ECLI:NL:RBZUT:2011:BQ9154
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schending van het motiveringsbeginsel in belastingzaken met betrekking tot WOZ-waarde
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, ging het om een geschil over de WOZ-waarde van een onroerende zaak, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Apeldoorn. De eiseres, vertegenwoordigd door A. Oosters van WOZ-Consultants, had bezwaar aangetekend tegen de vastgestelde waarde van € 324.000 per waardepeildatum 1 januari 2008. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond bij uitspraak op bezwaar van 15 juli 2009. Eiseres stelde beroep in, waarbij de rechtbank op 27 januari 2011 de zaak behandelde. De rechtbank oordeelde dat de vastgestelde WOZ-waarde niet langer in geschil was, maar dat er wel aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank stelde vast dat de uitspraak op bezwaar onvoldoende gemotiveerd was, wat volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad niet tot vernietiging leidt, maar tot aanvulling van de motivering door de rechter. De rechtbank concludeerde dat als de heffingsambtenaar de uitspraak op bezwaar deugdelijk had gemotiveerd, eiseres geen beroep had ingesteld. Daarom werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 874, en moest het betaalde griffierecht van € 297 aan eiseres worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. E.H.T. Rademaker op 9 februari 2011.