RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige jeugdstrafkamer
Parketnummer: 06/940286-10
Uitspraak d.d.: 19 april 2011
tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [plaats op 1994],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. A.A. Dooijeweerd te Zutphen
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het achter gesloten deuren gehouden onderzoek op de terechtzitting van 5 april 2011.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 07 juli 2010 tot en met 08 juli 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (zwarte Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1]) heeft weggenomen
- een navigatiesysteem (merk: Mio type 920) en/of daarbij behorende houder en/of oplader
en/of
- een subwoofer (merk: Hifionixs) en/of
- een versterker (merk: Infinity Kappa) en/of
- een autoradio/dvd-speler (merk: Alpine type 105),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(Incident 1)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 mei 2020 tot en met 15 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (blauwe Ford Escort met kenteken [kenteken 2]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Gamin, type NUVI 310, kleur grijs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(Incident 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 06 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (rode Mazda Demio met kenteken [kenteken 3])) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk: TOMTOM), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
(Incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 06 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (zwarte Volkswagen Golf TDI met kenteken [kenteken 4]) heeft weggenomen
- een navigatiesysteem (merk TOMTOM) en/of
- een zonnebril (merk Ray-Ban) en/of
- vijftien (15), althans een aantal, cd's en/of
- technische papieren,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(Incident 4)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 mei 2020 tot en met 30 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit auto (grijze Peugeot 205 met kenteken [kenteken 5]) heeft weggenomen een autoradio (merk JVC, type KDG 300), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F]/[slachtoffer G], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(Incident 5)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 mei 2010 tot en met 15 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (rode Opel Astra met kenteken [kenteken 6]) heeft weggenomen een (route)navigatiesysteem (type Compact III, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer H] en/of [slachtoffer I], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(Incident 6)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 06 juni 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (rode Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 7]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Gamin NUVI 765T), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer J], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(Incident 7)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Op het feestje van [getuige A] in de nacht van 7 op 8 juli 2010 te Eibergen is door verdachte een autoradio en een subwoofer, toebehorende aan [slachtoffer A], een kennis van verdachtes vader, aan anderen te koop aangeboden. Gebleken is dat verdachte deze spullen even daarvoor uit de auto van [slachtoffer A] had weggenomen. Verdachte heeft hierover een bekennende verklaring afgelegd (feit 1). Tevens heeft verdachte in zijn verklaring aangegeven ook andere auto-inbraken te hebben gepleegd (feiten 2 tot en met 7).
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. Hij heeft aangevoerd dat deze feiten niet alleen op basis van de bekennende verklaringen van de verdachte (ook ter terechtzitting) bewezen kunnen worden verklaard, maar ook op basis van de gedetailleerde aangiftes.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde merkt hij nog op dat verdachte dit feit (net als de andere ten laste gelegde feiten) alleen heeft gepleegd zodat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde diefstal in vereniging. Voorts heeft hij opgemerkt dat voor de diefstal van het navigatiesysteem onvoldoende bewijs voorhanden is, zodat verdachte ook van dit onderdeel behoort te worden vrijgesproken. Daarnaast heeft hij nog opgemerkt dat er, gelet op het feit dat er geen braakschade was en verdachte zegt dat de kofferbak niet afgesloten was en hij naar binnen is geklommen, geen sprake is van braak en/of verbreking, maar van inklimming.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde merkt de officier van justitie op dat zich in het dossier geen steunbewijs bevindt voor de diefstal van de zonnebril, de cd's en de technische papieren, zodat verdachte van deze onderdelen dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde merkt de officier van justitie nog op dat, nu zich in het dossier geen steunbewijs bevindt voor de gestelde braakschade, er sprake is van inklimming.
Standpunt van de verdachte, de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en dat hij zich voorts refereert aan hetgeen de officier van justitie hierover heeft opgemerkt.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is allereerst van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten.
De rechtbank acht voor haar bewijsoordelen de volgende bewijsmiddelen redengevend.
Feit 1:
- de aangifte door [slachtoffer A]2;
- de getuigenverklaring van [getuige B]3;
- de getuigenverklaring van [getuige C]4;
- de bekennende verklaring van verdachte5, welke verklaring hij ter terechtzitting van
5 april 2011 heeft bevestigd.
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat verdachte
ook dit feit alleen heeft gepleegd, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken van
de ten laste gelegde diefstal in vereniging. Voorts is de rechtbank van oordeel dat
verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal van het navigatiesysteem
aangezien hiervoor onvoldoende bewijs voorhanden is. De rechtbank is tot slot van
oordeel dat er, gelet op het ontbreken van braakschade en gelet op de verklaring die
verdachte hieromtrent heeft afgelegd, sprake is van inklimming.
Feit 2:
- de aangifte door [slachtoffer B]6;
- de getuigenverklaring van [getuige A]7;
- het proces-verbaal van inbeslagneming van het navigatiesysteem8;
- de bekennende verklaring van verdachte9, welke verklaring hij ter terechtzitting van
5 april 2011 heeft bevestigd.
Feit 3:
- de aangifte door [slachtoffer C]10;
- de bekennende verklaring van verdachte11, welke verklaring hij ter terechtzitting van
5 april 2011 heeft bevestigd.
Feit 4:
- de aangifte door [slachtoffer D]12;
- de bekennende verklaring van verdachte13, welke verklaring hij ter terechtzitting van
5 april 2011 heeft bevestigd.
De rechtbank is hierbij van oordeel dat zich in het dossier geen steunbewijs bevindt
voor de diefstal van de zonnebril, de cd's en de technische papieren, zodat verdachte
van deze onderdelen dient te worden vrijgesproken.
Feit 5:
- de aangifte door [slachtoffer E]14;
- de bekennende verklaring van verdachte15, welke verklaring hij ter terechtzitting van
5 april 2011 heeft bevestigd.
De rechtbank is hierbij van oordeel dat er, nu zich in het dossier geen steunbewijs
bevindt voor de gestelde braakschade, sprake is van inklimming.
Feit 6:
- de aangifte door [slachtoffer H]16;
- de bekennende verklaring van verdachte17, welke verklaring hij ter terechtzitting van
5 april 2011 heeft bevestigd.
Feit 7:
- de aangifte door [slachtoffer J]18;
- de bekennende verklaring van verdachte19, welke verklaring hij ter terechtzitting van
5 april 2011 heeft bevestigd.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 07 juli 2010 tot en met 08 juli 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (zwarte Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1]) heeft weggenomen
- een subwoofer (merk: Hifionixs) en
- een versterker (merk: Infinity Kappa) en
- een autoradio/dvd-speler (merk: Alpine type 105),
toebehorende aan [slachtoffer A], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2010 tot en met 15 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (blauwe Ford Escort met kenteken [kenteken 2]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Gamin, type NUVI 310, kleur grijs), toebehorende aan [slachtoffer B], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
hij op 06 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (rode Mazda Demio met kenteken [kenteken 3])) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk: TOMTOM), toebehorende aan [slachtoffer C], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
hij op 06 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (zwarte Volkswagen Golf TDI met kenteken [kenteken 4]) heeft weggenomen
- een navigatiesysteem (merk TOMTOM),
toebehorende aan [slachtoffer D], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
hij in de periode van 01 mei 2010 tot en met 30 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit auto (grijze Peugeot 205 met kenteken [kenteken 5]) heeft weggenomen een autoradio (merk JVC, type KDG 300), toebehorende aan [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F]/[slachtoffer G], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
hij in de periode van 14 mei 2010 tot en met 15 mei 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (rode Opel Astra met kenteken [kenteken 6]) heeft weggenomen een (route)navigatiesysteem (type Compact III, toebehorende aan [slachtoffer H] en/of [slachtoffer I], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
hij op 06 juni 2010 te Eibergen, gemeente Berkelland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (rode Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 7]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Gamin NUVI 765T), toebehorende aan [slachtoffer J], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van inklimming, meermalen gepleegd;
Feit 2 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 3 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 4 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 5 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van inklimming;
Feit 6 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 7 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Over de persoon van verdachte is een Pro Justitia rapport gedateerd 16 september 2010, opgemaakt door M. Spring in 't Veld, orthopedagoog-generalist. In dit rapport, waarvan de gehele inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd, wordt, zakelijk weergegeven, het volgende geconstateerd.
Er is sprake van een op benedengemiddeld cognitief niveau functionerende jongeman met hechtingsproblematiek. Hiermee samenhangend vertoont hij een gedragsstoornis, zwakke impuls- en agressieregulatie en een lacunair geweten. Aldus kan er gesproken worden van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en een ziekelijke stoornis.
[verdachte] is in staat geweest het ontoelaatbare van zijn handelswijze in te zien, maar was op grond van zijn gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis ten tijde van het ten laste gelegde onvoldoende in staat om zijn wil conform dat besef te bepalen. [verdachte] heeft tijdens het plegen van de hem ten laste gelegde feiten voldoende de ongeoorloofdheid hiervan in kunnen zien, maar wel in mindere mate dan een gemiddeld normaal mens in staat is geweest zijn wil in vrijheid, overeenkomstig een dergelijk besef, te bepalen. [verdachte] was ten tijde van het ten laste gelegde lijdende aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling dat deze feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
De rechtbank kan zich verenigen met de conclusie van bovengenoemde deskundigen, te weten dat verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar dient te worden geacht. De rechtbank neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van het voorarrest, met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich binnen 14 dagen na onherroepelijkheid van het vonnis dient te melden bij de William Schrikker Groep, afdeling jeugdreclassering en dat verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de William Schrikker Groep, afdeling jeugdreclassering, ook als dat inhoudt dat verdachte moet meewerken aan een behandeling voor zijn persoonlijke problematiek. Daarnaast heeft hij, ter vergelding, een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen jeugddetentie gevorderd.
De raadsman heeft aangevoerd dat hij het in grote lijnen eens is het de eis van de officier van justitie, echter dat hij het niet eens is met de door de officier van justitie gevorderde voorwaardelijke jeugddetentie. De raadsman sluit zich aan bij de adviezen van de deskundigen om aan verdachte een deels voorwaardelijke werkstraf (met bijzondere voorwaarden) op te leggen. De raadsman heeft daartoe betoogd dat, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden en het feit dat behandeling en begeleiding prioriteit hebben, een voorwaardelijke werkstraf, zoals geadviseerd, meer passend is.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals deze van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan een reeks auto-inbraken. Verdachte heeft deze auto-inbraken alleen verricht uit geldelijk gewin en voor de kick. Voor de gedupeerden veroorzaken auto-inbraken naast materiële schade een gevoel van onveiligheid en veel ergernis. De betrokkenen krijgen het gevoel dat zij niet meer veilig hun auto bij hun woning kunnen achterlaten.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank rekening gehouden met verdachtes (geringe) documentatie, met de omstandigheid dat verdachte zich in het kader van zijn schorsing uit de voorlopige hechtenis heeft gehouden aan de gestelde voorwaarden alsmede met zijn jeugdige leeftijd, met het feit dat verdachte geruime tijd huisarrest heeft gehad (en nog steeds heeft) en met zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging voorts rekening gehouden met het eerder genoemde rapport van Spring in 't Veld d.d. 16 september 2010 en met het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, d.d. 22 maart 2011, waarin naar voren wordt gebracht dat de kans op recidive vanwege verdachtes problematiek groot is, mede gelet op het zwakke steunsysteem van de ouders. Voorts wordt daarin naar voren gebracht dat verdachte gebaat is bij een doorgang van een sturende vorm van hulpverlening en een verplicht kader waaruit de continuïteit van de hulpverlening gewaarborgd kan worden en dat het daarnaast van belang is dat verdachte wordt geholpen met voornamelijk zijn persoonlijke problemen. Geadviseerd wordt oplegging van een voorwaardelijke werkstraf met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de William Schrikker Groep, afdeling jeugdreclassering, ook als dat inhoudt dat hij moet meewerken aan een behandeling voor zijn persoonlijke problematiek. De rechtbank hecht veel waarde aan een dergelijke behandeling en begeleiding en acht deze absoluut noodzakelijk.
Gelet op genoemde rapporten en hetgeen verder ter terechtzitting naar voren is gebracht acht de rechtbank een deels voorwaardelijke werkstraf met na te noemen bijzondere voorwaarden in casu passend en geboden.
Alles overwegende komt de rechtbank tot oplegging van een werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen jeugddetentie. De rechtbank zal hiervan 60 uren, subsidiair 30 dagen jeugddetentie, voorwaardelijk opleggen, om verdachte ervan te doordringen dat hij in de toekomst geen strafbare feiten meer pleegt. Aan deze voorwaardelijke straf zal na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld. De proeftijd zal worden gesteld op twee jaren.
Een en ander brengt tevens met zich mee dat het geschorste bevel voorlopige hechtenis dient te worden opgeheven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 27, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming, meermalen gepleegd;
Feit 2 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 3 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 4 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 5 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van inklimming;
Feit 6 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
Feit 7 : diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
* bepaalt, dat een gedeelte van de werkstraf, groot 60 uren subsidiair 30 dagen jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de William Schrikker Groep, afdeling jeugdreclassering, zo vaak als de William Schrikker Groep, afdeling jeugdreclassering dit noodzakelijk oordeelt en dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de William Schrikker Groep, afdeling jeugdreclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich zal laten behandelen voor zijn persoonlijke problematiek;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
* beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
* heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Davids, voorzitter, tevens kinderrechter, Roelvink en Feraaune, rechters, in tegenwoordigheid van Vriezekolk, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 april 2011.
Voetnoten:
1 wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm
opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal met procesnummer
0611/2010158015-1, Regio Noord- en Oost Gelderland, District Noordwest Veluwe, Team Ermelo-
Putten, gesloten en ondertekend op 26 oktober 2010.
2 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer A], pag. 116-121
3 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige B], pag. 125-127 en pag. 152-157
4 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige C], pag. 146-151
5 Proces-verbaal van verhoor verdachte, pag. 136-139
6 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer B], pag. 173-175 en 189-190
7 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige A], pag. 180-182
8 Proces-verbaal van inbeslagneming, pag. 184
9 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 176-179
10 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer C], pag. 193-195
11 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 177
12 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer D], pag. 197-201
13 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 177
14 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer E], pag. 202-205
15 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 177
16 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer H], pag. 208-210
17 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 177
18 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer J], pag. 212-220
19 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 177