweegt dat ook de getuigen [getuige B] en [getuige A] hebben verklaard over het tegen aangever toegepaste geweld. Zo heeft [getuige B] verklaard11 dat ze zag dat aangever hard in zijn gezicht werd geslagen door twee mannen en dat verdachte aangever in het gezicht schopte. [getuige A] heeft verklaard12 dat een kale man, genaamd [verdachte B], op aangever afliep en direct begon te slaan. Hij sloeg met zijn vuisten in het gezicht van aangever. Er stapten nog twee mannen uit de Chrysler, de ene met een donkere huidskleur en halflang rastahaar, de andere met halflang zwart haar, een petje en een lang postuur. De mannen liepen ook naar aangever en begonnen te slaan en schoppen.
Letsel
Uit informatie van de afdeling spoedeisende hulp van het Slingeland ziekenhuis te Doetinchem komt uit het lichamelijk onderzoek het volgende naar voren13:
- Gelaat: drukpijn over de mandibula en maxilla (Rb: onder- en bovenkaak), lijkt mond niet goed te kunnen openen
- Ogen: rechteroog twee bloedinkjes in de conjunctiva (Rb: oogvlies), linkeroog één bloedinkje conjunctiva
- Neus: opgedroogd bloed rechterneusgat, geen septumhematoom (Rb septum is een neustussenschot, hematoom is een bloeduitstorting)
Diagnose: trauma capitis met aangezichtsletsel
Aangever is verwezen naar de kaakchirurg.
Uit informatie van de kaakchirurg blijkt14 dat aangever een bloeduitstorting heeft rondom zijn rechteroog. Er is geen fractuur vastgesteld.
Wederrechtelijke vrijheidsberoving
Aangever heeft, zoals de rechtbank eerder heeft overwogen, verklaard15 dat hij in de auto werd gesleurd dan wel geduwd. In de auto moest hij in het midden plaatsnemen. De donkere man en de man met de lange haren gingen aan weerskanten naast hem zitten.
Medeverdachte [medeverdachte A] heeft in dit verband verklaard16 dat hij tegen aangever heeft gezegd dat hij moest instappen en dat ze naar Arnhem zouden rijden. Aangever heeft gezegd dat hij dat niet wilde. [medeverdachte A] heeft toen gezegd dat ze de politie wel zouden bellen. Dat wilde aangever ook niet. Uiteindelijk is aangever volgens [medeverdachte A] zelf in de Chrysler gestapt. [medeverdachte A] heeft verder verklaard dat hij toen ze nog stilstonden merkte, dat de man het portier wilde openen en dat hij kennelijk weg wilde. Hij kon dat voorkomen door de auto door middel van de centrale slotvergrendeling op slot te doen.
Medeverdachte [naam 2] heeft verklaard17 dat de jongen zei dat hij niet zelf had ingebroken. De jongen die het had gedaan zou een junk zijn die in Stadskanaal woont. Hij, [naam 2], heeft toen gezegd dat ze naar die junks zouden gaan. De jongen stapte in de auto op de achterbank. Hij schoof door naar het midden. [naam 2] is achter de bijrijderstoel gaan zitten en de lange jongen achter verdachte die de auto bestuurde. Ze hebben de jongen niet gevraagd of hij mee wilde gaan. Ze hebben gezegd: "je gaat met ons mee naar die junks en je gaat aanwijzen waar die junks wonen", aldus de verklaring van [naam 2].
Getuige [getuige A] heeft verklaard18 dat de Chrysler na ongeveer 15 minuten terug kwam. De zwarte man zat achter in de auto bij aangever. De andere man stond bij het achterportier zodat aangever er niet uit kon.
Bedreiging
Aangever heeft verklaard19 dat hij in de auto de mannen hoorde zeggen dat ze hem zouden doodmaken. Hij zou in het bos eindigen, waar ze hem door zijn knieën zouden schieten. Bij een Shell tankstation waar ze zijn gestopt, hoorde hij een van de mannen zeggen20 dat ze hem naar het bos zouden brengen en daar zouden doodschieten.
Medeverdachte [naam 2] heeft verklaard21 dat hij de jongen in de auto behoorlijk heeft geïntimideerd om hem de waarheid over die spullen te laten zeggen. Hij zei tegen de jongen dat hij geen klappen zou krijgen als hij de gegevens zou geven van die junks. Toen hij dat niet wilde vertellen hebben ze tegen hem gezegd dat ze hem naar het bos zouden brengen voor een pak slaag. Hij, [naam 2], heeft dat ook gezegd.
Verweer
De raadsman heeft betoogd dat niet kan worden bewezen dat aangever in de auto is gezet, geduwd of bewogen daarin plaats te nemen, noch dat hem is belet de auto te verlaten.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat wel sprake is geweest van een wederrechtelijke vrijheidsberoving. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit de verklaringen van [medeverdachte A] en [naam 2] blijkt dat aangever is opgedragen in de auto te gaan zitten.
Voor zover is gesteld dat aangever zelf in de auto is gestapt overweegt de rechtbank dat van aangever werd verwacht dat hij verdachte en zijn mededaders zou brengen naar de gestolen goederen dan wel naar de persoon die de goederen had gestolen. Gezien het op de parkeerplaats toegepaste geweld had aangever geen andere keus dan in te stappen.
In de auto zaten aan weerskanten van hem de medeverdachten. De verklaring van aangever wordt op dit punt ondersteund door de verklaring van [naam 2]. Aangever had hierdoor niet de mogelijkheid uit te stappen. Daar komt bij dat [medeverdachte A] heeft verklaard dat hij, toen ze nog niet reden en hij bemerkte dat aangever kennelijk de auto wilde verlaten, de deuren van de auto heeft vergrendeld. De rechtbank acht verder van belang dat [naam 2] heeft verklaard dat hij tegen aangever heeft gezegd dat hij, aangever, geen klappen zou krijgen als hij de gegevens zou geven van die junks.
De rechtbank neemt ook in aanmerking dat getuige [getuige A] heeft verklaard dat aangever niet uit de auto kon stappen, omdat de zwarte man naast aangever in de auto zat en de andere man bij het achterportier stond.
Ten slotte acht de rechtbank van belang de situatie waarin aangever is aangetroffen. Verbalisanten hebben gerelateerd dat ze in de Chrysler personen op de achterbank zagen zitten. Verbalisanten zagen dat een blanke man die op de achterbank zat, duidelijk zichtbare verwondingen had in zijn gezicht. De man wilde niets zeggen uit angst.
Alles in aanmerking nemend concludeert de rechtbank dat aangever geen andere mogelijkheid had dan in de auto te stappen en dat hij eenmaal in de auto gezeten, geen kans kreeg om de auto te verlaten. Het verweer wordt verworpen.
Pleegplaats
Ten aanzien van de pleegplaats overweegt de rechtbank dat verbalisanten hebben gerelateerd22 dat zij op 22 juni 2010 omstreeks 21.09 uur op een parkeerplaats bij tankstation "[tankstation]" langs de A18 te [plaats] een personenauto van het merk Chrysler zagen. Ze zijn de parkeerplaats opgereden en zagen een man met kort haar bij de auto staan. Naast de Chrysler stond een zwarte Peugeot met het kenteken [kenteken 2] geparkeerd. Bij deze auto stond een man met lang haar en een pet op. Zij zagen dat in de Chrysler personen op de achterbank zaten. Verbalisanten zijn naar de auto gegaan en zagen dat een blanke man die op de achterbank zat, duidelijk zichtbare verwondingen had in zijn gezicht.
Verdachte heeft ten aanzien van feit 2 verklaard23 dat ze een eindje zijn gaan rijden. Hij weet niet waar naar toe. Hij heeft een stukje op de snelweg gereden en is weer teruggegaan naar het woonwagenkamp.
De rechtbank acht het tenslotte een feit van algemene bekendheid dat Gaanderen behoort tot de gemeente Doetinchem en dat Didam behoort tot de gemeente Montferland.
Conclusie
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen naar voren komt dat verdachte en zijn mededaders aangever bewust hebben geslagen tegen zijn hoofd en lichaam, hem ten val hebben gebracht en dat ze hem tegen zijn hoofd hebben geschopt dan wel getrapt. De verklaring van aangever dat hij in de auto is geslagen wordt ondersteund door de verklaring van medeverdachte [naam 2]. Gelet op het letsel dat aangever door het toegepaste geweld had kunnen oplopen acht de rechtbank poging tot zware mishandeling, zoals onder 1 primair ten laste gelegd bewezen.
De rechtbank acht ook de onder 2 ten laste gelegde wederrechtelijke vrijheidsberoving bewezen.
Feit 3
Wederrechtelijke toe-eigening
De rechtbank overweegt dat aangever heeft verklaard24 dat hij op 22 juni 2010 reed in een zwarte Peugeot die hij van zijn vriend had geleend. Hij is met zijn vriendin naar Gaanderen gereden en heeft de auto geparkeerd. Aangever heeft verder verklaard25 dat de man met de lange haren heeft gezegd dat ze de auto moesten hebben omdat de auto nog geld zou opleveren. Ze zijn teruggereden naar de plek waar de auto stond geparkeerd. De autosleutel hadden ze al eerder van hem, aangever, afgepakt. De man met de lange haren is in zijn auto gestapt en reed achter hen aan. Bij een Shell tankstation zijn ze gestopt. De mannen hebben naast de auto staan overleggen. Hij hoorde de man met de lange haren zeggen dat de auto wel in een loods kon en dat hij wel 5000 euro zou kunnen krijgen voor de auto.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 22 februari 2011 verklaard dat ze met aangever hebben rondgereden. Ze zijn vervolgens naar Gaanderen teruggereden. Hij heeft de familie uitgelegd dat ze naar Groningen zouden gaan en de auto zouden meenemen zodat ze aangever niet terug hoefden te brengen.
Medeverdachte [medeverdachte A] heeft verklaard26 dat ze terug zijn gegaan om de auto van aangever op te halen. Ze wilden die over gaan schrijven, zodat ze een deel van de buit terug zouden krijgen. De sleutel lag op de grond en heeft hij opgepakt toen hij aangever tegen de auto had gezet. Hij heeft de sleutel in zijn zak gestopt. Bij de A18 is bedacht dat ze de auto zouden kunnen overschrijven.
Medeverdachte [naam 2] heeft verklaard27 dat ze van te voren hadden afgesproken dat ze de Peugeot mee zouden nemen als soort onderpand.
Voorts blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen28 dat op 22 juni 2010 op de parkeerplaats 'De [tankstation]' aan de A18 te [plaats] verdachte en zijn mededaders en aangever werden aangetroffen in/bij twee voertuigen, te weten een zwarte Peugeot 307 met het kenteken [kenteken 2] en een grijze Chrysler met het kenteken [kenteken 1].
Op grond van vorengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank de onder 3 primair ten laste gelegde diefstal door twee of meer verenigde personen bewezen.
Geweld
De rechtbank overweegt ten aanzien van het in de tenlastelegging genoemde geweld dat uit het proces-verbaal naar voren komt dat geweld is toegepast om informatie van aangever te krijgen. De rechtbank volgt de raadsman voor zover hij heeft betoogd dat de in de tenlastelegging genoemde handelingen niet tot de toe-eigening of afgifte van de auto strekten. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt een causaal verband tussen het geweld en de diefstal. Dit leidt ertoe dat verdachte zal worden vrijgesproken van het in de tenlastelegging omgeschreven geweld.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet:
- meermalen met kracht in/op/tegen het gezicht/hoofd en het lichaam van die [slachtoffer] heeft
geslagen/gestompt, tengevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is gekomen/gebracht en
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of ten val heeft gebracht en
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag meermalen met kracht in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of
het lichaam van die [slachtoffer] heeft getrapt/geschopt en
- vervolgens in een personenauto meermalen (met kracht) die [slachtoffer] heeft geslagen/gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem en/of de gemeente Doetinchem en/of te Didam, gemeente Montferland en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben hij verdachte en zijn mededaders opzettelijk wederrechtelijk:
- meermalen met kracht in/op/tegen het gezicht/hoofd van die [slachtoffer] geslagen/gestompt,
tengevolge waarvan die [slachtoffer] ten val is gekomen/gebracht en
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag meermalen met kracht in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of
het lichaam van die [slachtoffer] getrapt/geschopt en
- vervolgens die [slachtoffer] in een personenauto geduwd/gezet, althans in een personenauto laten
plaatsnemen en
- vervolgens in die personenauto die [slachtoffer] meermalen (met kracht) geslagen/gestompt en
- die personenauto afgesloten, althans belet dat die [slachtoffer] die personenauto kon verlaten en
- daarbij die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd:"We maken je dood" en/of "Je eindigt in een
bos en daar schieten we je door de knieën" en/of "We brengen je naar een bos voor een pak
slaag";
3.
hij op 22 juni 2010 te Gaanderen, gemeente Doetinchem, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
personenauto (merk Peugeot, type 307 CC), toebehorende aan [slachtoffer] en/of [naam 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1 primair: medeplegen van poging tot zware mishandeling;
Feit 2: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
Feit 3 primair: diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 8 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaar.
De raadsman heeft betoogd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden gecombineerd met een forse taakstraf meer passend is. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat zijn cliënt geen criminele intenties had en dat niet hoeft te worden gevreesd voor herhaling.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte had het vermoeden dat aangever had ingebroken in de woning van zijn ouders. Hoewel hij alle aanleiding had om aangever op te zoeken, heeft hij het verkeerd aangepakt. Hij heeft zijn vrienden benaderd om met hem mee te gaan en is vervolgens naar Gaanderen gegaan, waar aangever die avond werd verwacht. Nadat aangever zijn auto had geparkeerd, hebben verdachte en zijn mededaders aangever op de parkeerplaats mishandeld door hem in zijn gezicht te slaan en te schoppen/trappen. Ze hebben hem vervolgens gedwongen in de auto van verdachte te stappen. Aangever is in de auto geïntimideerd en opnieuw mishandeld. Tenslotte hebben verdachte en zijn mededaders de auto waarin aangever reed meegenomen. De rechtbank rekent het verdachte ernstig aan dat hij zich op geen enkel moment heeft bekommerd om het welzijn van aangever. Integendeel, hij heeft zich laten leiden door zijn emoties. Door te handelen als bewezen verklaard hebben verdachte en zijn mededaders aangever een traumatische ervaring bezorgd.
De rechtbank acht alleen een gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank zal echter een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, nu zij tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie. De rechtbank heeft hierbij ook acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS.
De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
In beslag genomen voorwerpen
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde danwel de rechthebbende.
Vordering tot schadevergoeding
De rechtbank constateert dat de benadeelde partij [slachtoffer] zich niet met een vordering tot schadevergoeding heeft gevoegd in de strafzaak tegen verdachte. [slachtoffer] heeft zich wel gevoegd in de strafzaak van een van de medeverdachten.
De rechtbank zal om die reden verdachte niet veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan [slachtoffer].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 45, 47, 57, 282, 302, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1 primair: medeplegen van poging tot zware mishandeling;
Feit 2: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
Feit 3 primair: diefstal door twee of meer verenigde personen;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 8 (acht) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven kleding aan veroordeelde;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven kettingen aan de rechthebbende;
* heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf;
Aldus gewezen door mrs. Borgerhoff Mulder, voorzitter, Van der Hooft en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 maart 2011.
Mr. Borgerhoff Mulder is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0640 2010091142-60, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 13 juli 2010.
2 Proces-verbaal van bevindingen, p.48-49
3 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], p.64-68
4 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte B], p.115
5 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte B], p.117
6 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.123-125
7 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.128-129
8 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.136
9 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 2], p.138-139
10 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 2], p.143
11 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B], p.86
12 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A], p.90
13 Brief van de afdeling Spoedeisende Hulp van het Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem, p.74-75
14 Geneeskundige verklaring van de kaakchirurg, werkzaam in het Slingeland ziekenhuis te Doetinchem, p.78
15 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], p.66
16 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.125-126
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 2], p.139
18 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A], p.91
19 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], p.66
20 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], p.68
21 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 2], p.139
22 Proces-verbaal van bevindingen, p.48-49
23 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte B], p.111-112
24 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], p.64-65
25 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], p.67-68
26 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], p.133-134
27 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 2], p.138
28 Proces-verbaal van bevindingen, p.51