ECLI:NL:RBZUT:2011:BR3110

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
26 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580210-09 en 06/850095-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Gilhuis
  • B. van Valderen
  • A. Verheul
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valse aangifte en smaad door verdachte met gebruik van seksuele advertenties

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 26 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het doen van valse aangiften van verkrachting en smaad. De verdachte heeft in de periode van 18 maart 2009 tot en met 20 april 2009 meerdere keren aangifte gedaan van verkrachting, terwijl uit onderzoek bleek dat deze aangiften niet waarheidsgetrouw waren. De verdachte had via haar eigen e-mailadres advertenties geplaatst op sekssites waarin zij een vrouw aanbood voor seksuele handelingen waarbij geweld was toegestaan. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het meermalen doen van valse aangifte en smaad. De rechtbank legde een werkstraf op van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden op. De rechtbank hield rekening met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een theatrale persoonlijkheidsstoornis, en adviseerde een ambulante behandeling. De rechtbank verwierp het verweer van de verdachte dat haar computer was gehackt en dat iemand anders de advertenties had geplaatst. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zelf verantwoordelijk was voor haar daden en dat de seksuele handelingen niet tegen haar wil hadden plaatsgevonden. De vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen werden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/580210-09 en 06/850095-11
Uitspraak d.d.: 26 juli 2011
Tegenspraak / dnip/oip/dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1971],
wonende te [adres],
Raadsvrouw: mr. D.M. Rupert, advocaat te Amsterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 22 september 2010 en 12 juli 2011.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 06/580210-09
1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 maart 2009 tot en met 20 april 2009 te Apeldoorn (telkens) aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte
- op 29 maart 2009 toen aldaar ten overstaan van [verbalisant A], brigadier van
politie en/of [verbalisant B], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur
opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van verkrachting (p.
109) en/of
- op 30 maart 2009 toen aldaar ten overstaan van [verbalisant C],
brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur en/of [verbalisant B],
brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur opzettelijk in strijd met de
waarheid aangifte gedaan van verkrachting (p. 58) en/of
- op 20 april 2009 toen aldaar ten overstaan van [verbalisant A], brigadier van
politie en/of [verbalisant C], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur
opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van verkrachting (p.
188);
art 188 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 06/850095-11
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 08 maart 2009 tot en met 29 oktober 2009 te Apeldoorn, althans elders in Nederland, opzettelijk, door middel van het verspreiden en/of tentoonstellen van geschriften en/of afbeeldingen, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wetende dat dat telastegelegde in strijd met de waarheid was, immers heeft zij met voormeld doel - zakelijk weergegeven - een advertentie op één of meerdere erotische internetsites geplaatst, te weten op (onder meer) de websites
- [website A] (pagina 42 van het dossier 2009081542) en/of
- [website B] (dossier-pagina 65) en/of
- [website C] (dossier-pagina 46) en/of
- [website D] (dossier-pagina 51) en/of
- [website E] (dossier-pagina 38) en/of
- [website F] (dossier-pagina 55) en/of
- [website G] (dossier-pagina 61),
die advertentie(s) (telkens) inhoudende dat voornoemde [slachtoffer A] zijn vriendin,
voornoemde [slachtoffer B], voor seksuele handelingen aanbiedt en bij welke
advertentie dan door verdachte een foto van die [slachtoffer B] in lingerie was
geplaatst;
art 261 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 261 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 262 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Parketnummer 06/580210-09
Vaststaande feiten en aanleiding van het onderzoek1
Op 18 maart 2009 om 23.28 uur is bij de meldkamer een melding2 ontvangen. De meldster deelde mee dat ze om acht uur door een man was meegenomen in een auto vanaf de [adres] in Apeldoorn waar zij woont.
Ze is geblinddoekt en er is een andere man in de auto gestapt die ze moest pijpen. Hij is klaar gekomen in haar mond. De auto betrof volgens meldster een rode Micra. Naar aanleiding van de melding hebben verbalisanten op 19 maart 2009 een informatief gesprek gehad met [verdachte]. [verdachte] heeft op 30 maart 2009 aangifte gedaan van verkrachting3.
Op 29 maart 2009 om 12.27 uur is bij de meldkamer opnieuw een melding4 van [verdachte] ontvangen. [verdachte] deelde mee dat ze met haar honden weg wilde gaan en toen van achteren werd vastgepakt en naar binnen werd gesleurd. Ze is op een stoel vastgebonden en moest één van de twee mannen pijpen. Ze werd ook geblinddoekt. De mannen hebben haar vervolgens op bed gelegd. De week daarvoor is ze door dezelfde mannen meegenomen. De mannen zijn weggegaan in een kleine rode auto, mogelijk een Fiat of een Nissan Micra. [verdachte] heeft diezelfde dag aangifte gedaan van verkrachting5.
Ook op 20 april 2009 om 13.12 uur is van [verdachte] bij de meldkamer een melding6 ontvangen. [verdachte] deelde mee dat ze op de [adres] is aangehouden door 4 mannen, van wie er één een pistool had. Ze is meegenomen naar een huis, kreeg een plastic zak over haar hoofd en is verschillende keren verkracht. Na een informatief gesprek heeft [verdachte] dezelfde dag aangifte gedaan van verkrachting7.
Naar aanleiding van de aangiftes betreffende de incidenten op 18 en 29 maart 2009 is een onderzoek gestart. Omdat [verdachte] had verklaard8 dat ze vanaf maart 2009 seksueel getinte sms'jes heeft ontvangen van het telefoonnummer 06-[nummer A] is haar mobiele telefoon met het telefoonnummer 06-[nummer B] uitgelezen9. Daaruit bleek dat [verdachte] onder meer sms-berichten heeft ontvangen van het telefoonnummer 06-[nummer A]. Met betrekking tot het incident op 18 maart 2009 had [verdachte] ook verklaard dat de man die haar in de auto heeft meegenomen heeft ge-sms't en gebeld met ene [voornaam A] die later in de auto is gestapt10. Uit de historische printgegevens van het nummer 06-[nummer A] is gebleken dat er op 18 maart 2009 tussen 19.23 uur en 22.18 uur een aantal keren sms-contact is gelegd met en is gebeld naar het telefoonnummer 06-[nummer C]. Op 17 april 2009 heeft [verdachte] bij de politie verklaard12 dat zij opnieuw seksueel getinte berichten had ontvangen. Naar aanleiding hiervan is besloten telefoontaps aan te sluiten op de telefoonnummers van [verdachte] (06-[nummer B]), [naam B] (06-[nummer C]) en het nummer 06-[nummer A] dat zonder tenaamstelling was. Op grond van de bevindingen uit dit onderzoek ontstond twijfel bij de verklaringen van [verdachte] en is besloten verder onderzoek te doen naar het doen van valse aangiftes door [verdachte] (verder te noemen: verdachte).
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. Zij heeft hiertoe betoogd dat volgens haar cliënte de heer [slachtoffer A] op haar computer heeft ingebroken en haar e-mailadres en IP-nummer heeft gebruikt voor het plaatsen van advertenties. Haar computer noch de computer van [slachtoffer A] is naar aanleiding van de stelling van haar cliënte onderzocht. Verder wijzen de verklaringen van [naam C] en [naam B] en de bevindingen betreffende het lichamelijk onderzoek in de richting dat haar cliënte niet zelf toestemming heeft gegeven om seks met haar te hebben, aldus de raadsvrouw. De raadsvrouw heeft verder betoogd dat, voor zover de rechtbank van oordeel is dat haar cliënte zelf de advertenties heeft geplaatst, uit de stukken blijkt dat zij een aantal keren heeft gezegd dat [naam C] en [naam B] moesten stoppen. [naam C] en [naam B] zijn desondanks toch doorgegaan met de seksuele handelingen. Dit betekent volgens de raadsvrouw dat tegen de wil van haar cliënte seks heeft plaatsgevonden en geen sprake is geweest van het doen van een valse aangifte.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal eerst de vraag te beantwoorden of er op de data 18 maart 2009, 29 maart 2009 en 20 april 2009 seksuele handelingen waaronder penetratie hebben plaatsgevonden bij verdachte. Indien die vraag bevestigend kan worden beantwoord, dient de vraag te worden beantwoord of de seksuele handelingen al dan niet vrijwillig zijn ondergaan. Ten slotte dient de vraag te worden beantwoord of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het doen van valse aangiftes.
Te beginnen met de vraag of er seksuele handelingen waaronder penetratie bij verdachte hebben plaatsgevonden overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft met betrekking tot het incident op 18 maart 2009 verklaard13 dat ze werd aangesproken door een man die haar naar de weg vroeg. Hij zei dat hij een kaart/adres in de auto had. Ze heeft de honden naar haar woning gebracht en is met de man meegelopen naar de auto. De man heeft haar bij de broek gepakt en in de auto gegooid. Hij heeft haar pet naar voren geduwd en gezegd: "je bent stil of je gaat eraan". De man is vervolgens ingestapt en heeft gezegd dat ze naar hem moest luisteren. Toen ze zei dat ze dat niet deed en ze wilde uitstappen, heeft hij de binnenkant van haar been gepakt en hard daarin geknepen. Verdachte moest haar kleren uitdoen. Ze zijn de snelweg richting Amersfoort opgereden en gestopt op de parkeerplaats van een benzinestation. De man heeft daar ge-sms't en gebeld en hij heeft haar gezegd dat er een [voornaam A] bij zou komen. De man die had gezegd dat hij [naam C] heette, heeft haar meerdere keren op haar billen geslagen en ze heeft hem moeten pijpen. Hij heeft zijn vingers in haar vagina gedaan. Op een andere parkeerplaats is een jongen, [voornaam A], in de auto gekomen. Verdachte moest hem en [naam C] beurtelings pijpen.
Wat betreft het incident van 29 maart 2009 heeft verdachte verklaard14 dat ze om kwart voor twaalf met de honden wilde weggaan. Ze werd van achteren vastgegrepen, er werd een hand voor haar ogen gedaan en zij en de honden werden naar binnen gesleurd15. De mannen noemen zich [naam C] en [voornaam A]. [voornaam A] heette later [naam B]. Ze is op een stoel gezet en geblinddoekt. Ze moest zich uitkleden. Toen ze weigerde trokken ze aan haar haren. Ze begonnen haar uit te kleden. Ze heeft een paar flinke klappen gehad en moest mee naar de slaapkamer. Ze had een soort masker op en kon af en toe wat zien16. Ze hebben haar op haar buik op het bed gegooid17. Ze hebben haar enkels met een touw vastgebonden aan het bed. Ze moest daarbij op haar rug liggen. Ook haar polsen zijn vastgemaakt aan het uiteinde van haar bed18. [naam C] heeft haar twee tikken op haar billen gegeven omdat ze niet mee wilde werken. Ze moest [voornaam A] die naakt was pijpen19. Ook heeft hij haar gezoend en aan haar borsten gezeten. [voornaam A] heeft haar enkels losgemaakt, haar benen omhoog gedaan en met zijn tong aan/in haar vagina en anus gelikt. Daarna is hij met zijn penis in haar vagina gegaan en is klaargekomen. Ze bloedde een beetje20. [naam C] maakte steeds foto's. Daarna heeft [naam C] zich uitgekleed en heeft hij aan haar borst gezogen. Hij is met zijn penis en met zijn vingers in haar vagina gegaan. Hij heeft haar ook gezoend21. [naam C] is ook met zijn penis in haar mond geweest22.
Over het incident op 20 april 2009 heeft verdachte verklaard23 dat ze seksueel getinte berichtjes op haar mobiele telefoon heeft ontvangen. Toen ze die maandagmorgen 20 april 2009 omstreeks 8.45 uur naar Ikea wilde gaan, kwam er bij de stoplichten op de [adres] te Apeldoorn een auto achter haar staan. Er stapte een donkere man uit die naar haar auto liep. Hij had een pistool, ging in haar auto zitten en zei dat ze haar mond moest houden. Hij gaf haar een klap met het pistool tegen haar hoofd en zei dat hij haar zou neerschieten als ze niet luisterde. Verdachte moest naar een parkeerplaats rijden en stoppen. De auto achter haar volgde haar. Op het bospad moest ze uitstappen. Uit de andere auto stapten twee of drie mannen die haar vastpakten en in de andere auto stopten. Die andere auto was een rode Nissan Micra. Ze herkenden de mannen [naam C] en [voornaam A]/[naam B]. Ze kreeg een zak over haar hoofd. In een flat is ze naar een slaapkamer gebracht en moest ze op bed gaan liggen. Ze is met haar handen op haar rug vastgebonden en ze hebben haar uitgekleed. De mannen hebben zich ook uitgekleed. Verdachte moest de mannen pijpen en de mannen hebben allemaal met haar geneukt. Dat is gefilmd. Eén van de mannen heeft gras in haar vagina gedaan. Met een bierflesje is dat gras aangeduwd.
Over het incident van 18 maart 2009 heeft [naam C] verklaard24 dat hij medio maart 2009 een advertentie op een site op de computer las, waarin een neukslet werd aangeboden. Er stond een afbeelding bij van een vrouw die vastgebonden op haar knieën zat. Hij heeft op de advertentie gereageerd. Na een paar dagen reageerde een zekere [alias A verdachte] die aangaf de vrouw uit te willen lenen. Het is tot een afspraak gekomen. [naam C] zou de vrouw ontmoeten bij de Chinees aan [adres] te Apeldoorn. [alias A verdachte] had van te voren aangegeven hoe de vrouw eruit zou zien en [naam C] had aan [alias A verdachte] doorgegeven met welke auto hij zou komen. De vrouw stapte in zijn auto en ze zijn naar de parkeerplaats van Mc Donalds in Ermelo aan de A28 gereden. Als ze zou gaan praten had hij de opdracht tegen haar te zeggen: "je moet je smoel houden slettebak". Onderweg heeft hij een keer met zijn hand tussen haar benen gezeten. Op de parkeerplaats hebben ze gesproken en is er niets gebeurd.
Ze zijn naar de parkeerplaats Nulde gereden. Hij heeft [naam B] een sms gestuurd met de vraag of hij naar de parkeerplaats wilde komen. [alias A verdachte] had gezegd dat ze het liefst met meerdere kerels moesten komen. De vrouw begon hem toen te pijpen. Van [alias A verdachte] moest de vrouw ook de tweede man pijpen en dat deed zij ook. Toen ze op haar buik lag heeft [naam C] haar een paar flinke klappen op haar kont gegeven. Dat moest hij van [alias A verdachte] doen. Hij heeft [alias A verdachte] nooit gezien of gesproken, doch alleen sms-contact gehad.
[naam C] heeft over de ontmoeting op 29 maart 2009 verklaard25 dat hij bericht kreeg van [alias A verdachte] of hij en [naam B] het aankomend weekend wilden komen. Op zaterdagavond zijn ze toen niet geweest. Hij kreeg toen een berichtje van [alias A verdachte] over de zondagmorgen. [alias A verdachte] zou de vrouw vastbinden op bed. Afgesproken werd 11.30 uur. Overeenkomstig de afspraak lag een sleutel onder de deurmat. Ze zijn naar binnen gegaan en troffen op een binnendeur een brief aan hoe ze moesten omgaan met de vrouw (neuken/pijpen/bont en blauw slaan). Het waren opdrachten van [alias A verdachte]. Ze zagen dat in de slaapkamer een vrouw vastgebonden op bed lag met haar handen en benen gespreid. Haar handen waren met zwarte bandjes vastgebonden, ze droeg zwarte nylonkousen en een shirt en had een soort masker op. Hij zag dat [naam B] zijn kleren uit deed en met haar begon te neuken. Hij likte aan haar vagina. De vrouw heeft hem gepijpt. Hij, [naam C], heeft de vrouw zelf niet aangeraakt. Wel heeft hij bier dat was klaar gezet gedronken en foto's gemaakt.
Over 20 april 2009 heeft [naam C] verklaard26 dat hij die dag heeft gewerkt en de vrouw niet heeft gezien. Dit is bevestigd door [getuige A] die heeft verklaard27 dat hij [naam C] maandag 20 april 2009 omstreeks 6.45 uur heeft gezien toen hij aan de zaak te Utrecht kwam en dat hij [naam C] omstreeks 07.00 uur met een collega weer weg zag rijden naar hun werk op de wijkpost [wijk], in Utrecht. [getuige B] heeft over 20 april 2009 verklaard dat hij als werkgever van [naam C], hem sinds enige tijd te werk had gesteld bij de gemeente Utrecht, in de wijk [wijk]. Daar werkte [naam C] elke werkdag, hij was altijd aanwezig.28
[naam B] heeft over 18 maart 2009 verklaard29 dat [naam C] via de computer in contact is gekomen met een man, [alias A verdachte], die aangaf dat een vrouw die bij hem in huis woonde gepakt mocht worden en dat ze alles met haar mochten doen. [naam C] heeft een afspraak gemaakt met [alias A verdachte] voor een woensdagavond. Hij, [naam B], kreeg van [naam C] het verzoek naar Nulde te komen. Ze zouden beiden seks hebben met de vrouw. Hij is naar Nulde gegaan en is in de auto van [naam C] gestapt. De vrouw heeft hem en [naam C] gepijpt.
Over 29 maart 2009 heeft [naam B] verklaard30 dat [naam C] op een zaterdag een sms kreeg van [alias A verdachte]. [naam B] begreep dat ze die avond naar Apeldoorn zouden gaan en dat de vrouw vastgebonden op bed klaar zou liggen. Die avond zijn ze niet gegaan, omdat de vrouw straf zou hebben. De volgende dag kreeg [naam C] weer een sms dat ze klaar zou liggen op bed en dat ze alles met haar mochten doen. Hij en [naam C] zijn samen naar Apeldoorn gegaan en kwamen tussen 11.45 en 11.50 uur aan bij het adres. Er hing een brief dat de sleutel onder de mat lag. Binnen zagen ze een brief waarin stond dat de honden vastzaten, het bier koud stond en zij op bed vastgebonden lag.
Hij zag dat het dezelfde vrouw was die ze eerder hadden ontmoet. De vrouw lag naakt op bed en had een soort masker op haar hoofd. Ze lag op haar rug, haar handen en voeten vastgebonden met zwarte banden. Hij heeft haar borsten gelikt en zich door haar laten pijpen. Hij heeft haar gebeft en met haar geneukt. Hij heeft een condoom die op het kastje klaar lag gebruikt. [naam C] heeft alleen haar borsten gelikt en zijn vinger in de vagina van de vrouw gedaan. [naam C] heeft foto's gemaakt.
[naam B] heeft over 20 april 2009 verklaard31 dat hij op die dag van 7.45 tot 13.30 uur op zijn werk te Nunspeet was. Dit is bevestigd door [getuige C]32 die verklaarde dat [naam B] op 20 april 2009 van 7.45 uur tot 13.30 uur op zijn werk te Nunspeet was geweest en dat hij in die tussentijd niet weg is geweest.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat [naam C] en [naam B] op respectievelijk 18 en 29 maart 2009 seksuele handelingen hebben verricht bij verdachte waarbij zij is gepenetreerd. Gelet op hun alibi's is niet aannemelijk geworden dat [naam C] en [naam B] op 20 april 2009 naar verdachte zijn gegaan en seksuele handelingen bij haar hebben verricht.
Niettemin acht de rechtbank aannemelijk dat op 20 april 2009 seksuele handelingen hebben plaatsgevonden bij verdachte. De rechtbank acht in dit verband van belang de medische informatie van de GGD33. Uit deze informatie blijkt van twee slijmvliesbeschadigingen in de vagina. Verder was een pluk groen sprieterig materiaal, waarschijnlijk gras tegen de baarmoedermond zichtbaar. In de huid/het slijmvlies van de anus waren twee kleine oppervlakkige scheurtjes zichtbaar en twee kleine slijmvliesdefectjes. Bij verdachte zijn verder nog bloeduitstortingen en rode streepvormige verkleuringen aangetroffen op de huid.
De arts komt tot de conclusie dat het geconstateerde letsel kan passen bij de door verdachte aangegeven toedracht.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de vraag of seksuele handelingen bij verdachte hebben plaatsgevonden, waaronder penetratie, bevestigend moet worden beantwoord.
De volgende vraag die aan de orde is, is of dit al dan niet op vrijwillige basis heeft plaatsgevonden.
De rechtbank overweegt dat op 1 april 2009 een MMA melding is ontvangen dat een vrouw uit Apeldoorn wordt gedwongen tot seks. Op de site [website H] staat een advertentie van een man die zich [alias A verdachte] noemt. De man biedt zijn vriendin aan op seksdatingsites onder de naam [alias B verdachte] met het e-mailadres [e-mailadres A verdachte]@live.nl.
Bij onderzoek op Google naar het e-mailadres [e-mailadres A verdachte]@live.nl kreeg verbalisant zeven resultaten34. Met gebruikmaking van het e-mailadres [e-mailadres A verdachte]@live.nl zijn diverse advertenties geplaatst op de sites [website I], [website F], [website L] en [website M]. Volgens verbalisant was het opvallend dat alle advertenties dezelfde tekstinhoud hadden. In totaal zijn door hem negen advertenties aangetroffen op internet.
Uit Google's cachegeheugen van de site [website I] is een advertentie te zien van het e-mailadres [e-mailadres A verdachte]@live.nl zoals deze er op 17 maart 2009 uitzag35. In de advertentie staat de omschrijving van een vrouw en bij 'uitleg escort en prive' is een advertentietekst geplaatst met daaronder de naam [alias A verdachte]. Op [website H] zijn op 28 maart 2009 twee advertenties geplaatst met soortgelijke teksten maar zonder de naam [alias A verdachte]36.[website F] staan soortgelijke advertenties. Op deze site wordt de naam [alias C verdachte] gebruikt37. Deze advertenties zijn geplaatst tussen 7 en 14 april 2009. Verder is op de site [website L] een soortgelijke advertentie aangetroffen38. De advertentie is op 22 maart 2009 geplaatst. Op de site wordt de naam [alias A verdachte] gebruikt. Tenslotte is een soortgelijke advertentietekst aan getroffen op de site [website M]. Op deze site wordt gevraagd te reageren door een e-mail te versturen aan [alias A verdachte].
Uit onderzoek van de bij verdachte aangetroffen laptop is gebleken39 dat zij gebruik maakt van de e-mailadressen [e-mailadres B ve[e-mailadres B verdachte]@chello.nl en [e-mailadres A verdachte]@live.nl. Op de computer is een aantal e-mailberichten aangetroffen waaruit valt af te leiden dat verdachte zich voordoet als man met de namen [alias A verdachte] en [alias C verdachte] en dat ze telkens een vrouw aanbiedt als lustobject. Uit de bijgevoegde e-mails blijkt dat via [e-mailadres B ve[e-mailadres B verdachte]@chello.nl accounts zijn aangemaakt op [website N], [website O] en [website P]. Dit is gebeurd op of omstreeks respectievelijk 8 en 9 maart 2009. Op advertenties die op meerdere sites waren geplaatst kreeg verdachte reacties via haar e-mail [e-mailadres B verdachte]@chello.nl die ze beantwoordde via ditzelfde e-mailadres41. Ook in de vrije schijfruimte zijn teksten aangetroffen zoals voorkomend in de eerder bedoelde e-mails. Deze zijn als bookmarks afgedrukt42. Uit deze bookmarks blijkt dat hierbij gebruik is gemaakt van het e-mailadres [e-mailadres A verdachte]@live.nl.
Verder blijkt uit het onderzoek dat er vanaf 15 maart 2009 regelmatig contact is geweest tussen [e-mailadres A verdachte]@live.nl en [e-mailadres naam C]@live.nl43. Tussen 15 en 18 maart 200944 is getracht tot een afspraak te komen. Het adres van het sletje is in de mailwisseling genoemd. Daarnaast is besproken hoe [naam C], gebruiker van het e-mailadres [e-mailadres naam C]@live.nl, naar dat adres toe moest rijden, dat hij in haar borsten mocht knijpen, dat haar borsten blauw mochten worden en dat ze ook elders blauwe plekken mocht krijgen met uitzondering van haar armen en benen. Als ze niet wilde luisteren moest hij haar een paar harde tikken op haar kont geven en haar gewoon flink verkrachten. Verder is de kleding van de slet besproken. Ze zou nylonkousen dragen, een mini rok, een string, geen beha, een hoerig hemdje, laarzen, bruine pet en een bruin leren jasje. Hij zou haar op halen bij de Chinees. Ook komt uit de mailwisseling naar voren dat [naam C] gebruik maakte van een rode Micra.
Tijdens het e-mailcontact voorafgaand aan het incident op 29 maart 2009 heeft de gebruiker van [e-mailadres A verdachte]@live.nl met [naam C] afgesproken dat er bier zou klaarstaan en dat de sleutel onder de deurmat zou liggen45. [naam C] heeft gevraagd of de slet een paar zwarte nylonkousen en een string aan kon hebben. Op de vraag of [naam C] alleen of samen zou komen, heeft [naam C] geantwoord dat ze samen zouden komen.
Verder is uit de bookmarks af te leiden dat een aantal e-mails gaan over een afspraak op 20 april 200946, dat daarin voorkomt dat gras in de slettekut mag worden gestopt en dat afgesproken wordt bij een flat in Deventer.
Overigens blijkt uit de bookmarks dat in een e-mail op 16 april 2009 is gezegd dat de slet geblinddoekt vastgebonden zou liggen op bed en dat de sleutel onder de mat zou liggen47.
[naam C] heeft in het kader van het maken van een afspraak ook contact gehad door middel van het sturen van sms-berichten. Hij stuurde zijn berichten naar het telefoonnummer
06-[nummer B]. Op 29 maart 2009 heeft [naam C] een sms-bericht gestuurd met de tekst: "leg die slet vast op bed met alleen een string en nylonkousen aan blinddoek dat stuk neukvlees".
Voorafgaand aan het incident op 20 april 2009 is uit telefoontaps gebleken dat er alleen contact is geweest tussen de telefoonnummers 06-[nummer A], volgens verklaring van [naam C] bij hem in gebruik, en 06-[nummer B] dat in gebruik is bij verdachte. De eerste berichten waren daarbij steeds afkomstig van het nummer van verdachte48. Zo is op 18 april 2009 om 8.45 uur een sms49 van de telefoon van verdachte naar het nummer 06-[nummer A] gestuurd met de tekst: "De slet is gisteravond voor een weekend naar een hotel met drie mannen. De slet zal hard en diep geneukt worden. Wil graag dat jullie maandag de slet blauw slaan en zaad laten slikken, en gras in de slettekut stoppen".
Van het nummer 06-[nummer A] komt als antwoord, dat ze geen tijd hebben en alleen vandaag (Rechtbank: lees18 april 2009) kunnen. Op 19 april 2009 om 22.00 uur is een sms50 van de telefoon van verdachte naar het nummer 06-[nummer A] gestuurd met de tekst: "....Hoop dat jullie met z'n allen de slet lang en hard aanpakken ....". Als de 06-[nummer A] vraag "wie ben jij", komt als antwoord van het nummer van verdachte: "[alias A verdachte]"51.
De telefoon met het nummer van verdachte straalde op 17 april 2009 vanaf het moment van aansluiten van de tap rond 18.00 uur, 18 april 2009 en 19 april 2009 tot 22.00 uur masten aan in de provincie Friesland52. Verdachte heeft bij de politie aangegeven dat zij vrijdagavond 17 april 2009 tot en met zondagavond 19 april 2009 in Echtenerbrug, Friesland was. De avond van 19 april 2009 is zij naar huis, naar Apeldoorn, gegaan.53 Op 19 april 2009 na 22.00 uur straalde de telefoon een mast aan, aan de Henri Dunantweg in Apeldoorn.54
Op 28 april 2009 is de woning van verdachte doorzocht55. Daarbij is een aantal spullen meegenomen, waaronder:
- een plastic tas met daarin onder meer twee zwarte netkousen, twee zwarte pantykousen;
- een plastic tas van supermarkt Golff met daarin een oogmasker in de kleuren zwart en rood en een gele stoffen tas met daarin een bos wit nylon touw/4 zwart rode banden met
klittenband.
Verdachte heeft verklaard56 dat ze gebruik maakt van het e-mailadres [e-mailadres B verdachte]@chello.nl en dat haar mobiele telefoonnummer 06-[nummer B] is.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voorgaande bewijsmiddelen kan worden geconcludeerd dat verdachte zelf advertenties op internet heeft geplaatst waarin zij kennelijk zichzelf aanbood voor het ondergaan van seksuele handelingen met gebruikmaking van geweld. Reacties op haar advertenties heeft ze zelf beantwoord, waarna ze per e-mail dan wel per sms-bericht verdere afspraken maakte. Verdachte heeft zich hierbij voorgedaan als [alias A verdachte] en/of [alias C verdachte].
De rechtbank acht in dit verband het volgende van belang.
De verklaringen die door [naam C] en [naam B] zijn afgelegd worden ondersteund door de bewijsmiddelen. Zo blijkt uit eerder genoemde bewijsmiddelen dat voorafgaand aan de afspraak op 19 maart 2009 per e-mail is besproken dat geweld moest worden toegepast en dat 'de slet' daarvan blauwe plekken mocht krijgen en dat afgesproken was dat [naam C] de vrouw zou ophalen bij de Chinees. [naam C] heeft verklaard dat hij van [alias A verdachte] de opdracht had gekregen om 'de slet' te slaan. Verder heeft hij verklaard dat afgesproken was dat hij de vrouw zou ontmoeten bij de Chinees aan [adres] te Apeldoorn. [alias A verdachte] had van tevoren aangegeven hoe de vrouw eruit zou zien en hij, [naam C], had aangegeven met welke auto hij zou komen. Ook had [alias A verdachte] van tevoren gezegd dat ze het liefst met meerdere kerels moesten komen en dat de vrouw hen allebei moest pijpen.
[naam B] heeft in dit verband verklaard dat de vrouw het allemaal gewoon toeliet en dat ze niet heeft aangegeven dat ze niet wilde.
Ten aanzien van het incident op 29 maart 2009 worden de verklaringen van [naam C] en [naam B] eveneens ondersteund door de bewijsmiddelen. Zo is per e-mail afgesproken dat er bier zal klaarstaan en dat de sleutel onder de deurmat ligt. Ook is gesproken over de kleding die de vrouw zou dragen en of [naam C] al dan niet alleen zou komen. Per sms-bericht is afgesproken dat de vrouw vastgebonden op bed zou liggen en geblinddoekt zou zijn. [naam C] en [naam B] hebben beiden verklaard dat de sleutel onder de deurmat lag en dat er bier klaar stond. Ook hebben beiden verklaard dat de vrouw vastgebonden op bed lag, dat ze geblinddoekt was en zwarte nylonkousen droeg. Dit komt overeen met de foto's die op 29 maart 2009 van verdachte zijn gemaakt. Hierop is te zien dat zij zwarte kousen draagt, een masker op heeft en is vastgebonden57.
Wat betreft het incident op 20 april 2009 heeft de rechtbank reeds overwogen dat [naam C] en [naam B] geen seksuele handelingen bij verdachte hebben verricht gelet op hun alibi. Niettemin kan worden vastgesteld dat er voorafgaand aan dit incident wel sms-contact heeft plaatsgevonden tussen [naam C] en verdachte.
Daarbij is het initiatief telkens uitgegaan van verdachte. In een van de sms-berichten die op 19 april 2009 vanaf de telefoon van verdachte naar de telefoon van [naam C] is verstuurd wordt gezegd: "... en gras in de slettekut stoppen". Na het incident op 20 april 2009 is bij medisch onderzoek geconstateerd dat een hoeveelheid sprieterig materiaal, waarschijnlijk gras in de vagina van verdachte is aangetroffen.
Daarnaast acht de rechtbank van belang dat verdachtes mobiele telefoon vanaf het moment van aansluiten van de tap op 17 april 2009 rond 18.00 uur, op 18 april 2009 en op 19 april 2009 tot 22.00 uur masten in de provincie Friesland heeft aangestraald. Dit komt overeen met de verklaring van verdachte over haar verblijf in Friesland.
Alles in aanmerking nemend komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte de afspraken over de seksuele handelingen heeft geëntameerd en dat de afspraken zijn verlopen zoals zij per e-mail en sms-berichten heeft besproken. Gelet hierop kan niet worden gezegd dat de seksuele handelingen tegen de wil van verdachte hebben plaatsgevonden en was derhalve geen sprake van verkrachting. Dat verdachte op enig moment mogelijk heeft gezegd "niet doen, niet doen" doet hieraan niet af, nu uit de e-mail en sms-berichten een "afspraak" naar voren komt dat de mannen in dat geval gewoon door moesten gaan.
Dan komt de rechtbank toe aan de vraag of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het doen van valse aangiftes.
De rechtbank stelt vast dat niet betwist wordt dat:
- verdachte op 30 maart 2009 in Apeldoorn ten overstaan van [verbalisant C] en [verbalisant B], beiden brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur van politie, aangifte heeft gedaan van verkrachting58;
- verdachte op 29 maart 2009 in Apeldoorn ten overstaan van [verbalisant A], brigadier van politie team recherche, District Apeldoorn, en [verbalisant B], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur van politie, aangifte heeft gedaan van verkrachting59;
- verdachte op 20 april 2009 in Apeldoorn ten overstaan van [verbalisant C], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur van politie, en [verbalisant A], brigadier van politie Team Recherche, District Apeldoorn, aangifte heeft gedaan van verkrachting60.
Nu zoals is overwogen geen sprake was van verkrachting en verdachte zelf (onder een alias) seksafspraken met een van mannen die op 18 en 29 maart 2009 seksuele handelingen met haar hebben verricht heeft gemaakt is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het opzettelijk doen van valse aangiftes.
De rechtbank acht het ten laste gelegde derhalve bewezen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat [slachtoffer A] op de telefoon en de computer van haar cliënte zou hebben ingebroken en,haar e-mailadres en IP-nummer heeft gebruikt voor het plaatsen van advertenties, nu dit verweer onvoldoende is onderbouwd en zich voor dat verweer geen aanknopingspunten in het dossier bevinden.
Voor zover de raadsvrouw heeft betoogd dat de computer van haar cliënte en de computer van [slachtoffer A] naar aanleiding van de stelling van haar cliënte door de politie ten onrechte onvoldoende zijn onderzocht, overweegt de rechtbank dat dat de politie niet verweten kan worden, nu verdachte pas ter terechtzitting voor het eerst de (niet onderbouwde) stelling dat [slachtoffer A] haar communicatiemiddelen zou hebben gehackt naar voren heeft gebracht. Daarbij komt dat het de raadsvrouw vrij stond onderzoekswensen in te brengen, doch dat zij niet heeft verzocht om een nader onderzoek van de computers van haar cliënte en van [slachtoffer A].
Parketnummer 06/850095-11
Aanleiding van het onderzoek61
Op 29 oktober 2009 heeft [slachtoffer A] aangifte gedaan van smaad omdat zijn naam op sekssites voorkwam waarbij hij zijn partner zou aanbieden voor seksuele handelingen. Hij verdacht de zus van zijn vriendin ervan foto's die door hem en zijn vriendin op [website Q] waren geplaatst te hebben gekopieerd en op diverse sekssites te hebben geplaatst.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Standpunt van verdachte / de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. Volgens haar cliënte heeft [slachtoffer A] onder haar naam en IP-nummer de advertentie geplaatst. Verder heeft de raadsvrouw betoogd dat niet duidelijk is waarom de advertenties voor [slachtoffer A] en [slachtoffer B] beledigend of krenkend zijn.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer A] heeft verklaard62 dat hij op 20 oktober 2009 op zijn werk werd aangesproken door een werknemer, die zei dat zijn, aangevers, naam op de erotische site van [website G] stond. De werknemer had op die site gelezen dat aangever [slachtoffer B] op die site aanbood voor seksuele handelingen. Op en omstreeks 24 oktober 2009 heeft aangever zijn naam ingevoerd op de site van Google en kreeg tot zijn verbazing meerdere treffers. Hij zag treffers op de sites: [website G], [website F], [website R], [website C], [website D], [website S], [website A], [website E], [website T] en [website D]. Hij heeft uitdraaien gemaakt van de advertenties en zag daarop de achterzijde van zijn vriendin [slachtoffer B], die gekleed was in zwarte lingerie. Aangever heeft [slachtoffer B] de uitgeprinte foto's laten zien en zag dat zij schrok. Aangever en [slachtoffer B] waren van de foto's en de daarbij geplaatste teksten behoorlijk overstuur en voelden zich in hun goede eer aangetast. Ze beseften dat de foto's en teksten door iedereen op internet te bekijken waren.
De foto's van [slachtoffer B] zijn volgens aangever gehaald van [website Q]. Aangever heeft die foto's er zelf opgezet. Het is nooit zijn bedoeling geweest de foto's te verspreiden via internet of op welke wijze dan ook. Aangever heeft op 10 november 2009 een klacht ingediend.
[slachtoffer B] heeft verklaard63 dat haar vriend [slachtoffer A] haar in oktober 2009 heeft geconfronteerd met een aantal uitdraaien van erotische sites. Op die sites staan foto's van haar, waarbij ze van de achterkant is gefotografeerd en ze een zwart lingeriesetje en pantykousen draagt. Bij de foto staat steeds dezelfde tekst. De persoon op de foto wordt door haar partner aangeboden aan bezoekers van de site om seks mee te hebben, dit terwijl zij niet in die business zit. Ze is hier erg van geschrokken en aangedaan door de teksten en ze voelde zich beledigd.
Uit onderzoek komt naar voren dat op de site [website F] een foto van een vrouw in zwarte lingerie en met zwarte nylonkousen staat afgebeeld met de naam [alias C verdachte]. In de tekst wordt de vrouw door een man met de naam [slachtoffer A] aangeboden voor seks64. De advertentie is geplaatst op 11 oktober 2009. Op dezelfde site wordt geadverteerd met een sletje in Apeldoorn. Deze advertentie zou op 15 september 2009 zijn geplaatst door [slachtoffer A] uit Apeldoorn65.
Op de site Apeldoorn.[website G] staat de eerder beschreven foto met tekst66. Er staan nog twee kleine foto's van een vrouw in zwarte lingerie en met zwarte nylonkousen. Ook staan er afbeeldingen bij van andere vrouwen. De slet wordt aangeboden door een man van 38. De adverteerder zou [slachtoffer A] zijn en de advertentie is geplaatst op 10 oktober 2009. Ook is er een link naar een overzicht met advertenties van [slachtoffer A].
De foto van de vrouw in zwarte lingerie, met zwarte nylonkousen en met de naam [alias C verdachte] staat verder op de sites [website E], [website C], [website T], [website A], [website S], [website D] en [website B]. In de tekst wordt de vrouw aangeboden voor seks67.
Op verzoek van [bedrijf A] heeft [bedrijf B] BV, die het beheer heeft van de internetsites [website C], [website A] en [website B] aangegeven68 dat de betreffende advertenties op 8 maart 2009 zijn geplaatst met e-mailadres [e-mailadres B ve[e-mailadres B verdachte]@chello.nl, vanaf het IP adres [IP-adres]. Daarbij is opgemerkt dat het e-mailadres fake kan zijn, maar dat het IP adres en de tijd kloppen.
Uit informatie van UPC blijkt dat het internetadres [e-mailadres B ve[e-mailadres B verdachte]@chello.nl in gebruik is bij verdachte69. Haar IP adres is volgens UPC [IP-adres]70.
Verdachte, wonende te Apeldoorn, heeft verklaard71 dat niemand anders gebruik maakt van haar computer.
De rechtbank acht gelet op voorgaande bewijsmiddelen het ten laste gelegde bewezen. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen dat aangever in zijn goede naam is geschaad door de advertenties op de sites [website E], [website C], [website T], [website A], [website S], [website D] en [website B]. De rechtbank overweegt in dit verband dat de tekst van deze advertenties niet in verband kan worden gebracht met aangevers nu de naam van [slachtoffer A] in het geheel niet wordt genoemd. Zonder het noemen van de naam van [slachtoffer A] kan niet worden volgehouden dat [slachtoffer B] herkenbaar is op de afbeeldingen, nu haar hoofd niet op de foto's zichtbaar is.
Hoewel [slachtoffer B] voor derden uitsluitend op basis van de afgebeelde foto niet herkenbaar is, omdat haar hoofd er niet op staat, is dat anders in combinatie met het noemen van de naam van haar vriend.
Door het plaatsen van advertenties op voor derden toegankelijke websites moet het kennelijke doel van die advertenties zijn geweest om daar ruchtbaarheid aan te geven.
Voor zover de raadsvrouw heeft betoogd dat niet duidelijk is waarom de advertenties voor [slachtoffer A] en [slachtoffer B] beledigend of krenkend zijn, overweegt de rechtbank dat de advertentieteksten in combinatie met de naam van (en link naar) aangever op zichzelf beledigend en krenkend zijn, voor zowel aangever [slachtoffer A] zelf, als de vriendin die wordt aangeboden, zijn partner [slachtoffer B]. Dat [slachtoffer A] en [slachtoffer B] zelf advertenties met dezelfde afbeeldingen van [slachtoffer B] hadden geplaatst doet daar niet aan af. De begeleidende tekst waarin op de sites [website G] en [website F] [slachtoffer A] ([slachtoffer A]) zijn vriendin aanbiedt alleen al maakt dat deze advertentie in zijn geheel beledigend en krenkend is.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw dat [slachtoffer A] op de computer van haar cliënte zou hebben ingebroken en haar e-mailadres en IP-nummer heeft gebruikt voor het plaatsen van advertenties, nu het verweer onvoldoende is onderbouwd.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 06/580210-09
1.
zij op tijdstippen in de periode van 18 maart 2009 tot en met 20 april 2009 te Apeldoorn telkens aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte
- op 29 maart 2009 toen aldaar ten overstaan van [verbalisant A], brigadier van politie en [verbalisant B], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van verkrachting (p. 109) en
- op 30 maart 2009 toen aldaar ten overstaan van [verbalisant C], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur en [verbalisant B], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van verkrachting (p. 58) en
- op 20 april 2009 toen aldaar ten overstaan van [verbalisant A], brigadier van politie en
[verbalisant C], brigadier/gecertificeerd zedenrechercheur opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van verkrachting (p. 188);
Parketnummer 06/850095-11
zij op tijdstippen in de periode van 8 maart 2009 tot en met 29 oktober 2009 te Apeldoorn,
opzettelijk, door middel van het verspreiden en tentoonstellen van geschriften en afbeeldingen, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wetende dat dat telastegelegde in strijd met de waarheid was,
immers heeft zij met voormeld doel - zakelijk weergegeven - een advertentie op meerdere erotische internetsites geplaatst, te weten op (onder meer) de websites
- [website F] (dossier-pagina 55) en
- [website G] (dossier-pagina 61),
die advertenties telkens inhoudende dat voornoemde [slachtoffer A] zijn vriendin, voornoemde [slachtoffer B], voor seksuele handelingen aanbiedt en bij welke advertentie dan door verdachte een foto van die [slachtoffer B] in lingerie was geplaatst.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Parketnummer 06/580210-09:
Aangifte doen dat een strafbaar feit is gepleegd, wetende dat het niet is gepleegd, meermalen gepleegd;
Parketnummer 06/850095-11:
Smaadschrift, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Bij verdachte is een multidisciplinair onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport gedateerd 28 januari 2010 en opgemaakt door drs. B.Y. van Toorn, GZ-psycholoog, alsmede een rapport gedateerd 22 februari 2010 en opgemaakt door dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater.
Van Toorn heeft gerapporteerd dat hij niet kan bepalen of er een samenhang is tussen de persoonlijkheidsstoornis en het ten laste gelegde omdat verdachte ontkent. Volgens hem hangt de manier waarop zij met de hele situatie is omgegaan wel samen met haar persoonlijkheidsstoornis. Voor zover de ten laste gelegde feiten bewezen worden geacht, had verdachte voldoende inzicht in de wederrechtelijkheid daarvan, aldus Van Toorn.
Kaiser heeft evenmin een advies gegeven met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid gezien de ontkennende houding van verdachte. Indien feiten bewezen worden geacht, is volgens Kaiser aannemelijk dat sprake is geweest van een forse doorwerking van de stoornis op het delictgedrag.
De rechtbank acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar nu beide deskundigen verklaren dat de manier waarop verdachte met de situatie is omgegaan samenhangt met de persoonlijkheidsstoornis waaraan zij lijdt.
Verdachte is strafbaar -zij het verminderd toerekingsvatbaar- , nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf van 240 uur, te vervangen door 120 dagen hechtenis, en een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dat inhoudt een poliklinische therapeutische behandeling.
De raadsvrouw heeft aandacht gevraagd voor de persoonlijkheidsstoornis van haar cliënte. Zij heeft daarnaast gewezen op de problematiek binnen de familie en de werkzaamheden die haar cliënte al dan niet op vrijwillige basis verricht.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het doen van meerdere valse aangiftes. Verdachte heeft daarmee, gelet op de ernst van de feiten waarvan zij aangifte heeft gedaan, een groot beslag gelegd op de mankracht van de politie. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan smaad. Zonder zich om de gevolgen te bekommeren heeft verdachte de eer en goede naam van haar zusje en dier partner geschaad.
De rechtbank houdt verder rekening met de deskundigenrapporten van Van Toorn en Kaiser.
Uit het rapport van Van Toorn komt naar voren dat verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een theatrale persoonlijkheidsstoornis, met daarnaast borderline en narcistische kenmerken. Er is sprake van een ziekelijke stoornis in de vorm van conversie. Voor zover de feiten bewezen worden geacht, is verdachte uit haar evenwicht geraakt door spanningen rondom de situatie met haar zus. Hierdoor kwamen de theatrale persoonlijkheidstrekken, gekleurd door onderdrukte agressie, meer op de voorgrond te staan, nam de aandachtsbehoefte toe en is verdachte overgegaan tot het plegen van het ten laste gelegde. Omdat niet duidelijk is wat de exacte relatie is geweest tussen de stoornis en het delict, kan een goede inschatting van de kans op recidive niet worden gegeven, aldus Van Toorn. Volgens Van Toorn kan in het algemeen worden gesteld dat de behoefte aan aandacht bij mensen met een theatrale persoonlijkheidsstoornis een zeer sterke drijfveer is en sterk aanwezig is. Het gebrek aan ziektebesef en ziekte-inzicht, de ontkennende houding, de narcistische persoonlijkheidstrekken en de slecht ontwikkelde cognitieve vaardigheden beïnvloeden de kans op recidive op negatieve wijze. Globaal gezien gaat Van Toorn ervan uit dat de kans op toekomstige problemen reëel is. Hierbij is niet gezegd dat verdachte ook over zal gaan tot wederrechtelijk handelen. Van Toorn adviseert een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde een ambulante behandeling bij een gespecialiseerde psychotherapeutische kliniek. Bemoeienis van de reclassering is volgens Van Toorn gewenst en noodzakelijk voor de aanmeldingsprocedure en het monitoren van de therapietrouw.
Uit het rapport van Kaiser komt eveneens naar voren dat verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van haar geestvermogens in de vorm van een theatrale persoonlijkheidsstoornis. Ze kan een intens contact aangaan zolang de ander toehoorder is of haar in haar reddende rol aandacht geeft. Daarvan blijft ze afhankelijk en dat geeft haar identiteit. Ze komt door haar inadequate coping in een reddersrol en vervolgens in een slachtofferrol waarbij zij mensen aan zich bindt en tot de goede partij rekent en anderen tot de slechten die haar het trauma aandoen, aldus Kaiser. Er zijn geen tekenen van een posttraumatische stoornis of reactie omtrent alle gebeurtenissen. Volgens Kaiser valt juist haar emotionele vlakheid op en blijven emotionele reacties uit. Kaiser concludeert dat de manier waarop verdachte met de hele situatie is omgegaan, wel samenhangt met haar persoonlijkheidsstoornis. De kans op herhaling kan volgens Kaiser niet worden ingeschat omdat verdachte het ten laste gelegde ontkent. De kans dat zij weer verwikkeld raakt in dergelijke problematische situaties is groot gezien de achterliggende persoonlijkheidsdynamiek. Geadviseerd wordt een voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde een poliklinische behandeling bij een in een persoonlijkheidsstoornissen gespecialiseerde polikliniek zoals bij Scelta in Apeldoorn. Naar de mening van Kaiser is verdachte gebaat bij een individuele behandeling gezien haar lage intelligentie. Begeleiding door de reclassering is niet geïndiceerd omdat meerdere hulpverleners tegelijkertijd belastend voor verdachte is en verwarring kan geven. De reclassering kan wel helpen om verdachte toe te leiden naar de polikliniek. Verder kan de reclassering een toezichthoudende rol vervullen, aldus Kaiser.
De rechtbank acht alles in aanmerking nemend een taakstraf in de vorm van een werkstraf passend en geboden. Rekening houdend met verdachtes persoonlijke omstandigheden en het feit dat de rechtbank verdachte verminderd toerekeningsvatbaar acht, en gelet op verdachtes lichamelijke beperkingen zal de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde werkstraf matigen tot 120 uur. Daar naast zal de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden opleggen om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten pleegt. De rechtbank zal als bijzondere voorwaarde opleggen dat verdachte zich houdt aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering ook als dat inhoudt het ondergaan van een poliklinische therapeutische behandeling.
In beslag genomen voorwerpen
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de kleding aan de veroordeelde een en ander voor zover deze nog niet is teruggegeven.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij Politieregio Noord- en Oost-Gelderland heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 22.618,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/580210-09 ten laste gelegde.
De rechtbank overweegt dat het doen van valse aangifte is strafbaar gesteld in artikel 188 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel is opgenomen in titel V "misdrijven tegen de openbare orde" van voornoemd wetboek. Het regiokorps van de politie heeft tot taak de openbare orde te handhaven. De strafbaarstelling van "het doen van valse aangifte" beoogt niet de bescherming van de (financiële) belangen van de regiokorpsen. De politie moet weliswaar wegens de generale taakstelling mankracht inzetten om de (naar later blijkt valse) aangifte te verwerken en te onderzoeken, maar de daaruit voortvloeiende kosten kunnen niet worden afgewenteld op individuele burgers die zich schuldig maken aan het doen van een valse aangifte. De rechtbank concludeert dan ook dat niet is voldaan aan het relativiteitsvereiste, een noodzakelijke voorwaarde voor civiele aansprakelijkheid. Om die reden dient de tot schadevergoeding strekkende vordering te worden afgewezen.
De benadeelde partij [slachtoffer B] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 610,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/850095-11 ten laste gelegde.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering, die wordt betwist, onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57, 188 en 261 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder de parketnummers 06/580210-09 en 06/850095-11 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Parketnummer 06/580210-09:
Aangifte doen dat een strafbaar feit is gepleegd, wetende dat het niet is gepleegd, meermalen gepleegd;
Parketnummer 06/850095-11:
Smaadschrift, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
* bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde een poliklinische therapeutische behandeling ondergaat. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die haar door of namens de leiding van die instelling zullen worden gegeven;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 120 (honderdtwintig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven kleding aan veroordeelde;
* wijst af de vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 22.618,-, ingediend door de benadeelde partij Politieregio Noord- en Oost-Gelderland;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer B] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Gilhuis, voorzitter, Van Valderen en Verheul, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 juli 2011.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0620/09-203630, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op 20 augustus 2009.
2 Proces-verbaal, ambtelijk verslag, p.47-49
3 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.58
4 Proces-verbaal, ambtelijk verslag, p.107-108
5 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.109
6 Proces-verbaal, ambtelijk verslag, p.183-184
7 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.188
8 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.69-70
9 Sms-berichten uit de telefoon van [verdachte], p.215-219
10 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.64
11 Historische printgegevens van het telefoonnummer 06-[nummer A], p.232
12 Proces-verbaal van bevindingen, p.248
13 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.61-68
14 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.109
15 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.112
16 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.113
17 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.114
18 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.115
19 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.116
20 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.117
21 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.119
22 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.124
23 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.189-190
24 Proces-verbaal van verhoor van betrokkene [naam C], p.92-94
25 Proces-verbaal van verhoor van betrokkene [naam C], p.158-160
26 Proces-verbaal van verhoor van betrokkene [naam C], p.209
27 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A], p.212
28 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B], p.211
29 Proces-verbaal van verhoor van getuige [naam B], p.95-97
30 Proces-verbaal van verhoor van getuige [naam B], p.164-166
31 Proces-verbaal, ambtelijk verslag, p.213
32 Proces-verbaal, ambtelijk verslag, p.213
33 Medische informatie van de GGD, dr. R. van Valderen, p.196-196a
34 Proces-verbaal onderzoek internet, p.235-236
35 Proces-verbaal onderzoek internet, p.237
36 Proces-verbaal onderzoek internet, p.238-239
37 Proces-verbaal onderzoek internet, p.240-245
38 Proces-verbaal onderzoek internet, p.246
39 Proces-verbaal, p.293, 294a, 295
40 E-mail, p.296, 299, 301
41 E-mail, p.297, 298, 300, 302-304, 305, 306, 307, 308, 309, 310-314, 319-325
42 Proces-verbaal, p.295, 328-365
43 Bookmarks, p.343-365
44 Bookmarks, p.351-365
45 Bookmarks, p.343-347
46 Bookmarks, p.328-329
47 Bookmarks, p.334
48 Proces-verbaal van bevindingen, p.251
49 Tapgesprekken, p.254-255
50 Tapgesprekken, p.256-258
51 Tapgesprekken, p.260-261
52 Proces-verbaal van bevindingen, p.249
53 Proces-verbaal van verhoor, p. 29
54 Proces-verbaal van bevindingen, p. 249
55 Proces-verbaal van bevindingen, p.263-265a
56 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.27-28
57 Foto's, p.173 e.v.
58 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.58
59 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.109
60 Proces-verbaal van aangifte door [verdachte], p.188
61 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL062B 2009081542-1, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op 4 juni 2010.
62 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer A], p.10-12
63 Proces-verbaal van verhoor van benadeelde [slachtoffer B], p.20-21
64 Print van de internets[website F], p.55
65 Print van de internets[website F], p.56
66 Print van de internetsite Apeldoorn.[website G], p.61-62
67 Prints van de internetsites [website E], [website C] en [website T], p.38, 42, 43, 46, 51, 65, 77
68 E-mail van [bedrijf B] BV, p.86
69 Faxbericht van UPC, p.89
70 Faxbericht van UPC, p.92
71 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.33