ECLI:NL:RBZUT:2011:BQ2112
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Lookeren Campagne
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor overtreding van de Flora- en faunawet in de zaak tegen de verdachte met betrekking tot wierookproducten
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van overtreding van de Flora- en faunawet, heeft de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen op 21 april 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd verweten dat hij op of omstreeks 16 april 2009 in Emst, in de gemeente Epe, in het bezit was van verschillende doosjes wierook, waarvan werd gesteld dat deze producten van de beschermde uitheemse plantensoort Aquilaria malaccensis bevatten. De officier van justitie stelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar de verdediging voerde aan dat er geen onderzoek was gedaan naar de exacte inhoud van de doosjes en dat de vermeldingen op de verpakkingen niet voldoende bewijs boden voor de beschuldiging.
De rechter volgde het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 4 maart 2011, waarin een vergelijkbare zaak werd behandeld. In dat arrest werd ook geoordeeld dat de inhoud van de doosjes niet was onderzocht en dat de vermeldingen op de verpakkingen niet voldoende waren om aan te nemen dat de producten daadwerkelijk Aquilaria malaccensis bevatten. De rechter concludeerde dat er geen goede reden was om anders te oordelen over de verschillende soorten wierook die in deze zaak aan de orde waren.
Uiteindelijk sprak de rechter de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte de overtredingen had begaan. Tevens werd gelast dat de in beslag genomen doosjes wierook aan de verdachte zouden worden teruggegeven. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral wanneer het gaat om de beschuldiging van het bezit van beschermde plantensoorten.