ECLI:NL:RBZUT:2011:BQ8074
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Verheul
- M. Kleinrensink
- J. van der Hooft
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een betrokkene met schizofrenie
Op 15 juni 2011 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 06/460531-06, waarin de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene is verlengd met twee jaar. De rechtbank heeft de stukken bekeken, waaronder een verlengingsadvies van psychiater J.P.M. van Veen en directeur behandelzaken H.J. Beitema, en een afschrift van de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene. De deskundigen concludeerden dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereisen dat de TBS-termijn wordt verlengd, gezien het onverminderd hoge risico op terugval in delictgedrag bij de betrokkene, ondanks zijn positieve ontwikkeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in Suriname en thans verblijvend in FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, een geschiedenis van paranoïde schizofrenie en impuls- en agressieproblematiek heeft. Hoewel er momenteel geen duidelijke psychotische symptomen zijn, blijft de betrokkene afhankelijk van antipsychotische medicatie en is er een risico op decompensatie, vooral bij middelengebruik. De deskundigen hebben benadrukt dat de huidige structuur en begeleiding cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling van de betrokkene.
De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de TBS-termijn toegewezen, met de overweging dat de betrokkene meer tijd nodig heeft om zijn vaardigheden te ontwikkelen en dat de behandeling nog een aanzienlijke periode in beslag zal nemen. De deskundige heeft de noodzaak van de verlenging onderstreept, gezien de positieve maar geleidelijke vooruitgang van de betrokkene. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. Banga, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 15 juni 2011.