ECLI:NL:RBZUT:2011:BP7059
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Gilhuis
- M. Borgerhoff Mulder
- J. van der Hooft
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van vermeende verkrachting met inconsistenties in verklaringen
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van verkrachting, heeft de rechtbank op 8 maart 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd op 28 februari 2009 in Beekbergen, gemeente Apeldoorn, seksuele handelingen te hebben verricht met het slachtoffer, waarbij geweld en bedreiging met geweld zouden zijn gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er seksueel contact heeft plaatsgevonden, maar dat de omstandigheden waaronder dit contact heeft plaatsgevonden onduidelijk zijn. Zowel de verklaringen van het slachtoffer als die van de verdachte bevatten inconsistenties, wat de geloofwaardigheid van de beschuldigingen in twijfel trekt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring, maar de rechtbank oordeelde dat de aangifte niet voldoende steun vond in het bewijs. De benadeelde partij, het slachtoffer, heeft zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte werd vrijgesproken. De rechtbank heeft uiteindelijk de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, en de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.