ECLI:NL:RBZUT:2011:BR4679
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervalsing van handtekening onder opdrachtbevestiging en aansprakelijkheid van onbevoegd vertegenwoordiger
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Zutphen op 10 augustus 2011, staat de vervalsing van een handtekening onder een opdrachtbevestiging centraal. Eiseres, Bouwbedrijf [eiseres] B.V., heeft gedaagde, die als projectleider in dienst was, aangeklaagd voor schadevergoeding. De kern van de zaak is dat gedaagde niet bevoegd was om namens eiseres een overeenkomst aan te gaan met Surtec voor de levering van een rütteltegelvloer voor het project Lemoine. Gedaagde heeft in gesprekken met Surtec aangegeven dat hij niet tekeningsbevoegd was en dat de overeenkomst door de bevoegde directeur ondertekend diende te worden. Ondanks deze verklaring heeft Surtec eiseres gedagvaard, wat leidde tot de vordering van eiseres tegen gedaagde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die gedaagde kunnen worden toegerekend met betrekking tot de vervalsing van de handtekening. Eiseres was zich ervan bewust dat gedaagde niet vertegenwoordigingsbevoegd was, waardoor een beroep op schijn van bevoegdheid niet mogelijk is. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde niet gebonden is aan de opdrachtbevestiging en dat eiseres geen recht heeft op schadevergoeding van gedaagde. De vordering van eiseres is afgewezen, en de rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde niet aansprakelijk is voor de schade die eiseres stelt te lijden.
De uitspraak benadrukt het belang van vertegenwoordigingsbevoegdheid in contractuele relaties en de gevolgen van het handelen van onbevoegd vertegenwoordigers. De rechtbank heeft de zaak verder aangehouden voor eventuele aanvullende procedures tussen eiseres en Surtec, waarbij eiseres de mogelijkheid krijgt om haar stellingen aan te passen op basis van de uitkomst van die procedure.