ECLI:NL:RBZUT:2011:BR4388
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. van Valderen
- A. Verheul
- M. Follender Grossfeld
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksueel misbruik met onvoldoende bewijs
In de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van seksueel misbruik van een minderjarige en een persoon met een geestelijke beperking, heeft de rechtbank op 9 augustus 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, die zich zouden hebben voorgedaan tussen november 1995 en april 2009 in de gemeente Epe. De aanklacht omvatte onder andere het seksueel binnendringen van een persoon die niet in staat was om zijn wil te bepalen, en het plegen van ontucht met een persoon beneden de zestien jaar.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de wetenschap van de verdachte omtrent de geestelijke toestand van het slachtoffer. Uit een psychologisch rapport bleek dat de verdachte een IQ van 54 had, wat zijn vermogen om de situatie in te schatten ernstig beperkte. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat het slachtoffer signalen had gegeven waaruit de verdachte had kunnen afleiden dat hij niet instemde met de seksuele handelingen.
Daarnaast kon niet worden vastgesteld dat de seksuele handelingen hadden plaatsgevonden voordat het slachtoffer de leeftijd van zestien jaar had bereikt. Gezien deze omstandigheden sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien het ten laste gelegde niet bewezen kon worden verklaard.